Foto's van de Meinweg naar het overzicht van de NS-tochten Terug naar de homepage van Henri Floor NS wandeling De Beukenburg

tijdens de NS-wandeling Beukenburg Op Goeden Vrijdag 6 april 2007 liepen wij ter gelegenheid van een jarige vriendin deze wandeling. Zij was weliswaar niet op deze dag jarig. Maar op deze dag werd dit gevierd samen met Coos en nog een andere vriendin.
We hadden afgesproken om elkaar te treffen op NS station Bilthoven om tien uur. Eén van de vriendinnen troffen wij op NS Utrecht CS. Met haar reden we naar Bilthoven en kwamen hier rond 9.45 uur aan. Tien minuten later kwam van de andere kant de jarige vriendin aan. Deze twee vriendinnen zijn gewoon om voor de start van een wandeltocht, indien mogelijk, in een zo dicht mogelijk nabij gelegen café koffie te drinken. In het winkelcentrum van Bilthoven troffen we zo'n gelegenheid. Bij de koffie hoorde, voor diegene die hier belangstelling voor had, ook een taartje bij.
Na de koffie en het taartje begonnen we zo rond 11 uur aan de 14 kilometer lange wandeltocht die NS station Utrecht CS als eindpunt had. Het startpunt was NS station Bilthoven. Reeds in 1863 was dit het eerste treinstation op de spoorlijn Utrecht-Amersfoort.
Station Bilthoven
Jonkheer H. van den Bosch, eigenaar van Huize Jagtlust (nu het gemeentehuis) zorgde ervoor dat Bilthoven in 1863 het eerste station op de spoorlijn Utrecht-Amersfoort werd. Hij verhoogde zijn aandelenkapitaal in de spoorwegmaatschappij en stond een deel van zijn grond gratis af voor de bouw van het station en de aanleg van de spoorlijn. Bij het station staat nog de oude stationschefwoning.
tijdens de NS-wandeling Beukenburg Langs de oude stationschefwoning verlieten we de start. Over de Jan Steenlaan met talrijke grote en oude landhuizen liepen we naar het einde van deze laan. Hier stond aan onze rechterhand het Nieuwe Lyceum. Vroeger was dit de Kees Boekeschool
Werkplaats Kindergemeenschap/Kees Boekeschool
In 1925 werd bepaald dat schoolgeld niet langer rechtstreeks aan de school, maar via belasting aan de Staat moest worden betaald. Kees Boeke haalde daarop zijn dochters van de Montessorischool en gaf ze thuis les. Samenwerken, leren en creëren zijn kernpunten van zijn onderwijsmethode. Door grote belangstelling ontstond de Werkplaats Kindergemeenschap. Werkplaats omdat er door de werkers (leerlingen) gewerkt moest worden met hoofd, hart en handen. Kindergemeenschap, omdat het kind centraal staat binnen een gemeenschap, waarin wordt samengewerkt. Ook de Oranjeprinsesjes bezochten de Kees Boekeschool. Eind vorig jaar is het nieuwe gebouw geopend, geen gestapelde klaslokalen, maar in elkaar overgaande ruimtes: leerdomeinen en ruimtes voor muziek, drama, dans, koken etc.
Tegenover de school, in het verlengde van de Jan Steenlaan, werd aan een groot nieuw gebouw gewerkt. Wij betraden hier het bosgebied De Leyen. Aan het einde van deze zandweg lag Het Verloren Kerkhof.
De bijna zes kilometer lange Eyckensteinse laan, die al zo’n 500 jaar oud is, loopt van Lage Vuursche naar De Bilt. De laan is genoemd naar Landgoed Eyckenstein, dat weer genoemd is naar de familie Eyck (van Zuylichem). De rechte lijn van alle wegen is typerend voor dit veenontginningsgebied. Langs de route ligt een klein monument, genaamd ‘Het Verloren Kerkhof’, ter nagedachtenis aan de hier begraven zwervers en onderduikers uit de Tweede Wereldoorlog.
tijdens de NS-wandeling Beukenburg Nu volgden we een deel van de 6 kilometer lange Eyckensteinse Laan. Langs de kant van deze laan stonden af en toe dikke oude bomen. We kwamen uit op het Leyense Pad. Hier verwisselden we landgoed De Leyen voor landgoed Beukenburg. Naar de naam Beukenburg is ook deze wandeling genoemd.
