Het verslag begint onder de foto
Best, Hoofdstraat, Heilige Odulphus

eloof jij in toeval? Terwijl mijn laptop opstart, loop ik ondertussen naar de radio om de aan-schakelaar in te drukken waarna het lied ‘Kom van dat dak af’ van de Brabantse zanger Peter Koelewijn door de kamer klinkt. Is dat niet toevallig als je van plan bent een artikel te schrijven over de Brabantse wandeling ‘Bestse bossentocht’? Vervolgens neem ik plaats voor m’n laptop, kan een geeuw onderdrukken en werp een blik op de klok. Een poosje zit ik naar het blanco beeldscherm te staren tot ‘Give me hope Joanna’ van Eddy Grant uit de geluidsinstallatie klinkt. Eddy geeft mij fut en in een rap tempo verschijnen de eerste zinnen op het scherm. Het is december, bijna heeft de winter de herfst verdrongen. Nog tien dagen, dan is het officieel winter op het Noordelijk halfrond. Een jaargetijde dat tot 20 maart 2022 zal aanhouden. Voor meteorologen en klimatologen is de winter al op 1 december jl. begonnen en het seizoen duurt precies drie kalendermaanden. Dat betekent tevens dat de laatste wandeling van het winterseizoen 2021/22 dan geschiedenis of bijna geschiedenis is. Het ligt eraan hoe je het bekijkt. En dat het coronavirus geen roet in het eten gooit. Voorlopig mag het van de overheid nog. Wandelen is goed voor de mens, zowel lichamelijk als voor het brein. Dus op naar Best, een plaats gelegen in de Kempen tussen Boxtel en de lichtstad Eindhoven. Best is de geboorteplaats van de heilige Odulphus. Althans dat wordt door de plaats geclaimd, want de feitelijk geboorteplaats en datum is niet bekend. Odulphus, de beschermheilige van het dorp, ging in het begin van de 9e-eeuw als missionaris naar Friesland om het werk van Willibrordus, Bonifatius en Ludgerus voort te zetten. Hij koos Stavoren als standplaats. Als eerbetoon heeft Best de heilige Odulphus in haar gemeentewapen afgebeeld, waar hij een appel in z’n rechter handpalm draagt en in zijn linkerarm houdt hij een boek geklemd. Aan de oostkant wordt de plaats door bossen begrensd. In het westen en noorden toont het een agrarisch karakter. En in het zuiden bevindt zich het Wilhelminakanaal, een 68 km lange waterweg die zorgt voor een verbinding tussen de vaarwegen Zuid-Willemsvaart en de Amer nabij Geertruidenberg. Best werd in de periode 1200-1225 Bast genoemd. In 1287 Baest en weer twintig jaar later Best. Bast zou een benaming kunnen zijn voor laaggelegen vochtige plekken. Plekken met groeiend struikgewas en laag geboomte. Nou, dat zou best eens kunnen. En nu op pad.
Het wapen van Best           Korenmolen De Volharding
Oud Meer, de schatkamer van Son en Breugel

et is een koude ochtend en na het ontbijt struin ik vanuit huis naar de bushalte om de reis naar Best te aanvaarden. Koud of niet koud, mijn intentie is om de Brabantse wandeling te doen. Vandaag geen overnachting in een hotel waardoor ik niet op tijd bij het startbureau kan zijn, aangezien die onderneming – een busrit en een verplaatsing met een Intercitytrein en Sprinter – een boel tijd in beslag neemt. Conform het reisschema word ik op het ondergronds station van Best afgezet. Enkele minuten later bevind ik me in het op steenworp afstand gelegen zalencentrum de Prinsenhof, waar de start van de wandeling is. Een flink aantal wandelaars is al een uur op pad en ik kan – nadat ik me heb aangemeld – als het ware met een inhaalrace beginnen. Intussen heeft de dag het van de nacht gewonnen. Er is licht aan de horizon. Het is niemand ontgaan dat Nederland de afgelopen weken met hemelwater is overspoeld. Pluvius, god van de regen, had alle kranen opengezet of er was een enorme lekkage boven. Vandaag is het anders, tenminste de voorspelling. Men verwacht droog weer met hier en daar een buitje. Laten we het dan op ‘daar’ houden. Vanuit het startgebouw gaat de route achter de kerk langs in de richting van het Odulphuspad. Een beeld van Odulphus staat op een sokkel voor de kerk. In plaats van een boek heeft hij nu een kruis in handen. Hopelijk begrijpen jullie me niet verkeerd. Daarna gaat de route door een nieuwbouwwijk waar in de Molenstraat de stellingmolen De Volharding / Molen van Den Otter uit 1851 staat. Deze molen heeft de functie van het malen van graan, hetgeen tegenwoordig op vrijwillige basis geschiedt. Spoedig wordt de rijksweg A2 overgestoken om paden van het natuurgebied Nieuwe Heide te betreden. Hier haal ik mijn collega wandelaar Richard, een bekendheid in Deventer en omstreken, in. Samen lopen we verder en zetten er flink de pas in. Een slingerend pad leidt ons naar een ven, gevolgd door een wirwar van bospaden.
Zandvlakte
Kabouterpaadje

