Terug naar het overzicht van de wandelverslagen van alleen FLAL-tochten Foto's van de FLAL-Hege Bult Wandeltocht vanuit Kootstertille op zaterdag 24 maart 2007 Naar de alternatieve homepage van FLAL Terug naar de homepage van Henri Floor Hege Bult Wandeltocht vanuit Kootstertille
Met de FLAL-Hege Bult Wandeltocht vanuit Kootstertille op zaterdag 24 maart 2007
Op zaterdag 24 maart 2007 organiseerde de FLAL een wandeltocht vanuit Kootstertille. De start was vanuit Dorpshuis "It Tillehûs". Er kon gekozen worden uit de afstanden van 25, 40 of 60 kilometer. Wij kozen het 40 kilometer parkoers.
Kootstertille behoort tot de gemeente Achtkarspelen en ligt ten noorden van Drachten en ten oosten van Leeuwarden.
Van oorsprong was Kooten een boerendorp (Kooten is afgeleid van Cottum dat weer komt van keuterboeren, ofwel "de koters"). Doordat in 1571 de Spaanse officier en stadhouder Caspar di Robles de opdracht gaf tot het graven van het Kolonelsdiep, sinds 1945 Prinses Margrietkanaal genaamd, kwamen zich meer mensen vestigen in de omgeving van de brug over dit kanaal. Deze nederzetting kreeg de naam Kootstertille, in het spraakgebruik "De Tille" genoemd (Tille is de Friese benaming voor hoge brug). Vooral rond de eeuwwisseling verrezen hier o.a. enkele oliemolens, een jeneverstokerij en een scheepstimmerwerf; een pril begin van industrialisatie dus. Eind jaren dertig van de 20e eeuw werd het kanaal om het dorp heengeleid, waardoor in de vorm van een doodlopende arm een haven ontstond, waar diverse bedrijven gebruik van maakten. Dit had tot gevolg dat "De Tille" het dorp Kooten ging overvleugelen en daarom is in 1959 de dorpsnaam Kooten opgegaan in Kootstertille. Als gevolg van een wijziging van het industrialisatiebeleid van het Rijk werd Kootstertille aangewezen tot ontwikkelingskern.
Na het verlaten van Kootserstille staken we het Prinses Margrietkanaal over en volgden het daarna in noordelijke richting. Op verschillende trajekten van het Prinses Margrietkanaal worden ook andere omschrijvingen gebezigd. Hier werd het ook wel het Casper Robles- of Kolonelsdiep genoemd.
Daarop werd natuurreservaat de Hege Bult bereikt. Van een uitkijkpunt maakten we enige foto's. Daarna volgden we een junglepad door de bossen van de Hege Bult. Hoewel er al een junglepad was gemaakt, was dit pad na de storm van 18 januari 2007 helemaal een echt junglepad geworden.
Het bos “De Hege Bult” is gelegen op 4,5 meter boven NAP. Deze verhoging is ontstaan door menselijk ingrijpen. In 1951 is het Prinses Margrietkanaal hier omgelegd en uitgegraven. De opgegraven grond is hier gestort. In de jaren daarna is de bult op natuurlijke wijze begroeid en uiteindelijk heeft zich het bos ontwikkeld. Een natuurlijk bos met grillig gevormde bomen en een rijke ondergroei.
Met de FLAL-Hege Bult Wandeltocht vanuit Kootstertille op zaterdag 24 maart 2007 Na de Hege Bult doorkruisten we het natuurgebied Hamster Mieden. Daarbij kwamen we langs een hertenkamp. De reeën en herten stonden angstvallig helemaal aan het einde van het kamp.
Een volgende, echter minder aantrekkelijke, bezienswaardigheid waren talrijke buizen die in de grond gestopt werden. Er wordt een gaspijpleiding aangelegd van Groningen naar Londen. En daar waar geen wegen, huizen of spoorrails liggen, wordt de grond voor de buizen uitgegraven.
We passeerden een moderne boerderij. In het midden aan de voorkant van de boerderij was een soort serre met grote witte zuilen, hetgeen een beetje romeins aandeed. Uiteindelijk werd Drogeham bereikt. Aan het begin van het dorp stond een fraai standbeeld van een kerkgebouw op een sokkel.
