Op woensdag 8 april 2015 organiseerde wandelcomité Gelderland een 20 km lange wandeltocht vanuit Molenhoek. De start was vanaf station Mook-Molenhoek. Doordat er een defecte trein tussen Nijmegen en Roermond was, hadden treinreizigers vanuit Nijmegen en Roermond enige vertraging. Uiteindelijk vertrokken we om 10:15 uur.
Meteen na de start werden de bossen opgezocht. Over een trappetje werd de Heumense schans bereikt.
De Heumense schans is een voormalig verdedigingswerk. De schans werd vermoedelijk in de tweede helft van de 17e eeuw gebouwd en heeft de vorm van een vijfpuntige ster. De schans heeft een doorsnede van ongeveer 50 meter. Een paar kilometer zuidelijker ligt ook de Mookerschans. Tegenwoordig is de schans en het omringende gebied een natuurgebied en is het in handen van Natuurmonumenten. Het gebied sluit aan op de Mookerheide en het bosgebied Heumensoord. Vanaf de schansen had men een vrij uitzicht op het lager gelegen Maasdal met de noord-zuid route over land en water. De Mookerschans ligt in een gemengd naald- en loofbos in een glooiend stuwwallenlandschap.
Daarna kwamen we langs het imposante Jachtslot de Mookerheide. We liepen langs de achterzijde van het slot.
Jachtslot de Mookerheide werd tussen 1902 en 1905 in opdracht van Jan Jacob Luden uit Heumen gebouwd. De architecten waren Oscar en Henri Leeuw uit Nijmegen. Het fraaie gebouw, sinds 2001 rijksmonument, is rijk gedecoreerd in vroeg Nederlandse Jugenstil en bezit een bijzonder mooi glas in loodraam. Het Landgoed is eigendom van Natuurmonumenten. Vanaf 1986 is het in gebruik als hotel/restaurant.
Het Jachtslot de Mookerheide staat op zomerse dagen te schitteren in de zon. Het rustieke pand heeft een rijke en roemruchtige geschiedenis. In het begin van de twintigste eeuw waren de bossen rond het slot het toneel van vele jachtpartijen die Zijn Koninklijke Hoogheid Prins Hendrik organiseerde. In juni 1940, een maand na de capitulatie, eiste RijksCommissaris Seyss-Inquart het slot op en werd dit een buitenverblijf van de gevreesde Waffen-SS. Himmler zelf zou hier een paar maal op bezoek zijn geweest. In Nederland dienden zo'n 22.000 vrijwilligers bij deze nietsontziende tak van het Duitse leger. Nietsontziend voor de vijand, maar wat later bleek ook niet voor zichzelf.
In september 1944 werd het jachtslot en buitenterrein overgenomen door de Amerikanen als tijdelijk krijgsgevangenkamp en diende het als verzamelpunt voor zweefvliegtuigenpiloten na de luchtlandingen. Aan het einde van de oorlog werd het munitiedepot ontruimd, 20 treinwagons waren nodig om de 400 ton munitie af te voeren.
Daarna liepen we langs de in 1865 aangelegde spoorlijn langs de Heumense baan. De rails van de spoorlijn lag er gedeeltelijk nog wel en ernaast was een betonnen fietspad aangelegd.
De voormalige spoorlijn werd twee maal overgestoken. Daarop werd de wagenrust bereikt. We kregen hier naar keuze, koffie of thee en een koek (stroopwafel, eierkoek, koek bastogne). Verder dwaalden we door bosgebied Wolfsberg en staken de Rijlaan en de Mooksebaan over. We kwamen bij een uitzichtpunt nabij Klein Amerika. Hier hadden we prachtige vergezichten op de hier uitgeoefende wijnbouw.
