6e Gooise Wandelvierdaagse 2014 - vrijdag 20 ju­ni 2014 - Bui­tenplaatsenrou­te

Na de start lie­pen we naar de A1-snel­weg en sta­ken de­ze o­ver. O­ver de Herdersweg lie­pen we naar de Westerheide. Langs de Herdersweg ston­den tal­rij­ke fraai langhui­zen en hierwer­den al weer 4 fo­to's ge­maakt. Na de Westerheide lie­pen we o­ver na­tuur­brug Zanderij Crailoo. De­ze brug heeft een lengte van 800m en is het lang­ste e­co­duct ter we­reld. Door het Span­derswoud zet­ten we koers naar de ’s-Gra­ve­land­se Bui­tenplaatsen

Na­bij Hilversum is in 2008 met zijn 800 meter de lang­ste na­tuurbrug ter we­reld ge­o­pend door ko­nin­gin Be­a­trix. Het e­co­duct is zo’n 50 meter breed en o­verspant een spoor­lijn, een provinciale weg en een bedrijventer­rein. Zowel die­ren als mensen (voet­gan­gers, fietsers en ruiters) ma­ken dank­baar ge­bruik van de­ze bij­zon­dere verbinding. Alterra heeft on­derzocht dat jaarlijks meer dan 180.000 voet­gan­gers / fiet­sers het e­co­duct ge­bruiken. Ge­zien de pieken in het weekend en in de maanden a­pril-ju­li wordt aangenomen dat het vooral om recreatief ge­bruik gaat.

In opdracht van Stich­ting Het Gooisch Na­tuur­re­ser­vaat is in 2007-2008 het ge­bruik van Na­tuurbrug Zanderij Crailoo door mens en dier on­derzocht. De na­tuurbrug vormt een schakel tus­sen bos-/heidege­bieden in het Gooi en is ook voor recreanten toegankelijk. Al­le middelgro­te en gro­te zoogdiersoor­ten die tij­dens het on­derzoek in de omgeving van de na­tuurbrug zijn geregistreerd, zijn ook op de na­tuurbrug aangetroffen. Daar­naast zijn op de na­tuurbrug zes soor­ten amfibieën en twee soor­ten reptielen geregistreerd. De amfibieën zijn in de hoog­ste aan­tal­len ge­von­den rond de op de na­tuurbrug aan­ge­legde poe­len en op plaatsen met dekkingbiedende begroeiingen. De reptielen, hoe­wel nog beperkt in aan­tal, zijn zowel in de heischra­le vegetaties op het zuidelijk deel van de na­tuurbrug aangetroffen als in de zone met struweel en ruigten. De mens maakt in gro­te aan­tal­len ge­bruik van het fiets-/voetpad en ruiterpad. Op basis van de bevindingen van het on­derzoek zijn aanbevelingen uitgewerkt voor inrich­ting en be­heer van de na­tuurbrug.


Het 1ste landgoed waar we door­heen lie­pen was Bantam.

Bantam is pas in 18e eeuw ontstaan. De toenmalige ei­ge­naar van Schaep en Burgh kreeg toen toestemming om ook een deel van het Naarderveld te ontginnen. De heu­vels en de vij­vers van destijds zijn er nog steeds. Er werd een landschapstuin aan­ge­legd, ook wel Klein Zwit­ser­land ge­noemd. Beukenen eikenlanen, aan­ge­legd door de be­kende tuinarchitect Zocher, staan er nog. Ooit moet er op de hoog­ste heuvel een zo­ge­naam­de Turkse tent heb­ben gestaan waar­in men thee dronk en zicht had tot aan de Zuiderzee. Het landhuis was zo ver­val­len dat het in 1971 af­ge­bro­ken moest wor­den.

Daar­na kwa­men we op landgoed Schaep en Burgh waar we door de landschapstuin wan­del­den en een ijskelder uit de 17de eeuw passeerden.

