Lentetocht vanuit Beek (Montferland)

Op zaterdag 3 mei 2014 organiseerde de Stich­ting Omloop Beek haar jaarlijkse len­te­tocht. De start was vanuit hotel restaurant 't Heuveltje te Loerbeek. Nadat wij met de auto 74 km hadden af­ge­legd, arriveerden wij hier rond acht uur. Na het inschrijven begaven wij ons op pad. Er was een zonnige dag voorspeld met een maximum tem­pe­ra­tuur van 13 graden.

Na de start liepen we over een verkeersweg in de richting van het centrum van Beek. Bij een ro­ton­de sloe­gen we af en volgden de Arnhemse weg in de richting van Zeddam. Bij de Oude Eltenseweg sloe­gen we af en meteen werd deze weg weer ver­la­ten en volgden we een zand- en grintweg het Zonderbosch in. Daarna dwaalden we een tijdlang door het Bergherbos. Nadat de 40 km rou­te was afgeslagen sloe­gen wij op de 30 km rou­te een pad verderop rechtsaf. We maakten nu een lus zodanig dat we op het verlengde van voornoemde weg uitkwamen, maar nu tegengesteld liepen. Hier troffen we een groepje van twee en even later drie wandelaars die de afslag naar rechts gemist hadden en nu niet precies wisten waar ze in de rou­te zaten.

Bij deze wandeltocht hadden we als rou­te-in­for­ma­tie een plattegrond met in­ge­te­ken­de rou­te ontvangen. De rou­te was niet beschreven, zoals we dat normaliter op wandeltochten krij­gen. We merkten dat lang niet alle wandelaars een in­ge­te­ken­de rou­te kunnen interpreteren en derhalve alleen de markeringen volgen. Maar wat te doen als je een markering mist.

Nadat we 6 km hadden gelopen, besloten we op een bankje een rust te nemen. Dat was nabij een gebouw in het Bergherbos nabij het plaatsje Zeddam. Aan de hand van attributen die buiten stonden hadden we het idee dat hier (po­li­tie-)hon­den werden getraind. We kwamen langs een ij­ze­ren zuil waarop de tekst "IJ­zer­kui­len, mid­del­eeuw­se ij­zer­win­ning" stond.

In de middeleeuwen werd in het Bergherbos ij­zer gewonnen uit klapperstenen. Deze klapperstenen vond men op niet al te grote diepte in de bodem. Waar de klapperstenen werden uitgegraven resteren nu typische langwerpige kuilen: de "ij­zer­kui­len". Vanaf de middeleeuwen tot het begin van de 19e eeuw behoorden grote delen van het Bergherbos tot de marken. Marken zijn organisaties van eigenaren van gronden, die gezamenlijk het bos beheerden. Slechts een klein deel was in particulier bezit van adel en kloosters. Een aantal paden dateert nog uit de middeleeuwen.

Op 9 km was de eerste rustpost van de organisatie. We hadden hier al eerder naar verlangd, maar toen we er eenmaal waren, bleven we maar 10 minuten rusten. We vervolgden onze wandeling weer. Het pad ging geregeld flink op en neer. Daarbij liepen we nog over de Dassenboomse Allee.

De Dassenboomse Allee is een oude weg met veel hoogteverschillen. Iets verderop aan deze weg staat ook de zogenaamde Dassenbeuk. Een rode beuk, vernoemd naar deze allee en met de verwijzing naar de dassen die hier leven. Eind 18e eeuw werden enkele nieuwe rechte wegen aangelegd vanaf het jachtverblijf Montferland. De Dassenboomse Allee gaat na het jachtverblijf over in Montferlandese Laan. Later werden delen van het bos voorzien van een nieuw padenpatroon ten behoeve van de houtwinning. In oude verhalen was het Bergherbos lang niet zo rustgevend zoals we deze nu ervaren, maar gebieden van mysterie en bange gebeurtenissen. In de be­schut­ting van het bos hielden zich de vluchtelingen op, de ondergedoken deserteurs, de stropers, de smok­ke­laars, de houtdieven, de rovers en de schelmen. Een bonte stoet van marskramers, seizoenarbeiders, han­de­la­ren, dienst­volk en zwervers nam reizend de kortste weg door de bossen. Reizend over boswegen met zaken van waarde was een riskante onderneming. Het was dan zaak een forse moersleutel dicht bij de hand te hebben, of een stok of bijl en dikwijls een kwade hond. In verschillende oude bosnamen weerklinkt nog de angst over de gruwelijke gebeurtenissen, zoals Moordkuil, Schelmsdennen, Stropzonder, Donderkuil.

