Foto's na afloop van de tocht alle foto's in het klein van de tocht diavoorstelling foto's nabestellen Picasa de ingetekende route zoals deze op www.afstandmeten.nl staat Terug naar de homepage van Henri Floor met RS80 vanuit Voorschoten

met RS80 vanuit Voorschoten

langs de Vliet 
in wijk Starrenburg 
van Voorschoten Op zaterdag 3 maart 2012 organiseerde RS80 een 25 km tocht vanuit Voorschoten. De startlocatie was vanuit Vereniging Buurthuis Bloemenwijk Bosch­geest. Toen wij even na half negen bij de start arriveerden was het al behoorlijk druk. Ook was het behoorlijk warm en we besloten dan ook buiten de start af te wachten. Van de vorige RS80 tocht kon­den wij ons herinneren dat de leden van een Zoe­ter­meer­se vereniging, die allen een lichtgroen jasje dra­gen, op de foto werden gezet. Het leek ons aar­dig om daar deze keer ook een foto van te maken als zij zich weer als groep zouden opstellen.

Nadat rond vijf minuten voor negen de meeste wan­de­laars gestart waren, gingen wij de start­lo­ca­tie weer naar binnen en schreven ons in. Eigenlijk wil­den we ook nog een kop koffie drinken, maar de wachtrij was nog behoorlijk lang en toen we bijna aan de beurt waren, moest er nieuwe koffie gezet worden. Daarop besloten we maar zonder de koffie te starten.

Na de start dwaalden we eerst door de wijk Starrenburg. We kregen uitzicht op de Vliet en zagen een kano met 3 roeiers voorbij varen. Verderop dwaalden we door de wijk Vlietwijk. Net toen we de Vliet via de Vlietbrug wilden oversteken ging de brug omhoog en moesten we op een passerend vrachtschip wachten. Aan de overzijde van de Vliet voerde ons pad langs de jachthaven. Over het Karperpad en het Vinkepad werd koers gezet naar de A4-snelweg. In de bocht van de Hofvlietweg stond een houten kruisje met de tekst "onze lieve Jaap".

Door een tunnel onder de A4-snelweg vervolgden we ons pad en kregen nu uitzicht op de Meerburger Wetering en de " Zelden van Passe" molen.

met RS80 vanuit Voorschoten

de Zelden van Passe molen 
te Zoeterwoude Geschiedenis Zelden van Passemolen
Onder de molenaars wordt deze molen de ‘Westeinder’ ge­noemd. Het is een forse molen met grote woonruimte en een ingebouwd scheprad.
De polder is ontstaan na een vonnis van dijkgraaf en hoog­heem­ra­den van Rijnland van 16 november 1641, waar­bij een negental poldertjes werd samengevoegd om door één molen te worden bemalen. De molen werd in de jaren 1645 en 1646 gebouwd door ‘Adriaen Jacobszn Butterma, mees­ter­mo­len­ma­ker omtrent Bodegraven’ en deze bouwde de molen zó solide in eikehout, dat de molen nog altijd hecht en sterk is; waaruit blijkt dat de 17e eeuwse molenmaker zijn vak verstond. De bouw­kos­ten bedroegen ƒ 8.136,00; de tras kwam uit Dord­recht, het riet uit Burgerveen. De molenmaker werd betaald nadat het werk in orde was bevonden door de ‘fabryck der Stadt Leyden en andere meesters’.
De molen was oorspronkelijk een binnenkruier, had dus de krui-inrichting in de kap. Dit toestel vereist enige ruimte, vandaar dat de molen een wat gedrongen vorm heeft. Ver­moe­de­lijk is de verbouwing tot buitenkruier al vroeg uit­ge­voerd.
In de molen bevindt zich een houten gangwand, waarin door inkerving is aangegeven, dat vier molenaars Kerkvliet van 1771 tot 1915 en vervolgens molenaar Willem Borst de molen hebben bemalen.
De ‘Westeinder’ was een van de seinmolens van het Hoogheemraadschap van Rijnland.
De Rijnlandse Molenstichting kocht molen en molenaarshuis in 1962, waarna de firma J. de Gelder te Oegstgeest spoedig tot algeheel herstel overging. Toen de stichting de molen kocht, was hij een steen de aanstoots voor de velen, die de Rijksweg 4A bereden, nu is de molen een parel aan de kroon van de Rijnlandse Molenstichting.

met RS80 vanuit Voorschoten

langs de Zuidbuurtsewetering 
te Zoeterwoude Dorp
Over de Burgemeester Detmersweg werd Zoe­ter­wou­de Dorp bereikt. We dwaalden wat door het dorp om uiteindelijk op de Zuidbuurtse We­te­ring uit te komen. Hier liepen we langs een molen zonder wieken naar Kaasboerderij Rustdam. Op weg hier naar toe troffen we talrijke wandelaars die voor ons liepen en die we nog niet hadden gezien. Bij de verzorgingspost zagen we langs een water een ooi­e­vaar staan. Het leek alsof het geen echte ooievaar was.