e steken de Bestseweg over. Een provinciale weg waarvoor het verkeer van Son naar Best wordt geleid en andersom. De zijkant van de weg is afgezet met een speciaal soort hekwerk waardoor kleine zoogdieren als reptielen en amfibieën vanuit het ven de gevaarlijke weg niet kunnen bereiken. Aan de andere kant van de weg bevind ik me in het natuurgebied ‘Oud Meer’. Het gebied wordt ook wel de schatkamer van Son en Breugel genoemd. Hier is niets tegenin te brengen. Het is geen losloopgebied voor honden, maar de baasjes zijn echte Nederlanders en storen zich niet aan het verbod. De viervoeters weten van niets. Typisch een geval van ‘het baasje lijkt op z’n hond’. Na het passeren van enkele klaphekjes betreden we een zandvlakte en daarna een kabouterbos. We moesten al voorzichtig zijn om niet over boomwortels te kukelen, nu hebben we er een probleem bij. Er bestaat een kans dat we over die kleine k.. kaboutertjes struikelen als ze voor onze voeten lopen. Ze zijn zo klein dat je ze bijna niet opmerkt. Een kilometer voor de eerste verzorgingspost gaan we in de fout. We zien geen schildjes en linten meer hangen terwijl er al diverse afslagen door ons zijn gepasseerd. Liep ik nou zo blind als een mol of was ik in gedachten verzonken? Dus, terug naar de plek waar we de laatste markering hebben gezien. Ja hoor, een afslag is gemist. Ach, wat is een paar honderd meter op een afstand van veertig kilometer. Niets toch! Even later arriveren we bij een schuur waar de verzorgingspost is gevestigd. Hier hebben we 10,6 km afgelegd. Een bekertje met soep zal heerlijk smaken. Sterker nog: we lopen ons er al een halfuur op te verheugen. We krijgen te horen dat we sneller moeten lopen, anders zijn we niet om 16:15 uur bij het eindpunt. En dat is de sluitingstijd. Tja, overheidsmaatregelen hebben geleid dat bij de horeca de deuren om 17:00 uur gesloten moeten zijn. En daar heeft het start- en finishbureau ook mee te maken. Eerst denk ik dat de man een grapje maakt, maar hij heeft opdracht gekregen om latere wandelaars extra te pushen. Een opdracht die hij met verve uitvoert. Sneller lopen? Ik vraag de man of hij kan rekenen? Vanuit een hoek hoor ik: laat die mannen maar gaan, ze weten wat ze doen. Het zijn geen beginnelingen. Het bekertje met uiensoep is lauw en smaakt niet. Jammer, maar daar belast ik mijn darmen niet mee.
Graspaadje langs afwateringskanaal
Windmolen