Op 25 oktober 1997 organiseerde de FLAL de Hege Bult wandeltocht vanuit Drogeham. Wij waren toen ook van de partij. Wij liepen toen het 50 km parkoers. Het verslag hiervan is
HIER te lezen.
Het oudste dorp van Achtkarspelen ligt het meest westelijk in de gemeente op een hoge zandkop. De naam is rechtstreeks afgeleid van de ligging; een droge landtong tussen het water. Ham betekent ook een door de dijk ingesloten stuk land. Het karakter van dit agrarisch dorp is steeds bewaard gebleven. Een "Droegehamster" is tevens de benaming voor een niet al te vette koe.
Het pittoreske dorpje Drogeham is gelegen in het unieke coulissenlandschap van de Friese Wouden dat ook wel dykswâlengebied genoemd wordt. In het Nederlands: houtwallen. De dykswâlen zijn vanaf 1700 gemaakt om stukken land af te scheiden en om het vee en de wind te keren.
Het hout werd gebruikt om de kachel mee te stoken. Maar met de invoering van de gaskachel en de centrale verwarming, nam het nut van de dykswâlen steeds meer af. Daarnaast kregen de boeren steeds grotere machines en hadden dus behoefte aan steeds grotere percelen. Langzamerhand verdwenen de dykswâlen. Het is pas van de laatste jaren dat de nog bestaande dykswâlen opgeknapt worden om dit te behouden als een stukje cultureel erfgoed.
Een andere reden om de dykswâlen te behouden is dat er bijzondere dieren en planten leven. Veel dieren en planten die in de bosranden thuishoren, komen ook voor in dykswâlen. De dykswâl heeft twee zijden. Iedere kant heeft zijn eigen kenmerken. De schaduwkant is relatief vochtig en koel. Ideaal voor bijzondere mossen en varens. De zonkant is op haar beurt geschikt voor vlinders, sprinkhanen en kleine reptielen. De dyskwâlen verbinden verschillende leefgebieden met elkaar, zodat dieren de houtwallen als een soort route kunnen gebruiken.
Met de FLAL-Hege Bult Wandeltocht vanuit Kootstertille op zaterdag 24 maart 2007 Over de straat De Buorren (dit is Fries voor Dorpsstraat) liepen we naar het centrum van Drogeham. Talrijke oude boerderijen werden hier op de gevoelige plaat vastgelegd. Op het toegangshek naar de dorpskerk stond de tekst "gedenk te sterven". De kerktoren werd 's-avonds verlicht. Dat hadden we namelijk de vorige avond gezien vanuit ons overnachtingadres.
Vervolgens kwamen we langs Hotel Restaurant De Ham. Dit was ons overnachtingadres geweest. We waren namelijk vrijdagmiddag afgereisd naar Drogeham. En op deze wandeldag waren we 's-ochtends door de hotel-eigenaar naar de start gebracht. Een alternatief was geweest om met de eerste bus vanuit Drogeham, die om 7.17 uur vertrok, in 5 minuten naar Kootstertille te rijden. Vandaar was het 5 minuten lopen naar de start.
Voorbij HR De Ham zagen we een wegwijzer naar sportpark It Doltsje met op de wijzer een voetballer. Aan het andere eind van Drogeham stond eveneens een fraai standbeeld van een kerkgebouw op een sokkel.
Buiten het dorp liepen we over een smal graspad zuidwaarts. Na de N369 bogen we af naar Hamsherne (= voor Harkema). Daarna liepen we over een grindweg parallel aan de N369 verder zuidwaarts
In het gebied waarin we deze dag liepen, kwamen veel houtwallen voor. Hier staan de bomen op aarden wallen van soms wel anderhalve meter hoog. Zo'n eerste situatie hadden we bij "it Wytfean".
Het Witveen (Fries: It Wytfean) is een buurtschap in de gemeente Tietjerksteradeel en valt onder het dorpsgebied van Oostermeer (Eastermar). Het buurtschap is een landelijk plaatsje met veel boerderijen en andere vrijstaande huizen. Onder het Witveen vallen de straten Wytfeansterwei, Achttienenwei, Seadwei, Robyntsjewei en Bildwei. Het ligt ongeveer tussen Oostermeer (Eastermar), Rottevalle en Surhuisterveen in.