Opeens hoorden we stemmen. We keken ach­ter­om. Maar net toen we ons hoofd naar achteren be­wo­gen, zagen we voor ons iets bewegen. Snel draai­den we ons hoofd terug en zagen nog net de kop van een hert en het bovenste deel van een hertenkont.

Vlak voor de top van de 86,6 meter hoge Het­ten­heu­vel zagen we iets van de rou­te af een bankje. We besloten hier even te rusten. Ach­ter­op ko­men­de wandelaars maakten we er op attent dat ze ons niet moesten volgen omdat we even van de rou­te afgingen. Dat bleek bij de 2 ach­ter­lig­gers heel goed te zijn, want later bleek dat ze officieel voor de 10 km rou­te hadden in­ge­schre­ven en dus al een tijdlang verkeerd liepen.

Een halve km na onze rust kwamen we bij uitkijkpunt Kale Jacob in bosgebied Groot Beekermark. En hier stonden twee bankjes. We vonden het jammer dat we een halve km tevoren midden in het bos zonder uitzicht hadden gerust, want dit was een schitterend punt voor een rust op een bankje. We hadden hier prachtige vergezichten in de richtingen van Zevenaar, Duiven en Doesburg.

Uitzichtpunt ‘Kale Jacob’ op 75 meter hoogte, ten noorden van de top van de Het­ten­heu­vel, verwijst naar de gelijkenis van een kaal hoofd. Waar de naam Jacob vandaan komt is een raadsel. Hier geniet je van een prachtige uitzicht over het rivierdal van de Nederrijn naar de heuvels van Veluwezoom, met zicht op Didam en Doesburg. Langs het pad zie je op verschillende plekken nog restanten van het verleden, uit de tijd dat de bossen nog kaal waren en de bodem vooral met heide was begroeid: struikheide.

We kwamen op de Hoge Eltense weg uit die op zijn beurt uitkwam op de Zeddamseweg te Kilder. Ter hoogte van de Loolaan te Braamt betraden we het bos weer. We kwamen op een split­sing, nabij de grote zwerfkei, de 10 km lopers tegen. Ze vroegen welke afstand wij liepen. Zij vertelden dat zij de 10 km rou­te in principe liepen en nu niet wisten hoe ze verder moesten lopen. Ze waren al drie of vier uur onderweg en vonden de 10 km rou­te wel erg lang duren.

Nu dwaalden we door het Zeddamse Bosch en over trajecten van het Pieterpad werd de Beekseweg bereikt. Deze volgden we naar dezelfde rustpost als de eerste rustpost. Nu bedroeg de af­ge­leg­de afstand 18 km. Net als bij deze eerste ver­zor­gings­post kochten we een paar flesjes AA-drink.

We liepen opnieuw door het Zonderbosch en kruisten de heenrou­te. Voor de duidelijkheid stond hier een bordje met de mededeling dat alle afstanden hier rechtdoor moesten. De markering van de heenrou­te was namelijk voor de opletters zichtbaar. Wij hadden het kruispunt ook al op de heenrou­te opgemerkt. Nabij Stokkum werd het bos even ver­la­ten. We kwamen uit op de Oude Eltenseweg en volgden deze tot het einde. Daar ging deze over in de geasftitleeerde Eltenseweg en even later zagen we de spitse kerktoren van de kerk in het Duitse Elten.

De af­ge­leg­de afstand bedroeg hier 25 km. Bij de open plek waar we zicht hadden op voornoemde spitse kerktoren stond een bankje. We besloten hier een rust te hebben. Uiteindelijk verlieten we dit bankje pas na een half uur. Dit was ook onze langste rust geweest. Daar waar het Pieterpad op de Eltenseweg uitkwam, liepen we het bos weer in. Er volgde nu een leuk pad rondom de Stokkummer Spreng. Bij het punt waar we de spreng overstaken stond vermeld dat we in het beekje mochten spelen. Maar dat hebben we niet gedaan.
Door bos- en heidegebied Hooge Heide en het Korterbosch liepen we nu naar café 't Peeske waar een rustmogelijkheid was. Het was nu niet zo ver meer naar de finish waarop we besloten om deze rust over te slaan. Door het centrum van Beek werd de finish bereikt. De 30 km rou­te was 31 km lang. We deden 7 uur en drie kwartier over de tocht. Dat was even lang als twee jaar tevoren toen we de 40 km rou­te liepen.

Het was een hele mooie rou­te, maar de markering van het parkoers liet te wensen over. Op split­sin­gen, waar we rechtdoor moesten lopen, stond de zogenaamde ondersteunende markering meestel buiten het zicht van de split­sing. Het zou een e­nor­me verbetering zijn als de markeringen dich­ter bij de split­sin­gen bevestigd worden. We willen de organisatie hartelijk danken voor deze prachtig bostocht.

Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.

Henri Floor