Tweedaags Gronings wandelfestival Tocht om de Noord, zaterdag 28 september 2013
Op 28 en 29 september 2013 werd voor de 8e keer de Tocht om de Noord georganiseerd. Zaterdags liepen we van Sellingen, dat in het zuidoosten van Groningen ligt naar Winschoten en zondags begon de wandeling in Scheemda. Delfzijl was het eindpunt.
Op vrijdag 27 september waren we in Winschoten gearriveerd. Van ons overnachtingadres was het ruim 5 minuten lopen naar het punt vanwaar we met bussen naar Sellingen werden gereden. Bij inschrijving kon gekozen worden uit 3 afstanden, namelijk 15, 25 of 40 km. Wij deden mee met de 40 km. Voor alle drie afstanden was het eindpunt op de zaterdag Winschoten. Kortere afstand hadden derhalve andere startpunten.
Toen we de bussen zagen staan, die ons naar Sellingen zou brengen, stond hier een rij wachtende wandelaars. Bij het instappen van de bus moesten we ons Raaisbewies, het Gronings Paspoort 2013, laten zien. De bus zette ons rond kwart over zeven in Sellingen af nabij camping Barkhoorn op de hoek van de Lageweg en de Beetserweg. We liepen camping Barkhoorn op voor een knipje in onze stempelkaart. Buiten stonden talrijke korven met brandend hout.
We verlieten de camping nabij het zwembad en staken het riviertje Ruiten Aa over. Over een graspad werd de doorgaande weg van Ter Apel naar Sellingen bereikt. De zon kwam net op en scheen fel in ons gezicht. We volgden de doorgaande weg naar het centrum van Sellingen. Voor café de Heksenketel stond een opvallende man in het zwart gekleed en getooid met talrijke speldjes en medailles. Hij was bereid om voor de fotolens te poseren. Verderop kwamen we langs het beeld van Hasje
Heel, heel lang geleden, toen in Westerwolde alles nog moeras, veen en weide was, leefde er in de omgeving van Westerwolde een heksje te midden van andere heksen, trollen en witte wieven. Dit heksje was erg klein en had altijd koude voeten van het drabbige moeras. Ze was vaak verkouden en niesde daarom ontzettend veel. "Hatsjie, hatsjie"... Al gauw noemden ze haar daarom "Hasje".
Ze werd veel geplaagd door iedereen, vooral door die akelige witte wieven die aan de oevers van het kleine riviertje huisden. Hasje besloot om maar te verhuizen, ze steeg op haar bezempje en zwierf over de moerassen en het Westerwoud. Opeens zag ze een kleine heuvel met berken en wilgen. "Hier blijf ik", dacht ze. Ze maakte warme slofjes van zachte blaadjes en een stel nieuwe bezempjes van wilgentakken. Als het donker werd stookte ze een vuurtje om zich te warmen en om een beetje licht te hebben. De weinige mensen die 's avonds hun weg zochten over de tangen (zandpaden) door het moeras, zagen het lichtschijnsel en belandden op Hasje's heuvel van waar ze de volgende dag hun weg weer vonden. Als Hasje op haar bezem rondvloog en kwaadwillende mensen zag aankomen, ging ze vlug naar beneden en doofde het vuurtje, zodat ze verdwaalden met alle gevolgen van dien.
Zo verging het ook een rijke koning, die met een kar goud door het moeras reisde. Hasje had vernomen dat hij zijn onderdanen had uitgemergeld en ze zeer slecht had behandeld en toen hij vlak bij de heuvel was, doofde ze het vuur. Hij was bijna boven toen de wagen wegzakte, kantelde en met de koning in het moeras zonk. Tot nu toe heeft men nog niets van het goud opgedolven!
Zo langzamerhand noemden de mensen die zandheuvel "Hasjesberg", later werd het verhaspeld tot Hasseberg of Hasselberg. Er kwamen door de jaren heen steeds meer mensen wonen in Westerwolde, deze gingen het veen uitgraven en er ontstonden vennen en bouwland. Het moeras verdween, er werd gezaaid en geoogst. Hasje begon zich steeds minder op haar gemak te voelen in het Westerwoldse land en vloog op haar bezem zuidoostwaarts verder en verder tot ze zich weer neerliet op een hogere en meer beboste heuvel in de buurt van een grote rivier midden in Duitsland. Daar ligt dan nu ook een plaatsje Hasselberg waar Hasje en haar familie nog altijd wonen en zich thuis voelen.
Misschien ... als u op een donkere avond of nacht eens op de Hasseberg gaat kijken, vindt u nog familie van haar tussen de struiken of in een holle boom. En ... als u een vuurtje in het donker ziet op de Hasseberg weet u het zeker!
