terug naar het overzicht 
van de startplaatsen 
op de alternatieve homepage van WS78 
door Henri Floor gemaakt Terug naar de alternatieve homepage van WS78 40 km WS78 wandeltocht vanuit Driebergen op 10 februari 2007

datum 10 februari 2007 plaats Driebergen
provincie Utrecht naam wandeltocht Tocht naar de Piramide van Austerlitz
starttijd 9.00 - 10.00 uur postcode start: 3972 NA
parcoursbouwers: Henri Floor & Coos Verburg
kaart startlocatie
startadres: Health Center Hoenderdaal, Hoendersteeg 7, 3972 NA Driebergen, ( 0343-529333.
bereikbaar met de trein vanaf NS Driebergen-Zeist:
LA vanaf de ingang van het NS-station bij de kaartjesautomaat richting overweg, 75 m; RA bij overweg, fietspad volgen (Hoofdstraat), 535 m; RD bij stoplichten voor snelweg, 100 m; RD bij stoplichten meteen na snelweg, 215 m; RA bij stoplichten, tussen schrikhekken door, Kleinloolaan, 265m; RA 1e weg, klinkerweg (De Woerd) gaat over in asfaltweg, 195 m; LA 1e asfaltweg (= over parkeerterrein), 95 m; RD bij wit gebouwtje van V.V. CDN, breed asfaltpad, 175 m; LA 1e asfaltweg, Hoendersteeg, 110 m; RA vlak voor groot gebouw, tegelpad naar hoofdingang, 75 m; totaal 1835 meter.
bereikbaar met de auto:
Vanaf afslagnummer 20 (Driebergen) van de A12 wordt de route naar het startbureau met borden van WS78 aangegeven.
route info vooraf route info na afloop informatie omgeving nabeschouwing verslag fotoreportage



















naar de top van deze pagina
Tocht naar de Piramide van Austerlitz, startplaats Driebergen, datum 10 februari 2007, route-informatie vooraf:


Beste wandelvrienden en- vriendinnen!
Hartelijk welkom in het Utrechtse Driebergen op de “Tocht naar de Piramide van Austerlitz”. Een creatie van het Driebergse echtpaar Coos Verburg en Henri Floor, hun 16e inmiddels voor WS. Het is niet voor het eerst dat WS 78 in deze ‘Heerlijkheid’ start. Dertien jaar geleden, om precies te zijn op 29 januari 1994 kwamen wij hier voor de eerste keer en ook die tocht was ontworpen door Coos en Henri. Wij hopen het deelnemersaantal van toen (473) vandaag te evenaren.
Na de start vanuit het Health Centre Hoenderdaal moeten we eerst een stukje bebouwde kom door maar al spoedig bereiken we Park De Wildbaan met aan het einde Huize Sparrendaal. Dit vrijstaande grote landhuis is in het verleden het stadhuis van Driebergen geweest. We steken de Hoofdstraat over en komen langs het ‘Schaepman’ monument. Bovenop het zeszijdige voetstuk, dat is uitgevoerd met blokken ijzersteen, staat de voormalige staatsman (1844-1903) levensgroot afgebeeld. Kort daarna komen we in het Driebergse Bos en steken daar de Zwitserse Brug over.
Deze houten brug is gelegen in een landschappelijk aangelegd gedeelte van het bos in de 19e eeuw. De brug was toen al in een rustieke stijl met ruw hout en boomstammen uitgevoerd. De bosrijke en heuvelachtige omgeving riep associaties op met Zwitserland wat vaak leidde tot de realisatie van bouwwerken in Zwitserse stijl.
Vervolgens gaat de route door het Mollenbos waar Henri (of was het Coos?) nog een zandvlakte ontdekte.We passeren de A12 en de spoorlijn Utrecht-Arnhem en betreden het landgoed Noordhout. Let hier eens op de zwammen aan de boomstammen. Op de grens van dit landgoed is de soeppost gelegen na 10.5 km. Daarna dwalen we geruime tijd door het landgoed Den Treek Henschoten en komen daar langs Huize De Laagt en ’t Berghuis.