Landgoed Beukenburg
Beukenburg is in de 17e eeuw ontstaan als herenboerderij met een uitgebreid landerijencomplex. Een eeuw later is een groot deel bebost voor de houtproductie. Rond 1810 wordt de herenboerderij vervangen door een herenhuis omgeven door een park in Engelse landschapsstijl met vijvers en slingerende paden. 80 jaar later wordt het herenhuis verbouwd tot een groot landhuis. Kort daarna, na de`Eerste Wereldoorlog is de opbrengst uit het landgoed te gering om het huis te kunnen onderhouden en wordt het gesloopt. Tegenwoordig beschikt Beukenburg weer over een buiten. Geen klassiek landhuis, maar een moderne villa van glas, hout en koper, omringd door een droge gracht.
We kwamen voorbij dierenpension "Beukenhove". Onder het dak waren tegen een zijgevel een heleboel honden afgebeeld. Op de hoek van het Leyense Pad met de Beukenburgerlaan stond een grappige verwijzing naar voornoemd dierenpension.
Nu liepen we een tijd langs weilanden. We kwamen uit op de Groenekanpseweg. Op de hoek stond een fraai huis met fraaie bloeiende bomen. We staken de spoorlijn van Utrecht naar Bilthoven over. Langs de kant van de weg weerspiegelden knotwilgen fraai in de naastliggende sloot.
We kwamen uit bij de Hooge Kampse Plas.
De Hooge Kampse Plas
De Hooge Kampse Plas is een zandwinningsplas, ontstaan door de aanleg van viaducten op de A27. Daarna werd de plas gebruikt als afvalstortplaats en kreeg de bijnaam ‘Stinkgat van Groenekan’. Nu mag de natuur zich er ontwikkelen, een beetje geholpen door de aanleg van geleidelijk aflopende oevers.
tijdens de NS-wandeling Beukenburg Vanaf de kant van het meer hadden we uitzicht op de Utrechtse Dom. We verlangden naar een rust. Groot was onze teleurstelling toen het eerste bankje aan de Hooge Kampse Plas bezet was. Maar volgens de routebeschrijving was aan het andere einde van het meer ook een bankje. We vervolgden ons pad. Langs de kant van het Hoogekampse Pad bloeiden talrijke bomen, waarvoor diverse fotostops gerealiseerd werden.
Bij een soort aanlegsteiger probeerde een vriendin de zelfontspanner uit. Later bleek dat het toestel niet geheel recht stond. Meteen daarop kwamen twee wandelaars aangelopen die alsnog een foto van ons vieren maakte.
Aan het eind van de Hooge Kampse Plas was ook het bankje bezet. Daarop besloten we langs de kant van het water te zitten. Het was een graad of 17. We piknikten hier zo'n 20 minuten. We vervolgden daarna ons pad en liepen nu in de richting van het voormalige fort Voordorp. Bij het fort aangekomen konstateerden we dat dit verboden terrein is. Het fort werd in 1998 in gebruik genomen als locatie voor onder andere bedrijfspresentaties, recepties, feestelijk bijeenkomsten en vergaderingen voor gezelschappen tussen de 20 en 1500 personen.
Fort Voordorp
Fort Voordorp maakt deel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, een strook polderland van ongeveer 5 kilometer breed van de Zuiderzee (Muiden) tot aan de Biesbosch. In geval van oorlogsdreiging kon het gebied 40-50 centimeter onder water gezet worden om het rijke Holland te beschermen tegen de vijand uit het (zuid)oosten. Het fort werd gebouwd tussen 1867 en 1886 en is nu particulier bezit.
tijdens de NS-wandeling Beukenburg Aan de andere kant van het fort zagen we in het weilandengebied kalfjes bij koeien liggen. Verderop zagen we nog enige oude bunkers in het landschap liggen.
