In het vorige infobulletin werd vooruitgeblikt op de WS’78 wandeltocht ‘Sporen bij een vliegbasis’ in Amersfoort. Bij die aankondiging moest ik meteen denken aan mijn militaire diensttijd. Ik was niet ingedeeld bij de luchtmacht, maar bij de landmacht. Het was 1968 of 1969 toen wij met ons krijgsmachtonderdeel naar conferentieoord de Vlasakkers in Amersfoort moesten, om daar deel te nemen aan een gespreksgroep met het doel om de onderlinge menselijke relaties te bevorderen. Er waren drie onderwerpen waarvoor we ons konden aanmelden. Juist dat laatste had ik niet gedaan en op de dag van aankomst werd ik ingedeeld bij de praatgroep Leven en Seksualiteit. Ja, ja, en dat in 1968 of 1969.

Na twintig minuten braaf te hebben geluisterd begon ik me te irriteren aan het ohaën van de gespreksleider. Dat kan en gebeurd wel meer. Daar de praatgroep louter uit mannen bestond werd het onderwerp tamelijk eenzijdig belicht en kon je van een geslaagde discussie niet spreken. ’s Middags stelden wij voor om enkele dames uit te nodigen om het onderwerp vanuit twee geslachten te benaderen. Dit vond de gespreksleider een goed idee en hij zou voor de avondsessie enkele dames uitnodigen. Wij tevreden en zagen het wel zitten. Allen rond de twintig jaar oud en ophoudend in een stoere mannenwereld.

De schok was groot toen er bij de avondsessie drie hoogbejaarde nonnen de zaal binnen liepen en zich bij ons in het gezelschap voegden. Drie religieuzen die een contemplatief leven leiden. Echt, wij hadden andere dames verwacht. Afijn, de kloosterzusters zullen die avond wel een cultuurschok hebben beleefd, want bij geen van drieën ging er een mond open. Misschien toch, maar dan van verwondering ......... of van extase. Rode oortjes konden we niet ontdekken, want de nonnen droegen donkere hoofdkapjes afgezet met een witte rand aan de voorzijde. Ik herinner het me nog allemaal goed. Het moet toch een indruk op me hebben gemaakt.

De volgende dag werd ik met nog twee soldaten van de bijeenkomst verwijderd en moesten wij terug naar de kazerne. Natuurlijk konden we niet eerder terug naar de kazerne, want dan stond ons een straf te wachten. Wegsturen van manschappen bij een particuliere instelling was een blamage voor de legerleiding. Op ongedisciplineerd gedrag stond dan ook minimaal een fors aantal dagen verzwaard. Neen, wij moesten het anders spelen. Proberen ons te vermaken en wachten op de rest van het peloton en dan gezamenlijk terugreizen. De wachttijd brachten wij door met een bezoek aan een kroegje met een biljart en een wandeling door de stad Amersfoort. Het kroegje is er nog steeds. En die wandeling moet voor mij de eerste kennismaking met de wandelsport zijn geweest. Het frivole verleden was toen een onbezorgde toekomst. Wat het overige betreft, daar is het allemaal nog mee goed gekomen.

Nu sta ik weer in Amersfoort en ga wandelen bij de Verkeerstuin aan de Soesterweg, waar de start van de ‘Sporen bij een vliegbasis’ wandeling is. Zoals gebruikelijk houdt de voorzitter een korte toespraak voordat het startsein wordt gegeven. Om hem heen staat een grote groep wandelaars. Een wandelaar is zo sociaal om met een rokende sigaret tussen de menigte te gaan staan. De sigarettenrook slaat direct op mijn adem en ik vind dat zoiets tegenwoordig niet meer moet kunnen. Ga apart staan en kies voor een eigen startplaats, dan heeft niemand daar last van. De man heeft maling aan de rest en paft gewoon verder of er niets aan de hand is. Mocht de betreffende persoon dit lezen dan zou ik zeggen: ‘Trek het je aan en denk aan je medemens’. Het zal wel niet helpen. Afijn, mijn frustratie hierover is er nu uit.

De eerste kilometer leggen we af over de Soesterweg en dat doe ik samen met Bram van Houwelingen en zijn twee opvolgende generaties. Wie kent ze niet! Bram is vandaag jarig en mag nu wedijveren in de klasse 70+. Na een paar honderd meter hoor ik een doffe plof en Bram ligt op de grond. Ik schrik, maar hij krabbelt razendsnel weer op. Toch breekt Bram ……… Eh, wat breekt hij eigenlijk. Een nieuw record in de categorie 70+. Net 70 jaar jong en dan een salto gevolgd door een harde aanraking met de grond. Nou, dat heb ik nog niemand zien doen op zijn verjaardag. Gelukkig loopt het allemaal goed af en kan hij verder.