Het Berghuisje is een neogotisch jachthuis naar een ontwerp van architect Zocher. In 1830 gekocht door de Amsterdamse bankier Stoop.
Het Berghuis kreeg later een extra verdieping, waardoor het er nu als een Zwitsers chalet uitziet.
Daarna bereiken we de Piramide van Austerlitz.
In 1804, ten tijde van de Franse overheersing, vestigde generaal Marmont zich met zijn leger op de heide bij Zeist. In 1806 vond in Tsjechië de slag bij Austerlitz plaats. Naar aanleiding daarvan werd, als herinnering aan de Drie-keizerslag die door Napoleon gewonnen werd, het kampement van generaal Marmont omgedoopt in Austerlitz. Om zijn manschappen bezig te houden liet de generaal de Piramide bouwen.
Als je de titel van deze tocht letterlijk opvat, zit de wandeling er nu voor jullie op. Niets is minder waar. Je zit amper op de helft. De grote rust bevindt zich namelijk na 20.315 meter in het Dorpshuis ’t Trefpunt in Austerlitz. We waren hier in het verleden al vele malen te gast.
Na de rust gaan we door het bosgebied dat vroeger werd aangeduid met Boswachterij Austerlitz. Dit gebied heet tegenwoordig Utrechtse Heuvelrug – Austerlitz en wordt beheerd door Staatsbosbeheer. Opnieuw passeren we de Piramide maar nu aan de andere zijde en bereiken na veel omzwervingen de rand van de Leusder heide en daarmee ook de gemeentegrens van Leusden. Bij Wallenburg bevinden we ons op het meest noordelijke puntje van de wandeling. Hoog tijd om weer koers te zetten naar Austerlitz waar de koffiepost wacht na 31.5 km.
Vervolgens wandelen we eerst nog even door het bosgebied van SBB en daarna door de fraaie landgoederen Bornia en Heidestein. Dit laatste landgoed is de laatste tijd bekend van het NCRV programma ‘De mooiste plek van Nederland’. Na afloop willen wij graag jullie mening! Na een bosvijver en een tunneltje, waar jaren geleden voorzitter Willem Ruis nog eens in een jolige bui voor sfeervolle verlichting had gezorgd, wordt de bewoonde wereld weer bereikt. Kort na het oversteken van spoorlijn en A12 treffen we het fruitbaasje Chris. Er zijn dan 36.5 km afgelegd.
Het hoogtepunt van de laatste vier kilometer is ontegenzeglijk de Heidetuin waar we doorheen wandelen.
Deze Heidetuin ligt in het Rijsenburgse Bos en is in 1953 aangelegd nadat door de zware februaristorm van dat jaar een grote open plek in het bos was ontstaan. Min of meer als experiment is toen door de plantsoenendienst een heidetuin ontworpen die steeds verder uitgroeide en in de loop der jaren landelijke en zelfs internationale bekendheid kreeg. Het licht glooiende terrein wordt doorsneden door een beekje. Slingerende paadjes voeren tussen de beplanting door, bestaande uit een
groot assortiment heide, varens, rododendrons en diverse soorten naaldbomen en berken. De heidetuin was vertegenwoordigd op de Floriade van 1972. Driebergen-Rijsenburg kreeg door deze inzending het predikaat ‘Heidehoofdstad van Nederland’ toebedeeld.
Via het Sparrendaal Bos en langs het voormalige stadhuis van Rijsenburg wordt na 40.250 meter de finish bereikt.