We naderden de rand van de bebouwde kom van Utrecht en liepen eerst onder de A27-snelweg door. Daarop bereiken we een gebied met volkstuintjes, maar ook met de daarbij behorende vaak luxueuze tuinhuisjes, zeg maar tuinhuizen.
We kwamen uit bij de Biltse Straatweg. We wilden bij een paviljoen bij een manege koffie drinken, maar dat ging niet. Vlakbij bleek echter ook restaurant De Beerenkuil te liggen. Hier smaakte de koffie prima. Coos en ik hadden onze wandelboekjes meegenomen en hier lieten we een fraai stempel van het restaurant in ons wandelboekje zetten.
Spoedig daarop bereikten we het Bloeyendael Park. Dit was een heel mooi park. Veel mooier dan we hier in Utrecht verwacht hadden. We liepen onder de Waterlinieweg door. Hier liep het voetpad onder de waterspiegel van de naastliggende sloot, een heel aparte gewaarwording.
Voor kwetsbaar natuurgebied De Zilveren Schaats betraden we Utrecht-Oost.
Natuurgebied “De Zilveren Schaats” in Oudwijk te Utrecht, gelegen achter de Frederik Hendrikstraat. Het gebied is een onderdeel van de Hollandsche Waterlinie. Oorspronkelijk heet alleen de watergang “De Zilveren Schaats”, naar een voormalige ijsvereniging. Tegenwoordig worden ook de oorspronkelijke verdedigingswallen die grenzen aan het water met deze naam aangeduid. De verdedigingswallen hebben zich in de loop der tijd ontwikkeld tot een natuurgebiedje. De vegetatie bestaat uit een (ten dele schrale) graslandvegetatie, struiken (waaronder meidoorns) en bomen. Er lopen ongeveer tien ooien in het gebied rond, van het ras Drentse heideschapen. Deze nemen een deel van het maaibeheer voor hun rekening.
We kwamen in de Emmalaan en passeerden daar een standbeeld van een naakte man, eigenlijk jongeman. Na oversteek van een spoorlijn kwamen we op de Maliebaan en zagen hier enige grote oude huizen.
Maliebaan In de 17e eeuw werd voor studenten een baan buiten de stad aangelegd om het kolfspel te beoefenen: de Maliebaan. Het werd voor de adel en de patriciërs een geliefde plek om te wonen. In de 18e en 19e eeuw waren hier verschillende buiten sociëteiten. Bij een ervan, Smit in de Baan (nr 79-81) werd in 1883 de Nederlandsche Vélocipèdisten-Bond opgericht, later omgedoopt tot de ANWB. Let ook eens op het grote aantal beelden langs de Maliebaan.
tijdens de NS-wandeling Beukenburg Bij de Maliebrug was het einde van de gemarkeerde wandelroute van Utrecht Te Voet. De route werd verder met wit/rood gemarkeerd met het NS-logo. Deze voerde verder langs grachten naar het NS-station. Vanaf de Maliebrug was ook nog een niet gemarkeerde route door het centrum van Utrecht en langs de Dom naar het NS station van Utrecht.
Maliebrug Deze brug vorm de verbinding tussen de Singel en Park Lepelenburg. Dit park heeft zijn naam te danken aan het middeleeuwse huis ‘Groot-Lepelenburg’, dat hier vlakbij stond. Eind 16e eeuw werd hier een groot aarden verdedigingswerk aangelegd. Nadat het bolwerk rond 1860 was afgegraven, legden vader en zoon Zocher een fraai plantsoen aan. Het Lepelenburg is nu nog steeds een aantrekkelijke groene plek in de stad, waar op zomerse dagen vaak activiteiten worden gehouden.

Wij volgden de gemarkeerde hoofdroute en kwamen daarbij nog langs Bastion Sonnenburgh.
