Eemsdeltatocht

Op zaterdag 2 november 2013 organiseerde de FLAL de Eemsdelta wan­del­tocht. De start was vanuit de Brede School Noord te Delfzijl. Toen we naar de start liepen, regende het. Maar toen om 9 uur vertrokken kon worden was het droog. Wel was de vochtigheidsgraad hoog. Onderweg heeft het enige keren licht ge­mot­re­gend, maar dat mag verder geen naam hebben.

Na de start liepen we naar de Waddendijk en hadden uitzicht op de Waddenzee. Na bijna een km verlieten we de dijk weer. Nu liepen we langs een water langs de noordkant van de bebouwde kom van Delfzijl. Af en toe moesten we hoge riet­sten­gels opzij duwen. We kwamen bij het plaatsje Uit­wier­de. De markering was hier even onduidelijk. Terwijl er twee pijlen naar rechts wezen, wees er ook een pijl rechtdoor. De routebeschrijving gaf aan dat we naar rechts moesten en dat deden we dan ook. Na het haventje van Uit­wier­de maakten we een omtrekkende beweging om de protestantse dorpkerk van Uit­wier­de.

Uit­wier­de is een wierdedorp. Op de wierde staat een kerkje uit 1839. Eerder moet er een middeleeuws kerkje hebben gestaan. De oorspronkelijke toren, uit het begin van de dertiende eeuw is wel bewaard gebleven. De kerk van Uit­wier­de is in bezit van het oudste monument van Delfzijl, de grafzerk van Haro Wincken to Rin­ge­heim (gestorven in 1563). 

Langs sportvelden werd Uit­wier­de verlaten. Kort daarop werd het plaatsje Biessum bereikt. Hier dwaalden we door het Biessumerbos. Er werd in het bos gewerkt. Omgewaaide bomen en af­ge­bro­ken takken door de zware storm zorgden voor her­stel­werk­zaam­he­den. Enige takken waren op ons pad getrokken waardoor we er met enige moeite langs konden lopen. We vertelden maar niet dat er nog een peloton wan­de­laars achter ons aan kwam, te weten de 25 km lopers.

De rondlopende Ossenweg werd weer in Biessum bereikt. We kruisten de spoorlijn, meteen gevolgd door de N360. We volgden nu de twee voornoemde verkeerswegen parallel door een bospassage. Na de steen­fa­briek liepen we langs het Oude Dam­sterdiep.

De steen­fa­briek van Hijlkema.
In de 19e eeuw behoorde de bak­steen­fa­bri­ca­ge tot de meest welvarende bedrijfstakken in het noorden. Aan het begin van de 20e eeuw waren in de provincie Groningen ca. 80 steen­fa­brie­ken in bedrijf, met een sterke con­cen­tra­tie langs het Boterdiep, het Dam­ster­diep en het Win­scho­ter­diep. Aan het Dam­ster­diep bij Delfzijl staat de voor­ma­li­ge steen­fa­briek van de firma Hijlkema. In 1916 kochten Jan en Hijlke Hijlkema het reeds bestaande bedrijf aan het Dam­ster­diep tussen Delfzijl en Appingedam. Zij mo­der­ni­seer­den de fabriek en lieten een zigzagoven bouwen, die bestaat uit acht gemetselde compartimenten. Door deze constructie wordt het vuur rondgeleid van de ene kamer naar de andere. Tot de sluiting van het bedrijf in 2006 werden in deze oven bakstenen gefabriceerd. Op het terrein achter de ringoven met de hoge schoorsteen staan houten droogloodsen, waarin de stenen werden op­ge­sta­peld om in de buitenlucht te drogen. Op het fa­brieks­ter­rein staan di­ver­se oude machines op­ge­steld, die vroeger bij het pro­duc­tie­pro­ces werden gebruikt. Tot voor kort was in een deel van de fabriek een museum gevestigd over de geschiedenis van de steen­fa­briek "Fivelmonde". De toekomst van dit industriële monument is onzeker. ? 


Langs het Oude Dam­ster­diep lagen woonboten. We kwamen bij het Dam­ster­diep en aan een boom kreeg een oude theepot een tweede leven als vogelhuisje, leuk bedacht. Delfzijl werd verlaten en ingeruild voor Appingedam.

