Pronkjewailpad: Rottum-Usquert

Tijdens het ontbijt op zaterdag 16 juni 2018 zagen we door een raam twee dames in zomerkleding en met rugzak voorbij lopen. Vermoedelijk waren zij met de bus in Bedum gearriveerd en liepen een traject van het pad. Een van hen had een vlaggetje van Groningen op de rugzak zitten. Met bus 61 reden we van ons overnachtingadres naar bushalte 't Lage Eind in buurtschap Rottum. Hier pakten we de route weer op. We liepen naar het centrum van buurtschap Rottum. Eerst kwamen we bij ´t Hoeske van Thais Joapte, het vermoedelijk kleinste huisje van de provincie Groningen. Hier was een borstbeeld van Jan Boer.

Het is misschien wel het kleinste huisje van Groningen: ’t hoeske van Thais Joaptje. Op het Groninger platteland zijn veel grote en rijke boerderijen te vinden, maar natuurlijk had niet iedereen het geld hiervoor. De minderbedeelden moesten zich zien te redden met een éénkamerwoning als deze. Het huisje is vermoedelijk gebouwd in de achttiende eeuw als diaconiewoning. Bij het bouwen is gebruik gemaakt van kloostermoppen van het grote Juliana klooster dat ooit op de plek stond van het kerkje van Rottum. De naam heeft het huisje te danken aan een verhaal van de Groninger schrijver Jan Boer. Hij schreef aan het begin van de twintigste eeuw zijn bekende verhaal ‘Ol Joaptje’. Hij woonde destijds in het huisje en werd ook wel Thais Joaptje genoemd. Tegenwoordig is het huisje te bezoeken als een museum. Het is ingericht zoals het er ongeveer in 1835 zou kunnen hebben uitgezien.

Iets verderop was achter een begraafplaats de Kloosterkerk. Rottum werd over een leuk smal één tegelbreed pad verlaten. We kwamen bij de Usquerderweg. Hier stond een bronzen maquette van Rottum. Daarna volgden we de Doodstilterweg. Ik was al eens met een FLALtocht door Doodstil gekomen. Tot nu toe had ik gedacht dat de plaatsnaam een samenvoeging van Dood en stil was. Maar het blijkt een samenvoeging te zijn van Doods en til.

De naam Doodstil komt waarschijnlijk van de mansnaam Doode of Doede. De naam Doede is nog steeds algemeen als voornaam in gebruik in Friesland en Groningen en leeft ook voort in de achternamen als Dooijes, Doma en Doema. De naam 'Doodstil' betekent dus: de brug (til) van Doode.
Een overlevering wil dat de brug om een heel andere reden deze naam kreeg. In het verleden zou er namelijk op deze plek geen brug zijn geweest, maar een pontje. Zo moest op een dag een lijkkist worden overgezet. Midden op het Boterdiep maakte het bootje een onverwachte beweging, zodat de kist in het water verdween. Om dat in het vervolg te voorkomen, is er toen "een brug voor de doden" aangelegd.
Doodstil telt inmiddels 102 inwoners.


Bij een boerderij met huisnummer 8 sloegen we af en kwamen bij het Schoeldje. een soort schuilhuisje. Hierin was ook een stempelpost. We liepen naar het Boterdiep en volgden dit naar buurtschap Doodstil. Over de Veilingweg werd Zandeweer bereikt. De stempel zat in een vogelhuisje in de dichtstbijzijnde boom voor de ingang van het dorpshuis. De stempelhouder hing uit het vogelkastje aan een ketting. De stempelafdruk zag ik niet. Maar Coos zag dat de stempelafdruk op de grond lag en konden we alsnog een stempel op onze stempelkaart plaatsen. Op 4 juli kwam het bericht dat de stempel definitief verdwenen was en dat je dan digitaal kon stempelen.

Daarna liepen we naar de Johannes de Doper kerk te Zandeweer. De hoofdroute kwam hier niet langs, maar we zagen de kerk in een zijstraat en besloten er even langs te gaan. Zandeweer werd over een hoogholtje verlaten. Nu liepen we een eind langs de Meedstermaar. Ook na de onderdoorgang onder de N999 bleven we de Meestermaar volgen. Daarbij kwamen we langs de contouren van een liggende man. Over de Heerdweg werd Uithuizen bereikt. Even voor de Minkemaborg herkende ik de plek waar ik met de Tocht om de Noord in 2015 een foto heb gemaakt en die de omslagfoto van mijn Facebookpagina siert.

Bij de Menkemaborg was in het restaurant een stempelpost. We lieten ons twee Latte Macchiato goed smaken. Daarna doorkruisten we Uithuizen tot aan de Jacobus de Meerdere kerk. Hier was in 2015 de start van het wandelfestival Tocht om de Noord. Nu was de kerk dicht. Aan een zijmuur was onopvallend een Pronk­je­wail­stem­pel­kast­je gemonteerd. Hier kregen we als pronk­je een kaars in de vorm van een kubusvormige steen met een kleine afbeelding van de kerk. Heel mooi was dat.

Na Uithuizen liepen we door "Lage van de Weg" en "De Streek" naar Usquert. Daarbij kwamen we langs fraaie huizen. Deze weg was het minst interessant van deze dag. Bij visrestaurant "het Gemeentehuis" was een stempelpost. Vlak hiervoor waren we nog twee Pronk­je­wail­pad­wan­de­laars tegengekomen. Daarna kwamen we in Usquert bij de Petrus- en Paulus kerk. Op 8 juni was hier de stempel stuk gegaan stond op een papiertje en werd geadviseerd om digitaal te stempelen. Vervolgens werd molen Eva bereikt. Hoewel de molen open was zijn we hier niet naar binnengegaan. We moesten aan de tijd denken. We hadden nog 20 minuten over voordat we elders de bus terug naar Bedum zouden nemen. Ook kwamen we nog langs De Snuisterij-Vintage-Retro- en Rariteiten. Hier hadden ze in plaats van een stempel een stikker. Daarna liepen we naar de bushalte bij de spoorwegovergang en reden met de bus naar Bedum.

Toen we in Bedum aankwamen, zagen we drie Pronk­je­wail­pad­wan­de­laars naar de VVV van Bedum lopen. Nadat we ons in het hotel hadden omgekleed, liepen we naar de Lambertuskerk. Deze was open. Hier waren twee Pronk­je­wail­pad­wan­de­laars, die ook in het hotel overnachtten, die info over de kerk kregen. Op ons overnachtingadres kwamen we er achter dat we in Usquert ook nog langs het voormalige Gemeentelijke Verzorgingsgesticht uit 1909 moesten voor een stempel. Dat zouden we dan de volgende dag doen.

Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.

Henri Floor