de marathon van Witmarsum

Op za­ter­dag 21 maart 2015 or­ga­ni­seer­de de FLAL de Pim Mulier tocht. De start was van­uit ca­fé res­tau­rant De Gekroonde Roskam te Wit­mar­sum. Om hier­aan te kun­nen deelne­men was voor mij een o­ver­nachting nood­za­ke­lijk. Want met het o­penbaar ver­voer kostte mij de reis on­ge­veer 4 uur. Op de web­si­te van Groe­ne Wis­sels vond ik een stadsrond­wan­de­ling van Har­lin­gen. Daar­op be­sloot ik de voor­gaan­de vrij­dag tij­dig naar Har­lin­gen af te rei­zen. Want de snelste rou­te naar Wit­mar­sum was, voor de heenreis, via sta­tion Har­lin­gen. Een ver­slag van de rond­wan­de­ling door Har­lin­gen treft u hier.

Om­dat ik in Wit­mar­sum had o­ver­nacht, was ik tij­dig bij de start, na­me­lijk om 7:35 uur. Zo­doen­de kon ik nog e­ni­ge 60 km lo­pers, die om 8 uur aan hun tocht ver­trok­ken, zien en spreken. Toen het rond 8:40 uur aar­dig druk in de e­nigs­zins klei­ne start­lo­ca­tie werd, be­sloot ik mij ge­reed voor ver­trek te ma­ken. Want we had­den al va­ker meege­maakt, dat in ver­ge­lijk­ba­re si­tu­a­ties eer­der dan 9 uur werd gestart. Ik had inderdaad ge­lijk, want om 8:50 uur kon­den we star­ten.

Bij de start re­gende het. En het bleef een uur doorre­genen. Rond kwart voor tien werd het dro­ger en rond kwart o­ver tien bleef het de rest van de dag vrij­wel droog. Het werd zelfs nog een he­le mooie zon­nige dag. Al­leen de har­de wind zorgde voor een onaangename tem­pe­ra­tuur. Na de start lie­pen we o­ver de Mo­lenweg naar mo­len De On­derneming. Voor­dat we bos­ge­bied It Fliet­ser­bosk be­tra­den, moes­ten we o­ver een brug­ge­tje. Nu was het brug­ge­tje nog niet echt glad, hoe­wel wij ons voor de ze­kerheid tocht goed aan de leu­ning vasthield. La­ter toen de 25 km lo­pers hier o­ver­heen kwa­men was er een onfortuinlijke wan­de­laar die uitgleed en voor wie het ein­de oefening was, helaas.

We kwa­men na het bos door een plaats en wa­ren be­nieuwd hoe dat dorp heet­te. Bij sportveld It Fliet vroe­gen we, aan een uit een au­to stappende da­me, hoe de plaats heet­te. Wit­mar­sum was het ant­woord. Me­teen daar­na lie­pen we langs het bord Wit­mar­sum. We kwa­men uit op de Arumerweg en volg­den de­ze tot voor­bij een mechanisatiebe­drijf. O­ver het om­lig­gen­de gazon reed een snoerloze grasma­chi­ne. Aan het eind van de wan­de­ling kwa­men we hier weer langs.

We volg­den een be­tonpad dat o­verging in een gras­dijk en langs de Wyt­mar­su­mer­vaart liep. Op een ge­ge­ven mo­ment, e­ven voor Arum werd de dijk wel erg smal. De hel­ling naar be­ne­den, aan bei­de zij­den van de dijk, was be­hoor­lijk steil. Ik moest er niet aan den­ken dat ik hier uit zou glij­den en naar be­ne­den zou val­len. Rechts was een smal­le sloot en links was de Wyt­mar­su­mer­vaart. Hier loop ik niet graag nog eens o­ver heen.

Het was in­mid­dels droog ge­wor­den en het fo­totoestel werd te­voor­schijn ge­haald. In Arum was op 8½ km in ca­fé res­tau­rant De Gekroonde Leeuw de eer­ste bin­nen­rust. Na de­ze rust ver­volg­den we ons pad. Arum werd o­ver de Syt­za­ma­weg en de Greate Pierwei in wes­te­lij­ke rich­ting ver­la­ten.

Nu stond de Ping­ju­mer Gul­den Halsband op het pro­gram­ma. Aan het eind van de­ze dijk sloeg de 25 km van de rou­te af. We von­den de Ping­ju­mer Gul­den Halsband maar een vreemde naam. Ping­ju­mer sloeg na­tuurlijk op de plaats Pingjum. Maar aan "Gul­den" denk ik aan het ou­de betaalmid­del en "Halsband" doet mij den­ken aan de halsband van een hond.

De Ping­ju­mer Halsband is een bij­zon­der dijkenstelsel. Het is ver­moe­de­lijk één van de oud­ste dijken van Ne­der­land en meer dan 1000 jaar oud. Het is een een icoon voor de ge­meen­te Súdwest-Fryslân.