naar de top van deze pagina































naar de top van deze pagina
Tocht naar de Piramide van Austerlitz, startplaats Driebergen, datum 10 februari 2007, route-informatie na afloop:

DRIEBERGEN, 10 februari 2007
TOCHT NAAR DE PIRAMIDE VAN AUSTERLITZ
De “Tocht naar de Piramide van Austerlitz” vanuit het Utrechtse Driebergen was er één uit de koker van het echtpaar Coos Verburg en Henri Floor uit de gelijknamige plaats, hun 16e intussen voor WS 78. Het was voor de vierde keer dat WS 78 in deze ‘Heerlijkheid’ startte. Dertien jaar geleden, om precies te zijn op 29 januari 1994, kwamen wij hier voor het laatst en ook die tocht was een creatie van Coos en Henri. Wij hoopten deze dag het deelnemersveld van toen (473) te evenaren. Het werden er zelfs 497 !!

DE ROUTE
Na de start vanuit het Health Center Hoenderdaal moesten we eerst een stukje bebouwde kom door maar al spoedig bereikten we Park De Wildbaan met aan het einde Huize Sparrendaal. Dit vrijstaande grote landhuis is in het verleden het stadhuis van Driebergen geweest. We staken de Hoofdstraat over en kwamen langs het ‘Schaepman’ monument. Bovenop het zeszijdige voetstuk, dat is uitgevoerd met blokken ijzersteen, staat de voormalige staatsman (1844-1903) levensgroot afgebeeld. Kort daarna kwamen we in het Driebergse Bos en staken daar de Zwitserse Brug over.
Deze houten brug is gelegen in een landschappelijk aangelegd gedeelte van het bos in de 19e eeuw. De brug was toen al in een rustieke stijl met ruw hout en boomstammen uitgevoerd. De bosrijke en heuvelachtige omgeving riep associaties op met Zwitserland wat vaak leidde tot de realisatie van bouwwerken in Zwitserse stijl.
Vervolgens ging de route door het Mollenbos waar Henri (of was het Coos?) nog een zandvlakte ontdekte.We passeerden de A12 en de spoorlijn Utrecht-Arnhem en betraden het landgoed Noordhout. Opvallend waren hier de zwammen aan de boomstammen. Op de grens van dit landgoed was de soeppost gelegen na 10.5 km. Daarna dwaalden we geruime tijd door het landgoed Den Treek Henschoten en kwamen daar langs Huize De Laagt en ’t Berghuis.
Het Berghuisje is een neogotisch jachthuis naar een ontwerp van architect Zocher. In 1830 gekocht door de Amsterdamse bankier Stoop.
Het Berghuis kreeg later een extra verdieping, waardoor het er nu als een Zwitsers chalet uitziet.
Daarna bereikten we de Piramide van Austerlitz.
In 1804, ten tijde van de Franse overheersing, vestigde generaal Marmont zich met zijn leger op de heide bij Zeist. In 1806 vond in Tsjechië de slag bij Austerlitz plaats. Naar aanleiding daarvan werd, als herinnering aan de Drie-keizerslag die door Napoleon gewonnen werd, het kampement van generaal Marmont omgedoopt in Austerlitz. Om zijn manschappen bezig te houden liet de generaal de Piramide bouwen.
Als je de titel van deze tocht letterlijk opvatte, zat de wandeling er nu voor ons op. Niets was echter minder waar. We zaten amper op de helft. De grote rust bevond zich namelijk na 20.315 meter in het Dorpshuis ’t Trefpunt in Austerlitz. We waren hier in het verleden al vele malen te gast.
Na de rust gingen we door het bosgebied dat vroeger werd aangeduid met Boswachterij Austerlitz. Dit gebied heet tegenwoordig Utrechtse Heuvelrug – Austerlitz en wordt beheerd door Staatsbosbeheer. Opnieuw passeerden we de Piramide maar nu aan de andere zijde en bereikten na veel omzwervingen de rand van de Leusder heide en daarmee ook de gemeentegrens van Leusden. Bij Wallenburg bevonden we ons op het meest noordelijke puntje van de wandeling. Hoog tijd om weer koers te zetten naar Austerlitz waar de koffiepost wachtte na 31.5 km.
Vervolgens wandelden we eerst nog even door het bosgebied van SBB en daarna door de fraaie landgoederen Bornia en Heidestein.
Dit laatste landgoed is de laatste tijd bekend van het NCRV programma ‘De mooiste plek van Nederland’. En de werkelijkheid was al niet anders.
Na een bosvijver en een tunneltje, waar jaren geleden voorzitter Willem Ruis nog eens in een jolige bui voor sfeervolle verlichting had gezorgd, werd de bewoonde wereld weer bereikt. Kort na het oversteken van spoorlijn en A12 troffen we het fruitbaasje Chris bij de familie Achterberg. De man des huizes, Gerard , heeft in het verleden maar liefst 17 (!!) WS tochten uitgezet. We hadden daar 36.5 km afgelegd.
Het hoogtepunt van de laatste vier kilometer was ontegenzeglijk de Heidetuin waar we doorheen wandelden.
Deze Heidetuin ligt in het Rijsenburgse Bos en is in 1953 aangelegd nadat door de zware februaristorm van dat jaar een grote open plek in het bos was ontstaan. Min of meer als experiment is toen door de plantsoenendienst een heidetuin ontworpen die steeds verder uitgroeide en in de loop der jaren landelijke en zelfs internationale bekendheid kreeg. Het licht glooiende terrein wordt doorsneden door een beekje. Slingerende paadjes voeren tussen de beplanting door, bestaande uit een groot assortiment heide, varens, rododendrons en diverse soorten naaldbomen en berken. De heidetuin was vertegenwoordigd op de Floriade van 1972. Driebergen-Rijsenburg kreeg door deze inzending het predikaat ‘Heidehoofdstad van Nederland’ toebedeeld.
Via het Sparrendaal Bos en langs het voormalige stadhuis van Rijsenburg werd na 40.250 meter de finish bereikt.

naar de top van deze pagina































naar de top van deze pagina
Tocht naar de Piramide van Austerlitz, startplaats Driebergen, datum 10 februari 2007, informatie omgeving.

Driebergen maakt sinds 1931 deel uit van de voormalige gemeente Driebergen-Rijsenburg.
De gemeente Driebergen-Rijsenburg is per 1 januari 2006 samengevoegd met Amerongen, Doorn, Leersum en Maarn tot de nieuwe gemeente Utrechtse Heuvelrug.
Driebergen-Rijsenburg is een dorp in de Nederlandse provincie Utrecht, gemeente Utrechtse Heuvelrug. Het ligt op de Utrechtse Heuvelrug (stuwwal), wat tegenwoordig een nationaal park is. Het dorp telt ongeveer 18.200 inwoners (2005).
Driebergen-Rijsenburg is ontstaan door het samenvoegen van de kernen Driebergen en Rijsenburg. Tot 1931 waren deze kernen zelfstandige gemeenten. Sindsdien vormden ze een gemeente en zijn ze volledig samengegroeid tot één plaats. Op 1 januari 2006 werd de gemeente Driebergen-Rijsenburg samengevoegd met Amerongen, Doorn, Leersum en Maarn tot de nieuwe gemeente Utrechtse Heuvelrug.

