Westerborpad, Amsterdam-Weesp

Op donderdag 5 april begonnen Coos en on­der­ge­te­ken­de aan het Wes­ter­bork­pad. Op 27 ja­nu­a­ri 2012 was ik bij de officiële opening van het Wes­ter­bork­pad in Hooghalen geweest. Toen heb ik het wan­del­boek­je gekocht.

Nadat wij op het Centraal Station van Am­ster­dam waren gearriveerd begaven wij ons op pad met de Proloog. Hoewel de route officieel bij de Hol­land­sche Schouwburg begint was er een inleidende route van 6 km uitgezet. Deze route slingerde flink door Am­ster­dam.

Als eerste liepen we over het Stationsplein op de plek waar fietsen officieel gestald mogen worden. Er was een gebouw van drie verdiepingen waar alleen maar fietsen gestald waren. Bij de Zilveren Toren staken we de eerste gracht over. in het water lag een watertaxi met de naam Ramses Schaffy.

Na oversteek van de Singel kwamen we door de Brouwersgracht. Hier hadden we zicht op de Lutherse Koepelkerk. We staken de Brouwersgracht over via de Melkmeisjesbrug. We zagen hier echter geen melkmeisjes

Dit gangersbruggetje werd vroeger de Melkmarktsbrug genoemd, naar de melkmarkt op de Brouwersgracht. Toen er vlak bij de brug een zaak kwam met een uithangbord waarop een melkmeisje was afgebeeld werd de naam veranderd in de huidige naam.

We verlieten de Herengracht en via de He­ren­straat kwamen we op de Keizersgracht. Een opvallend gebouw hier was het Huis met de Hoofden. Ook de Keizersgracht werd verlaten. Op de hoek met de Leliegracht stond een oud gebouw van de Eerste Hollandsche Levensverzekeringsbank met twee fraaie muurschilderingen. Net toen we de Le­lie­gracht ver­lie­ten en de Prinsengracht opliepen voer een rond­vaart­boot door de Leliegracht.

We hadden al heel wat mensen gepasseerd. Niet wandelaars die onze route liepen maar toeristen. We hadden nog maar weinig Nederlands gehoord en dat gaf een gevoel alsof je in het buitenland liep. Bij het Anne Frank huis was het ontzettend druk. Er stond hier een lange rij wachtenden.

We kwamen aan de noordzijde bij de Westerkerk. Aan de zuidzijde stond een standbeeld van Anne Frank. Er werd aan de Prinsengracht gewerkt en aan die zijde van de Westerkerk was de doorgang afgesloten. Er stond een heel onduidelijk bord voor wandelaars dat er een omleiding was. Op zich was het wel grappig om al die toeristen het doodlopende pad in te zien lopen om even later ze weer te zien teruglopen. Niemand van de teruglopende toeristen maakten de andere toeristen er op attent dat het pad dood liep.

Toen we van de brug over de Prinsengracht ter hoogte van de Reestraat een foto van de Westerkerktoren maakten, viel ons een herenfiets op waar onder de stang een houten bord met de tekst Juffrouw Splinter opstond.

Juffrouw Splinter verkoopt de leukste bro­can­te, vintage en curiosa aan de Prinsengracht in Am­ster­dam, zoals bro­can­te meubels, oud Frans servies en ook nieuwe woon­ac­ces­soi­res zoals knoppen, lampen en glaswerk.

We kwamen weer uit op de Keizersgracht. Nadat ik later de ingetekende route van deze tocht bekeek, kwam ik er achter, dat we nog langs Res­tau­rant De Struisvogel kwamen. Dit is een onopvallend res­tau­rant en dat viel met deze wandeling ook niet op. Maar ik heb hier een keer met collega's van mijn werk, voor de eerste keer van mijn leven, struis­vo­gel­vlees gegeten.

Via de Wolvenstraat werd de Herengracht weer bereikt. Op de hoek van de Wolvenstraat en de Herengracht was een winkel van Kaldi koffie & thee annex een zithoek om de drank te nuttigen. Hier lieten we ons een Latte Macchiato goed smaken. Het was deze dag een koude dag met in de ochtend temperaturen van rond de vijf graden en hier konden we weer wat opwarmen.