Even verlieten we de gemeente Achtkarspelen, maar opnieuw passeerden we een bordje van de gemeentegrens van Achtkarspelen. Het bordje was nu ook mooi genoeg om er een foto van te maken.
De gemeente Achtkarspelen bevat elf dorpen. Dit zijn achtereenvolgens: Buitenpost, Surhuisterveen, Harkema, Kootstertille, Twijzelerheide, Drogeham, Surhuizum, Augustinusga, Boelenslaan, Gerkesklooster/Stroobos en Twijzel. Verder kent het ook nog de volgende buurtschappen: Blauwverlaat (Blauforlaet), Buweklooster (Bouwekleaster), Hamshorn (Hamsherne), De Kooten (De Koaten), Kortwoude (Koartwâld), Kuikhorne (Kûkherne), Lutkepost (Lytsepost), Ophuis (Ophûs), Opperkooten (Opperkoaten), Rohel (Reahel), Roodeschuur (Reaskuorre), De laatste Stuiver (De léste Stuver) en Surhuizumer Mieden (Surhuzumer Mieden)
De naam Achtkarspelen verwijst naar de acht oorspronkelijke kerspelen in de grietenij, te weten: Augustinusga, Buitenpost, Drogeham, De Kooten, Lutkepost, Surhuizum en Twijzel. Achtkarspelen nam lang een aparte plaats in Friesland in. In de Middeleeuwen behoorde Achtkarspelen tot het bisdom Münster, terwijl de rest van Friesland onderdeel was van het bisdom Utrecht.
De grietenij Achtkarspelen werd in de negentiende eeuw een gemeente.
Een grietenij is een voorloper van de huidige gemeente met name in de provincie Friesland, hoewel de term ook voorkwam in de Groninger Ommelanden. Van het eind van de 16e eeuw tot 1851 waren er in Friesland in totaal 30 grietenijen. Het woord 'grietenij' betekent 'bestuursgebied van een grietman', en het woord 'grietman' houdt verband met 'groeten'.
Bij de gemeentewet van 1851 werd de benaming 'grietenij' vervangen 'gemeente' en 'grietman' door 'burgemeester', zodat in heel Nederland dezelfde naamgeving werd gebruikt.
Met de FLAL-Hege Bult Wandeltocht vanuit Kootstertille op zaterdag 24 maart 2007 We liepen over de asfaltweg Skieppedrifte in de richting van Drogeham. Maar net voor de N369 verkeersweg sloegen we af en volgden de N369 nu over een weg parallel, vlak langs de verkeersweg.
Bij een boerderij konden viooltjes worden gekocht. Over de verkeersweg kwamen twee auto's langsgereden die erg veel haast hadden en bovendien vlak achter elkaar reden. We hadden het idee dat ze met een snelheid van rond de 150 kilometer per uur voorbij reden.
Het 25 kilometer parkoers kwam er bij en de eerste lopers van de 25 kilometer waren hier al voorbij voordat wij het aansluitpunt passeerden. Na een grintfietspad werd boerderij de Wâldiken bereikt. In een schuur met hooi was de verzorgingspost ingericht op 15 km. Toen we de verzorgingspost verlieten kwam net de foto-journalist voor wandelmee.nl uit Friesland aangelopen met zijn vrouw.
Spoedig verlieten we het 25 kilometer parkoers weer en volgden verder het 40 en 60 kilometer parkoers. Met de breedte van een loopplank staken we met een betonnen bruggetje een sloot over en vervolgden over een graspad langs een sloot het Spoekelaantje. Later werd de sloot via een sluisje opnieuw overgestoken.
We kwamen uit op een zandweg die omzoomd was met bomen op aarden wallen. Langs een aantal grote boerderijen werd Oostermeer bereikt. Na een kerk werd de grote rust in Herberg 's Lands Welvaren bereikt. De afgelegde afstand bedroeg hier 20 kilometer.
Eastermar (Oostermeer) is een eeuwenoud dorp waar de rust en ruimte van weleer nog volop aanwezig zijn, ligt midden in 'de Noardlike Fryske Wâlden, één van de 20 Nationale Landschappen in Nederland. Het dorp ligt aan twee meren: de Burgumer Mar en de Leien. Het dorp heeft een rijke historie wat aan het huidige karakter nog duidelijk te zien is. Een wandeling langs de gerenoveerde historische panden, langs de Snakkerbuorren en it Wâltsje geeft een goed beeld van hoe Eastermar er uitzag in de tijd van de 'skûtsjes', de Friese vracht- en beurtschepen.