Vrij snel zagen we aan de overkant van het Dam­ster­diep het Appingerdammer Brons­mo­to­ren­mu­seum. Het gebouw weerspiegelde fraai in het Dam­ster­diep. Het centrum van Appingedam werd bereikt. De route slingerde wat door Appingedam om de mooiste plekjes te bewonderen. Uiteraard zagen we ook de beroemde hangende keukens. Toen we, lopend over de Kniestraat, de Dijk­straat kruis­ten, kwam van links een groep 25 km-wan­de­laars aangelopen. Eén wan­de­laar van die groep hoorden we zeggen of ze wel goed liepen, want ze herkende in ons ook FLAL-wan­de­laars. De groep 25 km wan­de­laars liep echter stevig door in de veronderstelling dat zij goed zaten en wij fout.

We kwamen bij de Nicolai kerk. Doordat het wat regende en er markt was en de kerk gedeeltelijk in de steiger stond, werden nu geen foto´s van de kerk gemaakt. Er waren hier opvallende beelden. Koppen van mannen en vrouwen kusten elkaar. We kwamen bij paviljoen Overdiep. Hier was op 13 km de eerste café rust.

Historie van de Nicolaïkerk
In het begin van de 13e eeuw werd een bakstenen zaalkerk gebouwd van twee traveeën (is o.a. een deel van een gebouw, dat wordt bepaald door twee op­vol­gen­de steun­pun­ten in de lengterichting van het gebouw) met een westtoren, van de oude kerk resten nu nog de beide westelijke schiptraveeën. Deze kerk was waar­schijn­lijk niet het eerste godshuis dat in Appingedam tot stand kwam. Bij de restauratie in de jaren 1948-1954 vond men fun­de­rings­res­tan­ten die wijzen op een ouder bouwwerk. Wel is bekend dat de Dam­ster kerk ooit gewijd was aan Maria. Een pauselijke bul uit 1331 spreekt nog van H. Mariakerk van Appingedam. Later werd de patroon van zeevarenden en bakkers, de kindervriend St. Nicolaas, schutspatroon van de Dam­ster kerk. Waar­schijn­lijk ook nog in de 13e eeuw werden een dwarspand en een rechtgesloten koor aan de zaalkerk gebouwd waardoor een romano-gotische kruis­kerk ontstond met koepelgewelven. Het dwarspand had aan weerszijden van het koor absiden (halfronde, of veel­hoe­ki­ge, nisvormige ruimte).


Na deze rust werd Appingedam verlaten langs de Stadshaven en door een buitenwijk. Over de Olingerweg, een smalle straatje, en de Dijkhuizenweg, een grintweg, werd Appingedam vooralsnog definitief verlaten. We staken het Dam­ster­diep weer over en volgden nu de Alberdaweg westwaarts. Daarbij kregen we uitzicht op de kerk van Tjamsweer die echter in de steigers stond. Later in de wandeling zouden we nog vlak langs de kerk van Tjamsweer lopen.

We sloegen af en volgden nu een fietspad langs de Oosterwijtwerdermaar. Daarbij kwamen we nog onder een spoorweg door. Oosterwijtwerd werd bereikt. Een dame, die in een tuin bezig was, meld­de dat we in de kerk wat konden drinken en gebruik van het toilet konden maken. In het centrum van Oosterwijtwerd was men bezig een boom om te zagen. Toen we naar de kerk toe liepen was de boom nog niet om. Later toen we verder liepen was de boom wel omgezaagd. De Mariakerk was van binnen gro­ten­deels van hout. Mede door het sombere weer zag het er binnen enigszins donker uit. We konden hier koffie of thee krijgen middels zelfbediening en naar keuze geld in een pot stoppen.

Oosterwijtwerd is een wierde gebouwd wn is rond het begin van de jaartelling ontstaan. De naam Oosterwijtwerd is opgebouwd uit de woorden Ooster, widu (hout, wilg of struikgewas) en weerd (hoge plaats in waterig land). Het voorvoegsel Ooster is later toegevoegd om het dorp te onderscheiden van Westerwijtwerd. De huidige maren waren vroeger getijdengeulen en kreken. Rond 1900 is een deel van de wierde afgegraven. Dat deel wordt aangeduid als de lege wier. Tot het eind van de vorige eeuw waren hier winkels zoals een bakkerij, kleermaker, smederij, naaister, schoenmaker, kuiperij/wagenmaker en kruidenier. Ook waren er twee dorpscafés. Wel zijn er nu twee eetcafés. Oosterwijtwerd had vroeger een eigen stopplaats aan de nabijgelegen spoorlijn. Oosterwijtwerd was tot 1811 een zelfstandige gemeente.

