Grenslandpad: Nispen - Schijf

Op woens­dag 11 maart 2015 was het mis­tig toen we opston­den. Ook toen we naar de bus lie­pen en ook nog toen we met het buurtbusje in Nispen aan­kwa­men. Aan een dorpsbewoner vroe­gen we of er een win­kel in Nispen was waar we batterij­en kon­den ko­pen. Hij wees ons de rich­ting aan, maar we trof­fen de win­kel niet aan. We pakten de wan­delrou­te op. Bui­ten Nispen kwa­men we langs een kapelletje, de Vre­deskapel.

Van­we­ge het oor­logsgeweld en het ver­lan­gen naar vre­de ont­ston­den te­gen het ein­de van de Duit­se be­zet­ting in Nispen plan­nen om een kapel te bou­wen. Kapelaan Lannoye wierp zich op als voorman om, zo­dra de oor­log voor­bij was, een kapel te bou­wen en de­ze op te dragen aan "Maria Ko­nin­gin van de Vre­de". De eer­ste plan­nen werd in het voorjaar van 1944 ge­maakt maar pas in ju­li 1945 kreeg ar­chi­tect Jos Cuypers de op­dracht om een kapel te ont­werpen. Land­bouwer Joris van Gastel stond voor de lo­ca­tie van de kapel op de hoek van de Heijbeeksestraat en Broekak­kerstraat een ge­deel­te van zijn grond af. Voor de financier­ing van het gebedshuis werd een collecte ge­hou­den on­der de dorpsbewoners. Toen ont­stond ook het i­dee om in de kapel een gedenkte­ken te plaat­sen voor de tweeëntwin­tig oor­logsslacht­of­fers uit de parochie Nispen zo­dat de kapel niet al­leen als gebedshuis maar ook als herdenkingsplaats kon funge­ren. 

Op 26 ok­to­ber 1945 werd de eer­ste steen voor de kapel ge­legd. De bouw­ma­te­ri­a­len wer­den op al­lerlei wijzen verkre­gen, vaak res­tan­ten van door de oor­log be­scha­dig­de ge­bou­wen uit Nispen, Roosendaal en Es­sen. Ver­schil­len­de Nispenaren heb­ben met hun inspanningen en de verkre­gen ma­te­ri­a­len een fraaie kapel kun­nen bou­wen. De inwijding van het gebedshuis door pas­toor Fassaert vond on­der gro­te be­lang­stel­ling plaats op de eer­ste na­ti­o­na­le herdenking van de Twee­de We­reldoor­log op 4 mei 1946. 

De eer­ste paar km voer­de o­ver ver­har­de we­gen. In Nispense Ach­terhoek lie­pen we naar de grens, maar net voor de grens sloe­gen we af. Na­bij Heiblok sta­ken we als­nog de grens o­ver. Bij ca­fé 't Wit Uiltje hiel­den we een rust, nood­ge­dwon­gen op het bui­tenterras om­dat het ca­fé nog niet o­pen was. Na­bij Ho­rendonk kwa­men we bij een kapelletje waar Coos een kaarsje zet­te. Het betrof Kapel op Gro­te Ho­rendonk “Moe­der Gods” uit 1853 – Hoek: Raaiberg / Don­dersteen.Via Raaiberg en de Marantvij­ver lie­pen we naar de grens en volg­den de­ze tot aan Klave­ren Vrouwke.

Hier bij Klave­ren Vrouwke kwam e­ven la­ter een groep van 17 racefiet­sers aange­re­den. Een van de fiet­sers zag dat Coos een boekje (het Grens­land­pad-boekje) vasthield. Hij was er van o­vertuigd dat in dat boekje wel wat o­ver Klave­ren Vrouwke stond en Coos las die TEKST ook hardop voor.

Dit gaat niet o­ver een ech­te gietijze­ren grenspaal, maar o­ver een hulppaal of tus­senpaal, nl nr. 238a. De­ze arduinen grenspaal wordt in Es­sen (B) alge­meen "De Strontpaal" ge­noemd. 'De Strontpaal' dankt zijn naam aan de douaniers die de grenspaal tij­dens de Eer­ste We­reldoor­log ge­bruikten om er hun behoefte ach­ter te doen. Op 5 mei 1916 werd Geert Schrauwen, alias Klave­ren Vrouwke, dood­ge­scho­ten op de plaats waar nu de grenspaal staat. Ter her­in­ne­ring aan de le­gen­da­ri­sche smokkelaar uit St.Willebrord kerfde men een kruis en de let­ters K.V.in de arduinen grenspaal. In 1973 ver­dween de legendarische paal uit de bos­sen bij Ho­rendonk. Een ande­re paal werd ter ver­vanging ge­plaatst tot on­langs de originele grenspaal weer opdook. De oor­spron­ke­lij­ke strontpaal is in 2004 te­rugge­von­den. Hij stond in de tuin van een nazaat van Klave­ren Vrouwke in St.Willebrord. Op 6 mei, ne­gentig jaar na­dat smokkelaar Geert Schrauwen, de dood vond aan de Ne­der­lands/Belgische grens, kreeg de legendarische grenspaal zijn oor­spron­ke­lij­ke plaats te­rug. Oud-douaniers, kleinkinde­ren en ach­terkleinkinde­ren van Klave­ren Vrouwke woonden de ce­remonie bij. Klave­ren Vrouwke, is al ne­gentig jaar dood, maar ze leeft ver­der in de legende.

