Op dinsdag 20 maart 2012 organiseerde OLAT de Gat van Waalre tocht. De start was vanuit Paviljoen Genneper Parken te Eindhoven. Met het openbaar vervoer bereikten wij deze lokatie in 2 uur. Om 10 uur was de start. Over de Antoon Coolenlaan liepen we eerst langs IJssportcentrum Eindhoven en de eerste Eindhovense Pony Manage.
De Eerste Eindhovense Pony Manage is gevestigd in een langgevelboerderij. De boerderij is gebouwd tussen 1870 en 1880. In 1965 is deze door de gemeente Eindhoven gekocht.
We volgden de Genneperweg en kwamen daarbij langs Hoeve Velddoorn.
De Hoeve Velddoorn is gebouwd in 1928. Het is een
kortgevelboerderij, die is ingericht voor veeteelt. Het
Dommeldal bood hiervoor de weidegronden. Uit de ligging in het landschap is het verklaarbaar dat de stallen achter het woonhuis zijn gesitueerd en niet ernaast zoals bij het traditionele langgeveltype. De boerderij laat de overgang
zien tussen de traditionele langgevelboerderij met alle functies onder één dak naar de moderne boerderij met een apart woonhuis. Het woongedeelte vertoont dan ook gelijkenis met de woonarchitectuur van omstreeks 1930.
We liepen onder de A2/A67 snelweg door. We zetten nu koers naar bosgebied en heidegebied De Meelberg. Even later werd een groot meer bereikt. Dit was het Gat van Waalre waarnaar deze tocht ook genoemd is. We troffen het deze dag. Er was veel zonneschijn. Daardoor steeg de temperatuur naar waarden rond de 16 graden en op beschutte plekken werd het rond de 20 graden.
We naderden Waalre over de Heistraat. Langs de kant van de weg stond een oud huis, dat nog wel bewoond was, maar verder helemaal verwaarloosd was. Aan de voorkant van het huis van een raam kapot.
Bij restaurant de Oude Wagen was de eerste buitenrust. Deze was gelegen nabij de Willibrorduskerk te Waalre. Door de hoofd-organisator werd ik geattendeerd op het graf van Antoon Coolen, die hier in 1961 werd begraven. Toen ik uitgefotografeerd was en van de aangeboden rust gebruik wilde maken, liep de groep weer verder. En omdat, net als in het verleden bij Euraudaxtochten, de meeste wandelaars geen routebeschrijving krijgen, moest ik wel verder lopen.
De Willibrorduskerk is een provinciaal herdenkingsmonument voor de Brabanders die in de tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. Het oudste deel van de huidige kerk stamt uit de 12e eeuw en is gebouwd van tufsteen (verharde vulkanische as met grofkorrelige stukjes basalt en leisteen).
We verlieten Waalre. De eerste doorkomstplaats was nu buurtschap Timmereind, spoedig gevolgd door buurtschap Loon. Hier was nog een echte ouderwetse brink.
Een brink is een open ruimte, die in of aan de rand van een dorp is gelegen. De boerderijen liggen op een losse, onregelmatige wijze rondom de brink gegroepeerd. Vroeger werd de brink gebruikt om het vee te verzamelen, voordat het ‘s avonds de stal in werd gedreven om mest te vergaren. Tevens was vaak een dobbe aanwezig, die fungeerde als drinkplaats, bluswatervoorziening en als wasplaats.
Verderop, nabij buurtschap Heikant liepen we over de Gildebosweg. Hier vielen de akkers op door de verbouwing van asperges.
Daarop werd het Meertjesven bereikt. Hier was de tweede buitenrust. Doordat ik aardig achterop was geraakt door het maken van foto's en ook het Meertjesven wilde fotograferen, bleef daarna niet veel tijd over voor een rust, want de groep zette zich weer in beweging.
De gemeentebossen van Waalre zijn 380 ha groot en sluiten aan bij die van Vakenswaard. Hier liggen vele vennen en vennetjes zoals het Vlasrootven, het Raadven en het Meertjesven. Het padennet in deze bossen verloopt vrij grillig en sluit aan bij dat in enkele kleinschalige landbouwgebieden in de omgeving van Loon en Timmereind hetgeen bijdraagt aan de belevingswaarde
We kruisten de drukke N69. Nu dwaalden we door bosgebied van de Eindhovense golfclub naar de Tongelreep. Daarbij passeerden we een paar bordjes met Verboden Toegang. Later hoorden we dat toestemming was verkregen van de golfclub om door dit bosgebied te lopen.
De Tongelreep ontspringt in Belgisch Limburg. Het riviertje mondt uit in de Dommel in het Eindhovense stadspark. Het dal van de Tongelreep is net als de andere Brabantse beekdalen voedselrijk. De beekdalen zijn het eerst in cultuur gebracht en hebben van oudsher grote betekenis voor de landbouw gehad.