Bastion Sonnenborgh
Van 1998 tot 2003 werd het bolwerk intensief bestudeerd en gerestaureerd. Sinds de aanleg van het Zocherplantsoen rond 1840 was een groot deel van het bastion onder de aarde bedolven. De toegangspoort kwam als eerste weer tevoorschijn. De archeologen vonden nog meer bijzonders, zoals een chemisch laboratorium van rond 1700 en het Terreplein. Sonnenborgh is van alle Utrechtse bastions het best bewaard. Zelfs in vergelijking met andere bastions in noordelijk Europa bevindt het zich in een uitzonderlijk goede staat.
Het Terreplein was in 1998 geheel overwoekerd. Graafmachines en hoge drukspuiten legden de orginele, kleurrijke keien bestrating bloot: een fraai patroon van roze kwarts, groenig graniet, diepzwarte veldkeien en dit alles doorspekt met jaspis (=veelkleurig, hard edelgesteente).
Een chemisch laboratorium op Sonnenborgh
De erfenis van Johann Conrad Barchusen (1666-1723)

In tegenstelling tot Leiden, dat in 1669 een scheikundig laboratorium kreeg, beschikte Utrecht in de 17e eeuw hier nog niet over. Dit veranderde met de komst van Johann Conrad Barchusen naar Utrecht. Barchusen werd op 16 maart 1666 geboren in Horn, een klein plaatsje bij Detmold aan de voet van het Teutoburgerwald. Als student zwierf hij via Berlijn en Mainz naar Wenen. Hij studeerde er scheikunde en farmacie. Na zijn studie probeerde hij zich in 1693 als apotheker in Horn te vestigen. Dit mislukte en Barchusen vertrok naar Hongarije en Italië, waar hij zich aansloot bij de Venetiaanse troepen. Als arts van de opperbevelhebber maakte hij de strijd tegen de Turken mee. Na de dood van de hoge militair vertrok Barchusen in 1694 naar Utrecht om er chemie te gaan doceren. Op 17 september 1694 kreeg hij per decreet van de magistraat verlof om scheikundelessen te gaan geven. Hij was immers daartoe eigenlijk niet gerechtigd. Zijn doctoraat honoris causa ontving hij op 3 oktober 1698, op instigatie van de curatoren en werd hij gelijktijdig tot lector benoemd. Bij deze gelegenheid hield hij de rede De Nepenthe, over een pijnstillend en opwekkend middel uit de klassieke geneeskunde. Op 19 maart 1703 werd Barchusen's lectoraat omgezet in een extraordinariaat (bijzonder hoogleraar), dat hij tot zijn dood in 1723 bleef bekleden. Zijn inaugurele rede had de titel De antiquitate chemiae. Barchusen kreeg toestemming om op het oude bolwerk Sonnenborgh een chemisch laboratorium in te richten. Op 8 april 1695 besloot de Vroedschap dat "de ledige woninge op 't bolwerck, daer den hortus op is" zou worden ingericht tot "laboratorium chimicum". Hiermee was het eerste Utrechtse chemisch laboratorium een feit.
Verder liepen we nog langs de Oude Tolsteegpoort en het Ledig Erf, de Sint Martinusbrug (ook wel Yuppenbrug genoemd, vanwege het er tegenover liggende dure appartementencomplex in het voormalige Academisch Ziekenhuis) en langs een kerk omgebouwd tot appartementencomplex. Opvallend was ook een tegel in de muur met opschrift "Buurtvereniging Margriet" in 1995 en "In de Zeven Steegjes".
Op het eindpunt werd nog koffie gedronken in Hoog Catharijne. Net toen we in de stationshal afscheid van onze vriendinnen hadden genomen, troffen we hier een bekende dame met rugzak uit Steenwijk. Zij was of weg naar Sittard om daar mee te gaan doen aan de Kennedymars van Sittard.
Het was een geslaagde tocht geworden met veel zonneschijn.

naar de top van deze pagina

Henri Floor & Coos Verburg