Tij­dens de Eer­ste We­reldoor­log op 5 mei 1916 werd de legendarische smokkelaar Geert Schrauwen op 37-ja­ri­ge leef­tijd dood­ge­scho­ten. Om­dat bij ver­schil­len­de kaartspellen klave­ren vrouw al­tijd troef was kreeg hij de schuilnaam Klave­ren Vrouwke. Geert Schrauwen trok vaak vermomd als (zwange­re) vrouw de grens o­ver. De St.Willebrordse smokkelaar was bij­zon­der creatief, voor­al in verkleedpar­tij­en. Hij ging verkleed als non op bedeltocht of als pas­toor op zie­kenbe­zoek. Soms trok hij met ande­re smokkelaars met gro­te zak­ken op de rug o­ver de grens. Bij de zo­ge­naam­de ontdekking wer­den de zak­ken ach­ter gela­ten. In de zak­ken vond de douane al­leen stro, ter­wijl de ech­te smokkelwaar elders in­mid­dels o­ver de grens was ge­bracht. Het sterkste staaltje was toch wel, dat Klave­ren Vrouwke, verkleed als officier de grenswach­ten inspecteerde. Ter­wijl de grenswach­ten keu­rig in het gelid ston­den en salueerden brachten handlan­gers van Klave­ren Vrouwke de gesmokkelde goe­de­ren o­ver de grens. Klave­ren Vrouwke was niet al­leen een plaag voor de douaniers maar hij maak­te hun werk tot een blamage

Door bos­ge­bied Es­sen-Duinen lie­pen we naar De Bosrust. Dit ca­fé res­tau­rant lag iets van de rou­te af en niet in het zicht van de hoofdrou­te. We dron­ken hier Lat­te Mac­chi­a­to en a­ten een licht ver­teerbare pannenkoek.

We sta­ken weer de grens o­ver en be­von­den ons weer in Ne­der­land. Nu volg­den een paar lan­ge zand­we­gen met gro­te plas­sen. We kwa­men op een as­falt­weg. Maar de­ze werd spoe­dig weer ver­la­ten. Daar­op werd Ou­de Buisse Hei­de be­reikt. Eerst was dit een bos­ge­bied. We kwa­men op een mod­de­rig pad waar lan­ge slierten brand­ne­tels la­gen. Aan één er­van bleef Coos haken en viel op haar lin­ker arm. Ge­luk­kig viel het mee. Iets ver­der­op was een hutje, 't Proathuus. Hier had­den we een rust en a­ten en dron­ken wat.

Ver­der­op kwa­men we langs de ge­renoveerde Anna hoeve en de Ango­ra hoeve. Niet veel la­ter werd het hei­de­ge­bied van Ou­de Buisse Hei­de be­reikt en o­ver­ge­sto­ken.

De Ou­de Buisse Hei­de is in 1945 aan Na­tuurmo­nu­men­ten geschonken door schrijfster en politica Henriette Roland Holst. Sa­men met haar man Richard Roland Holst, beeldend kunstenaar, verbleef ze in de zo­mermaanden op de Ou­de Buisse Hei­de om in­spi­ra­tie op te doen. En tot op de dag van vandaag is het land­goed een in­spi­ra­tiebron voor ve­len.

Op land­goed de Ou­de Buisse Hei­de ligt het voor­ma­lig zo­mer­ver­blijf van het kunstenaarsecht­paar Henriëtte en Richard Roland Holst, de An­go­ra­hoe­ve. Zij ontvingen hier beroemde schrij­vers en politici. In de­ze rietbe­dekte wit­te vil­la schreef Henriëtte Roland Holst de meeste van haar boe­ken. In de na­bij­heid is een wan­de­ling uit­ge­zet langs haar favoriete plekjes. Langs de­ze wan­delrou­te kunt u en­ke­le van haar gedich­ten lezen. De An­go­ra­hoe­ve werd ge­bouwd in 1900

Om­dat het als dagetappe te ver was om naar Rijsber­gen door te lo­pen, ver­lie­ten we de rou­te en was het 2½ km lo­pen naar de dichtstbijzijnde bus­hal­te te Schijf. Tot de bus kwam, dron­ken we in Schijf nog Lat­te Mac­chi­a­to in een na­bu­rig ca­fé. Daar­na re­den we met een buurtbus naar Roosendaal en o­ver­nachtten daar op­nieuw.

Rond 11 uur was de zon doorgebroken en werd het nog een zon­nige dag met een maximum tem­pe­ra­tuur van 9 gra­den.

Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.

Henri Floor