Waterliniepad, trajekt: Nieuwegein-Culemborg.
Op 29 april 2009 vervolgden we ons pad. Voor deze dag stond tijdens de wandelroute geen kopje op de kaart ingetekend. We besloten daarom deze dag dan ook weer tijdig te starten. Met de trein reden we naar Utrecht en vandaar verder met de bus naar Nieuwegein naar de Buys Ballotbaan. Daar waren we de vorige dag geëindigd.
Het weer was nu gelukkig anders als waarop we de wandeling de vorige dag hadden beëindigd. De voorspelde mist was vrijwel opgetrokken en de zon scheen al heel aardig. We verlieten de wijk Plettenburg en kwamen daarop in buurtschap Het Klooster. Dit ligt op een splitsing bij het Amsterdam-Rijnkanaal ter hoogte van de Plofsluis.
In de Plofsluis (in de volksmond Betonnen Blok) zat puin en een dunne bodem die van springstof was voorzien. In de oorlog kon men, in geval van nood, de deuren dicht doen, de bodem laten ploffen en zo het puin in de sluis storten en het Amsterdam Rijnkanaal afsluiten voor de scheepvaart. De Plofsluis of plofduiker is tussen 1937 en 1940 als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie aangelegd op de splitsing van het Amsterdam-Rijnkanaal en het Lekkanaal. Het idee was dat door het opblazen van de bodem van de sluis de 40.000 ton stortsteen die erin was opgeslagen in één keer het kanaal kon versperren. Tevens zou het voorkomen dat het water uit onder water gezette gebieden via het kanaal zou wegstromen. De plofsluis heeft nooit dienst gedaan. Toen de Duitsers in 1940 ons land binnenvielen was de constructie nog niet gereed. Voor de scheepvaart was de plofsluis tot in de jaren zeventig een obstakel. Daarna is het kanaal verbreed en konden de schepen er omheen varen.
Het Amsterdam-Rijnkanaal, gegraven tussen 1930 en 1952, is een van de drukstbevaren Nederlandse waterwegen.
We staken het Lekkanaal over en vervolgden verderop het Amsterdam-Rijnkanaal tot net voorbij de A27-snelweg. Daar sloegen we af en volgden een doodlopende asfaltweg parallel aan de A27.
We kwamen uit bij de Schalkwijkse wetering en volgden deze nu een tijdlang over een graspad. Bij een huis dat aan de Schalkwijkse wetering lag, maakten we een omtrekkende beweging. Daarna ging het pad over in een asfaltweggetje. Bij een zijkanaaltje, het Inundatiekanaal van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, stond een zitbank. We besloten hier een rust te nemen onder het genot van een prachtig uitzicht op voornoemd kanaal. Er kwam een auto langzaam aangereden met aanhangwagen en stopte net voorbij ons langs de kant. Uit de aanhangwagen werden hengels en andere attributen gehaald om rustig te kunnen gaan vissen.
We vervolgden ons pad langs het Inundatiekanaal over opnieuw een graspad. In de verte zagen we op ons pad een zwaan en talrijke ganzen zitten. Maar toen we naderbij kwamen vlogen ze gelukkig weg.
We zagen het Werk aan de Waalse Wetering opnieuw in de verte liggen. Eerder zagen we dit ook al vanaf de Schalkwijkse wetering. Langs de kant zagen we verschillende malen trotse eenden met een kroost voorbij zwemmen. In het plaatsje Tull en 't Waal kruisten we een weg en vervolgden ons graspad langs het Inundatiekanaal. Opnieuw troffen we een weg aan de rand van Tull en 't Waal.
Nu kwamen we bij het Werk aan de Korte Uitweg.
Dit fort was eigenlijk een aarden verdedigingswerk aangelegd in de jaren 1871 en 1874. In 1876 is men gaan bouwen aan de kazerne zoals hij er nu staat. In die zelfde tijd is er achter de kazerne ook nog een remise gebouwd.
Dit fort had als taak de lange Uitweg en een gedeelte van de Lekdijk de verdedigen. Ook moest het fort het nabij gelegen Werk aan de Waalse Wetering ondersteunen. Het ging met name om het gebied ten noorden van de Achterdijk. Rond 1885 was het fort bestemd voor een bezetting van bijna 160 manschappen. Deze manschappen hadden zo'n 12 stukken geschut tot hun beschikking.
Het hekwerk stond open zodat we het terrein betraden. Er stonden stoeltjes op een terras, waardoor de kans op koffie drinken voor ons heel aannemelijk was. Na een bocht zat een groep beeldende kunstenaars koffie te drinken. We vroegen of we hier koffie konden drinken. Zij boden ons een kop koffie aan. We bekeken wat uitgestalde beelden. Normaliter waren zij niet open. Maar de volgende dag, op koninginnedag zouden ze wel open zijn.