Voordat de bebouwde kom van Sellingen werd verlaten, troffen we bij een afslag nog een zingend koor. Het koor bestond alleen uit dames. Achter de begeleide piano zat een pianiste. We volgden nu de Noordesweg. Langs de kant troffen we hier wijngaard Cruoninga.
Wijngaard Cruoninga is 1,4 hectare groot en ligt in het prachtige landschap van Westerwolde op een mooie locatie aan de Noord-Esweg in Sellingen. De naam “Cruoninga” is de oudst bekende schriftelijke vermelding van de stad Groningen.
In 2008 werden de eerste wijnstokken geplant. In het voorjaar van 2012 zijn een groot aantal planten vervangen die door de nachtvorst in mei 2011 verloren zijn gegaan. De wijngaard heeft nu bijna 4000 wijnstokken. De geplante stokken zijn vroegrijpend en weinig gevoelig voor ziektes.
Het was deze ochtend licht nevelig. Toen spoedig daarop de Ruiten Aa weer werd overgestoken weerspiegelden bomen hier fraai in het rimpelloze water. Na de Renneboomsbrug over de Ruiten Aa dwaalden we nabij Sellingerzwarteveen langs de Sellingerbossen.
Nabij Rijsdam liep de wandeling over de Bovendiepsterweg en na een veerooster liepen we over begrazingsproject Breedwish in natuurgebied Westerwolde. Langs de Ruiten Aa werd Jipsinghuizen bereikt en hier werd weer de Ruiten Aa overgestoken bij beeld "De Hoop op een Nieuwe Morgen" van Cees Stolk. Bij reclame van www.boerenwinkel.nl dansten oudere dames met rokken over de knie. Jipsinghuizen werd over de Wollinghuizerweg verlaten door een boog versierd met bloemen
De volgende doorkomstplaats of buurtschap was Plaggenborg, gevolgd door Wollinghuizen. De Wollinghuizerweg vervolgend kwamen we in Renneborg. Hier werd de doorgaande weg verlaten en staken we de Ruiten Aa weer eens over. Na buurtschap Weende kwamen we langs natuurgebied Liefstinghsbroek. Daarop werd buurtschap Ellersinhuizen bereikt. In Herberg De van Bommelhoeve te Ellersinghuizen was een stempelpost. Hier was een optreden van een shantykoor. We hielden hier een rust.
De Herberg De van Bommelhoeve staat in Ellersinghuizen, een buurtschap iets ten zuiden van het dorp Vlagtwedde aan de Ruiten Aa. De buurtschap was in het verleden een eigen Marke, een middeleeuws collectief van grotere boeren die gezamenlijk het beheer en gebruik van hun gemeenschappelijke gronden reguleerden. Waarschijnlijk is hier al vanaf 700 "geboerd", De naam wordt in ieder geval rond 1500 genoemd. De Marke was belangrijk en staat samen met Vlagtwedde prominent aangegeven op oude kaarten. De naam zou komen van de familie Ellersingh die de nederzetting gesticht zou hebben.
De hoeve is van rond 1900 en van de Westerwoldse variant van het "Oldambster" boerderijtype. Dit type kenmerkt zich doordat het woonhuis is gebouwd onder één doorlopende nok met de schuur, waarbij het woonhuis smaller is dan het achterhuis. De verspringingen in de zijgevels, worden "krimpen" genoemd. Het dak wordt gedragen door gebinten die de hoeve in de lengte verdelen in circa vier meter brede vakken, de gebinten zijn grotendeels nog zichtbaar. Als Tocht om de Noord deelnemer komt u binnen aan de zijkant van het achterhuis waar vroeger de koeien stonden. De boerderij is in de jaren 60 aangekocht door het katholiek ziekenhuis Sint Lucas in Winschoten, die het verbouwde tot een Zusterhuis waar de Franciscanessen van de H Familie (toen nog werkzaam in het Ziekenhuis) in het weekend in “retraite” gingen. Sindsdien heeft de boerderij een recreatieve bestemming. Er is nu een B&B en tuincafé in gevestigd.
Dit was ook het punt waar het begin was van de 25 km lopers. Spoedig werd nu Vlagtwedde bereikt. Hier stond een bezoek aan de Schoppenfabriek op het programma. We liepen door vele vertrekken van de fabriek en konden hier de verschillende fasen van hat maken van een schop bewonderen. Buiten de fabriek konden we een pakje fristie meenemen of ter plaatse opdrinken. Even verderop zagen we nog een grappige reclame van de supermarktketen C1000. De tekst luidde: "nog maar 248 coupletten een potje met vet te gaan".
