Sallandse Wandel vierdaagse, 23 oktober 2013, de dag van Hoonhorst

Deze dag begonnen we om 8 uur aan de wan­de­ling. De eerste km was dezelfde als de eerste dag. Door een park werd de N358 bereikt en gevolgd tot voorbij de drukkere N35. Bij de N35 stonden trouwens verkeersregelaars. Na het Hof­the­a­ter liepen we door bosgebied van land­goed 't Reelaer. Na de kruising met de te­rug­rou­te dwaalden we een tijdlang door bui­ten­ge­bied tot aan het O­ver­ijs­sels­ka­naal. Dit kanaal volgden we bijna twee km. Daar­na zetten we koers naar Huize Den Aalshorst.

Daarop werd Hoonhorst bereikt. Hier was een rustpost die niet op de rou­te­be­schrij­ving stond vermeld. Het was café restaurant Zaal Kappers. We aten hier een kom soep voor € 4,50 en dronken een frisdrank.

Het prachtige Hoonhorst is een stemmig dorp in het toeristische Vechtdal. Middenin het dorp vindt u een authentieke, 150 jaar oude korenmolen, die recent geheel is gerestaureerd en in oude luister is hersteld. De molen is dan ook weer volledig werkend en er zijn regelmatig demonstraties te zien. De molen en de bijbehorende woning zijn Rijksmonumenten. 

Aan de voet van de molen vindt u Bij Koninklijke beschikking Café-Restaurant-Zalen Kappers, al sinds 1860 een begrip in de wijde omgeving en wat sinds 2 april extra gewaardeerd is met het predicaat Hof­le­ve­ran­cier.  Kappers is een gemoedelijke locatie, zowel voor passanten als voor inwoners van het dorp en de wijde regio. Het is ons een aangenaam genoegen u bij Kappers welkom te heten.


Na de rust liepen we even naar de plaatselijke molen alvorens Hoonhorst, waar we trouwens nog nooit van gehoord hadden, uit. We kwamen weer bij het O­ver­ijs­sels­ka­naal en volgden dit een kleine km. Daar­na stond Havezathe Den Alerdick op het pro­gram­ma. Rondom de havezathe liepen we om slin­ge­ren­de vijvers waarlangs de bomen met een prach­ti­ge herfstkleur getooid waren. Ook bladeren op de grond en op het water vorm­de een mooi gezicht. Bij land­goed Old Heino was weer een rustpost.

Waarschijnlijk is de naam Den Alerdinck afkomstig van 2 boerenerven: het Groot Alerdinck en het Klein Alerdinck. Deze naam werd omstreek 1500 voor het eerst genoemd. Het huis werd als havezate erkend in 1647/1648. In 1654 werd het huis riddermatig verklaard. De erfgenamen van Derk F. van Voorst tot Bergentheim verkochten het land­goed Den Alerdinck in 1797 aan Bernardus J. van Sonsbeeck (1772-1858). Van Sonsbeeck was markerichter van de marken Lenthe en Dalmsholte, richtte in Zwolle de Overijsselsche Onderlinge Brandwaarborg Maatschappij van 1809 op en was actief in de Statenpolitiek van Overijssel.

Hoe groot het land­goed in 1797 precies was is niet bekend. Wel is bekend dat de Van Sonsbeecken in de periode 1797 – 1865 voortdurend grond aankochten en dat het land­goed pas omstreeks 1865 200 ha groot was. Bernardus J. van Sonsbeeck liet de havezathe flink verfraaien en door tuinarchitect Zocher een Engelse tuin (park) aanleggen. Ook liet hij tussen 1825 en 1830 de bijna 4 km lange zeewaterkerende dijk rond Den Alerdinck aanleggen om bij Noordwesterstorm het door de Zuiderzee opgestuwde water van de IJssel en het Zwartewater tegen te houden.

Na de dood in 1858 van Bernardus J. van Sonsbeeck vererfde land­goed Den Alerdinck naar zijn enige zoon Herman van Sonsbeeck (1796-1865), oud-Minister van Buitenlandse Zaken en R.K. Erediensten in het 1e Kabinet Thorbecke, die in 1865 overleed. Gedurende drie jaar werd het land­goed als een onverdeelde boedel beheerd. Volgens een advertentie op 10 juli 1868 in de Zwolse Courant zou het land­goed Den Alerdinck – in totaal 200 ha – publiek verkocht worden, te veilen in 54 percelen.


Heino werd verlaten over het Spiekerpad. Na kruising met de N35 werd ook ons pad van de heen­rou­te gekruist. Daar­na kwamen we langs na­tuur­ge­bied Raal­ter­Woold.

Vlakbij Raalte liggen de hooilanden van het Raal­ter­woold. Er groeien veel verschillende soorten bloemen en planten, zoals waterviolier, waterkruiskruid en krans­wier, koekoeksbloem en dotterbloem. Deze va­ri­a­tie is bijzonder en wordt veroorzaakt door o­ver­gan­gen tussen natte en droge, en voed­sel­rij­ke en voed­sel­ar­me delen. In het na­tuur­ge­bied broeden de wulp, fazant en grasmus. Er is een poel gegraven voor de bruine kikker en kleine wa­ter­sa­la­man­der.

De totale afstand was deze dag 41 km. Dit was de mooiste wandeldag met de meeste onverharde wegen en paden. De heks van de eerste dag was deze dag trouwens verkleed als jager.

Henri Floor