We volgden nu de Herengracht enige tijd. Op de kruising met de Vijzelstraat was op de hoek Hotel Banks Maison gevestigd tegen de gevel waren tweemaal twee houten fietsen gestald met opdruk Banks Maison. Bij het standbeeld van Thorbecke op het Thorbeckeplein verlieten we de Herengracht definitief. Na het Thorbeckeplein kwamen we op het Rembrandtplein. In 2009 was dit plein gerenoveerd en nu was het de eerste keer na de renovatie dat we hier kwamen. Er stonden een paar schilders die hun waar te koop aanboden. In de vorige eeuw heb ik geruime tijd in één van de panden, dat onder andere aan dit plein grensde, mijn werk gehad.

Nu liepen we naar de Amstel en staken deze over via de Halvemaansbrug. Bij het Doelen hotel ver­lie­ten we de officiële route voor een bezoek aan de Ou­de­man­huis­poort. Langs de Klo­ve­niers­burg­wal viel een fraaie gevel, één van de vele, op. Onder de gevel stond de tekst "Laboratorium voor art­sen­ijbe­reid­kunde".

We liepen verder en staken de Groenburgwal over. Vanaf de brug hadden we een fraai uitzicht op de Zuiderkerktoren. Na de Zwanenburgwal kwamen we weer bij de Amstel en zagen nu de Stopera liggen nabij de Blauwbrug. We sloegen af over de Nieuwe Herengracht en kwamen daarop langs Amstelhoven.

Amstelhoven is het centrum van de Protestantse Kerk en Diaconie Am­ster­dam. Al sinds de 17e eeuw werken Kerk en Diaconie hier samen met andere organisaties aan een barm­har­ti­ge en rechtvaardige samenleving. Het gaat daarbij om helpen waar geen helper is: zorgen voor mensen voor wie niemand anders opkomt.

We staken de Nieuwe Herengracht weer over en kwamen daarop bij het Jonas Daniel Meijerplein met daarop het standbeeld van de Dokwerker. Daarachter lag de Portugees Israëlitische synagoge. We liepen door de toegangsdeur van de synagoge voor een foto van de binnenplaats.

We staken de Nieuwe Herengracht opnieuw over en kwamen daarop bij de Hortus Botanicus tuin. Zonder te betalen konden we de toegangszuilen van de tuin aan beide zijden fotograferen. Daarop werd het Wertheimpark bereikt. In dit parkje ligt het kunst­werk "gebroken glas" van Jan Wolkers.

In het jaar 1952 werd er op de Am­ster­damse Oos­ter­be­graaf­plaats een eenvoudige steen geplaatst ter na­ge­dach­te­nis aan Auschwitz. Het monument werd in 1977 ver­van­gen door het Spiegelmonument wat werd geplaatst in het Wertheimpark, ontworpen door Jan Wolkers. Later echter vond men het monument te klein en daarom ont­wierp Jan Wolkers in 1993 een nieuw en groter Spiegelmonument; het huidige. Het monument reflecteert de lucht door gebroken spiegels, omdat deze na Auschwitz nooit meer dezelfde zal zijn.

De tekst bij het monument luidt:
"De ondergang van de joden in Nederland
op 10 mei 1940, de dag van de invasie door nazi-Duitsland,
woonden in Nederland 140.000 joodse mannen, vrouwen en kinderen.

Tussen 15 juli 1942 en 3 september 1944 werden
meer dan 107.000 joden gedeporteerd uit Nederland.
Slechts 5.200 overleefden de Nazi-concentratiekampen en keerden terug.

Auschwitz en Sobibor in Polen waren vernietigingskampen,
hoofdzakelijk opgericht om massamoord te bedrijven.
Van 95.000 joden uit Nederland waren deze kampen de eindbestemming.
Niet meer dan 500 van hen hebben het overleefd.