Om hem niet verder af te leiden ga ik samen met Antoine Hunting in een iets hoger tempo door. Al snel wandelen we in het bos. Het ene na het andere paadje weten we af te leggen. Het parcours is mooi en er wordt heel wat gedraaid in het bos. Dan steken we bij restaurant ’t Hoogt een drukke weg over. De 20 km wandelaars mogen hier een pauze nemen. Wij niet. Het is voor ons nog veel te vroeg.

Vervolgens betreden we Vliegbasis Soesterberg. Al gauw wandelen we langs het Nationaal Militair Museum. Door de vensters zien we allerlei soorten tanks en ander legermateriaal. Ook een Jeep van Willies Overland staat er bij. Dan begint mijn hart toch iets sneller te kloppen. Met zo’n auto heb ik ruim een jaar lang de Nederlandse wegen onveilig gemaakt. Voor het gebouw staan twee vliegmachines en elk ogenblik verwachten we de crew van het A-team.

Via brede wegen en bij de derde munitiebunker verlaten we de vliegbasis. Een paar honderd meter verder is de soeppost op ruim 11 km bereikt. Een heerlijk bekertje soep en we kunnen verder. Niet veel later betreden we weer de Vliegbasis. Hier komen we wandelaars tegen die iets later zijn gestart of een lager tempo hebben dan wij. Vervolgens betreden we de voormalige start-landingsbaan. Een lange rechte asfaltbaan van ruim 1,7 km. We lopen tegen de wind in en het spettert, hierdoor zijn mijn brillenglazen nat. Antoine en ik schroeven het tempo omhoog, maar we komen niet los. Dus nog ietsjes sneller en hetzelfde resultaat. Het gaat niet. Zouden we dan toch op een landingsbaan in plaats van een startbaan lopen? Bij een shelter staan we even te treuzelen. We zijn het spoor even bijster. Maar de parcoursbewaker nadert ons op zijn fiets en wijst ons de juiste route. Voor de tweede maal verlaten we de Vliegbasis en al snel bereiken we een spoor-ecoduct. Niet veel later wandelen we de plaats Den Dolder binnen.

De grote rust is bij het sportcomplex van DOSC waar de koffie prima is. Ook de prijs is prima, want de bar wordt door vrijwilligers bemand. Twintig minuten later zijn we weer aan de wandel en betreden al snel een bosperceel. Op een pad ligt een boom overdwars. Wij hebben een mogelijkheid om er onderdoor te kruipen of er overheen te klimmen. Beide mogelijkheden zijn geen optie en we klimmen over de gevelde boom. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat zoiets niet zonder slag of stoot gaat. Met een boel verwensingen lukt het ons beiden.

Geruime tijd blijven we een slingerend pad over een rij heuvels volgen. Daarna mogen we weer een aantal bospaden betreden, een spoorwegovergang kruisen en we staan weer bij de soeppost op landgoed De Paltz in Soest, die nu het predicaat koffiepost draagt. Een stoel is even een welkom geschenk, maar daar maken we slechts een paar minuten gebruik van. Dus weer aan de bagger. U zult het bijna niet geloven, maar we krijgen weer een aantal bospaden te belopen. Eerlijk gezegd, het stoort ons niet want de route is puik. De uitzetter heeft meer dan z’n best gedaan. Hulde! Nogmaals kruisen we een spoorbaan en hier treffen we weer een aantal wandelaars die nog een flik lusje mogen maken. Wij gaan voor de finish.

Als we een drukke verkeersweg hebben overgestoken wordt het parcours nog mooier en de Lange Duinen komen in zicht. De parcoursbouwer heeft hier enige clementie met de wandelaars en we hoeven de zandbak niet in en wandelen over de heuvels aan de rand van de zandvlakte. Dit verandert plotsklaps als we de Korte Duinen betreden. Hier ploeteren we door het zand. De heuveltjes en de kilometers beginnen zo langzamerhand z’n tol te eisen. Ongestoord gaan we verder en we passeren veel deelnemers van de 20 km afstand. Bij camping ’t Monnickenbosch krijg ik een mandarijn van Nico van Etten in mijn handen gedrukt. Weer zo’n lekker sappig ding.

Nog een paar bospaadjes te gaan en langs een vijver bereiken we de bewoonde wereld. Twintig passen van een spoorwegovergang verwijderd gaat een rode lamp branden en een bel klingelen. De spoorbomen gaan horizontaal en ik hoor een getver naast me. Als de trein is gepasseerd en de spoorbomen staan weer in een verticale stand kunnen we verder. We zijn dan weer op de Soesterweg uitgekomen. Bij de plek waar Bram vanmorgen viel staat nu een schrikhek. Dus Bram niet schrikken als je straks langs komt. Voorts slaan we rechtsaf langs een hek en het eindpunt bij de Verkeerstuin is bereikt. Antoine en ik hebben een vermakelijke dag gehad en kunnen terugkijken op een schitterende wandeling. De volgende tocht is in Etten-Leur. Even kijken of we daar op tijd kunnen komen.

Alex Wijsman