Ontstaansgeschiedenis
Op 20 april 2004 hebben Gedeputeerde Staten (GS) van Utrecht een herindelingsontwerp Heuvelrug uitgebracht. Daarin werd voorgesteld Maarn, Amerongen, Leersum, Doorn en Driebergen-Rijsenburg (MALDD) samen te voegen. Dat plan is van 10 mei 2004 tot 5 juli 2004 voor belanghebbenden ter inzage gelegd; voor de gemeenten betrokken bij de herindeling liep de termijn tot 1 september 2004. Gedurende de termijn van de terinzagelegging zijn in totaal 16 zienswijzen ingediend. Amerongen, Maarn, Doorn en Driebergen-Rijsenburg stemden in met het fusievoorstel. Daarnaast hebben Renswoude, Woudenberg en Rhenen het ontwerp positief ontvangen. Leersum sprak zich, op basis van eigen onderzoek en een opiniepeiling onder de stemgerechtigde inwoners, uit voor een andere herindelingsvorm waarbij Leersum, Amerongen en Wijk bij Duurstede samen een gemeente zouden vormen. Dat voorstel heeft het bij de andere beoogde partners niet gehaald. GS meenden dat er voldoende draagvlak was voor een voortzetting van de procedure.
Omdat bij veel inwoners van de fuserende gemeenten de indruk bestond dat er weinig geluisterd is naar de wensen van de inwoners, is er een "Comité Herindeling Nee" opgericht. Met name ervaringen van reeds samengevoegde gemeenten, deden de bevolking vrezen voor meer bureaucratie, meer afstand tussen bestuur en bevolking en toenemende belastingdruk. Provincie, Tweede Kamer en Eerste Kamer bleken niet gevoelig voor de argumenten van de tegenstanders van de samenvoeging.
Op 10 november 2004 werd bekendgemaakt dat het gemeentehuis van de nieuwe gemeente mogelijk in Doorn zal komen.
Provinciale Staten hebben op 9 december 2004 het ontwerpadvies van Gedeputeerde Staten voor de vorming van een nieuwe gemeente Heuvelrug overgenomen. Het advies is vervolgens doorgestuurd naar de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, die een wetsvoorstel terzake bij de Tweede Kamer heeft ingediend. In het voorjaar van 2005 heeft de Tweede Kamer het voorstel behandeld en uiteindelijk is het op 16 juni 2005 bij algemene stemming aangenomen. CDA, PvdA, VVD, GroenLinks, D66, ChristenUnie en SGP stemden voor. Tevens werd een amendement van de SGP goedgekeurd en in het wetsvoorstel opgenomen, om het Amerongse deel van de kern Elst bij de gemeente Rhenen in te delen.
Het gewijzigde wetsvoorstel is vervolgens naar de Eerste Kamer gestuurd, die op 13 september 2005 de definitieve beslissing hebben genomen. In november 2005 vonden er verkiezingen voor de nieuwe gemeenteraad plaats. Daarmee werd de herindeling per 1 januari 2006 een feit.

Inwoners
De schrijfster Rascha Peper (1 januari 1949) is hier geboren en Nederlands hockeyinternational Carole Thate is getogen in Driebergen-Rijsenburg, waar ook haar eerste hockeyclub Shinty gevestigd is.
Voormalig GroenLinks-politicus Paul Rosenmöller woont ook in Driebergen-Rijsenburg.
De bekende evangelist Johannes de Heer heeft hier zijn laatste levensjaren doorgebracht en is ook in deze plaats overleden.
Daarnaast is de plaatselijke korfbalclub DALTO landelijk bekend doordat deze op het hoogste niveau in de competitie speelt.

Instanties
In Driebergen-Rijsenburg huizen tevens de Nationale Raad Zwemdiploma's en het KLPD (Korps Landelijke Politiediensten). Ook IVA Driebergen, het internationaal befaamde (management)opleidingsinstituut voor de autobranche, is al ruim 75 jaar in Driebergen gevestigd.
Utrechtse Heuvelrug is een gemeente in het zuidoosten van de Nederlandse provincie Utrecht, die een groot deel van de gelijknamige Heuvelrug omvat. De gemeente is per 1 januari 2006 ontstaan door de samenvoeging van de voormalige gemeenten Amerongen (m.u.v. Elst), Doorn, Driebergen-Rijsenburg, Leersum en Maarn. Op 1 februari 2006 had de gemeente 48.850 inwoners (bron: CBS).
De gemeente Utrechtse Heuvelrug telt zeven officiële kernen, waarvan Driebergen-Rijsenburg verreweg de grootste is. Het gemeentehuis staat in Doorn.

Austerlitz is een dorp in de Nederlandse provincie Utrecht, gemeente Zeist.
De geschiedenis van Austerlitz gaat terug tot 1804, toen Auguste de Marmont, generaal van Napoleon, zijn troepen hier liet samenkomen. Een aantal handelaren streek bij het legerkamp neer om met de soldaten handel te drijven. De Marmont werd later weggeroepen naar oorlogen elders, maar de handelaren bleven, en hun nederzetting was het begin van het dorp Austerlitz. De generaal genoot grote faam als overwinnaar in de Slag bij Austerlitz in Moravië (het huidige Slavkov u Brna in oost-Tsjechië); hiernaar is het dorp dan ook vernoemd.
Austerlitz is vooral bekend door de Pyramide van Austerlitz, een bouwwerk dat in opdracht van generaal Auguste de Marmont werd gebouwd door zijn soldaten.

De Pyramide van Austerlitz bevindt zich in de bossen van de Utrechtse Heuvelrug ten oosten van Zeist iets ten noorden van het dorpje Austerlitz. Het is een van aarde gebouwde piramide.
Generaal Auguste de Marmont liet in september 1804 zijn divisies deze piramide bouwen als middel om verveling tegen te gaan. De bouw duurde 29 dagen. Aanvankelijk noemde hij de berg naar zichzelf de Marmontberg, maar in 1805 werd de piramide vernoemd naar de Slag bij Austerlitz in het toenmalige Oostenrijk (het huidige Slavkov u Brna in Tsjechië), waar Napoleon de Russen en Oostenrijkers versloeg. De piramide is de enige in Nederland en heeft een hoogte van 36 meter. Op de top liet De Marmont een houten obelisk van 13 meter hoog plaatsen.
In 1894 werd in opdracht van de toenmalige eigenaar, J.B. de Beaufort, de houten obelisk vervangen door een stenen obelisk.