Na de kaasboerderij Rustdam liepen we dus een traject tegengesteld en volgden de Zuidbuurtse we­te­ring door het dorp naar de grote dorpskerk. Talrijke huizen weerspiegelden fraai in het dood­stil­le water. Aan het eind van de Zuidbuurtse wetering volgden we de Noordbuurtsewetering het dorp uit naar de Bur­ge­mees­ter Detmersweg.

Na kruising met de A4-snelweg kregen we uitzicht op het voormalig Klooster Mater Dolorosa. Later konden we het voormalige klooster ook nog van de Kruisherenweg en de Vrouwenweg bewonderen.

met RS80 vanuit Voorschoten

Pieterskerk aan de Pieterskerkhof 
te Leiden Het voormalige klooster Mater Dolorosa heeft thans de naam Huize Weipoort. In 1926 werd dit Kruisheren Kloos­ter gebouwd. In de zestiger jaren werd het bevolkt door verstandelijk gehandicapten die katholiek geboren waren. Later werd het opgekocht door een stu­den­ten­huis­ves­ter. Nu wonen er studenten.

We liepen nu Leiden in. Nabij NS station Leiden Lammenschans hielden we een rust in een bushokje. Een wachtende dame melde dat er al talrijke mensen met een roze briefje (de routebeschrijving) voorbij had zien lopen. We liepen verder en kwamen langs de de Petruskerk. We staken de Zoe­ter­wou­de­se­singel over en liepen nu het centrum in. Bij de Pie­ters­kerk aangekomen besloten we ons zelf te trakteren op een rondje om de kerk. Het bleek dat alle toegangsdeuren van de kerk op slot waren.

De Pieterskerk is al van ver te zien. Volgens sommigen was de toren (in de zestiende eeuw nog zo'n 100 meter hoog) vroeger zelfs vanaf de Noordzee te herkennen, vandaar de naam 'Coningh der See'. Ook nu nog is het gebouw hét ijkpunt van Leiden. De kerk die er nu staat is een zogeheten laatgotische kruisbasiliek. Dat houdt in dat de kerk is gebouwd in de vorm van een kruis, waarbij het lange gedeelte van de kerk het schip wordt genoemd en het dwarsgedeelte het transept. Het transept vormt ook de scheiding tussen het schip en het koor, het gedeelte van de kerk waar zich bij katholiek gebruik het hoofdaltaar bevindt.

met RS80 vanuit Voorschoten

langs de Weddesteeg 
te Leiden Ook kwamen we nog langs het geboortehuis van Rembrandt van Rhijn. Na molen de Put en de Mors­poort werd het centrum van Leiden weer verlaten.

Wie in de zeventiende en achttiende eeuw Leiden naderde vanuit het noordwesten, maakte geen prettige entree. Buiten de Morspoort hingen de lichamen van te­recht­ge­stel­de mannen en vrouwen aan de galg op het galgenveld. Niet voor niets heet de Rijn hier Galgewater.
De Morspoort gaf toegang tot de stadswijk die rond 1611 tot stand was gekomen. Het was oorspronkelijk een dras­sig, moerasachtig gebied met klei-afzettingen (‘morsch’ betekent moeras). De oude naam van de te­gen­woor­di­ge Morsstraat, de Kleiweg, herinnerde nog aan dit vroegere landschap.
Destijds stond de Morspoort in de omwalling van de stad. Aan de stadszijde liep een binnenvestgracht. In de poort zijn nog duidelijk de sleuven in het metselwerk te zien waardoor de valdeuren of -hekken naar beneden vielen. Aan beide zijden van de doorgang bevinden zich de ruimtes die bestemd waren voor de poortwachters.