Auschwitz is het symbool geworden van
de poging tot vernietiging van het Joodse volk.
Dit monument is opgericht ter herdenking van de honderdduizenden,
de miljoenen slachtoffers van rassenwaan.

Dit is een plaats van herinnering en rouw, van schuld en inkeer,
een waarschuwing voor alle generaties in de hele wereld."


Via de Plantage Parklaan werd de Henri Polaklaan gevolgd. Op nummer 9 in deze straat stond een bij­zon­der gebouw, De Burcht.

De Burcht is in 1899 ontworpen en gebouwd door Berlage voor de Algemeene Nederlandsche Di­a­mant­be­wer­kers­bond.

De eerste geslaagde algemene staking in de di­a­mant­in­dus­trie (1894) leidde tot de oprichting van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkers Bond (ANDB). I­ni­ti­a­tief­ne­mers waren Henri Polak (1868-1943) en Jan van Zut­phen (1863-1958).

Polak werd als vakbondsleider en sociaal-democratisch po­li­ti­cus door zijn leden als een heilige vereerd. Jan van Zutphen was de drijvende kracht achter de oprichting van het Diamantbewerkers Koperen Stelen Fonds (KSF) in 1905. Dit fonds besteedde de opbrengst van niet meer voor het slijpen bruikbare koperen stelen plus de door klovers en snijders dagelijks in bussen gedeponeerde centen voor verpleging van aan tbc en andere ziektes lijdende ANDB-leden.

De opdracht voor de bouw van het hoofdkantoor van de ANDB in de huidige Henri Polaklaan 9 ging naar architect Berlage (1856-1934). In 1900 werd De Burcht, geïnspireerd op Italiaanse volkspaleizen, in gebruik genomen. In 1904 maakte de schilder R.N. Roland Holst twaalf muurschilderingen in de grote vergaderzaal.


Onder Polak, zelf bijna 45 jaar hoofdbewoner van De Burcht, werd de 8-urige werkdag ingevoerd. Hij zette zich in voor zijn socialistische ideaal, de verheffing van de ar­bei­ders­klas­se.

Toen we de Henri Polaklaan uitwandelden, kwamen we op de Plantage Kerklaan uit. Hier was een ingang van Dierentuin Artis. We kwamen uit op de Plantage Mid­den­laan en meteen zagen we de Hol­land­sche Schouw­burg liggen, een groot wit gebouw. We liepen het gebouw in en keken wat rond op de binnenplaats. We hadden de eerste 6 km van deze dagwandeling in twee uur en een kwartier afgelegd.

Tot dit punt was de routebeschrijving uitstekend geweest. Elke afslag werd vermeld. Daar kwam met de vervolgroute verandering in. Als eerste om­schrij­ving stond nu dat we langs monument en Sint Jacob verzorgingstehuis moesten komen. Maar daartoe moest eerst de Plantage Kerklaan worden overgestoken en dat stond nu niet vermeld.

We volgden nu de Plantage Middenlaan en kwamen daarbij langs de dierentuin Artis en monument Sint Jacob. We staken de Plantage Muidergracht over en bereikten bij het Alexanderplein de Muiderpoort en even later het Koninklijke Instituut voor de Tropen.

Daarna kregen we met het Oosterpark wat natuur voorgeschoteld. Na het Oosterpark kwamen we langs het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, een ziekenhuis. We besloten de kantine van dit ziekenhuis met een bezoek te vereren. Onder het genot van een kop zeer warme koffie aten we enige meegenomen boterhammen op.

We vervolgden ons pad weer. De weg Oosterpark ging over in de Beukenweg. Later werd dit Ma­ritz­straat, Krugerplein en Schalk Burgerstraat. We sloegen af, de Transvaalstraat in. Op het Trans­vaal­plein stonden drie afbeeldingen van bronzen mie­ren­e­ters.