Eastermarders worden in de volksmond 'Broekophâlders' genoemd. Op het dorpsplein, waaraan ook Herberg ’s Lands Welvaren ligt, houdt de 'Broekophâlder' al jaren, bij gebrek aan bretels, met de handen z'n broek op. Dit beeldhouwwerk symboliseert de armoede die in de tijd van de vervening heerste. Een andere uitleg van de naam ’Broekophâlder’ zou op het onderste gedeelte van het grootzeil van de skûtsjes, de broek, kunnen slaan. Destijds was de rivier de Lits ter plaatse nogal bochtig en dus onoverzichtelijk. De schippersvrouw moest dan deze 'broek' omhoog houden, zodat de schipper wat meer zicht had.
Met de FLAL-Hege Bult Wandeltocht vanuit Kootstertille op zaterdag 24 maart 2007 Hier was de splitsing met de 60 kilometer. De 60 kilometer maakte hier een lus van 20 kilometer en kwam daarbij door Rottevalle, Opeinde en De Tike en liep daarbij om het meer De Leyen. Deze lus was volgens de routebeschrijving precies 20 kilometer.
Langs een gracht en langs de jachthaven werd Oostermeer weer verlaten. We liepen nu een tijd langs een natuurreservaat en passeerden een bord met informatie over de noordelijke Friese Wouden. Daarop werd "It Heechsân" (Hoogzand) bereikt. We zagen hier achter bomen zonder bladeren een kerk staan. Even verlieten we Hoogzand en kwamen opnieuw langs diverse oude boerderijen
Hoogzand is een buurtschap ten noorden van Oostermeer (Eastermar) in de gemeente Tietjerksteradeel (Tytsjerksteradiel) en ligt op het eind van een morene op zandgrond drie meter hoger dan het Bergumermeer. Vanwege de ligging bij Oostermeer wordt de buurtschap in het Nederlands ook wel aangeduid als Hoogzand-Oostermeer.
Aan de dorpsrand van Hoogzand lag een grote natuursteen met het wapen van Oostermeer er op geschilderd. Verderop kwamen we langs natuurgebied Oeverlanden Bergumermeer. We passeerden nog een uitkijkpost over het natuurgebied met aansluitend het Bergumermeer.
We bleven langs de oostover van het Bergumermeer lopen en werden ingehaald door twee wandelaars waarvan er één geinteresseerd was naar de foto's die we maakten. Hij vroeg geïnteresseerd of we nog iets bijzonders met de foto's deden. Toen hij hoorden dat we deze op internet plaatsten was hij geïnteresseerd in ons internetadres. Vanaf nu hebben we er dus weer een belangstellende bij.
We passeerden een boerderij met een hele oude linde die ook maar even op de gevoelige plaat werd vastgelegd.
Nabij Schuilenberg lag een groot meer dat echter geheel onttrokken werd aan het blote oog door bomen.
Daarop kwamen we bij een groot industriekomplex waar zelfs gewerkt werd, en dat op zaterdag. Er lagen hier talrijke bakstenen en beton-elementen opgestapeld. Opnieuw werd het Prinses Margrietkanaal weer bereikt en overgestoken. Het cafe restaurant aan de overzijde van het kanaal was door omstandigheden helaas dicht.
Net toen we het kanaal waren overgestoken, rinkelde een bel ten teken dat de brug werd opengedraaid.
We liepen nu langs de noordkant van het Prinses Margrietkanaal. Later zagen we op de kaart dat dit kanaal aan de andere kant van het Bergumermeer verder loopt en dan eerst ook Groninger vaart heet. Verderop ook Kromme- en Wijde Ee nabij Bergum.
Opnieuw passeerden we een uitkijkpunt.
We zagen in de verte al een tijdlang een groot gebouw. En pas toen we dit verslag samenstelden, zagen we op de kaart dat het hier om de elektriciteits centrale van Bergum ging.
Langs de sloot Marwei werd Jistrum bereikt. Hier was de tweede grote rust in Hotel Phoenix op 32 kilometer.