Nu volgden we de gedekte gemeenschapsweg tussen Lunet aan de Snel en Het Werk aan de Korte Uitweg. Dit was een asfaltweggetje met een dijk tussen de asfaltweg en het inundatiekanaal. We kwamen uit bij het Fort Honswijk. Ook van dit fort was vrijwel niets te zien. In dit jaargetijde zit er veel blad aan de bomen het geen een mogelijk uitzicht op een of meerdere gebouwen op een fort minimaliseert.
Het torenfort Honswijk is aangelegd tussen 1841 en 1848 ten zuidoosten van het gehucht Honswijk.
Dit fort moest een strook niet te inunderen land aan de binnenzijde van de Lekdijk en de Lek verdedigen. Tevens moest het fort Honswijk de inundatiesluis aan de oostkant van het fort verdedigen. Het water stroomde dan via het riviertje De Snel naar de lager gelegen gebieden. Eigenlijk heet het fort Honswijk fort Willem 2. Boven de ingang van het torenfort zit een hardstenen plaat met de inscriptie WII en een kroontje. Precies 180° verder zit een steen met het jaartal 1846. Het fort was bestemd voor zo'n 540 manschappen en 51 stukken geschut. De toren was oorspronkelijk een verdieping hoger. Door de komst van steeds beter geschut heeft men, om te voorkomen dat de toren als een soort schietschijf gebruikt zou worden, de bovenste verdieping van de toren afgebroken. In die zelfde tijd is er aan de oostkant van de toren een contrescarpgalerij aangebracht. Deze contrescarpgalerij is aan de buitenzijde voorzien van een aarde dekking. Dit om inslag van vijandelijk vuur tegen te gaan. Vanuit de lucht is de ligging van de verschillende werken rond fort Honswijk goed te zien.
Contrescarp is het Talud aan de buitenzijde van de gracht, al of niet met een muur bekleed. Soms duidt deze term ook de buitenoever van de gracht aan, met inbegrip van de gedekte weg en het glacis.
We kwamen uit op de Lekdijk en kregen hier een wijds uitzicht. Aan de overkant van de Lek zagen we het plaatsje Everdingen liggen.
We liepen in de richting van Culemborg. Langs de Lekdijk hadden we uitzichten op mooie boerderijen. Van de dijk kon je nu met het mooie zonnige weer heel ver kijken. We zagen nog een aanduiding van het Werk aan de Groene Weg. Maar daar troffen we geen informatie aan in het Waterliniepadboekje. Bij natuurgebied De Steenwaard betraden we de uiterwaarden. We liepen hier over de zomerdijk.
De Steenwaard is een uiterwaardengebied langs de Lek in gemeente Houten. Het maakt onderdeel uit van het uiteindelijke plan om van Arnhem tot Dordrecht langs de Lek een langgerekt natuurgebied te maken. De Steenwaard begint bij dagrecreatieterrein De Heul en loopt naar het westen door tot tegenover Fort 't Spoel. Het wordt doorsneden door de spoorlijn Utrecht-Den Bosch.
De Steenwaard bestaat uit veel weidegebied, grote stukken water en langs de winterdijk stukken bos. Bij hoogwater van De Lek loopt het gebied deels onder water. De verwachting is dat er de komende jaren nieuwe landschappen ontstaan. De omgeving van De Steenwaard bij de veerpont naar Culemborg is hele jaar door bereikbaar. Andere delen zijn in het winterseizoen gesloten.
De Steenwaard is op 21 juni 2001 opgeleverd. Het gebied was in gebruik door boeren en was door afzetting van slib steeds hoger geworden. Soms was de grond in de uiterwaarden hoger, dan achter de dijk. In totaal is 600.000 kubieke meter grond verplaatst en zijn oude stromen in het gebied naar boven gekomen. Zo heeft de Lek in de uiterwaard een nevengeul gekregen.
Na de onderdoorgang onder de spoorbrug liepen we naar de pont bij Culemborg. Hier verlieten we de hoofdroute. De aflooproute naar het station van Culemborg verliep door de fraaie binnenstad. Rond half een kwamen we hier aan. We belden noch naar een kennis op die daar in de buurt wonen voor een mogelijk bezoek. Maar ze waren niet thuis. Daarna reisden we huiswaarts.
Het was een hele mooie zonnige dag geworden met een maximum temperatuur van 17 graden. Dit was aangenaam warmer dan de voorspelde 14 graden.

Henri Floor