Via de Paardekraalstraat, de Pretoriusstraat, de Linnaeusstraat en het Oetewalerpad werd het NS station Am­ster­dam Muiderpoort bereikt. Op het Oosterspoorplein stond een Joods Monument. Dit was een tekstmonument dat zich alleen duidelijk liet zien door de tekst tegen de lucht te zien afgebeeld. De tekst luidde: "Vanaf dit station zijn tussen 3 oktober 1942 en 26 mei 1944 ruim elf­dui­zend joden naar het doorgangskamp Westerbork weggevoerd. De meesten zijn vermoord in de ver­nie­ti­gings­kam­pen in Midden-Europa".

Bij de polderweg liepen we door een tunnel onder de spoorlijn Am­ster­dam-Amersfoort. Elke beschikbare plek van de muren van deze tunnel was beschilderd. We kwamen bij de Ringvaart Watergraafsmeer en volgden deze.

Vlak voor het Flevopark lag langs de Valentijnkade een oude Joodse begraafplaats, die niet meer werd onderhouden. Dat was te zien aan de talrijke scheve grafstenen en verderop door het overwoekerde gras. Bij de Ooster Ringdijk stonden een paar oude huizen. De officiële route ging hier over een oude zelfbedieningspont uit 1896. Het leek hier echter particulier terrein en iets verderop stond een markering waarop we besloten hier even de route voor mensen met een fysieke beperking te volgen.

We kwamen bij de Westelijke Merwedekanaaldijk langs het Am­ster­dam Rijn kanaal en liepen onder de Zeeburgerbrug door. Even verderop liepen we onder de Nesciobrug door.

De Nesciobrug is genoemd naar de schrijver Nescio. Deze 780 meter lange brug is de langste fiets- en voet­gan­gers­brug van Nederland. De brug verbindt Am­ster­dam en Diemen met IJburg via de Diemerzeedijk. De gemeente Diemen heeft zich altijd verzet tegen de ontwikkeling van IJburg. Mede daardoor ligt de brug niet op het grondgebied van Diemen, maar op dat van Am­ster­dam. Hoewel de brug op 9 april 2006 werd opengesteld voor voetgangers was het wegdek echter nog niet klaar. Daarop werd de brug 3 weken later tijdelijk gesloten en weer opengesteld op 7 juni 2006. De brug werd genoemd naar de prozaschrijver Nescio. Deze schrijver maakte in het begin van de 20e eeuw- met zijn vrienden lange wandelingen op de Diemerzeedijk. Nescio vertelde daarover in zijn werk. De brug wordt ook wel vanwege zijn vorm de 'Palingbrug' genoemd.

Bij een oud tolhuisje, net op het grondgebied van Diemen, werd het Am­ster­dam Rijnkanaal verlaten. Net voor dit tolhuisje of eigenlijk in de tuin van het tolhuisje stond een oude grenspaal.

Deze grenspaal van de stad Am­ster­dam werd waarschijnlijk geplaatst in 1896. Bij wet van 20 maart 1896 werd namelijk o.a. een gedeelte van de gemeente Diemen toegevoegd aan het grondgebied van de hoofdstad.

De grenspaal werd bij wegwerkzaamheden door de huidige eigenaar van de dienstwoning Ouddiemerlaan 553 in het talud van de Kanaaldijk aangetroffen. Door de paal op eigen grond te plaatsen bleef de paal op deze grenslocatie bewaard.


De zwartgeschilderde giet­ij­ze­ren grenspaal bestaat uit een ronde, enigzins versmallende stam en bredere, cilindrische kop met flauwe punt. In de stam is het stadswapen van Am­ster­dam meegegoten. De kop, met een diameter van circa 35 cm, bevat de meegegoten tekst "KOM der GE­MEEN­TE AMSTERDAM". Daaronder wijst een op­ge­schroef­de pijl richting hoofdstad. De paal steekt ongeveer 75 cm boven het maaiveld uit, maar zal in het totaal mogelijk enkele meters lang zijn.

De grenspaal is van algemeen belang uit cul­tuur­his­to­risch oogpunt als zeldzaam geworden voorbeeld van een gietijzeren grenspaal uit de late 19de eeuw. De paal is bovendien uit cultuurhistorisch oogpunt van algemeen belang als een van de zeer zeldzame (waarschijnlijk twee) nog in situ (oorspronkelijke staat) aanwezige grenspalen van de hoofdstad Am­ster­dam.