Langs een kerktoren uit 1200 werd Jistrum weer verlaten. De kerktoren stond in de steigers. Met de FLAL-Hege Bult Wandeltocht vanuit Kootstertille op zaterdag 24 maart 2007
Eesdrum, Aestrum, Ijstrum ….. Eestrum (in het Fries Jistrum) dateert van ±1230. De meest aannemelijke verklaring van de naam van het dorp is dat “Eester” zoveel als “op de schapenkampen” betekent. Immers schapen zullen in het leven van de eerste bewoners van Jistrum een belangrijke rol gespeeld hebben. Er was hier veel woeste grond (heide) en de behoefte aan wol, mest, leer en melk zal groot zijn geweest. Het bouwland waarop de kleine boerenbedrijfjes actief waren, was verdeeld over 3 complexen: de Ies, het Kortland, en de Geesten.
Jistrum ligt in de Friese “Wâlden” niet te verwarren met het Nederlandse woord “wouden” dat toch vooral bossen betekent, want bossen zijn hier waarschijnlijk nooit veel geweest. Het zullen vroeger vooral heidevelden en in de lagere gedeelten, moerassen met struikgewas zijn geweest.
Dat Jistrum al een lange geschiedenis kent blijkt uit een verdrag tussen o.a. Jistrum en de stad Groningen van 1447 waarin staat geregeld dat men ter bevordering van de onderlinge veiligheid, rovers en ander gespuis aan elkaar zal uitleveren.
De Nederlands Hervormde kerk dateert uit de 12e eeuw. We weten dit omdat reeds in ±1230 melding wordt gemaakt van de kerk als eigenaar van weiland in de mieden. Het is een gebouwtje in Romaanse stijl met Gotische vensters. Opvallend zijn de kleine ruitjes in het schip van de kerk die ook wel leprozen-ruitjes werden genoemd. Deze boden de parochianen die vanwege hun besmettelijke kwaal de kerk niet mochten betreden de gelegenheid om toch de dienst mee te maken. Althans dat wordt aangenomen.
Opnieuw kwamen we langs enige fraaie oude boerderijen. Ons kwamen op een fietspad langs een verkeersweg nog twee amazones tegemoet gereden. Op weg naar de N355 verkeersweg zagen we nog fraai een afgebroken boom in een sloot weerspiegelen. Ook passeerden we nog een grote natuursteen met opschrift "Poepekrús ± 1580" en verder in het Nederlands "Duitse Hannekemaaier vermoord". Deze tekst stond ook nog in drie andere talen vermeld op de steen.
Het Poepekruis is een stenen monument dat herinnert aan de brute moord op één van Nederlands eerste gastarbeiders, de Hannekemaaiers. Van 1600 tot 1900 kwamen deze arme ongeschoolde arbeiders vanuit Duitsland de grens over, vaak met hun zeis over hun schouder, om in het rijke Nederland hun kostje bij elkaar te scharrelen. Ze bleven hier een maand of drie en velen verdienden in die tijd behoorlijk wat geld met grasmaaien. Want de Gouden Eeuw was niet voor iedereen een gouden tijd: ons buurland Duitsland werd geteisterd door oorlog, overbevolking en armoede. Hannekemaaiers en andere Poepen (Duitse vaklui) hebben in het noorden van ons land hun sporen achtergelaten: verscheidene families met Duitse achternamen stammen van hen af.
Toen we de N355 weer wilden verlaten, zaten bij de afslag een groepje kinderen. Ze zeiden tegen het groepje wandelaars voor ons, dat ze eigenlijk rechtdoor moesten lopen. Toen wij hier resoluut afsloegen volgden zij ons ook. Even later, toen we weer een FLAL-pijl zagen hoorden we achter ons zeggen "oh, daar zit een pijl!".
Spoedig daarop werd de finish bereikt. Na het afmelden liepen we snel naar de bushalte toe, want de uurbus naar Leeuwarden kwam er spoedig aan.
Het was een mooie en afwisselende tocht geworden. Er waren 547 deelnemers.
Bij de start had het heel even gemotregend. Voor de rest van de dag was het droog geweest met flink wat zonnige perioden.
naar de top van deze pagina
Henri Floor & Coos Verburg