Vughtse Heide - en Het Bossche Broek tocht

Op dinsdag 29 april 2014 organiseerde OLAT de Vughtse Heide en Het Bossche Broek tocht. De start was vanuit Brasserie/lunchroom la Cour dat op ongeveer 250 meter van station Den Bosch ligt. Even na half tien arriveerde ik bij de startlocatie. Verschillende wandelaars kwamen naar mij toe gelopen om te informeren hoe het met mij ging en vonden het al snel dat ik weer een 20 km durfde te lopen na een medische ingreep op 22 maart jl.

Even na 10 uur begaven wij ons op pad. We liepen door het station heen en na standbeeld de gouden draak liepen we langs HET adres waar de echte Bossche bollen worden gemaakt. Voor de Dommel sloegen we af en volgen de Van der Does de Willeboissingel. We volgden hier een heel on­op­val­lend paadje pal langs de weg. Het paadje viel niet op door een heg. Voor mensen die hun hond uitlieten was dit een favoriet paadje want we werden door onze voorgangers meerdere malen geattendeerd op hondenpoep.

Langs deze Van der Does de Willeboissingel stond een oud gebouw waar ik in de jaren 60 op school heb gezeten. Tot nut van het Algemeen. Eerst een groot deel van de 6e klas van de lagere school. Daarna, na een mislukt avontuur op de HBS heb ik hier gro­ten­deels de MULO doorlopen. Rond het gebouw stonden teveel bomen en strui­ken om er een duidelijke foto van te maken.

We staken een fiets- en voet­gan­gers­brug over. Via een trap daalden we af naar de Dommel en liepen vervolgens onder voornoemde brug door. Daarna liepen we onder de brug van de Ko­nings­weg door en kregen uitzicht op het Essent-gebouw. In de 60er jarig was dat het PUEM-gebouw. We staken een sluis in de Dommel over. Na een onderdoorgang van een brug van de Vughterweg liepen we over een trap weer naar boven, naar de Vughterweg.

Achter huizen langs volgden we nu een traject over het Pelgrimspad langs de Dommel. We staken de Vughterweg over. Op de hoek met de I­sa­bel­la­laan stond een modern kunstwerk. Modern, omdat je niet kon zien wat het voorstelt en dan is het toch modern? Over een hoge fiets- en voet­gan­gers­brug liepen we de spoorlijn Den Bosch-Eindhoven of Den Bosch-Tilburg en de randweg over. De verharde weg ging over in een graspad. Nu volgden we een graspad langs het Af­wa­te­rings­ka­naal 's-Hertogenbosch-Drongelen dat ook wel het Drongelens kanaal wordt genoemd.

Nabij de Isabella kazerne werd het Drongelens kanaal verlaten en slingerde ons pad flink om waterlopen heen. We kwamen op de Kamp­dijk­laan te Vught uit en na oversteek van het Drongelens kanaal volgden we de Kanaalweg tot de afslag van de Grobbendonkse Kooiweg. Verder liepen we onverhard tot de Lunettenbrug. We staken het Drongelens kanaal weer over. Dat was nabij Nationaal Monument Kamp Vught.

Na passage langs lunet 1 dwaalden we over de Vughtse Heide naar Brasserie Brac. Het was alweer 44 jaar geleden dat ik uit Vught verhuisd ben, maar Brasserie Brac heette destijds res­tau­rant El dorado.

Onder grote belangstelling is vrijdagavond 26 april 2013 Brasserie Brac aan de Loonsebaan in Vught officieel geopend. Vanaf november werd de voormalige Vughtse Heide volledig verbouwd. De metamorfose resulteerde in een bruin 'boscafé' voor wandelaars, fietsers en andere passanten en een belendende brasserie in Franse stijl met volgens de nieuwe eigenaar Hans van Haren een exquise keuken, zonder pretenties maar met een uiterst ge­va­ri­eer­de kaart met topingrediënten.

De officiële opening werd verricht door burgemeester Van de Mortel, die rijke geschiedenis memoreerde van het pand aan de bosrand van de Vughtse Heide. Het boscafé draagt de naam Bric-a-Brac en is dagelijks vanaf negen uur geopend. De naamgeving Brac is geïnspireerd door het Franse woord braconnier hetgeen staat voor stroper. Van Haren overweegt verder om in de toekomst wellicht ook weer een hotelbestemming aan het pand te geven. Het totaal van de nieuwe brasserie wordt omschreven als: 'Modern klassiek met een vleugje grandeur'. Meest opvallend voor de passant is de nieuwe entree, nu aan de rechterzijde. Brasserie Brac kende eerder de namen van De Stenen Hut, El Dorado en De Vughtse Heide. De feestelijke opening werd opgeluisterd door de muzikale inbreng van de muziekgezelschap 'Hard en gemeen'.

