Het verslag begint onder de foto
Strandje bij een van de Reeuwijkse Plassen

anwege de uitbraak van COVID-19 kon de voor maart 2020 geplande Wiericketocht van WS’78, ruim anderhalf jaar na dato, pas plaatsvinden. Ook alle WS-wandelingen voor het seizoen 2020/21 werden afgelast. Landelijk gingen alle evenementen op slot. Maand, na maand, na maand. Van de overheid mocht niets meer. Dat betekende anderhalf jaar lang geen wandelvrienden, bekenden en andere ‘gassies’ ontmoeten. Voor iedereen gold in je eigen ‘bubbel’ blijven. Maar vandaag is het weer mogelijk en daar zie ik met veel plezier naar uit. Het is voor mij lastig om op tijd bij het startbureau te verschijnen, terwijl de afstand tussen Bodegraven en mijn woonplaats hemelsbreed slechts 30 km bedraagt. Toch lukt het me om met drie verschillende treinen en de daarbij behorende overstapjes in het Groene Hart te geraken. De start van de wandeling vindt plaats vanuit sporthal ‘De Sporthoeve’ in Bodegraven en bij aankomst lijkt alles weer als vanouds. Toch is er het een en ander veranderd. Het inschrijven voor de tocht gaat op een andere manier, het verstrekken van de routebeschrijvingen eveneens en ook wordt er een verspreide startprocedure gehanteerd. Kortom, WS’78 heeft, na groen licht van de overheid, haar zaakjes in een korte tijd prima voor elkaar. Met m’n vaccinatiebewijs in de hand betreed ik de sporttempel. Het zou kunnen zijn dat daar op wordt gecontroleerd. Als ik arriveer is een flinke groep wandelaars al op pad. Toch mag ik een aantal bekenden begroeten. Met een lach op het gezicht heten we elkaar welkom. Het is ook zo lang geleden. Ze zien er wel een jaartje ouder uit, maar dat zegt mijn spiegel ook. En die liegt niet. Voor het eerst in de historie kies ik voor de afstand van 20 km en daar zullen een boel deelnemers een beetje verrast door zijn. Ach ja, dat heeft zo zijn reden.
Bodegraven, ophaalbrug over de Oude Rijn
Smal pad tussen het struikgewas
e herfst is begonnen waarbij de natuur begint te veranderen. Blaadjes vallen massaal van de bomen en paddenstoelen schieten uit de grond, waarvan de vliegenzwam voor velen de meest opvallende is. Zowel gisteren als vannacht hebben regenbuien het weidse land nat gesproeid, daarom kies ik voor zwaardere schoenen, want grasdijken staan vandaag ook op het programma. Die schoenen zijn GORE-tex-stappers met extra profiel, die kunnen een natte ondergrond beter verdragen. Niet dat ik sneller ga, maar ik hoop daardoor wel droge voeten te houden. Voor vanmiddag wordt er ook regen verwacht en menigeen zal de regenval niet ontlopen. Nadat ik me gemeld heb krijg ik drie tokens in mijn handen gedrukt en een extra token voor een bakkie koffie in de sporthal. De plastic schijfjes (geen muntstuk, maar wel een betaalmiddel in een beperkte omgeving) kunnen bij de verzorgingsposten ingewisseld worden voor een bekertje soep, kopje koffie en een stukje fruit. Maar eerst loop ik naar de koffiebar voor een welverdiend opwarmertje. Met m’n routebeschrijving keurig verpakt in een plastic hoesje verlaat ik om 09:15 uur de sporthal en ga op pad. De eerste kilometers gaan door het dorp. Eenmaal aangekomen bij de Oude Rijn wordt het parcours interessant en gaat de route over een jaagpad. Het pad, gelegen aan de waterkant, diende ooit om een trekschuit verbonden aan een lijn door een of meerdere paarden te laten voorttrekken. Ook op mankracht vond die manier van voortbewegen plaats. Een man droeg een dik touw over z’n schouder en trok daarmee de schuit vooruit. Dat waren nog eens tijden. Het kampioenschap van ‘de sterkste man’ bestond nog niet. Men heeft hier een prachtig uitzicht op de waterrijke omgeving en op een flink aantal bootjes, vastgebonden aan meerpalen, die bij fikse windkracht op de golfslag op-en-neer bewegen. Op dit moment staat er bijna geen wind en de Oude Rijn toont zich als een spiegel, waardoor de meest aftandse schuit in het water ligt te schitteren. En die liggen er bij aantallen.