Via het Zevendal werd bosgebied Kiekberg betreden overgaand in Sint Jansberg. Er zat hier een heel steil traject in met een steile trap. Doordat ik op dat moment achteraan liep kon ik zien hoe het parkoers ter plaatse was en kon ik een minder steil traject volgen. Uiteindelijk kwamen we in het Molendal te Plasmolen. Bij de Plasmolerhof hadden we een grote rust. Belangstellende, 15 van de 40 wandelaars, konden nog extra naar de Bovenste Plasmolen lopen. Ondergetekende bevond zich in de groep van 15.
Toen we even bij de molen stonden te kijken, kwam de eigenares naar buiten en bood aan om ons de molen van binnen te laten zien. Er waren drie verdiepingen in de molen en elke verdieping werd bezichtigd en werd uitleg gegeven. Het kostte enige moeite om de molen te verlaten. De bezichtiging van de molen stond niet op ons wandelprogramma en hiervoor was ook geen extra tijd ingepland. Maar de organisator van deze tocht wilde van deze buitenkans toch gebruik maken en wij waren daar zeer content mee. Maar bij het verlaten van de molen bleef de eigenares maar doorpraten.
De Bovenste Plasmolen is een uniek exemplaar: het ruim 7 meter grote ijzeren en geklonken waterrad kan zowel van boven als in het midden aangedreven worden; daarmee is de Bovenste Plasmolen zowel boven- als middenslagmolen. Op deze plaats is reeds vanaf de 15e eeuw een watermolen in werking geweest. Het huidige gebouw stamt uit 1725 en verving toen een ouder gebouw, toen ook een papiermolen. In 1848 werd de molen omgebouwd tot olie- en pelmolen.
In 1865 werd de molen nogmaals verbouwd, nu naar korenmolen en had hierna 2 koppels maalstenen. In 1910 volgde de laatste grote wijziging van de inrichting toen er een motor werd geplaast, omdat de altijd beperkte aanvoer van maalwater problematisch voor de steeds drukkere bedrijfsvoering was geworden. Later werd deze motor vervangen door de huidig nog aanwezige Crossley benzine-motor.
In het najaar van 1944 werd De Bovenste Plasmolen bij gevechtshandelingen ernstig beschadigd. Door een granaatinslag in Milsbeek kwam de daarheen gevluchte molenaar Fons Verouden om het leven. Door zijn dood kwam de molen stil te staan en pas ruim 50 jaar later kwam het pas tot maalvaardig herstel, waarbij ook de in de molen aanwezige motor gereviseerd werd. De beken en stuwvijvers werden door Natuurmonumenten hersteld.
Het maalwater kan op twee manieren naar het rad worden gevoerd. Als bovenslag via een ijzeren goot, waarbij het water via een hogerop aangelegde stuwvijver gevoed wordt uit de beek van het Groene Water en als middenslag vanuit een lager gelegen stuwvijver die wordt gevoed door bronwater uit de Helkuil. Het maalgangwerk is geheel van gietijzer en de 2 maalkoppels werken met onderaandrijving. De twee maalkoppels werken op waterkracht, waarvan één koppel ook kan worden aangedreven door de bedrijfsvaardige benzine-motor.
Toen we bij de grote rust aankwamen konden we toch ook nog rusten en genieten van een Latte Macchiato. Na de rust liepen we verder door het Zevendal. Een tegemoet lopende oudere man vroeg enigszins boos aan ons of onze wandelgroep zeker niet uit die buurt kwam. Hij had het gevoel gekregen dat hij min of meer van het fietspad was gedrukt en dat de wandelaars niet de moeite hadden genomen om voor hem aan de kant te gaan. Hij zei dat dit in dit gebied niet de gewoonte was.
Na het Zevendal liepen door het Startse dal weer naar de Mookerheide. Over een trap werd een heuvel beklommen en vanaf de top hadden we een prachtig vergezicht op Cuijk met de Sint Martinuskerk met zijn twee torens. Via het Korendal werd de finish bereikt. We hadden de tocht in 5½ uur gelopen. Met de trein reden we huiswaarts. Het was een hele mooie tocht geworden en we danken de organisator hartelijk voor deze tocht.
Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.
| |