Loonse- en Drunense Duinen tocht

Voor OLAT mocht ik nu ook eens een wandeltocht uitzetten. Niet een tocht uit de winterserie maar een tocht die op de dinsdag wordt gelopen over een afstand van 20 km. In de 60er jaren, tevens tienerjaren, heb ik in Vught gewoond en dan kwam ik nog wel eens in de Drunense Duinen. Met mijn vader stak ik dan wel eens dwars de grote zandvlakte over met behulp van een kompas. Tegenwoordig kan dat ook nog wel, maar gemakkelijker gaat dat met de GPS.

De start van deze tocht is vanuit de-rustende-jager.nl te Biezenmortel. In dit gebied is al een tocht uitgezet van Groene Wissels en van die route heb ik dankbaar gebruik gemaakt. Die route is weliswaar 17 km lang maar met de nodige aanpassingen ben ik daar uitgekomen, althans op papier. De startlocatie is per openbaar vervoer slecht tot niet te bereiken. Daarop reed ik met de bus naar Drunen, bushalte Statenlaan, en vandaar liep ik naar het noordelijkste puntje van de geplande route aan het Drongelens kanaal.

De route komt viermaal langs een café en/of restaurant en éénmaal was op korte afstand een kantine van een tennisclub, allemaal natuurlijk afhankelijk van de openingstijden. Nadat ik de route bij het Drongelens kanaal had opgepakt, voerde de route eerst naar Fellenoord. Hier stonden 2 of 3 huizen. Daarna dwaalde ik naar recreatiepark-brasserie Het Geniet te Kaatsheuvel. Hier dronk ik koffie. Ik had ook papier en pen meegenomen en bij elke parkoerswijziging noteerde ik de gewenste omschrijving en van mijn GPS noteerde ik de afgelegde afstand. Met mijn GPS wisselde ik dan steeds van de pagina met afgelegde afstanden naar de kaartpagina waarop de geplande route was ingetekend.

Even voorbij Het Geniet kwam ik bij café restaurant De Roestelberg te Waalwijk. Hier is de geplande grote rust, maar nu, op deze woensdag, was het gesloten. Dat wist ik vooraf omdat ik vooraf naar de openingstijden had gekeken op hun website. Nu kwam dan het zwaarste deel van de wandeling. Over een afstand van ongeveer vijf km voerde de route over zanderig terrein, waarbij ook ruiterpaden, hier ruiterwegen, gevolgd worden. Hoewel ik de Bossche Honderd nooit gelopen heb, zal dit traject er wel wat op lijken.

Vanaf een duintop had ik zicht op een grote kudde schapen. Ik was hoogst verbaasd dat de schaapherder hier met zijn Jeep naar toe was gereden. Maar ook schaapherders gaan met hun tijd mee. En deze schaapskudde graasde op een plek waar maar enkele personen normaliter komen.

Nu moest ik in de verte de mast van een TV-toren, in de richting van Tilburg zoveel mogelijk kaarsrecht volgen omdat hier geen echt pad liep. Ik kwam bij een heuveltje met daarop een vrijstaande den. Een achtergebleven colablikje trapte ik plat en nam het in de rugzak mee. Bij dat heuveltje moest ik de omgeving goed in mij opnemen en opnieuw zo recht mogelijk in de richting van de TV toren lopen. Uiteindelijk kwam ik uit op een fietspad dat niet veel later bij café restaurant Bos en Duin uitkomt. Langs het fietspad stond een bankje waar ik rond half twee mijn eerste drie boterhammen van mijn lunch nuttigde. Hoewel het de hele dag droog was, was alles nog nat van de zware regenval die een paar dagen tevoren grote delen van west Nederland onder water hadden gezet. Ik legde mijn regenjas op de bank om droog te kunnen zitten,

Vanaf Bos en Duin volgde ik een betonpad dat naar een fraai uitzichtpunt op de Loonse en Drunense Duinen voerde. Door hoofdzakelijk bosgebied werd later café restaurant De Rustende Jager bereikt. Het zag er gezellig uit maar door het gevorderde uur besloot ik door te lopen. Nu stond er nog ruim 6 km op het programma en met een gemiddelde snelheid van ruim 3 km per uur zou dat nog 2 uur wandeltijd kosten.