Restauratie
De piramide was sterk in verval, maar een groep vrijwilligers zette zich in voor het behoud en de reconstructie. Ze organiseerden zich in een stichting (provincie Utrecht, landgoed Den Treek, gemeente Woudenberg). In 2003 werd de piramide gerestaureerd. Mooi op tijd voor de viering van het 200-jarig bestaan in september 2004. Er zijn echter ook mensen die beweren dat de Pyramide met deze restauratie vooral als toeristische melkkoe gebruikt gaat worden. De aanleg van een vergrote parkeerplaats bij de nabijgelegen uitspanning langs de provinciale weg N224 duidt daar volgens hen op. Ook is er voor de restauratie een stuk bos op zowel de piramide zelf als direct daar omheen, gekapt. Het is de vraag of daar in andere omstandigheden wel (zo eenvoudig) toestemming voor zou zijn verkregen.
In maart 2004 werd echter bekend dat de restauratie, die een miljoen euro heeft gekost, niet duurzaam is. Een deel van de graszoden heeft zich niet gehecht aan de ondergrond en is verzakt. Er zal een vervolg-restauratie worden uitgevoerd die een half miljoen euro gaat kosten. De aannemer van de vorige restauratie is inmiddels aansprakelijk gesteld voor de extra kosten.




Utrechtse Heuvelrug (stuwwal)

Utrechtse heuvelrug bij Veenendaal
De Utrechtse Heuvelrug is een zandrug in het landschap van de provincies Utrecht en Noord-Holland tussen de randmeren in het noordwesten en de Rijn in het zuidoosten. De contouren van de lange heuvelrug die van Huizen tot Rhenen loopt tekenen zich overal duidelijk af. Het hoogste punt is de Amerongse Berg met 68 m. boven zeeniveau. De Utrechtse Heuvelrug heeft meer "toppen" die boven de 50 m. uitsteken. De meest zuidelijke punt is de Grebbeberg.
De Utrechtse Heuvelrug heeft veel bos. Daarnaast vinden we er een aantal heidegebieden en enkele stuifzanden. Het gebied strekt zich van het Gooimeer tot de Nederrijn uit over een totale lengte van circa 50 km. De totale oppervlakte is ongeveer 23 000 ha. Daarmee is het na de Veluwe het grootste bosgebied van Nederland.

De Heuvelrug is één van de vijf grote landschapseenheden in de provincie Utrecht; de andere zijn:

het Veenweidegebied, dat een deel vormt van het Groene Hart van Holland
het Vecht- en Plassengebied, ten noorden van de stad Utrecht
het Kromme-Rijngebied, ten zuidoosten van de stad Utrecht
het Eemland, ten noorden van Amersfoort


Ontstaan
De Utrechtse Heuvelrug is zo'n 150.000 jaar geleden ontstaan: in de voorlaatste ijstijd, de ijstijd die in Centraal-Europa (de Alpen) het Riss heet en in NW Europa het Saalien. Vóór die tijd stroomden Rijn en Maas verder naar het noorden dan tegenwoordig. Ze hadden daar dikke lagen zand afgezet. In de Riss-ijstijd was het noordelijk deel van Nederland bedekt met gletsjers, die het afgezette zand opstuwden en daardoor stuwwallen vormden, zoals de Utrechtse Heuvelrug.
Toen de ijstijd ten einde liep, smolt de gletsjer. Smeltwater zocht zijn weg naar de randen van de stuwwal en ontstonden er smeltwaterdalen. Bij Leersum is zo'n dal (Darthuizerpoort) te herkennen als lage onderbreking van de stuwwal, waardoor de weg van Leersum naar Maarsbergen is aangelegd (thans N226).

In de laatste ijstijd kwamen de gletsjers minder ver, maar was de bodem wel permanent bevroren. Door de toen heersende harde winden werden zandlagen afgezet. Ook werd toen de oostelijke begrenzing van de heuvelrug een stuk opgeschoven. Het gebied ten oosten van de Leusderheide bijvoorbeeld, waarop het landgoed Den Treek is gevestigd, behoorde aanvankelijk tot de Gelderse Vallei maar is in deze periode opgehoogd met zand.

Na de laatste ijstijd is het gebied bebost geraakt, zoals grote delen van ons land. Toen, in historische tijden, de bevolkingsdichtheid begon toe te nemen werd het bos gekapt om vee te laten grazen. Op de droge heuvelrug ontstonden heidevelden en stuifzanden.
Pas in de negentiende en twintigste eeuw werden op grote delen opnieuw bossen aangelegd.

Natuur
De Heuvelrug is een in geologisch en ecologisch opzicht waardevol gebied. Het is na de Veluwe het grootste bosgebied van Nederland. Het is aangemerkt als een kerngebied van de Ecologische HoofdStructuur (EHS). Het zuidelijk deel is in 2003 een Nationaal Park geworden.
Het gebied is echter versnipperd geraakt als gevolg van bebouwing en infrastructuur: voor veel diersoorten vormt de Heuvelrug geen aaneengesloten leefgebied meer, maar een onsamenhangend geheel van kleine populaties die vaak ver uit elkaar liggen. Daardoor bestaat het risico van uitsterven. Thans wordt hard gewerkt aan het tegengaan van deze versnippering van de natuur. De provincie Utrecht, Rijkswaterstaat, Het Utrechts Landschap, Natuurmonumenten, Het Goois Natuurreservaat, Staatsbosbeheer, het IVN en andere organisaties werken samen, o.a. om ecoducten aan te leggen, waarbij de overbrugging van autosnelwegen de hoogste prioriteit heeft.

Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug
In oktober 1999 is het zuidelijke deel van de heuvelrug een Nationaal Park in oprichting geworden. Op 11 oktober 2003 opende de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit dit Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug officieel. Ruwweg gesproken omvat het Nationaal Park het deel van de Utrechtse Heuvelrug ten zuiden van de A12. Het is 6000 ha. groot.

Er zijn anno 2005 concrete plannen voor de aanleg van een ecoduct over de A12: het ecoduct "Mollenbos". Er wordt vervolgens ook al gedacht over een uitbreiding van het Nationaal Park in noordelijke richting. De landgoederen Heidestein, Bornia en Noordhout (eigendom van Het Utrechts Landschap) zullen dan tot het nationaal park gaan behoren, en de de Boswachterij Austerlitz. Na het oversteken van de N224 zijn dan Den Treek - Henschoten, en de Leusderheide aan de beurt, waarna vervolgens - na het oversteken van de A28 met het ecoduct "Leusderheide" - de natuurgebieden van de Vuursche en het Gooi in zicht komen. Dan zal de gehele Utrechtse Heuvelrug één groot Nationaal Park zijn. Er zijn bovendien concrete plannen voor ecoducten over de spoorlijn Utrecht - Amersfoort, ten hoogte van Den Dolder en van een ecoduct over de N237 (de Amersfoortsestraat). Een actiegroep in Soest verzet zich tegen dit laatste ecoduct. Er is volgens deze groep sprake van "list en bedrog" en van het over de balk gooien van gemeenschapseuro's. Een referendum zal op 19 januari 2005 duidelijk maken hoe de bevolking van Soest hierover denkt.

Oude boskernen op de Heuvelrug
Onder auspiciën van de provincie Utrecht hebben J.T. Wildschut, H.J. Brijker en E. van den Dool in 2001 en 2002 onderzoek gedaan naar het voorkomen van "oude boskernen" op het Utrechtse deel van de Heuvelrug.

Een "oude boskern" wordt door hen gedefinieerd als een "actuele groeiplaats van autochtone (=wilde) bomen en struiken die afstammelingen zijn van de oorspronkelijke inheemse flora die na de ijstijd op eigen kracht Nederland heeft bereikt. De groeiplaats kan zowel een bos betreffen alsook een houtwal of een enkele boom of struik welke als relict van het oorspronkelijke bos te beschouwen is." Op de Heuvelrug zijn in totaal enkele honderden van zulke oude boskernen gevonden. Ze bestaan voor een groot deel uit voormalig hakhout van vooral zomereik. Ook wintereiken en beuken komen op de Heuvelrug plaatselijk veel vorm in de vorm van hakhout.
Oude boskernen zijn waardevol onder andere omdat ze een grote biodiversiteit bezitten, leefmilieus voor bijzondere planten en dieren scheppen en een hoge belevingswaarde voor de recreant bezitten. Zo zijn er dieren als boommarter, rosse vleermuis, franjestaart en bijzondere soorten loopkevers te vinden. De boskernen vertegenwoordigen niet alleen een grote ecologische, maar ook een belangrijke cultuurhistorische waarde.

Op sommige delen van de Heuvelrug komen concentraties van oude boskernen voor. Deze plaatsen worden aangeduid als "sterlocaties". Deze sterlocaties zijn:

de bossen van de Grebbeberg
het bosreservaat "Het Jagtbos"
de bossen ten oosten van Klein Ginkel
de Stompert en de Vlasakkers
de Leusderheide
de stuifzandgebieden bij Soest
de Zevenlindenweg en andere lanen bij Lage Vuursche

Bewoning
De oudste bewoningssporen (grafheuvels) dateren van duizenden jaren geleden.
Vanaf de Middeleeuwen ontstonden de engdorpen. Deze lagen op de overgangen van de heuvelrug naar de lagere gebieden. Rondom de dorpen lagen de akkers (engen), die in de loop der eeuwen werden opgehoogd met mest uit de potstallen. Daarnaast werden bosjes in standgehouden, als eikenhakhout.

Engdorpen aan de zuidwestrand van de Heuvelrug zijn: Rhenen, Elst, Amerongen, Leersum en Doorn. Meer naar het noorden liggen: Soest, Baarn, Oud-Leusden, Woudenberg, Maarn en Maarsbergen. Kenmerk van deze vroegmiddeleeuwse nederzettingen was het gemeenschappelijk gebruik van de grond. De boerderijen lagen bij elkaar aan een centrale open ruimte, de brink. Op de hogere gronden lagen de engen, de akkers, omheind door een houtwal. Op de meer vochtige terreinen de onverkavelde weidegronden (de meent). Verderop de hooilanden (de maten). Op de stuwwal tenslotte het veld, onontgonnen bos, heide en veen.