a deze post gaan we weer op pad en wandelen door het uitgestrekte bos. Er komen hoefslagen vanaf een bospad. Een ruiter rijdt in draf aan me voorbij. Voor een paardrijder is het een genot om hier z’n sport uit te oefenen. De hoefslagen worden daarna minder en niet veel later is de man met z’n paard uit mijn gezichtsveld verdwenen. Niet alleen ruiters, maar ook wandelaars amuseren zich hier. Het is genieten in optima forma. Graspaden hebben de plaats van bospaden ingenomen. Het worden lange paden en wegen. Langs die wegen bevinden zich varkensboerderijen. Je ziet of hoort geen varken, maar je ruikt ze wel. Bah, je zal daar moeten werken. Knorretje verdient toch beter, is ’t niet! Een kaarsrechte weg van exact 2500 meter brengt ons bij een viaduct over de rijksweg A50. Die lange aanloop is net genoeg om de top van het viaduct te bereiken. Inmiddels hebben we enkele wandelaars ingehaald en we zijn geen staartlopers meer. Via het Vresselsebos komen we bij de Vresselseweg, waar in de Vresselse hut een Horecarust is. Hier hebben we 20,9 km afgelegd. Een kopje koffie en tien minuten later staan we weer buiten en zijn op pad voor het tweede gedeelte. Een schitterend pad langs het kronkelende riviertje de Dommel wordt door ons betreden. Het is hier prachtig. We wandelen weer door een bos. Een groot aantal bomen in een perceel is gekapt. Het zijn bomen die de komende weken met ballen en kaarsjes worden versierd. De bodem ligt bezaaid met takken en naalden. Nieuwe beplanting zal plaatsvinden voor de volgende jaargangen. De route voert ons naar Son en Breugel. Eigenlijk is het raar als je in twee plaatsen tegelijk bent, maar daar verdiep ik me niet in. Typisch Brabants, nietwaar! Daarna zijn we terug bij het ven ‘Oud Meer’ en vervolgens bij de verzorgingspost. Er staat nu 30,1 km op de teller. Zou onze vriend van de verzorging trots op ons zijn? Vast wel! De voorzitter in ieder geval wel. Hij lacht en ons kent ons. Een bekertje limonade en weer op pad. Een blik op m’n horloge en op de routebeschrijving laat de raderen werken. Misschien is de mogelijkheid er om de Sprinter van 15.15 uur te halen. Uit dien hoofde neem ik afscheid van Richard en verhoog mijn tempo. Regelmatig worden wandelaars ingehaald die vanmorgen vroeg van start zijn gegaan.
Richard fungeert als portier
De Dommel, kronkelend door het fraaie Brabantse landschap

en aantrekkelijke route dat onder andere bestaat uit een boslaan, bospad en bospaadje met of zonder klaphekje, gevolgd door een kleine zandvlakte brengt ons bij Joe Mann Paviljoen, waar de fruitpost is ingericht. Een schitterende locatie, maar het is er mijns inziens te druk. Ik wil die drukte ontlopen, ga meteen met een sappige peer op pad en heb nog ruim 4 km te gaan. Cisca is inmiddels bij de Prinsenhof gearriveerd en ontmoet een aantal bekende wandelaars. Nogmaals schakel ik er een tandje bij en weldra wordt de rijksweg A2 gekruist waarna de plaats Best wordt bereikt. Inmiddels heb ik me aangesloten bij een trio. Het zijn drie generaties. Van oud naar jong: Bram, Linda en Danny van Houwelingen. In het centrum heerst ook een drukte van betekenis. Bij een gebakstent gaat Linda voor de oliebollen. Ze biedt me er eentje aan. Ik bedank haar voor het vriendelijke aanbod, maar wil de trein naar Den Bosch nog halen. Het kan. Er blijft nog 5 minuten over alvorens die vertrekt. Uit respect sta ik even stil bij het beeld van de heilige Odulphus. Mijn missie is voltooid. Een mobieltje is dan een ideaal communicatiemiddel. Via die tamtam heb ik Cisca gevraagd om alvast op te stappen. Samen lopen we over het Stationsplein naar het ondergronds station, waar de trein zojuist langs het perron tot stilstand is gekomen. Alles verloopt voorspoedig, de conducteur blaast op een fluitje, de deuren sluiten en ik laat me op een stoel vallen. Al met al was het een leuke wandeling en het weer werkte mee. Regen hebben we tijdens de wandeling niet gehad. Althans niet hier, misschien daar. Pluvius heeft de lekkage blijkbaar bijtijds weten te verhelpen.
Airbornemonument
Best, vennetje

en je nog niet uitgewandeld? Volgend jaar kan dat weer op 15 januari 2022 bij de Sallandse Heuvelrugtocht in het Overijsselse Holten. Prettige Kerstdagen en een Voorspoedig Nieuwjaar met veel wandelgenot.

Alex Wijsman