Toen Oma en Opa Klijn de Bresser in 1920 de Rustende Jager kochten om er samen met de kinderen te wonen en de kost te verdienen, was het een klein boerderijtje met een zijkamertje waar een borreltje of frisdrank geschonken kon worden aan de jagers of passanten die er even wilde rusten. In 1934 werd het boerderijcafeetje aan Natuurmonumenten verkocht omdat Opa Klijn op vijftig jarige leeftijd was overleden en Oma geld nodig had om het hoofd boven water te houden. En toen is dit verhaal pas echt begonnen. Want Oma M'rie Klijn, was zo slim geweest om aan de verkoop enkele voorwaarden te verbinden. Ten eerste ze zou er altijd mogen blijven wonen tot aan haar dood, en ten tweede haar enige zoon Jan Klijn moest in dienst van Natuurmonumenten mogen werken als bos-arbeider. Al snel daarna als boswachter in de Loonse en Drunense Duinen. Dit werd de eerste samenwerking met de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten.

Het was een goede afspraak van oma M'rie want Jan bleef ruim 40 jaar in dienst van de Vereniging en zo vertelde hij toen 'ie met pensioen ging: "Ik ken iedere boom en elke kuil in het gebied". Zijn werk was zijn lust en zijn leven. Oma behaalde de gezegende leeftijd van 87 jaar en de laatste 25 jaren runde zij de Rustende Jager samen met haar jongste dochter Toos van Wiel-Klijn en haar man Piet. De tweede generatie was in de Rustende Jager begonnen. Zij bleven in het pand wonen tot een jaar na het sterven van Oma M'rie Klijn.

Aan het einde van de oorlog werd de Rustende Jager door de Duitsers in brand geschoten en na de oorlog weer terug gebouwd. De nieuwbouw kwam in landelijke stijl terug, boerderij-woonhuis annex café, waar de jagers een borreltje konden kopen, maar ook de militairen die in de duinen op bivak waren. Het toerisme was toen nog niet zo in opkomst.

Toos en Piet van de Wiel hadden twee kinderen die geen belangstelling hadden om in de voetsporen van hun ouders verder te gaan, dus werd er in 1970 een nieuwe huurder gezocht door de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten. Toen vader Jan dit hoorde informeerde hij eens bij dochter Nelly, en haar vriend Jo Pijnenburg of zij interesse hadden?

Want zo zei hij: "Dan zou het niet in vreemde handen komen" Het was tenslotte al vijftig jaar zijn ouderlijk huis en hij zag daar niet graag 'buitenstaanders' in wonen. Na wat vijven en zessen en contact met de vereniging werden Nelly en Jo in 1972 de nieuwe huurders van de Rustende Jager: De derde generatie. Voordat Nelly en Jo de eerste borrel konden schenken onderging het pand een metamorfose. De stal werd café, het café werd woonkamer, alleen de nieuwe keuken kwam op dezelfde plaats

In die tijd, 1971-1972, werden de Loonse en Drunense Duinen intensief gebruikt als oefenterrein van de militairen. Menige soldaat die toen nog voor zijn lot in dienst moest is wel eens in de Loonse en Drunense Duinen op bivak geweest. De militairen waren dan ook voor het merendeel de klanten van de Rustende Jager. Tussen de oefeningen door werd er een rustpauze gehouden van een kwartier waarin men iets mocht drinken in het café. Het was dus zaak dat er snel gehandeld werd, men wilde iedere soldaat van een flesje frisdrank of chocomel voorzien met een glacékoek of gevulde heer. Anders moesten ze, zonder hun honger of dorst gelest te hebben, het veld weer in.

Met toeristen was het nog niet zo druk. De wegen waren nog lang niet overal goed begaanbaar. Men moest nog zes dagen in de week werken en de dagjesmensen begonnen langzaam aan te komen. Doordat in de jaren '70-'80 de verbindingswegen verhard werden, was het café ook voor de toeristen beter bereikbaar.

