Op dinsdag 13 november 2012 organiseerde OLAT een tocht vanuit Eindhoven. De start was vanuit Gastrij In 't Ven te Eindhoven. 54 wandelaars hadden deze tocht uitgekozen.
Het groendomein Wasven omvat zes ha cultuur- en natuurhistorisch groen in het stadsdeel Tongelre te Eindhoven. Midden in het groendomein ligt een langgevelboerderij (Gastrij In 't Ven ) die in 2006 door stichting Groendomein Wasven is aangekocht, gerestaureerd en verbouwd tot een multifunctionele accommodatie. De stichting is een vrijwilligersorganisatie sinds 1998 en bestaat uit bewoners van de wijk Tongelre en heeft tot doel het groendomein te behouden door een duurzame ontwikkeling.
Het Wasven bestaat uit kasteelpark en een naastgelegen ven. Het is een uniek stukje natuur met eeuwenoude bomen zoals rode beuken, platanen en acacia's. In het kasteelpark staat zelfs één exemplaar, waarvan de ouderdom geschat wordt op 350 jaar; een zeldzaamheid in Nederland. Daarnaast is het gebied de verblijfplaats van vele zeldzame plant- en diersoorten.
Klokslag 10 uur begaven we ons op pad. We staken de Eisenhouwerlaan (N270) over en met een slinger werd de Kleine Dommel bereikt. We staken dit riviertje over en bevonden ons nu in Opwetten. Na de fraaie Opwettense watermolen sloegen we af. De zuidoostkant van Nuenen werd bereikt. Hier staken we het verlengde van de N270 over, die inmiddels A270 was geworden.
De Opwettense watermolen is vermoedelijk gebouwd in de 11e eeuw door Benedictijner monniken van de Abdij van Sint-Truiden. De Heerlijkheid Tongelre was de bezitter in de 16e eeuw. In 1664 brandde een deel van de molen af. De molenaar vroeg daarop vrijstelling van belasting voor een periode van dertig jaar om er weer bovenop te komen. Uit het request bleek dat hij 115 gulden aan belasting betaalde, een som die overeenkwam met wat heel het dorp per jaar opbracht. Hij kreeg kwijtschelding voor vijftien jaar.
In 1743 brak opnieuw een brand uit die de hele molen in de as legde. De toenmalige eigenaar Joh. Sengers herbouwde de molen als dubbelmolen, een graanmolen en een oliemolen. Later is de molen ook tijdelijk een volmolen geweest.
Vanaf 1909 werd er een houtzaaginstallatie ingebouwd, de molen leverde daarbij ook drijfkracht voor een timmerfabriek. De Opwettense molen heeft het grootste waterrad van Nederland, het rad van de korenmolen heeft een diameter van 9,3 meter.
Langs het meer Enode en de Refelingse Heide werd de spoorlijn Eindhoven-Helmond bereikt en even later overgestoken. Wel moesten we even op een passerende trein wachten. Na oversteek van de spoorlijn dwaalden we door bosgebied Gulberg. We volgden hier een smal (mountainbike) pad waar op de dinsdag geen fietsers worden verwacht. We troffen er echter wel één.
Het Eindhovenskanaal werd bereikt en overgestoken. Deze brug zit elk jaar in een traject van de Kempische Wandel3daagse vanuit Geldrop. We volgden nu het Eindhovens kanaal. De bomen langs het kanaal en ook vele andere bomen tijdens de wandeling hadden een fraaie herfstkleur. We liepen achter sporthal De Kievit, waar de startlocatie van de Kempische 3daagse is, naar het kasteelpark van Geldrop.
We kwamen bij het kasteelpark van Geldrop. Meteen na de Helzekant-ingang hadden we de grote rust. Bij de ingang stond dat ze tot 1 maart alleen in het weekend open zijn. Ze waren dus speciaal voor ons geopend. Na de rust liepen we door de aangrenzende tuin. Daarna liepen we een rondje door de kasteeltuin. We genoten hier van de prachtige herfstkleuren. De zon zou het hier nog veel mooier maken maar we waren al blij dat het droog was.