In de periode van de elfde tot de veertiende eeuw traden, met de komst van de schaapskudden, grote veranderingen in. De schapen begraasden de woeste gronden, die zich tot heidevelden ontwikkelden. De schapen verbleven 's nachts in schaapskooien bij de boerderijen. In deze potstallen deponeerden ze hun mest. De mest werd vermengd met heideplaggen, en op de akkers gebracht. De akkers werden als gevolg van de eeuwenlange bemesting opgehoogd. Tegelijkertijd verdwenen in het veld de bossen. Wat overbleef waren uitgestrekte, open heidevelden en stuifzanden. Uiteindelijk was praktisch al het oorspronkelijke bos van de Heuvelrug verdwenen. De Heuvelrug op liepen alleen de brede schapendriften, de wegen waarlangs de schapen trokken van de stal naar de heide. Deze zijn nog in het landschap terug te vinden.

Langzamerhand vond enige herbebossing plaats, maar het zou tot het eind van de negentiende eeuw duren, voordat de meeste woeste gronden weer werden omgevormd tot bossen, met de grootschalige aanplant van naaldbomen. De bossen leverden grondstof voor leerlooierijen (eikenschors), brandhout en mijnhout.

Vanaf de 17e eeuw werd langs de (warme) zuidhelling van de stuwwal bij Elst en Amerongen tabak geteeld. Enkele tabaksschuren zijn bewaard gebleven.

Aan het eind van de zeventiende eeuw worden langs de randen van de Heuvelrug de eerste kastelen, landgoederen en buitenplaatsen gesticht. Dat proces raakt in een stroomversnelling in de negentiende eeuw. Dan begint men ook de heide te ontginnen en bebossen. Toen in 1815 de weg van De Bilt naar Rhenen werd bestraat nam het aantal buitenplaatsen sterk toe. In het zuidelijke deel zijn thans nog ca. 80 buitenplaatsen te herkennen in het gebied van "De Stichtse Lustwarande".

Overzicht van gemeenten op de Utrechtse Heuvelrug
Amerongen
Amersfoort
Baarn
De Bilt
Doorn
Driebergen-Rijsenburg
Leersum
Leusden
Maarn
Rhenen
Soest
Woudenberg (alleen het bosgebied)
Zeist
Amerongen, Doorn, Driebergen-Rijsenburg, Leersum en Maarn worden per 1 januari 2006 samengevoegd tot de nieuwe gemeente Utrechtse Heuvelrug. Met de fusie ontstaat een - zoals dat in het ambtelijk jargon heet - middelgrote, bestuurskrachtige gemeente van 50.000 inwoners op de Utrechtse Heuvelrug.


Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug is een natuurgebied in de Nederlandse provincie Utrecht en ligt tussen Driebergen en Rhenen.
Het gebied is zo'n 6000 hectare groot. Het beslaat het zuidoostelijke deel van de Utrechtse Heuvelrug en bestaat uit bos, heide, zandverstuivingen en grasland.
Er zijn verschillende bodemsoorten te vinden in deze heuvelrug: eerdgronden, riviergronden en zandgronden. Het grootste deel betreft de zogenaamde podzolgronden, maar er komen in de stuifzandgebieden ook vaaggronden voor, waar nog vrijwel geen bodemvorming plaats heeft gevonden.
Op 11 oktober 2003 is dit Nationaal park geopend door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Cees Veerman. Het wordt beheerd door Staatsbosbeheer, Utrechts Landschap en Vereniging Natuurmonumenten en (voor ongeveer 50%) door particulieren.
De stuwwallen van de Utrechtse Heuvelrug zijn ontstaan tijdens de Riss-ijstijd.

De Riss-ijstijd is de voorlaatste ijstijd, die heerste tijdens het Saalien. De ijstijd wordt daarom ook wel Saaleijstijd genoemd, naar de rivier de Saale, een zijrivier van de Elbe. Deze ijstijd begon 240.000 jaar geleden en duurde tot 180.000 jaar geleden. De Riss-ijstijd is genoemd naar de rivier de Riss in Zuid-Duitsland.


Rijsenburg
Rijsenburg maakt sinds 1931 deel uit van de voormalige gemeente Driebergen-Rijsenburg. De gemeente Driebergen-Rijsenburg is per 1 januari 2006 samengevoegd met Amerongen, Doorn, Leersum en Maarn tot de nieuwe gemeente Utrechtse Heuvelrug.

Huis Rijsenburgh
Met de bouw van een woontoren in de dertiende eeuw is Rijsenburg ontstaan. In 1536 was deze woontoren uitgegroeid tot een burcht en werd Rijsenburg als ridderhofstad erkend. Rond 1800 werd dit kasteel, met uitzondering van het poortgebouw uit 1635 afgebroken.

Het poortgebouw is in 1985 gerestaureerd. Het rechthoekige gebouw is gemaakt van bakstenen en heeft een met pannen bedekt schilddak. De poortdoorgang heeft een vlakke, houten zoldering. De poortdeur is van eikenhout.

Achter het poortgebouw staat een boerderij, die omstreeks 1850 is gebouwd op de fundamenten van eerdere boerderij. De kelder heeft een stenen tongewelf uit de Middeleeuwen.

Sint Petrus’ bandenkerk
De Rooms-katholieke Sint Petrus’ bandenkerk is in 1810 gebouwd door de architect Adrianus Tollus in opdracht van ambachtsheer Petrus Judocus van Oosthuyse. De kerk dateert uit de Napoleontische tijd en is de enige kerk in Nederland die gebouwd is in Empirestijl. Bij de kerk werden woon- en koetshuizen gebouwd in een halve cirkel. In 1813 werd tegenover de kerk het Wapen van Rijsenburg gebouwd. Dit unieke kerkplein heeft de status van een beschermd dorpsgezicht.

