De WS78-Drie koningen-wandeltocht vanuit Lelystad.

Op zaterdag 6 januari 2007 organiseerde WS78 voor de eerste keer een tocht in het jaar 2007 en voor de eerste keer uit Lelystad. Daarvoor was vanuit Lelystad geen geschikte startlocatie nabij het NS-station gevonden. Vanwege de drukte bij de start werd de starttijd met 10 minuten vervroegd.
Het ontstaan van Lelystad
Na de Tweede Wereldoorlog verscheen Lelystad op de kaarten van het IJsselmeergebied.De heer Takes verrichtte een studie voor bevolking binnen de drooggelegde Zuiderzeepolders en kwam tot de conclusie dat er een stad nodig was naast de reeds geplande dorpen (Emmeloord, Dronten en het toekomstige Zeewolde). De heer Takes had een visie over een nieuw stuk Nederland, inclusief een ingepolderde Markerwaard. Het idee was dat Flevoland de 12e provincie zou worden en dat Lelystad de hoofdstad hiervan zou worden. In 1951 arriveerden de eerste bewoners op het toenmalig werkeiland Lelystad-Haven. Lelystad-Haven werd, na jarenlange isolatie, tijdens de groei van Lelystad bij deze stad opgenomen. Zelfs nu nog kunt u de eerste gebouwen uit deze begintijd aanschouwen. Jong als de stad Lelystad is heeft het toch een aantal monumenten in de vorm van de houten huisjes en barakken. In sommige van deze houten huisjes wonen nog de mensen die het prille begin hebben meegemaakt. In de naast gelegen oude barakken zijn inmiddels een café en jeugdherberg gevestigd. Het voormalige werkeiland ademt nog steeds de sfeer uit van de vijftiger jaren. Aan de andere zijde van de sluis staat het gemaal Wortman. Deze sluis is op aanvraag te bezoeken. De polder rondom het werkeiland viel droog toen de dijk van Oostelijk Flevoland was gesloten. Pas toen werd er begonnen met het maken van plannen voor Lelystad. Het idee was toen nog om een stad te creëren met een minimum van 100.000 inwoners. Inmiddels is de ambitie voor het aantal inwoners teruggebracht 80.000 inwoners.
Op 9 maart 1966 begon de woningbouw en zo'n anderhalf jaar op 28 september 1967, werden de eerste sleutels van de eerste woningen in Lelystad uitgereikt. De eerste Lelystedelingen waren het toen pas getrouwde echtpaar H.W.J. van der Bedum-Mulder, welke een huis gingen bewonen aan de Middelgronden in de Zuiderzeebuurt. Hun eerste buren werden de ambtenaren van de polderdiensten, de bouwers, personeel van de aannemers, politie-ambtenaren, de postbode en enkele winkeliers. Een aantal huizen werd ingericht als kantoor voor een bank, postkantoor en dergelijke. Uniek in de plannen was ook het fietspadennet, welke een belangrijk onderdeel zijn voor het verkeerssysteem in Lelystad. Lelystad laat als een van de weinige steden zijn bromfietsers op de autosnelweg binnen de stad rijden en in principe niet op de fietspaden. Dit heeft geleid tot een minder aantal verkeersslachtoffers in deze categorie dan in andere steden.
We liepen de wijk Schouw uit en staken de spoorlijn over. Even volgden we de verkeersweg Middendreef (N302) en staken deze even later over. Nu liepen we geruime tijd langs de spoorlijn. Daarbij kwamen we nog langs het niet afgemaakte treinstation Lelystad-Zuid. We kwamen uit bij de Lage Dwarsvaart. Deze volgden we even om vervolgens via de Torenvalkweg de Lage Dwarsvaart over te steken.
Net na het verlaten van de Torenvalkweg kruiste vlak voor ons een ree ons pad.
We volgden nu een bosweg door het Hollandse Hout. Daarbij liepen we parallel aan de Torenvalkweg. We kwamen uit op de Knardijk. Hier had ik nog herinneringen aan uit de 60-er jaren. Met mijn ouders reden we verschillende keren met een Renault Dauphine naar Lelystad om de ontwikkelingen aldaar gade te slaan. Destijds was er langs de Knardijk alleen maar water te zien. Net als nu was er toen geen verhoogde dijk langs één zijde zoals dat nu is bij de dijk van Lelystad naar Enkhuizen het geval is. We liepen nu maar heel even over de Knardijk, maar de herinneringen aan deze dijk leven voort.
De Knardijk is de grens tussen de Oostelijk en Zuidelijk Flevoland. Aangezien deze twee polders na elkaar zijn voltooid (respectievelijk 1957 en 1968), was de Knardijk lange tijd de scheiding tussen land en water. In de Knardijk liggen twee sluizen, de Lage Knarsluis en de Hoge Knarsluis. De knardijk vormt, behalve de in de ontstaansgeschiedenis verankerde historische scheiding tussen Oostelijk- en Zuidelijk Flevoland ook de waterstaatkundige compartimentering van Flevoland. De dijk voorkomt dat bij een dijkdoorbraak heel Flevoland onder water loopt. Door het sluiten van de beide sluizen wordt de inundatie tot de helft van Flevoland beperkt.