Nadat we het bosgebied hadden verlaten liepen we over de weg De Hurken langs landgoed De Hurken naar buurtschap Achtereind. Daarbij kruisten we opnieuw de Tongelreep. In buurtschap Achtereind kwamen we langs de fraaie en witgekleurde Achtervoortse Hoeve en iets van de route af de Riet Hoeve.
Hoewel wij niet in de directe omgeving wonen, kwamen verschillende trajecten ons heel bekend voor. Het bleek dat we trajecten van de NS-wandeling Tongelreep volgden. Deze NS-wandeling had ik met mijn liefhebbende vrouw Coos op 14 september 2010 gelopen.
Door bosgebied werd nu koers gezet naar het fraaie Meeuwven.
Het Meeuwven is een van de vele vennen in de Kempen. Men vermoedt dat de vennen na de laatste ijstijd zijn gevormd door de wind. Door het ontbreken van een aaneengesloten plantendek werd in droge tijden veel zand weggeblazen. Er ontstonden afwisselend zandruggen en laagten. Toen zo’n 10.000 jaar geleden het klimaat milder werd, vulden de laagten zich met water en raakten de zandruggen begroeid met natuurlijk bos. De door de mens veroorzaakte verstuivingen in de late Middeleeuwen hebben de zandruggen soms verder opgehoogd. Ook de heuveltjes bij het Meeuwven zijn het resultaat van zandverstuivingen.
Nu was het niet ver meer naar de café rust. Deze was gelegen in restaurant
de Hut van Mie Pils. Klik HIER voor uitgebreide informatie over de geschiedenis van de Hut van Mie Pils. Vanwege de vele zonneschijn wilde ik aanvankelijk binnen zitten. Maar binnen zat geen sterveling. Des te drukker was het op het terras. Op het terras zat al een groep ouderen. Met een uitstapje van de Zonnebloem waren ze met hun rolstoelen vanuit Huize Eikenburg gekomen met begeleiders er daar gingen ze later weer naar toe terug. Wij zouden met de wandeling ook nog langs Eikenburg komen. De groep uit Eikenburg bestond uit ongeveer 40 man en onze wandelgroep telde een kleine 70 man. Het duurde dan ook een hele tijd voordat wij bediend werden.
Verder liepen we nu door bosgebied naar Aalst. We liepen door de noord-oost kant van Aalst. Vanaf de Hut van Mie Pils tot aan Eikenburg fotografeerde ik niet zoveel. Enerzijds was er niet zo veel te fotograferen en anderzijds raakte ik aan de praat met de verst wegkomende deelnemer (uit Barchem).
Bij het opleidingscentrum van de Regionale brandweer, nabij knooppunt Leenderheide, werd de A2/A67 gekruist. Daarop werd Huize Eikenburg bereikt, een rooms katholiek centrum voor ouderen met een groot park er omheen. Eerst kwamen we langs de kerk en daarna bij het huis zelf, voor zover je van huis kan spreken.
In 1894 kochten de Broeders van Liefde de Heihoef met kapel en enkele boerderijen van de Paters Redemptoristen. Op het voormalig landgoed van jonkheer Van der Beken Pasteel (1789-1864) bouwden de broeders vanaf 1895 achtereenvolgens enkele nieuwe vleugels voor het pensionaat en de school en een nieuwe kapel (1923). De Kapel werd toegewijd aan O.L.-Vrouw van Altijddurende Bijstand. De kapel heeft een kruisvormige hoofdmassa en een samengesteld schilddak doorsneden door een zadeldak. In de topgevel is in geglazuurde tegels een voorstelling van de gekruisigde Christus aangebracht.
De architecten zijn A. van de Vijvere (oudste gedeelte) en H.C. Bonsel. De naam van het complex werd rond 1900 gewijzigd in Eikenburg. Het ruiterstandbeeld, voorstellende St.-Joris met de draak is gemaakt in 1909 door J. Custers in neogotische stijl. Sinds 2001 staat het complex (hoofdgebouw, kapel en standbeeld) op de rijksmonumentenlijst als een voorbeeld van een internaat rond 1900.
Na een meertje op het park Eikenburg werd de Aalsterweg bereikt en bij stoplichten overgestoken. Achter motel Eindhoven werd de Tongelreep weer bereikt. Deze volgden we fraai naar de finish. Zowel op de heenroute als vlak voor de finish hadden we uitzicht op de watertoren van Eindhoven.
Deze watertoren is in 1970 gebouwd. De watertoren is ruim 43 meter hoog. De watertoren heeft drie bolvormige waterreservoirs. Met 1500 m³ behoort deze watertoren tot de grootste watertoren van Nederland.
Van medewandelaars hoorden we, dat bij deze tocht verhoudingsgewijs vrij veel verharde wegen in het parkoers zaten ten opzichte van andere dinsdagtochten van de OLAT. Toch was het een hele aardige tocht geworden en wij danken de parkoersbouwers en de organisatie dan ook hartelijk voor deze tocht.
Boven in dit verslag zitten een aantal buttons.
Deze staan hier niet alleen voor de versiering.
Onder elke button zit een link.
Klik
HIER voor een uitgebreide verklaring van de links.