Grootseminarie
In 1855 wordt in opdracht van mgr. Johannes Zwijsen het grootseminarie Rijsenburg gebouwd. De architect is H.J. van den Brink. H.J. van Tulder ontwerpt de kapel in 1857.
Over de opstand in 1961 onder de priesterstudenten tegen de leiding van het seminarie Rijsenburg heeft Jan ter Laak in 1999 het boek geschreven Brave rebellen: Herinneringen aan de eerste studentenopstand in Nederland (1961).
Het grootseminarie is in 1984 afgebroken en heeft plaats gemaakt voor een evenemententerrein.

naar de top van deze pagina































naar de top van deze pagina
Tocht naar de Piramide van Austerlitz, startplaats Driebergen, datum 10 februari 2007, nabeschouwing:


HOE HET WAS
De weersomstandigheden waren goed. Pas na drie uur begon de nattigheid. Maar dat was deze dag het probleem helemaal niet. In zijn welkomstwoord had voorzitter Willem Ruis het al voorspeld: “Lees goed de parkoersbeschrijving want er kunnen wat pijlen zijn weggehaald”. En zijn woorden waren helaas maar al te waar. Vooral op de laatste tien kilometer was dat het geval. Daardoor belandden de ‘snelle jongens’ vóór de parkoerscontroleurs met het gevolg dat het voor hen één grote zoekpartij werd. Soms met flinke vertraging arriverend deden zij hun ‘beklag’ bij de finish. “Het was een ramp”, zei er een. Hoe anders was het gesteld met het overige deelnemersveld (ca. 90%) dat ná drie uur binnen kwam. “Mooie tocht en goed weer”, zei er een. “Ik vond hem prachtig”, zei de ander. Er was zelfs iemand die het buitengewoon vond en “goed gepijld”. Zo zie je maar, zelfs bij WS 78 kun je er geen pijl op trekken. De parkoersarchitecten Coos en Henri kregen in ieder geval na afloop de complimenten die zij verdienden.
Klaas Bunschoten had de woorden van Willem goed in de oren geknoopt. Meer keren dan anders bestudeerde hij de parkoersbeschrijving goed maar toen hij de tweede pagina van de beschrijving opensloeg, sloeg de schrik hem om het hart. De pagina was blanco en de volgende ook! Wég waren zijn goede voornemens maar Klaas bereikte wél de finish. Onder de deelnemers bevonden zich twee jarigen, Klaas van ’t Hoff en Henk Vink. Beiden hadden van thuis verlof gekregen om bij WS te gaan wandelen. Dat was voor Henk aanleiding om bij de fruitpost het door ieder zo begeerde ‘Vinkenspekkie’ uit te delen. Bloemen waren er voor Henk van Delft omdat hij de 10.000-WS-kilometer-grens had bereikt.
Op het einde kreeg een ieder een enquêteformulier in de hand gedrukt met het verzoek antwoord te geven op een aantal zaken die het bestuur bezig houden. Het bleek een groot succes want er werden 300 formulieren ingevuld retour ontvangen. Het bestuur zal u t.z.t. over de uitslag informeren.

DE CIJFERS
Met uitzondering van de drie noordelijke provincies, die hun eigen FLAL tocht hadden in het Drentse Peize, waren verder alle provincies vertegenwoordigd. Bovendien zorgden onze Vlaamse vrienden ervoor dat wij nu al voor de achtste keer in successie konden spreken van een internationale tocht waar ditmaal 497 wandelaars aan deelnamen onder wie maar liefst 48 ‘eerstelingen’.
Zuid-Holland leverde met 115 personen (waarvan 15 nieuwelingen) het grootste contingent, op de voet gevolgd door Gelderland met 114 (7). Verder Utrecht – 93 (12), Noord-Holland – 91 (5), Noord-Brabant – 48 (6), Flevoland – 14 (1), Limburg – 11 (2), Overijssel – 5, Zeeland – 4 en België – 2.
We telden 304 leden (=61%) onder de deelnemers en een kwart daarvan liep voor een herinnering.



naar de top van deze pagina






























naar de top van deze pagina
Tocht naar de Piramide van Austerlitz, startplaats Driebergen, datum 10 februari 2007, verslag.

Henri Floor (voorlopen)
Henri Floor (2)
Quirinus
Patrick en Linda Vanderstukken-Minne
Roland Weyers
Monique van der Slot

naar de top van deze pagina





























naar de top van deze pagina

Onderstaande links starten een fotoserie, die allemaal met de tocht naar de piramide van Austerlitz van zaterdag 10 februari 2007 vanuit Driebergen te maken hebben.
Bij elke start zie je eerst de foto's die de desbetreffende persoon tijdens deze tocht hebben gemaakt.
gevolgd door alle andere foto's.

mijn foto's bij voorlooptochten (79)
mijn foto's van 18 nov.'06 (eerste en laatste 10 km) (25)
mijn foto's van 10 februari 2007 (51)
Hans Noordover (14)
Frans Cieremans (38)
Ralph Lentz (33)
Hennie van der Burg (28)
Roland Weyers (15)
Patrick van der Stukken (50)















naar de top van deze pagina