Langs het Romeinsdiep werd de soeppost bij een schuur van Staatsbosbeheer bereikt, net na kruising van de spoorlijn. De afgelegde afstand bedroeg hier 12 km. Na de soeppost liepen we langere tijd verder over de Knardijk. Nu was dat 760 meter en de eerste keer was dat slechts 80 meter.
We dwaalden nu verder door bosgebied Hollands Hout naar de Buizerdweg. We staken deze weg over en liepen door bosgebied Cooperbaan richting de Jachthaven van Lelystad-Haven.
Jachthaven Lelystadhaven is de thuishaven voor grote traditionele schepen, jachten, catamarans, diverse andere schepen en bedrijven. Lelystadhaven is het dorp waar de eerste pioniers, die in de Flevopolder gingen werken, zich vestigden. het bestaat uit een aantal kris kras door elkaar geplaatste stenen en houten huizen met een jeugdherberg en een café. Door het vele groen en de bonte verzameling van gebouwen is een sfeervol dorp ontstaan. Aan de kade liggen in de havenkom grote traditionele schepen, klippers en tjalken.
Op de kade staat het café-restaurant, het is een houten gebouw dat eveneens als het havengebouw past bij de maritieme sfeer van de haven. Het havenkantoor met watersportgerichte bedrijven ligt aan het centrale plein tegenover de hoofdsteiger. De haveningang wordt gemarkeerd door twee houten vuurtorens van 12 meter hoogte die een eigen identiteit geven aan de haven en u het gevoel geven weer thuis te zijn als u tussen deze torens weer naar binnen vaart.
Langs recreatieplas ´t Bovenwater werd het centrum van Lelystad-Haven bereikt. We kwamen hier nog langs de huizen uit de 60-er jaren van de pioniers. De gemeente Lelystad heeft plannen om deze huizen af te breken vanwege nieuwbouw. Hiertegen is fel verzet gerezen vanuit de bevolking. Zij vinden deze huizen toch iets heel unieks en willen dit zo behouden.
De Lage Dwarsvaart werd weer overgestoken, nu voor de laatste keer. Dit ging via de Noordersluis en langs het Wortmangemaal uit 1956.
Gemaal Wortman
Het gemaal is genoemd naar dr. ir. H. Wortman (1859-1939) die ten aanzien van de Zuiderzeewerken belangrijk werk verrichtte. Hij maakte in die tijd deel uit van de zogenaamde Begrotingscommissie (1913), was directeur- generaal der Zuiderzeewerken (1919-1929) en later lid en voorzitter van de Zuiderzeeraad. Het dieselgemaal Wortman bemaalt met vier pompen de lage afdeling van de polders Oostelijk en Zuidelijk Flevoland. Op 13 september 1956 werd de ringdijk om de polder Oostelijk Flevoland gesloten. In november 1956 werd het gemaal Wortman in bedrijf gesteld en op 27 juni 1957 werd Oostelijk Flevoland officieel "droog" verklaard. De hoofdvaarten van Oostelijk Flevoland staan in open verbinding met die van Zuidelijk Flevoland. Na het leegmalen van Zuidelijk Flevoland in 1968 zijn de twee keersluizen, de Lage- en Hoge Knarsluis, in de Knardijk geopend. De onderbouw van het gemaal is van gewapend beton uitgevoerd en bezit vier zuigmonden en vier perskokers. Het gebouw is als betonskelet met baksteenvulling opgetrokken. Over de vier zuigmonden ligt een vaste betonnen plaatbrug met een rijbreedte van 11.00 meter. De twee voetpaden zijn elk 1.05 meter breed. De rijvloerhoogte is NAP + 1.70 meter.
De pompinstallatie bestaat uit vier centrifugaalpompen. Bij normaal bedrijf is het pomptoerental circa 110 omwentelingen per minuut. De capaciteit bedraagt 500 m3 / min. bij een opvoerhoogte van 6 meter. De totale capaciteit van de vier pompen bedraagt dus 4 x 500 m3 = 2.000 m3 / min. bij een opvoerhoogte van 6 meter.
Daarop werd de Oostvaardersdijk dijk bereikt. We volgden deze over een graspad parallel en hadden van hier mooie vergezichten over het water. Wel lag er nog een lange strekdam in het Markerkeer waar het uitzicht mede op was.
Op 23 km was de grote rust in café restaurant Nieuw Land. Je moest hier voor een consumptie eerst betalen, waarna je een bonnetje kreeg waarmee je de consumptie kon ophalen aan de balie. Dit ging uitermate langzaam.
