Op zaterdag 5 januari 2013 organiseerde de FLAL de Alde Feanen tocht. De start was vanuit het Partycentrum Wester te Eernewoude. Omdat dit de eerste FLAL-tocht in het nieuwe jaar was, werden over en weer de handen geschud onder toevoeging van de beste wensen voor het nieuwe jaar al of niet vergezeld van een zoen. Bij het betreden van het Partycentrum stond de voorzitter naast de deuropening en wenste velen een gelukkig en voorspoedig nieuwjaar.
Rond kwart voor negen liepen we naar buiten in afwachting van de start. Heel toevallig kwam vijf minuten later de parkoersuitdeler mijn richting uitgelopen zodat ik als een van de eersten op weg kon gaan. Vanwege de drukte werden de parkoersen al vanaf tien minuten voor negen uitgedeeld. Als eerste kwamen we bij het Havenkantoor annex toeristenbureau. Achter het havenkantoor lag, aan het water, een grote kei met daarop een bronzen beeld van een otter. Ook hadden we hier vandaan een mooi uitzicht op het dorp Eernewoude.
We volgden de Piet Miedemaweg en passeerden daarop hotel Princenhof. Dit was mijn overnachtingadres geweest. We volgden nu het Sydsdjip overgaand in Lange Sleatten. Bij de Hooiweg sloegen we af en liepen over een bruggetje. Weer verderop sloegen we af over de Dominee Bolleman van der Veerweg. Het GPS-apparaat gaf aan dat het hier om een verharde weg ging, maar het was, tijdelijk, een zandweg. We liepen op dat moment net met een wandelaarster die later in de maand mee zou doen aan de Bossche honderd. Zij vond dit een mooi oefentraject. Het gevolg was wel, dat haar tempo hier sneller werd dan het onze.
We sloegen bij een boerderij af. Daarbij liepen we even over particulier terrein. We kwamen bij het ooievaarsbuitenstation It Eibertshiem. Achter een schuurtje zagen we talrijke ooievaarsnesten. Over een lange vlonder werd een moerasgebied betreden. Er lag hier veel water op de paden. Er zullen weinig wandelaars met lage schoenen zijn geweest die aan het eind van de wandeling droge voeten hebben gehad. De bergschoenen, waar ik op liep, hielden het vocht goed tegen.
We zagen arbeiders bezig met een maaimachine het riet snijden. Dat was best geconcentreerd werk. Want toen wij passeerden bleven ze naar hun werkterrein kijken. Daarop kwamen we bij een uitkijktoren. Ik ga niet vaak een uitkijktoren op vanwege hoogtevrees, maar deze zag er heel stevig uit. Bovendien hoorden we van wandelaars dat je bovenop de uitkijktoren een mooi uitzicht had.
Voordat we weer stevige ondergrond onder de voeten kregen, voerde ons pad verder fraai door de meest droge delen van het moerasgebied. We kwamen uit op de Feanterdyk. Maar hier liepen we alleen maar om naar een volgend rustig gebied te lopen. Nu volgden we de Alle om Slachte. We verlieten de gemeente Tytsjerksteradiel om deze te verwisselen voor de gemeente Smallingerland. We kwamen nu in buurtschap It Utein oftewel Uiteinde.
In een wei troffen we een aantal bokken en geiten. Een kleine geit had een ongelukje gehad met het eten uit een emmer. Het hengsel van de emmer was om zijn hals gekomen en het lukte niet om zich van de emmer te bevrijden. Enige grote dierenvrienden achter ons bevrijden het dier uit zijn lijden. Daarna hingen ze alle emmers op, zodat dit voorval niet weer kon plaatsvinden. Voor ons was het in Uiteinde goed toeven. Want hier was de wagenrust. Door omstanders werden we geattendeerd op de doos met chocolaatjes en de Fryske Dúmkes.
Na de verzorgingspost was de splitsing. Wij zetten nu koers naar Oudega. Op ons pad naar Oudega lag ook veel water en was erg modderig. Er was nu een parkoerswijziging. Dit omdat bosarbeiders bezig waren hout te snoeien. Bovendien stonden er twee tractoren, onhandig voor wandelaars, op het pad. We kwamen in het centrum van Oudega en zagen het fraaie gereformeerde kerkje liggen. Aan een voorbijganger vroegen we hoe de plaats heette. Hij antwoorde Oudega, Oudega gemeente Smallingerland. Want je hebt in Friesland ook nog Oudega gemeente Gaasterlân-Sleat en Oudega gemeente Súdwest Fryslân.
Verderop in Oudega kwamen we nog langs een grote kei en een mooi huis waar in de gevel vrouwe `justitia was afgebeeld.