Toen in 1825 een groot deel van Fryslân o­ver­stroomd raak­te, keerde de dijk het wa­ter voor de laat­ste keer. Hier­na wer­den de zeedijken verbe­terd en verloor de dijk eind 19de eeuw de­fi­ni­tief zijn func­tie. Hier­door werd mi­ni­maal geïnvesteerd in on­der­houd en raak­te de dijk in ver­val. De walbeschoeiing zal ver­val voor­ko­men en vormt een eer­ste stap naar een goed on­der­hou­den Ping­ju­mer Gul­den Halsband.

Aan het ein­de van de Ping­ju­mer Gul­den Halsband was de split­sing met de 25 km lo­pers. Er wa­ren al meer­dere lo­pers die de 25 km rou­te volg­den. Wij ver­volg­den met de 40 km rou­te, die aan­van­ke­lijk ook de rou­te van de 60 km was. We kre­gen zicht op mo­len de Eendracht te Kimswerd. Langs Dijksterbu­ren werd Kimswerd aan de Waddenzee be­reikt. Hier lie­pen we ruim 2½ km langs de Waddenzee naar strand­pa­vil­joen ´t Zilt te Har­lin­gen. Hier was op 18 km de twee­de bin­nen­rust.

Na de­ze rust lie­pen we nog een klein eind­je ver­der langs de Waddenzee tot aan het mo­nu­ment van Ste­nen Man (Caspar di Robles). Hier lie­pen we o­ver de dijk heen. Na­bij sta­tion Har­lin­gen ont­bra­ken mar­ke­ringen. De rou­te­be­schrij­ving had­den we ge­luk­kig pa­raat. E­ni­ge wan­de­laars voor ons ston­den stil om­dat ze niet wis­ten hoe ver­der te lo­pen.

Op 1 no­vem­ber 1570 werd Friesland getrof­fen door de Al­lerheiligenvloed die bij­na het ge­he­le gewest o­ver­stroom­de, gro­te schade aanrichtte en de dijken in ontredderde staat ach­terliet. Dijkher­stel was dringend no­dig, maar de Friezen kon­den niet tot o­vereenstemming ko­men o­ver de kosten. Dankzij de bemoeienissen van De Robles werd er snel een akkoord be­reikt om de dijken (met name ron­dom Har­lin­gen) te dich­ten en te versterken. Het dijktra­ject werd in twee de­len ge­deeld. Het noor­delijk deel moest door de Bin­nendijkers en het zui­de­lijk deel door de Bui­tendijkers wor­den on­der­hou­den. Toen het werk klaar was, werd er in 1576 door de Bin­nendijkers op de grens een grensschei­ding (Ter­mi­nus) ge­plaatst, met een kop naar het zui­den en een kop naar het noor­den. De­ze grensschei­ding werd een ge­denk­zuil ter ere van De Robles die de Ste­nen Man (Fries: Stienen Man) kwam te he­ten.

Het mo­nu­ment werd be­gin 18de eeuw af­ge­bro­ken, om­dat het beschadigd was door de vorst. De Latijnse ge­denk­plaat werd in de ha­venmuur van Har­lin­gen ge­met­seld. De bei­de koppen wer­den opgesla­gen in de kelder van het ha­venmeesterhuis van M. Nauta bij de Zuiderha­ven. In 1774 heeft Carel George, graaf van Wassenaar Twickel, dijkgraaf van Vijf De­len, een ge­heel nieu­we Ter­mi­nus la­ten bou­wen, op ei­gen kosten. Er kwa­men nieu­we koppen en een ko­pie van de Latijnse ge­denk­plaat op (De originele kop uit 1576 is na e­ni­ge omzwervingen in het Fries Mu­se­um te­rechtgeko­men). 1833 is de twee­de Ter­mi­nus, die Wassenaar Twickel ge­maakt heeft, opgeknapt. In 1965 is het mo­nu­ment ge­heel af­ge­bro­ken in verband met de dijkverhoging. Het is in 1969 weer op de nieu­we dijk ge­plaatst met een voetstuk van be­ton bekleed met basaltste­nen.

De Ste­nen Man is niet al­leen een merkwaar­dig, maar ook een beroemd mo­nu­ment. Het is het e­ni­ge stand­beeld in de ge­schie­de­nis, dat ooit uit dank­baarheid voor een vijand is op­ge­richt. Caspar de Robles of Gaspard di Robles (Madrid, 1527 - Antwerpen, 1585) ook wel Billy in Artesië ge­noemd, was stadhou­der van Friesland en Gro­nin­gen aan het be­gin van de Tach­tig­ja­ri­ge Oor­log (regeerpe­ri­o­de: 1568 - 1576)

Langs de Rozengracht werd het Zuidplein be­reikt. Hier stond het stand­beeld van Hotze Schuil met als on­dertitel "kaatser van de eeuw". Door het fel­le zon­licht was het niet mo­ge­lijk om hem dui­de­lijk op de fo­to te krij­gen van­we­ge te­genlicht. Op het Zuiderplein had­den we mooi uit­zicht op de Sint Michaëlkerk. O­ver de Brouwerstraat, de Spek­markt en de Simon Stijlstraat kwa­men we bij het stand­beeld van Anton Wach­ter. Hier volg­den we e­ven de Voorstraat, maar bij de raad­huis­to­ren sloe­gen we af en volg­den de Raad­huis­steeg.