Bij deze rust heb ik in het verleden vrij dicht in de buurt gewoond. Dat was aan de andere kant van de spoorlijn in de Eikenlaan. Ik woonde op huisnummer 7. Dit huis was destijds een relatief eenvoudig, doch vrijstaand huis waar in de loop der tijd veel aan verspijkerd en gerenoveerd is. Een paar jaar geleden stond het huis te koop voor € 795.000. Inmiddels is de prijs verlaagd naar € 575.000.

Bij Brasserie Brac stond een standbeeld van Lek­ker­beet­je. Het stelde twee ruiters op paarden voor die in gevecht waren.

De Slag van Lekkerbeetje

Het wordt wel het laatste middeleeuwse riddergevecht genoemd: de Slag van Lek­ker­beet­je op de Vughtse hei in februari 1600. Het was een georganiseerd groepsduel onder aanvoering van Charles de Bréauté, ritmeester in dienst van prins Maurits, aan de ene kant en Gerard van Houwelingen, bijgenaamd Lek­ker­beet­je en kapitein van de Bossche gouverneur Grobbendonck, aan de andere kant.

Beide partijen waren tweeëntwintig man sterk. Plaats van handeling was de besneeuwde Vughterhei, op korte afstand van de stadsmuren van ’s-Hertogenbosch. Het duel was bepaald geen spelletje: er vielen nogal wat doden, onder wie de beide aanvoerders. Aan Bossche kant sneuvelden er nog vier man, aan Staatse zijde nog eens zeventien, allemaal Franse militairen. “Lek­ker­beet­je” (dat betekent: lek­ker­bek, "snoeper", maar ook wel "snoever") werd al vrijwel direct dodelijk getroffen door een pistoolkogel. Charles de Bréauté werd, nadat hij zich had overgegeven, alsnog door een aantal soldaten ver­moord.

Het gevecht werd door meer dan 500 toeschouwers bijgewoond. Er zijn dan ook verschillende ge­tui­gen­ver­kla­rin­gen bewaard gebleven. Hieruit enkele fragmenten:

“De Bréauté had een grote pluim op zijn helm. Ook op het hoofd van zijn paard was zo’n pluim en om de hals hing een grote, groene sjerp. Van Houwelingen, de luitenant van Grobbendonck en aanvoerder van de vijandelijke ruiters, had een grote rode sjerp om zijn middel.

Toen beide partijen aanvielen, ging de Bréauté recht op de luitenant af, die bij die eerste aanval al dood bleef, samen met zijn broer en met zijn zwager. Van de zijde van de Bréauté sneuvelden bij dat eerste treffen zijn kwartiermeester Hugo Plisson en de Bahubert. Hijzelf reed dwars door de vijandelijke linie heen, keerde terug om opnieuw een charge uit te voeren, maar daarbij werd zijn paard dood geschoten. …

De Bréauté vocht te voet verder met zijn degen en deed alles wat hij kon om zich te verdedigen. Maar een paar van zijn mensen sloegen op de vlucht. De eerste die dat deed was kapitein la Pierre, die later overliep naar de vijand. Na hem sloegen ook le Tarte, Beaurou en Cham­paig­ne op de vlucht. …
Terwijl de Bréauté nog te voet vocht, vluchtte du Lyon ook weg. Toen de Bréauté dat zag riep hij: ‘Schurken, jullie laten me in de steek?!’ En de getuigen riepen: ‘Lafaards, kom terug!’, maar de anderen gingen er vandoor. Mijnheer de Bréauté gaf zich daarna over aan een ruiter uit het vijandelijke kamp, op voorwaarde dat men hem het leven zou sparen.

De trompetter van de vijand zei tegen mijnheer de Bréauté dat kapitein Grobbendonck voor hem een avondmaal zou bereiden met allerlei soorten wildbraad. Op weg naar de stad, voorbij een paar duinen, kwamen ze een groep voetvolk tegen, zo’n dertig tot veertig man. De kornet van kapitein Grobbendonck, die te paard was en een zwarte mantel droeg bij wijze van sjerp, vroeg aan de Bréauté: ’Bent u de Bréauté?’ En toen die be­ves­ti­gend antwoordde, zei de kornet: ‘Handen omlaag! Geef je over! Sla hem dood! Sla hem dood!’ En hij trok zijn degen en sloeg hem. Toen zei mijnheer de Bréauté: ’Mijnheer, sla mij niet dood als een lafaard, maar geef mij wapenen, zodat ik mij kan verdedigen. Ik sta niet bekend als een lafaard.’ Maar de kornet en de andere ruiters van de vijand die bij het gevecht waren geweest, stortten zich op hem, brachten hem veel wonden toe en ver­moord­den hem ter plaatse. …"


Na de rust liepen we nog even over de Vughtse Heide om vervolgens een doorsteek door Vught naar Het Bossche Broek te maken. Na kruising van de spoorlijn Den Bosch-Tilburg kwamen we nog langs de R.K. kerk Maria Middelares aller Ge­na­den.