Roeiers op weg naar een doorvaart
Suppende dames
p het pad haal ik verschillende wandelaars in waaronder Henri Floor. Samen lopen we even op en op een splitsing van paden, als Henri enkele foto’s maakt, scheiden onze wegen. Aldaar wordt een verharde weg over een dijk betreden. Ook hier is het panorama prachtig. Het te belopen weggetje gaat later over in een alleraardigst grasdijkje. Het gras is nog nat van al het hemelwater en m’n GORE-tex-stappers brengen uitkomst. Het dijkje ligt aan de rand van de ‘Enkele Wiericke’, een waterloop ontstaan door landophoging. Op een gegeven moment gaat de wandeling over een Smokkelaarspad. Hè, boter, sigaretten of alcohol smokkelen, hier? Nou ja, daar kan ik me niets bij voorstellen. Er is geen grensoverschrijding, geen grenspaal, gewoon niets, zelfs geen douanebeambte die roept: ‘Halt, paspoort alsjeblieft’. Neen joh, er is echt niets. Waarom noemt men dan het pad Smokkelaarspad. Of brachten de kaasboeren hun kazen aan de man zonder belasting af te dragen? Wie het weet mag het zeggen. Dan gaat het parcours onder een viaduct van de snelweg A12 door. Het is bukken voor de ietwat langere wandelaar. Daarna wordt het klimmen over een aantal hekjes die voorzien zijn van een stevig op- en afstapje. Deze hindernissen zijn wandelvriendelijk, alhoewel er enige vorm van flexibiliteit bij mij ontbreekt. Dat heeft te maken met het ouder worden. Vroeger stelde zo’n horde toch niets voor. Maar goed, ik red het. De route brengt de wandelaar bij de eerste verzorgingspost, waar gezelligheid troef is. Een bekertje met soep krijg ik na het inleveren van een token. Tevens is hier de splitsing voor de routes van de 20 en 40 km.
elaafd ga ik daarna op pad en volg de paden tussen de Reeuwijkse Plassen door, waar diverse roeiers actief zijn. Het plassengebied bestaat uit dertien grote meren ontstaan door vervening, ook wel turfwinning genoemd. Via een brugje arriveer ik bij de fruitpost waar twee bekende medewerkers van de club de lopers met een vrucht staan op te wachten. Ik krijg een peer overhandigd en blijf nog even met de mannen kletsen. Anderhalf jaar niet gezien schept toch een rede tot conversatie, nietwaar! Als er een groepje wandelaars nadert ga ik weer op pad. Meteen ga ik de gekregen peer oppeuzelen. Jemig, wat is die lekker en zo sappig. Het lest meteen de dorst. Aan de kant van een smal pad staat een kolossaal insectenhotel. Het is een Hilton onder de insectenhotels. De beestjes zijn er blij mee. Eerder dan verwacht wandel ik het dorpje Reeuwijk-Brug binnen en daarna zijn de paden van een natuur- en recreatiegebied aan de beurt. Achter een rietkraag zijn twee jonge dames aan het suppen. Dit is echt geen tikfout hoor. Suppen is een modern woord voor peddelsurfen, een sport ontstaan uit het surfen. Staand op een surfboard moet de sporter zich peddelend voortbewegen. Evenwicht houden is een vereiste anders wordt het een natte boel. Leunend op een brugleuning kijk ik naar de verrichtingen van het duo. De meiden doen het goed en ontspannen peddelen ze behendig voorwaarts.
ven later ben ik weer op pad. Een schelpenpad eindigt bij een van de dertien plassen die Reeuwijk rijk is en er volgt een strandwandeling. Wie had dat hier verwacht, niemand toch? Ploeterend door het zand leidt de weg naar een smal paadje door een bosschage gevolgd door enkele schelpenpaadjes. Tot op heden bevalt de wandeling me prima en ik geniet dan ook met volle teugen. Wederom moet de snelweg A12 gekruist worden, hetgeen onder een tweetal viaducten plaatsvindt. Daarna arriveren we in een wirwar van autowegen, waar wij wandelaars bijzonder alert moeten zijn. Als er pakweg tien auto’s gepasseerd zijn is er een vriendelijke automobilist die mij bij het oversteken voorrang verleent. Een echte heer in het verkeer. Daarna zijn er nog twee oversteken aan de beurt. De laatste kilometers zijn aangebroken en gaan langs een vaart in de plaats Bodegraven. Na 19,295 km zit de wandeling er op en wat mij betreft een pluim voor de uitzetters. Dat hebben ze verdiend. Wel heb ik het vermoeden dat menige wandelaar van de 40 km en tragere 20 km-lopers het niet droog hebben kunnen houden, want de regen valt weer met bakken uit de lucht. Het is per slot van rekening herfst en daar zullen we het mee moeten doen.

Alex Wijsman