We verlieten Oosterwijtwerd en over een rustige weg werd Tjamsweer bereikt. Zoals al eerder gezegd stond de kerk in de steigers. We liepen weer terug naar Appingedam. De laatste paar honderd meters naar de rustpost was dezelfde als we eerder op de dag hadden gelopen. Nu waren echter de pijlen weggehaald. De pijl­op­ha­lers van de 25 km waren vermoedelijk niet goed ge­ïn­for­meerd over het weghalen van dit stukje van de 40 km route.

Na deze binnenrust verlieten we de bebouwde kom van Appingedam en bereikten we het Eems­ka­naal dat gevolgd werd in oostelijke richting. De brug over het Eems­ka­naal van de N33 ging open voor de passage van een rijnaak. Aan de rand van Delfzijl werd het pad langs het Eems­ka­naal verlaten. Farmsum werd bereikt. Hier was op 32 km een niet in de routebeschrijving vermelde verzorgingspost. We staken het Eems­ka­naal over en kwamen toen bij een rotonde met de afbeelding van drie grote gezichten.

Na het maken van deze foto´s herinnerden we dat voor de rotonde een pijl RD stond. Omdat wan­de­laars achter ons ook RD liepen, liepen wij er achter aan. We kregen uitzicht op de kerktoren van Farmsum en even verderop op de Aeolusmolen. Met de Tocht om de Noord liepen we dit jaar door deze molen heen. De twee wan­de­laars die voor ons liepen waren gestopt bij een zijstraat omdat ze geen vervolgpijl zagen. Vlakbij was een echtpaar te­rug­ge­keerd van een autoritje en aan hen vroegen we waar de Houtweg was. En toen bleek dat we bij de rotonde met de drie grote gezichten verkeerd waren gelopen.

Na de Houtweg kwamen we op de IJzerweg. En om de naam eer aan te doen stonden langs deze weg betonnen paaltjes met ingemetselt één letter van het alfabet. Zo stonden er de teksten sterrenhemel en waardevol alsmede alle letters van het alfabet. Na de Farmsumerhaven met twee marinefregatten volgden we de Oosterveldweg.

Nadat we het Afwateringskanaal van Duurswold waren overgestoken, staken we het Eems­ka­naal over bij de oude zeesluis. Daarna liepen we verder over de Dijkpromenade. Eenmaal liepen we een keer naar beneden bij een onderdoorgang en daar zagen we fraaie muurschilderingen. Na de Dijkpromenade liepen we langs het Eemshotel en voorbij paal 28 werd de Waddendijk verlaten. Over de Waddenweg liepen we naar de finish.

Buiten de startlocatie zagen we nog verschillende bekenden die huiswaarts gingen. Binnen bleek de finishtafel niet dezelfde als de starttafel te zijn. De starttafel stond beneden en de finishtafel stond boven. Binnen zagen we net een bekende wan­de­laar de trap aflopen, een Continental Centurion nog wel. Aan hem vroeg ik of hij mij wilde afmelden, want daardoor kon ik nog een trein halen. Later bedacht ik dat ik hierdoor wel het wandelplaatje had misgelopen en had ik niet gezien hoeveel wan­de­laars hadden meegedaan. Omdat veel andere wan­de­laars ook geïnteresseerd zijn naar het deelnemers aantal vernam ik later dat het aantal 267 bedroeg. En het wandelplaatje wordt ook op flal.nl gepubliceerd.

Het was een heel aardige tocht geworden. Eén van de twee parkoersbouwers, Flip, had in het verleden voor WS78 driemaal een tocht vanuit het Zuid Hollandse Spijkenisse uitgezet. Die laatste tocht dateerde van 20 oktober 2007. We willen de organisatie hartelijk danken voor deze tocht.

Bijna 21 jaar geleden, op 30 januari 1993, liepen we ook een tocht vanuit Delfzijl met de FLAL. Toen kwamen we ook door Uitwierde en Appingedam. Er waren toen 115 deelnemers. Maar dat was in een tijd dat de FLAL nog geen 25 km route organiseerde.

Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.

Henri Floor