Schoppenfabriek A. Streuding werd in 1931 opgericht door de Vlagtwedder dorpssmid Albert Streuding. Tot op dat moment werden er alleen geimporteerde schoppen verkocht op de Nederlandse markt.
Hij besloot de fabricage van dit gereedschap ter hand te nemen en startte de Eerste Nederlandse Schoppenfabriek. Nog altijd wordt de ambachtelijke productie voortgezet in Vlagtwedde.
In een tijd waarin de markt gedomineerd wordt door goedkope productie uit het verre oosten, heeft de Vlagtwedder schoppenfabriek ervoor gekozen om de ambachtelijke en milieuvriendelijke werkwijze in stand te houden. De fabriek is FSC® gecertificeerd en gebruikt alleen lakken op waterbasis. De stelen worden uit duurzaam Essenhout gemaakt.
De bladen van de schoppen en spaden worden van gehard, koolstofhoudend staal gefabriceerd.
Bij een manage voerde de route door de manage. In de overdekte paardenbak troffen we helaas geen ruiters of amazones aan. Favoriete plekken voor wandelaars zijn hier de mogelijkheid om te rusten en wat te nuttigen en de toiletten. Vdrvolgens werd Pannenkoekenboerderij Vlagtwedde bereikt. Buiten stonden talrijke picknickbanken en we besloten een pannenkoek voor twee euro per stuk te nuttigen. Het deed wat denken aan de derde dag van de Apeldoornse 4-daagse. Tijdens een rust bij Radio Kootwijk kunnen de 40- en 50 km lopers voor 1 euro een pannenkoek kopen. Hier in Vlagtwedde smaakte de pannenkoek zo goed dat ik nog een tweede nam. Voor Coos was 2 pannenkoeken teveel.
Nu kwamen in het plaatsje Veele. In de routebeschrijving van deze wandeltocht stond bij bijna elke plaats vermeld als we langs een bord van de bebouwde kom kwamen. Alleen bij Veele was dit niet het geval. Voordat het Musselkanaal werd overgestoken maakten we nog een lus over het terrein van Waterschap Hunze en Aa's. Hier konden we nog wat drinken. Via de Rolinbrug staken we het Musselkanaal over
Nadat we het Veeler Diepje waren overgestoken kwamen we opnieuw in Veele. Later kwamen we ook nog door Oud Veele. Hier troffen we een paar boeren in blauwe kiel en met een klomp in hun handen. Het ging hier om de Giezelbaargbloazers.
Wat doen de Giezelbaargbloazers zoal:
- De activiteit van de Giezelbaargbloazers betreft een traditioneel dorpsgebeuren waar ook jongeren bij worden betrokken.
- Het maakt deel uit van het Westerwolds cultuurhistorisch erfgoed en kent bij de uitvoering ook landschappelijke en toeristische aspecten.
- Het behelst educatieve programma’s op scholen.
- De activiteit wordt gerealiseerd door een actieve groep met oog voor samenleving en saamhorigheid.
Even verderop waren enige ronde en rechthoekige hooibalen waren op elkaar gestapeld of aan elkaar verbonden zodat ze met wat kleurrijk plastic op een persoon leken. Op een bankje zagen we een fanatiek wandelechtpaar uit Heerlen zitten. Bij de Engelkensbrug over de Ruiten Aa werd Wessinghuizen bereikt. Nu volgden we het Pad langs Ruiten Aa. Na landgoed Bleyendael werd de Burcht Wedderborg te Wedde bereikt. Hier was een stempelpost en hier sloten de 15 km aan. Hoewel aansluiten, we verwachtten dat alle 15 km lopers hier wel vertrokken zouden zijn toen wij daar aankwamen.
De Wedderborg, die ook wel Wedderburcht of Addingaborg wordt genoemd is als een verdedigingswerk gebouwd. Eeuwenlang was hier de zetel van de Heren van Westerwolde gevestigd.
De Wedderborg of het Huis te Wedde is een van de weinige in Groningen overgebleven borgen. Van het huidige gebouw dateren de fundamenten voornamelijk uit de veertiende eeuw. Het werd op een strategische plaats gebouwd omstreeks 1370 en werd betrokken door de Addinga-familie. De toren was van steen en daarom werd het huis ook wel aangeduid als het Steenhuis, want de muren van de meeste gebouwen in die tijd waren gebouwd van houten balken met lemen wanden.