De duinen werd verboden gebied voor de militairen en dus moest men een andere klantenkring zien te krijgen. Gelukkig kwam de grijze golf op gang, mensen hadden meer vrij, gingen eerder met pensioen en gingen hun dagen op een andere manier invullen. Men ging meer fietsen en wandelen en zocht daarbij de natuur op. Het werd drukker en drukker en niet alleen in de weekenden, maar alle dagen van de week zag men de toeristen komen en gaan.

Natuurmonumenten hadden intussen een beleid ontwikkeld om van het hele gebied één groot natuurgebied te maken, alle versnipperde stukjes bos werd door de Vereniging aangekocht om er tenslotte één groot aaneengesloten natuurpark van te maken. Men is daar al jaren mee bezig en nog is het niet helemaal voltooid maar men blijft er aan werken.

Ook door deze ontwikkelingen in het gewone leven werd het drukker en drukker in de duinen en daardoor ook bij de Rustende Jager. Jo en Nelly zagen het gebeuren, zij konden het niet meer met z'n tweeën runnen. Er werd hulp gezocht en zij zagen dat het fietsen in opkomst was. Wilde je meegroeien dan moesten ze daar op inhaken. Wat ze dan ook deden, er werden een aantal dames- en herenfietsen gekocht en voortaan kon je bij de Rustende Jager een fiets huren om de duinen rond te gaan fietsen. Later zou de fietsverhuur nog flink uit gaan breiden.

Het beleid van Natuurmonumenten was gericht op fietspaden aanleggen, ruiterroutes creëren, herfstwandelingen werden georganiseerd o.l.v. boswachters en er kwam een mountain-bikeroute. Kortom, alles om de recreant van de duinen en de omgeving te laten genieten.

Nelly en Jo haakten hierop in door niet alleen fietsen te verhuren maar ook kaarten van wandelroutes te verstrekken, en te zorgen dat de mountainbikers de kans kregen om hun sport binnen de duinen te beoefenen. Het gaat zelfs zo ver dat men een mountainbike kan huren en wanneer ze na de rit bemodderd terug komen, kunnen ze zich bij de Rustende Jager douchen.

Door deze manier van samenwerking ontstond er een band tussen de bewoners van de Rustende Jager, en de Vereniging, eigenaar van het Nationaal Park de Loonse en Drunense Duinen, die voor een buitenstaander moeilijk te bevatten is. Deze samenwerking in al die jaren mag daarom gerust een succes genoemd worden.

Bij de wijziging van de Loonse en Drunense Duinen naar een Nationaal Park, is er samen met de horeca naar gestreefd om een zgn. parelsnoermix te laten ontstaan. Hierbij fungeren alle horecabedrijven rond het gebied als een bezoekerscentrum, waar je alle informatie en materiaal kunt verkrijgen i.v.m. het Nationaal Park. Tevens is het de poort naar het park.

Bleef de Vereniging hun best doen om alle versnipperde stukjes van het natuurgebied terug te kopen, Nelly en Jo deden vooral hun best om de Rustende Jager die in 1934 door Oma aan de Vereniging was verkocht weer terug te kopen. Na 18 jaar huren deed deze gelegenheid zich voor en zo kwam in 1988 de Rustende Jager weer in handen van de familie Klijn. Tot op de dag van vandaag beheren Jo en Nelly Pijnenburg De Rustende Jager.

De route ging nu in de richting van Giersbergen. Maar in het buurtschap zelf kwam ik niet maar liep er onder langs. Heel onverwachts voor mij kwam ik langs café Klinkert. Het café gaf aan de buitenkant aan dat het ook een wandelcafé was, maar desondanks besloten we door te lopen. Een volgend traject was in het begin ruiterpad maar kon toch redelijk snel verlaten worden. Iets voor het Drongelens kanaal kwam ik uit. Het kanaal zelf zag ik nog niet, maar wel op de GPSkaart. Niet veel later werd het eindpunt van deze dag bereikt. Nu was het nog 1½ km lopen naar de bushalte en vandaar reed ik verder huiswaarts.

Henri Floor