Nu liepen we over paden langs de aan en afvoer wegen van verkeersplein Watergraafsmeer. Hier komt de A1-snelweg uit op de A10-snelweg. We volgden de Ouddiemerlaan nu verder tot aan NS station Diemen. Vlak voor de spoorlijn brachten we nog een bezoek aan de Nederlands Israëlitische begraafplaats. Op één van de grafstenen stond dat de persoon was overleden op 4 mei 5674.

Het joodse jaar is geen zonnejaar (365 dagen) maar een maanjaar (354 dagen), dat volgens de omloop van de maan berekend wordt. Het jaar is ingedeeld in twaalf maanden en iedere maand begint met nieuwe maan. Het jaar 5674 komt ongeveer overeen met 1914.


De Nederlands Israëlitische begraafplaats aan de Oud­die­mer­laan 146 bestaat uit vier onderdelen: be­graaf­plaats, woning, bergplaats en Metaheerhuis (lijkenhuis). De be­graaf­plaats werd aangelegd in 1913-1914 naar architect E.M. Rood. Vanaf 1914 tot 1940 werden ongeveer 500 mensen per jaar begraven. Het ging om overwegend Joden uit de lagere bevolkingsgroepen. Het terrein werd door een spoor­weg­door­snij­ding in 1925-1928 gesplitst. Op het oostelijk deel werd in 1931 een Metaheerhuis (of lijkenhuis) gebouwd. Na 1945 bleef de begraafplaats in gebruik. Tot op heden vinden er enkele begravingen per jaar plaats.

We wilden deze dag naar station Weesp lopen en daarom vervolgden we onze route over de Oud­die­mer­laan. Vanwege werkzaamheden was deze weg nabij de Sint Petrusschool afgesloten, ook voor wandelaars. Wij wisten ons echter door een hek­werk heen te wurmen. Daar hadden we beslist geen spijt van. Want anders waren we niet langs gebouw De Omval gekomen waar ook theater Blauw in is gevestigd. In de kantine lieten we ons hier twee glazen Latte Macchiato goed smaken. De laatste boterhammen werden hier ook veroberd.

Aan het eind van de Ouddiemerlaan kwamen we uit op de Muiderstraatweg. Aanvankelijk liepen we hier aan de linkerzijde van de weg. Maar aan de overzijde konden we fraai langs de Weesper Trekvaart lopen. Bij een wapperende vlag met het wapen van Diemen moesten we de Muiderstraatweg weer oversteken omdat aldaar het voet- en fietspad ophield.

Na oversteek van het riviertje Diem bleven we de Muiderstraatweg volgen. Verderop sloe­gen we bij een parkeerplaats af en volgden nu een pad door het Diemerbos. Daar waar het Diemerbos over ging in het Telegraafbos ontwaarden we tussen het riet een zelfbedieningspontje dat we echter links lieten liggen. We volgden nog een traject van de Boe­ren­land fietsroute.

Nabij Knooppunt Diemen liepen we onder de A9-snelweg door. We kwamen opnieuw bij het Am­ster­dam Rijnkanaal en staken deze nu wel over. nu via de spoorbrug. We bleven de spoorlijn nu tot aan NS station Weesp volgen.

We kwamen bij het station om 17:20 uur aan. Coos, die voorop liep, had gezien dat de eerste doorgaande trein naar Utrecht om 17:42 uur vertrok. Ik stelde voor om de trein van 17:22 uur te nemen en dan in Naarden Bussum over te stappen. Dat bleek een goede gok, want daardoor waren we 18 minuten eerder in Utrecht. Op NS station Driebergen-Zeist dineerden we eerst nog alvorens we ons huiswaarts begaven.

Het was een hele aardige tocht geworden. Bij deze tocht gaat het niet om de mooiste bosplekjes in Nederland. Het is in principe meer een bezinningstocht over het leed dat aan de Joden in de tweede wereldoorlog is aangedaan.


Henri Floor