Na een verwoesting omstreeks 1480 werd het kasteel enkele jaren daarna weer herbouwd. Nog steeds woonden er Addinga's op de Wedderborg. De hertog van Gelre, die een van de vorige bewoners in haar strijd tegen de bisschop van Munster, te hulp kwam, liet in 1529 een leger naar het noorden trekken. Zijn veldheer Berend van Hackfort veroverde Wedde en de borcht en werd aangesteld als drost over het omringende gebied. Berend liet het huis danig versterken. De Wedderborg werd ommuurd en het kasteel werd omringd door een gracht. Daarbuiten werden aarden wallen aangelegd. De wallen waren in een vierkant aangelegd, waardoor in de vier hoeken bastions, geschutskelders, konden worden aangebracht. De Wedderborg was daardoor redelijk goed te verdedigen.
Troepen van keizer Karel V veroverden de Wedderborg echter omstreeks 1535, waarna het huis in leen werd gegeven aan George Schenck van Toutenburg. In 1561 ging de borcht over op Johan de Ligne, de graaf van Aremberg. Deze laatste was stadhouder van de Noordelijke gewesten. De graaf sneuvelde echter in dezelfde slag als zijn tegenstrever, Graaf Adolf van Nassau, die in 1568 ook korte tijd op de Wedderborg had gewoond. Ook hij sneuvelde in de slag bij Heiligerlee in 1568. In het dorp Heiligerlee is een monument te zien dat aan de slag herinnert. Ondanks het sneuvelen van Graaf Adolf werd de slag bij Heiligerlee toch door de Staatsen gewonnen, want de Spaanse troepen kwamen om in de moerassen, die Heiligerlee omringden. De slag bij Heiligerlee werd de eerste overwinning van Oranje in de strijd tegen de Spanjaarden.
Nadat we van een man in klederdracht, die aan het toegangspad naar de burcht stond, waren gepasseerd hoorden we hem tegen een andere wandelaar zeggen, dat hij daar al de hele dag voor Jan Lul stond. Nadat we een aantal "zonnetjes" of de gevoelige plaat hadden vastgelegd en we om de burcht waren gelopen werd de plaats Wedde zelf bereikt.
Via de Kerkstraat werd de Hervormde Kerk van Wedde bereikt. Een muurgevel in de buitenmuur van de kerk gaf aan dat de kerk in 1860 is gebouwd en dat W. de Vries toen dominee was. De kerkvoogden waren toen J.G. Snelter, H.J. van Hateren en A.J. Nieks. Wedde werd verlaten. Daarop dwaalden we door natuurgebied Hoorndermeden. In Wedderbergen, bij de Urnenhoeve, dat nabij het Weddermeer ligt, troffen we de voorzitter van WS78 met zijn vrouw en een oud WS78ér die in het verleden drie keer een tocht vanuit Spijkenisse had uitgezet en op 2 november 2013 voor de FLAL een tocht vanuit Delfzijl heeft uitgezet.
Via een smalle brug staken we de Westerwoldse Aa over. Nu kwamen we in de plaats Wedderveer. Aan een aanlegsteiger lagen twee rondvaartboten van Peter Bekker. Na een standbeeld van een dame kwamen we door de buurtschappen Morige, Zandstroom en Meulenhörn in Blijham. De Hervormde kerk werd ook van binnen bekeken. In Kerkhörn kwamen we nog door een boerderij. Daarna kwamen we door Sportdorp. Bij een kartonnen standbeeld van Ol Grait werd Coos op de foto gezet.
Via buurtschap Winschoter Hogebrug werd koers gezet naar Winschoten. Daarbij liepen we langs de Oostelijke Rondweg. Na de onderdoorgang van de spoorlijn en door het stationsgebouw met informatie over de oude spoorlijn kwamen we bij het Hoofdkantoor Oude Bus Museum te Winschoten. De finish was bij de Tramwerkplaats. We zagen hier Ol Grait in levende lijve met haar zoon. Na het maken van een foto liepen we hier door omdat ons Gronings niet al te best is en dus niet konden verstaan wat hier gezegd werd. Bij de finish konden we nog een bord stamppot andijvie, boerenkool, hutspot of zuurkool met worst krijgen. We hadden grote trek. Na een bord met stamppot andijvie namen we nog stamppot boerenkool. Uit de reactie van het bedienend vrijwilligerspersoneel begrepen we dat een tweede maaltijd niet gewoon was, maar we hebben het wel gekregen.
We liepen na afloop naar het busstation van Winschoten, dat aansluitend aan het treinstation ligt en reden met de bus naar Delfzijl. Hier overnachtten we.
Klik HIER voor het verslag van zondag 29 september 2013.
Klik HIER voor het verhaal van Olle en Grietje en het geheim van de verdwenen tram.
|