Het Nieuw Land museum waar in vijftien thema's op een boeiende wijze het verhaal wordt verteld van de strijd tegen én het leven met water. Hoe mensen vechten tegen de zee, ervoor vluchten , dijken bouwen, land winnen en het vervolgens bewoonbaar maken. De collectie van het museum bestaat onder meer uit prenten, kaarten, foto´s, films, (ontginnings-) gereed- schappen, schaalmodellen en voorts uit allerlei persoonlijke documenten, documentatie en boeken met als bindend thema de waterstaatsgeschiedenis van Nederland. Naast de binnenexpositie staan er buiten diverse machines geëxposeerd die een belangrijke rol hebben gespeeld bij de droogmaking en ontginning van de polders. De collectie is gevormd door aanbiedingen van zowel instellingen als particulieren. In een enkel geval werden collectie- onderdelen aangekocht. En niet alleen de binnen- en buiten expositie zijn het kijken waard, want ook bij de architectuur van het gebouw waarin het museum is gevestigd, is het thema van de polder meegenomen. Het museumgebouw stelt namelijk de dwarsdoorsnede van een polderdijk voor. Voor kinderen is het een ideale manier om op speelse wijze te leren. Zo zijn er tal van educatieve dingen te doen, denk maar aan het project 'Spelen met Water', waar de kinderen hun eigen sluizen en dijken kunnen bouwen. Ook is er een speurtocht en een kijkdoosproject.
Via de hoofdingang werd Bataviastad betreden. Omdat hier niet gepijld mocht worden werd vanuit de twee uitgangen de vervolgroute bepijld.
Batavia Stad is een 'outlet' winkelcentrum aan de kust bij Lelystad (Flevoland), genoemd naar de Batavia. Een replica van dit schip uit 1628, is vlakbij afgemeerd, bij de Bataviawerf. Om in stijl te blijven, is Batavia Stad gebouwd in de vorm van een zeventiende eeuwse versterking. De huisjes zijn gebouwd van hout. Er worden sportartikelen van bekende merken verkocht, en verder serviesgoed, schoenen, kleding, en lingerie. Tevens zijn er vier restaurants, een hondenkennel (honden mogen niet ìn Bataviastad) en er is ruime parkeergelegenheid; ongeveer 2000 (gratis) plaatsen.
Batavia Stad Outlet Shopping is het eerste Outlet Shopping Centre van Nederland. U kunt hier naar hartelust winkelen en profiteren van 30 tot 70% korting op topmerken. In meer dan 70 winkels vindt u niet alleen kleding van internationale topmerken maar ook serviesgoed, cadeau-artikelen, dvd's, etc. Daarnaast kunt u een van de smaakvolle horecagelegenheden bezoeken en aansluitend eventueel een bezoek brengen aan bijvoorbeeld de naastgelegen Bataviawerf. Batavia Stad outlet shopping is een stadje op zich, vol bijzondere architectuur in een unieke omgeving, gelegen direct aan de kust van Lelystad.
Nu werd koers gezet naar het Tuindersbos. Dit bos is aan de noordrand van de bebouwde kom van Lelystad gelegen. Na een golfterrein werd het Zuigerplaspark bereikt. Daar liepen we een tijdlang doorheen. We kwamen ook vlak langs de kant van de Zuigerplas waarbij we alleen de noord- en noordoostkant van de plas niet aandeden.
We staken de spoorlijn en de Zuigerplasdreef over en bereikten daarop de Beginweg. Hier werd op 31 km de koffiepost bereikt. Deze was bij een hele grote boerderij. We konden hier pompoenen kopen, die dan door de organisatie naar de finish werd gebracht. De kippen liepen hier ook vrij rond en er stond dan ook een bordje dat honden hier aangelijnd moesten zijn. Nu is het bij WS78 verboden om met een hond te lopen. Dit gaf dus voor de organisatie hier geen problemen.
Door het Jagersveld werd de Binnenhavenweg bereikt en overgestoken. We liepen daarbij wel veelal door bospassages. Langs de noordkant van de Zuiderzeewijk liepen we vervolgens weer naar de Zuigerplasdreef, staken deze over gevolgd door de spoorlijn. Op 36 ½ km werd de fruitpost bereikt. Deze was gelegen in de wijk Karveel in een garage bij een woonhuis. In de wijk Schouw was de finish na 39,570 km. IVV-stempel was 11764.
Net als met de WS78-tocht vanuit Apeldoorn had ik bij deze tocht een gezondheidsdip, waardoor ik niet aan deze tocht heb deelgenomen. Om mijn lezerspubliek toch te informeren heb ik, net als met de tocht vanuit Apeldoorn een verslag van deze tocht gemaakt. Coos liep de tocht namelijk wel. En zij nam na afloop alle benodigde informatie mee naar huis.
Normaliter gaan wij vanaf het dichtstbijzijnde station naar de start. In dit geval besloot Coos met de auto naar NS-station Hollandse-Rading te rijden en hier met de eerste trein naar Lelystad te rijden. Daardoor kon zij een uur eerder aankomen.


Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.

Henri Floor