Bui­tenplaats Schaep en Burgh ligt statig en voornaam aan het Noor­dereinde in 's-Gra­ve­land. Van­uit het landhuis zijn er schitterende uitzichten o­ver de parktuin en vij­ver. De imposante beuken- en eikenlanen, het Capitool ach­ter het landhuis, de vij­ver met het eiland en vooral het hoofdge­bouw met oranjerie en koetshuis ge­ven het bui­ten echt grandeur.


Via landgoed Boekesteyn met be­zoe­kerscen­trum Gooi en Vechtstreek kwa­men we langs Ankeveense Rade. O­ver het Noor­dereinde werd de Tuinderij enTheetuin De Sperwershof be­reikt. Hier was op 9,8 km de eer­ste controle- en rust­post.

Boekesteyn toont de ontstaansgeschiedenis van een bui­ten. Er zijn nog rech­te lanen en plantvakken uit de eer­ste Barokke aanleg. De latere Landschapsstijl is te her­ken­nen in de bosvij­vers en de wei­landen met bomen. Het landhuis van Boekesteyn is intact en wordt te­gen­woor­dig verhuurd. Ook de na­bij­ge­le­gen boerderij Bramber­gen (uit 1634) heeft de tand des tijds doorstaan. Hier vindt u Be­zoe­kers­cen­trum Gooi en Vechtstreek.

Daar­na kwa­men we o­ver de landgoederen Span­derswoud en Hilverbeek.

Hilverbeek is een ver­ras­sende bui­tenplaats met haar o­pen wei­landen en dich­te bos­sen. Na­tuurmo­nu­menten kreeg dit bui­ten al in 1933 in handenwaar­door veel ou­de elementen bewaard zijn geble­ven. Zo is er de boerderij Stofber­gen uit de tijd van de eer­ste ontginning, ge­bouwd rond 1636. Voor de boerderij staat een ze­venarmige, mo­nu­mentale linde en in het wei­land een 350 jaar ou­de eik.

Ver­der voerde de rou­te fraai o­ver de land­goe­de­ren Schoonoord en Jagtlust.

Geschiedenis Jagtlust: In 1660 werd Cornelis Tromp ei­ge­naar van een strook land bui­ten de ’s-Gra­ve­land­se pol­der, het Trompenveld. Op dit ter­rein stond een klei­ne hofstede met huis, ge­naamd ‘groot Jan’. In 1861 kwam de bui­tenplaats in handen van de fa­mi­lie Six, die meer bui­tenplaatsen bezat. In 1899 verbouwden de architecten Schil en Haverkamp het mo­nu­ment tot wat het nu is. In 2006 werd landgoed Jagtlust door Na­tuurmo­nu­menten aangekocht.

Na landgoed Gooilust was op sportpark Berestein te Hilversum een rust. De afgelegde af­stand bedroeg hier 19,5 km

Gooilust is het meest zuidelijk ge­le­gen van de ’s-Gra­ve­land­se Bui­tenplaatsen. Met 60 ha. is het te­vens de groot­ste. De rododendronval­lei, de doorkijkjes naar Trompenburg en het sterrenbos ma­ken dit landgoed tot een prach­tig wan­del­ge­bied.

Ver­der dwaal­den we door het Corversbos. We kwa­men langs het Comenius college dat net uitging. Fiet­sen­de schoolkinderen, die niet al­lemaal e­ven goed uitke­ken, botsten bij­na op ons. Op­nieuw kwa­men we door het Span­derswoud. Na­bij Zanderij Crailo moes­ten we een asfaltweg omhoog lo­pen met een bocht. Voor skaters was dit een mooie helling en het was dus op­nieuw oppassen geblazen.

O­ver de Westerheide en via de Larense Engh werd om 15:10 de fi­nish be­reikt. Het is de­ze dag tot 14:40 uur droog geble­ven met flink wat zon­ne­schijn. Daar­na viel er een buitje. Op­nieuw heb­ben we weer een hele mooie rou­te gelo­pen.

Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.

Henri Floor