Even voor de grote binnenrust kregen we nog uitzicht op molen d'Heesterboom, die fraai in het water weerspiegelde. Na de rust bij FC Boshuizen liepen we langs een standbeeld van een man die wijdbeens zat. Voor Huize Ter Wadding sloegen we af en volgden de Korte Vliet.

met RS80 vanuit Voorschoten

Huize Ter Wadding 
te Voorschoten Huize Ter Wadding werd in opdracht van Willem van Noort uit Leiden, lakenverver van beroep, omstreeks 1770 gebouwd.
In 1860 werd op het dak van Ter Wadding het klok­ken­to­ren­tje geplaatst. Dit klokkentorentje was af­kom­stig van de buitenplaats Adegeest te Voorschoten, die dat­zelf­de jaar was afgebroken. De naam Ter Wadding is vermoedelijk ontleent aan een doorwaadbare plaats (wedde) in de iets verderop gelegen Oude Rijn.
Vanaf 1964 heeft Ter Wadding leeg gestaan en in 1970 werd het huis eindelijk, na een leegstand van 6 jaar, door de voormalige eigenaresse mevr. A.E.S.R. Insinger aan de provincie verkocht. De provincie heeft het ge­bouw grondig gerestaureerd, hierna werd het huis door Provinciale Waterstaat, afdeling Rijnstreek Zuid, als kantoorpand in gebruik genomen.
Eind 2005 is Ter Wadding door de provincie, i.v.m. een noodzakelijke en grootschalige op komst zijnde re­no­va­tie, aan de gemeente Voorschoten verkocht. De gemeente Voorschoten heeft Ter Wadding direct daarna weer doorverkocht aan projectontwikkelaar Menno Smitsloo uit Oegstgeest . Smitsloo zal de renovatie voor zijn rekening nemen en er voor zorgen dat Ter Wadding weer een passende functie zal krijgen. Het achter Ter Wadding gelegen 2,5 ha bos is niet door de gemeente Voorschoten verkocht en zal vermoedelijk z’n openbare functie blijven behouden.

met RS80 vanuit Voorschoten

kunst nabij NS Voorschoten De Vink
Verderop liepen we nog langs het wandelbos Ter Wadding. Nu volgden we een tijdlang een spoorlijn en kwamen daarbij langs NS station De Vink. Voor het station stond een groot kunstwerk waarin een gezicht te herkennen was.

Verderop kwamen we nog langs volkstuinen van Voorschoten. We lieten ons een meegenomen ap­pel­tje goed smaken op een bank langs de kant van ons wandelpad. Even voor NS station Voorschoten was een voormalige kinderboerderij ten prooi gevallen aan luxe nieuwbouw.

Na NS station Voorschoten werd niet de kortste weg naar de finish gevolgd. Vlak voor de finish kwamen we nog langs een Jeu de Boulles baan waar volop gebruik van gemaakt werd.

In Voorschoten bestaat een jeu de boulesvereniging, de Club de Petanque ‘De Six Prêt’. De vereniging is opgericht als onderdeel van de buurtvereniging Bloemenwijk Boschgeest, met destijds een ge­bouw aan de Sixlaan. Daarvan komt ook de naam van de jeu de boulesvereniging, 'de pret van de Six(laan)'.

met RS80 vanuit Voorschoten

boerderij Rodenberg 
te Voorschoten Om aansluiting te krijgen bij de Nederlandse Jeu de Boules Bond (NJBB) bleek het noodzakelijk een aparte vereniging te stichten met eigen bestuur, financiën, sta­tu­ten en huis­hou­de­lijk reglement. Oprichtingsdatum: 4 april 1982.

Nadat het buurthuis een nieuw gebouw kreeg, het huidige activiteitencentrum 'De Boschbloem', verhuisde de jeu de boulesvereniging mee en werd medebewoner van ‘De Boschbloem’ aan de Baron Schimmelpenninck van der Oyelaan. Het banencomplex van De Six Prêt ligt mo­men­teel direct ten zuiden van ‘De Boschbloem’. Het complex is in 2003 geheel vernieuwd en uitgebreid tot 16 banen in de variatie van grof naar fijne steenslag.

Het ledental van de vereniging schommelt momenteel rond de 90. Naast het bestuur van vijf leden, heeft de vereniging een aantal commissies om de vele taken te spreiden. Het verenigingsleven is druk. Er wordt viermaal per week ge­speeld en een groot aantal interne toernooien ge­or­ga­ni­seerd. De laatste jaren heeft het gezelligheidsaspect binnen de vereniging wat meer de overhand gekregen.

Na een kleine zes uur werd rond drie uur de finish bereikt. Coos zat hier al drie kwartier op mij te wachten. Het IVV-nummer was 11368. Er waren 574 deelnemers.
naar de top van deze pagina

Henri Floor