We volgden de Helze in noordelijke richting tot aan de Kleine Dommel. Daar verlieten we de verharde weg en volgden de Kleine Dommel tot aan het Eindhovenskanaal. We staken het kanaal een eind verderop over via de Hulsterbrug en liepen aan de andere zijde weer terug. Nu liepen we het fraaie pad langs de Kleine Dommel naar de Collse Watermolen. Dit pad lopen we ook elk jaar met de Kempische Wandeldagen.
De Collse watermolen is in de 13e eeuw gebouwd door kloosterlingen. Later werd de molen feodaal bezit van de Hertog van Brabant. De molen was tot de Franse tijd een ban- of dwangmolen. De ingezetenen van een bepaald gebied waren op straffe verplicht hun graan te laten malen op de door de adel aangewezen molen. Nu is de gemeente Eindhoven eigenaresse van de molen.
Het linker-molengebouw is de korenmolen en het rechter-molengebouw is de oliemolen. De olieslaginrichting is in de twintiger jaren verdwenen. In 1997 is een Europese subsidie ontvangen voor de reconstructie van het oliemolengebouw.
De watermolen heeft eeuwenlang een dubbele functie gehad. De voormalige oliemolen heeft tot in het begin van de 20e eeuw olie uit koolzaad geslagen. De koolzaadolie werd gebruikt voor verlichting en het bakken van aardappelen. De korenmolen heeft veel voedergraan, zoals rogge, gerst en haver gemalen. In de jaren 50 stopten de boeren met de teelt van eigen granen. De molen verloor haar functie en kwam stil te staan. De molen wordt nu door vrijwilligers elke zaterdagochtend in bedrijf gesteld voor het malen van tarwe voor bakkers en thuisbakkers.
De watermolen ligt aan een klein riviertje dat ontspringt bij de Belgische grens. Aan de molen is een water- of stuwrecht verbonden, dat de molenaar het recht geeft het water te stuwen. Het verval (hoogteverschil bij de sluizen) bedraagt ongeveer 1 m. Bij het opendraaien van de molensluis komt het waterrad door het opgestuwde water in beweging.
Bij de Collse Watermolen hadden we nog een buitenrust. Dat was natuurlijk een mooie locatie voor een rust. Daarna liepen we, verrassend, naar het hek van de elektriciteitscentrale en volgden een smal pad langs hekwerk. We kwamen op de Molendijk uit die, na kruising van de spoorlijn, overging in de Loostraat. Daarna kwamen we nog langs een kapel en Huize De Collse Waterlelie.
De enige boerderij aan de Loostraat die nog niet tot moderne woonboerderij is verbouwd huisvest tuiniersbedrijf "De Collse Waterlelie". Rond 1880 woonde hier Martien Aarts, keuterboertje en thuiswever. Zoon Piet was spoorwachter bij post 48 aan de Molendijk. Omdat er niet zoveel treinen voorbij kwamen vlocht Piet stoelmatjes in de baas zijn tijd, die hij voor 10 cent per stuk verkocht aan de kerk, als aanvulling op zijn weekloon bij 't spoor.
Kennelijk kwam er weleens een rooi menneke uit Nuenen "wa unne schilder waar" die vader Martien achter het weefgetouw liet poseren. Af en toe kregen ze voor de moeite een tekening, maar als hij weg was gooide Martien ze in de kachel "omdè ze zu lilluk ware", aldus kleinzoon Tini. Dat het rooi menneke Vincent van Gogh was, zult u wel begrepen hebben.
Bij de finish werden de twee parkoersarchitecten gehuldigd. In het eerste deel van de tocht zaten flink wat verharde wegen in. Maar je moet een tocht pas na afloop beoordelen en het was best een aardige tocht geworden.