De voormalige kerk van Maria Middelares aller Ge­na­den in Vught dateert uit 1933-1934. De landelijk bekende architect A.J. Kropholler ontwierp een sobere bakstenen kerk met steile daken. De toren is niet uitgevoerd. Eromheen ligt een uniek plein met een klooster, scholen en woonhuizen. Dit alles in Krophollers markante baksteenstijl. Door het ontbreken van een her­be­stem­ming en het achterwege blijven van onderhoud raakte het degelijk gebouwde kerkgebouw in verval. Bij de res­tau­ra­tie is het casco hersteld, waardoor er weer kansen zijn voor een goede herbestemming. Het gebouw is uiterst sober van vormgeving. Opvallend voor het werk van de traditionalist Kropholler is het gebruik van grote handvorm kloostermoppen. Hierdoor krijgt zijn gebouw een ambachtelijke, middeleeuws bedoelde uitstraling. De zeer conservatieve architect was niet tegen het gebruik van moderne materialen zoals beton, maar hij wilde dit vooral niet uitwendig laten zien. Het ambachtelijke is ook te zien aan de open houten kap en de degelijke houten deuren met hun zware beslag.  Juist in de crisis van de jaren dertig zochten gelovigen naar de zekerheid van traditie en ambacht. Dat vonden ze in het werk van deze architect. De lege ruimte maakt door de zware muren en het spel van licht en schaduw een overweldigende indruk, dwingt als het ware op de knieën. Bij een herbestemming zou de ruimtelijke werking uitgangspunt moeten zijn.

Over de Paardensteeg werd het Bossche Broek bereikt. Bij de brug over de Dommel was een uitkijkpunt gerealiseerd met een paar treden. Boven op het uitkijkpunt stond, verstopt tussen bladeren, een windvaan. We volgden de oever van de Dommel in de richting van Den Bosch. Het begon wat te betrekken en aanvankelijk mie­zer­de het. Nadat we de oever van de Dommel hadden verlaten, begon het wat harder te regenen en werden poncho's, paraplu's en regenbroeken te voorschijn gehaald.

Nabij de Binnendieze werd Zuidwal bereikt. Onder een grote boom hadden we nog een rust en konden we nog wat meer regenkleding te­voor­schijn halen. Verder liepen over Zuidwal naar Bastionder.

Het Bastionder is een ondergronds informatiecentrum dat zich bevindt in Bastion Oranje, dat in 1634 als onderdeel van de Bossche vestingwerken werd gebouwd.
In het informatiecentrum wordt het verhaal verteld over de krijgsgeschiedenis van ‘s-Hertogenbosch en het landschap van het Groene Woud.
Sta oog in oog met 500 jaar oude stadsmuren met schietgaten, ervaar het spectaculaire uitzicht over na­tuur­ge­bied het Bossche Broek en hoor en lees hoe het ook al weer zat met dat stoere maar onbruikbare kanon.
In 1629, was de stad ingenomen door de Staatse legers van prins Frederik Hendrik. De kans was groot dat de Spanjaarden terug zouden keren. Reden om de verdediging van de stad eens goed onder de loep te nemen.
De afstand tussen de bastions Vught (bij het Wil­hel­mi­na­plein) en Baselaar (Hekellaan) was te groot. Dus kwam er halverwege een nieuw verdedigingswerk voor de plaatsing van zwaar geschut; twee meter dikke muren en daar bovenop een aarden wal. Ook was er op deze winderige plek plaats voor een molen. Midden negentiende eeuw kwam er een dampende olie- en meelfabriek voor in de plaats. Daarna kreeg Bastion Oranje een nieuwe bestemming als stadsparkje.
Sindsdien kun je hier even op adem komen: in het voorjaar genieten van de duizenden krokussen, in de zomer lekker picknicken onder de monumentale bomen en het hele jaar door een unieke weidse blik over het Bossche Broek.

Hier bij de Bastionder werd de par­koers­uit­zet­ter gehuldigd omdat dit bij de finish en met de regen niet zo geschikt was. Een boom tussen mij en de par­koers­uit­zet­ter verhinderde om de huldiging live te aanschoowen. Via de Sint Ca­tha­ri­na­kerk werd de Dommel weer bereikt en even later station Den Bosch. Het was een hele aardig tocht geworden. De tocht was uitgezet door dezelfde persoon die ook het par­koers van de Bosse 100 uitzet. In de ochtend had het aanvankelijk licht geregend. Het was tijdens de wandeling gro­ten­deels droog gebleven. De laatste paar km's was het weer gaan regenen en regende het ook wat harder.

Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.

Henri Floor