Anton Wach­ter is een ro­man­fi­guur van de Ne­der­land­se schrij­ver Si­mon Vest­dijk. Het le­ven van Anton is vastge­legd in acht romans die tot de kern van het zeer om­vangrij­ke oeuvre van Vestdijk beho­ren. De boe­ken zijn ver­sche­nen van 1939 tot 1960 en heb­ben een sterk au­tobiografisch ka­rak­ter. De eer­ste vier de­len, met als hoog­te­punt “Te­rug tot Ina Damman” spelen in Lahringen waar­mee Har­lin­gen werd be­doeld, de plaats waar Vestdijk was geboren en opgroeide. De laat­ste vier de­len be­schrij­ven het le­ven van de medicijnenstudent Vestdijk in Am­ster­dam.

We kwa­men bij de Raad­huis­brug en had­den hier mooi zicht op de Noor­derha­ven. Na de Gro­te Sluis lie­pen we langs de Rommelha­ven en Noordijs naar de Hoogstraat. Door de En­gel­se Tuin, een groenstrook, kwa­men we bij de Franekervaart. Langs de­ze vaart la­gen tal­rij­ke fraaie boten. Over de Ka­naalweg werd Har­lin­gen ver­la­ten. Daar­bij lie­pen we ook nog langs Konigsbuurt.

In het bui­tenge­bied van Har­lin­gen lie­pen we o­ver de Koetille. De­ze weg ging la­ter o­ver in een par­ti­cu­liere weg, waar­bij FLAL al­leen voor de­ze dag eenmalig toe­stem­ming was verleend. Ver­der lie­pen we tra­jec­ten van de Slach­tedijk naar Achlum. De Slach­tedijk is een lan­ge ou­de dijk die af en toe ook een an­de­re straat­naam heeft. Zo za­gen we on­der an­de­re de na­men Herbaijumerweg en Ludingaweg met daar­bij hetstraatbord Slach­tedijk. Rond drie uur voel­den we nog een paar druppels, maar het stelde niet veel voor, ge­luk­kig. Een da­me voor ons wees opeens naar links en daar za­gen we e­ven nog een re­genboog.

In Achlum had­den we de laat­ste bin­nen­rust in het Dorps­huis. De af­ge­leg­de af­stand be­droeg hier 30 km. Er wa­ren nu nog 12 km te gaan, want de totale af­stand be­droeg de­ze dag 42 km. Indien de­ze af­stand bin­nen 2 uur en 20 mi­nu­ten ge­lo­pen kon wor­den door ons, dan kon­den we de bus van 17 uur ha­len en dan zou­den we om 9 uur thuis zijn. An­ders werd het een uur la­ter.

Tot cam­ping Slach­tehiem volg­den we nu de Lol­lu­mer­vaart naar de Lol­lu­mer­weg in Tzum. In Lol­lum sloe­gen we bij de kerk af en werd koerst ge­zet naar buurt­schap Grauwe Kat. Hier sta­ken we de Harlingervaart o­ver. En o­ver de Arumerweg werd Wit­mar­sum bij koprompboer­de­rij Bongastate be­reikt. De fi­nish werd om 16:40 uur be­reikt. We had­den nog 20 mi­nu­ten o­ver voor­dat de bus naar Heerenveen zou ver­trek­ken.

Heen wa­ren we met de trein naar Har­lin­gen gere­den en van­daar met de bus naar Wit­mar­sum. Maar om­dat er in het week­end geen treinver­keer was tus­sen Akrum en Leeuwarden, was het nu snel­ler op de bus naar Heerenveen te ne­men en ver­der met trein en bus huis­waarts gere­den.

Aan één van de mu­ren in de start/fi­nish-lo­ca­tie wa­ren pa­pie­ren opgeplakt waarop de na­men van (bij­na) al­le FLAL-le­den ston­den met ach­ter hun na­men het aan­tal ge­lo­pen FLAL-km's. Ik had al eer­der ver­meld dat de zaal donker was zon­der licht van bui­ten. Bo­vendien was de verlichting hier zo slecht dat ik niet kon zien wat op de pa­pie­ren stond. Ik maak­te nog fo­to's van al­le pa­pie­ren, maar slechts op 1 fo­to kon ik met moei­te zien wat er op stond. De lens van het fo­totoestel was ook iets be­sla­gen ge­raakt.

Bij bin­nenkomst hoor­de ik mijn naam een paar keer noe­men. Twee be­stuurle­den ston­den met een gro­te kaart waarop ik mijn naam kon plaat­sen. De kaart werd dan aan Janke Braaksma ge­ge­ven om­dat zij 10 jaar lang FLAL-be­stuurslid was ge­weest. Ik­zelf had haar 's-och­tends voor de start al per­soon­lijk be­dankt. De to­ta­le af­stand be­droeg 41,75 km, af­ge­rond 42 km. Van­daar ook de ti­tel­naam van dit ver­slag. We wil­len de or­ga­ni­sa­tie har­te­lijk dan­ken voor de­ze tocht.

Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.

Henri Floor