In 1738 woedde er in Oudega een grote brand, die ook de herberg, waar recht gesproken werd, in de as legde. De herberg werd herbouwd. U vindt het gebouw, een rijksmonument, aan de Buorren. De gevel vertoont een prachtige gevelsteen met Vrouwe justitia.
Bij de Sint Agatha kerk verlieten we de Buorren. Aan de rand van Oudega kwamen ons wandelaars tegemoet lopen. Wandelaars van dezelfde organisatie. Theoretisch hadden het ook wandelaars kunnen zijn van de snertwandeltocht van de WSV Willen is kunnen uit Drachten. Want zij hadden een tocht vanuit het naburige Rottevalle. Omdat er een lus in de 35 km route was, kwamen we wandelaars tegen, die de lus er al op hadden zitten. Het was dus een lus in een lus. Om toch de 35 km vol te maken, had de parkoersbouwer deze lus toegevoegd.
Opnieuw kwamen we in Oudega en opnieuw werd Oudega verlaten. Aan een boom bij een huis zat een opvallend vogelhuisje bevestigd. Opnieuw liepen we langs een vaart. Dit was het Aiddjip, de verbindingsvaart met de haven van Oudega. Over het Fokke Wytske Paed werd buurtschap De Gaasten bereikt. Langs de Skeane Heawei stond een afbeelding van vrouwe `justitia. Nu werd de binnenrust in manege De Sanning te De Gaasten bereikt. Bij het verlaten van de manage wierpen we nog een blik op het binnenpaardrijden. Een van de omstanders zei tegen ons dat je beter kon paardrijden dan 35 km lopen. Wij hielden daar toch een andere mening op na.
In het nieuws trok de Friese plaats Balk de laatste tijd de nodige aandacht doordat het bekend maakte dat ze nu helemaal klaar waren met de voorbereidingen voor een elfstedentocht. Want in de vorige winter was een Elfstedentocht bijna mogelijk indien de Luts, het water dat door Balk stroomt, goed bevroren zou zijn. Hier in De Gaasten, dat onder Oudega valt, stonden gele borden met de tekst Extra verkeersmaatrgelen i.v.m. schaatsweer, Linkerkant parkeren.
We konden onze lol weer op met een volgend traject door de omliggende moerassen. Vijftig meter voor de brug over de Headamsleat konden we, naar keuze een graspad of iets verderop een schelpenfietspad volgen. Wij volgden het graspad. Opnieuw kwamen we langs een uitkijktoren en opnieuw beklommen we deze voor een mooi uitzicht.
Verderop kwamen we op korte afstand langs een vogelkijkhut. Hierna vielen dode bomen in het water op. Het waren bomen, die nog rechtop in het water stonden. Daarna kwamen we in het Pettebosk. Hierin was een passage over een lange vlonder met aan beide zijden water. Ik voelde mij niet op mijn gemak om hier verder te lopen en wachtte daarop op achterliggers.
We liepen weer naar het centrum van Eernewoude en kwamen nog langs de Historische Scheepswerf De Stripe tevens Skûtsjemuseum. Verder volgden nog twee kerken, een Nederlands Hervormde kerk en een gereformeerde kerk. Ook De Ielfisker, het beeld van de palingvisser, werd op de gevoelige plaat vastgelegd.
Na ruim 6½ uur, zo rond 15:25 uur werd de finish bereikt. Het was een hele mooie tocht geworden. Er deden 500 wandelaars mee. De oudste deelnemer was 90 jaar. Aan de tocht vanuit Rottevalle deden 497 wandelaars mee.
Aan een wand was een overzicht geplakt. Hierop was van een groot aantal wandelaars aangegeven hoeveel FLAL km´s ieder had gelopen. Klik
HIER voor dat overzicht. Helaas laat de kwaliteit te wensen over, maar beter iets dan niets. We willen de organisatie weer hartelijk danken voor deze prachtige tocht.
Naast de FLAL organiseerde WS78 ook een tocht. Hun startplaats was Den Bosch. Het was deze dag voor mij de eerste keer dat ik een tocht bij de FLAL liep terwijl WS78 ook een tocht had. Bij WS78 heb ik al 305 maal aan een tocht meegedaan. Voor FLALtochten is dat aantal slechts 67. Wij liepen deze dag veel in moerasgebied. De tochtnaam van de WS78 tocht was Moerasdraaktocht. Omdat we in Eernewoude veel door moerasgebieden had hier ook eeen moerasdraak kunnen zijn. Hiermee is het eerste deel van de titel van dit verslag verklaard. Op oude Nederlandse kaarten is het natuurgebied Alde Feanen aangeduid met Oude Venen en hiermee is het tweede deel van de titel verklaard.