Terug naar de homepage van Henri Floor Utrechtse Heuvelrug tocht

Dit is het wapen van Driebergen. 
Dit wapen is te vinden 
op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de 
Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag In de jaren negentig van de 20ste eeuw heb ik voor Euraudax en WS78 talrijke tochten uitgezet op de Utrechtse Heuvelrug. Daaronder was een tocht van Driebergen naar Arnhem over een afstand van 75 km. Deze tocht was globaal de route die we deze dag zouden lopen. We hadden echter niet het plan om helemaal naar Arnhem te lopen. Daarnaast kwamen we op trajecten van de Stichtse Dorpentocht, de NS dagtocht Driebergen-Maarn, het Trekvogelpad en de Wageningse tweedaagse van 2 juli 2005. Op zaterdag 2 juli 2005 begon onze wandeltocht om 10 minuten over vijf direct vanaf ons huis. We passeerden de Sint Petrus Bandenkerk, een schilderachtig kerkje gelegen aan het Rijsenburgse plein.
De Sint Petrus’ bandenkerk aan het Kerkplein te Driebergen-Rijsenburg is in meerdere opzichten uniek in Nederland. Het is de enige kerk die gebouwd is in Empire-stijl. Samen met de in een halve cirkel gebouwde huizen op het Kerkplein vormt de kerk een unieke combinatie van profane en kerkelijke architectuur. De Haagse bouwmeester Adrianus Tollus tekende bijna twee eeuwen geleden voor dit Empire-ensemble. De parochiekerk van Sint Petrus’ banden heeft, hoewel niet groot van omvang, een bijzondere plaats in de Nederlandse architectuurgeschiedenis. Gebouwd in 1809/1810 dateert het gebouw uit de Napoleontische tijd.
Er werd toen heel weinig gebouwd in Nederland; de economische toestand liet dat niet toe. De bouw van de kerk is te danken aan het initiatief van de toenmalige bewoner van het huis Sparrendaal: Petrus Judocus van Oosthuyse, een zakenman van Belgische afkomst uit ’s-Gravenhage, die in 1800 de heerlijkheid Rijsenburg kocht en hierdoor zijn plannen voor de bouw van kerk en kerkplein kon verwezenlijken. Zelden zal de band tussen de belangrijke monumenten van een plaats zo nauw zijn als in Driebergen-Rijsenburg. Het jongste monument, de kerk, werd gesticht vanuit het oudste, de buitenplaats Sparrendaal.
Van Oosthuyse hield als lakenfabrikant kleermakers aan het werk, die deels afkomstig waren uit België en Frankrijk en die in meerderheid katholiek waren. Bij gebrek aan een katholieke kerk in Driebergen, besloot Van Oosthuyse tot de bouw van de Sint Petrus’ bandenkerk. De naamgeving herinnert aan de bevrijding van de apostel Petrus uit de gevangenis (Handelingen 12, 1-12), waar hij in de boeien (banden) was geslagen. Het rooms-katholiek volksdeel, dat eeuwenlang de eredienst in schuilkerken had moeten houden, werd door het gereed komen van de kerk als het ware ook uit gevangenschap bevrijd. En zo bleef - niet gespeend van enige ijdelheid - ook de voornaam van de stichter voor de geschiedenis bewaard.
De Empire-stijl van die dagen richtte zich sterk op de vormen van de klassieke oudheid. Vandaar het strenge dorische ‘tempelfront’ dat de ingang markeert. De toren is, zoals dat hoort, in de sierlijker ionische stijl opgetrokken, die ook in het interieur is toegepast. Dit werd als een Romeinse hal overdekt door een groot tongewelf op bogen overdwars, dat hier niet van steen, maar van stucwerk is gemaakt.
Daarna passeerden we het voormalige gemeentehuis van Rijsenburg. Tegenwoordig behoort Rijsenburg tot de gemeente Driebergen-Rijsenburg. Voor de heidetuin sloegen we af. We liepen onder de A12-snelweg door, gevolgd door de spoorlijn Utrecht-Arnhem. Daarop betraden we landgoed Bornia.
Landgoed Bornia was vroeger bezit van een familie uit Leeuwarden. Deze familie woonde op de 'Bornia State' in Leeuwarden. De naam Bornia betekent grens en was hier toepasselijk, omdat het landgoed op de grens lag van de gemeenten Driebergen en Zeist. In Bornia vindt u één van de meest ongerepte stukken duingebied van de Utrechtse Heuvelrug. Al in de ijstijd hebben hier mensen gewoond, wat blijkt uit opgravingen waarbij overblijfselen van zeer oude nederzettingen en grafheuvels zijn aangetroffen. Het landgoed is eigendom van Het Utrechts Landschap en vormt met de landgoederen Heidestein en Noordhout een aaneengesloten natuurgebied.
We waren gestart in de korte broek. Maar we kregen zoveel last van muggen dat we besloten om de lange broek weer aan te doen. Deze hadden we gelukkig meegenomen omdat er regen voorspeld was. We volgden nu tot aan Maarn de spoorbaan globaal parallel. Een gedeelte was wit/rood gemarkeerd van de bekende en populaire NS-route Driebergen-Maarn. Dit is het gemeentewapen van Maarn. 
Dit wapen is te vinden 
op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door 
de Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag
We staken de Traayweg over en betraden nu landgoed Noordhout. Na een hutje van de vogelvereniging Driebergen en Maarn betraden we het landgoed Den Treek-Henschoten. We staken de N227 (Doorn-Amersfoort) over en bereikten daarop Maarn. We waren nu zeven kwartier onderweg. Toen we twee bankjes zagen om te rusten, twijfelden we geen moment. Na een korte rust liepen we naar het centrum van Maarn en liepen onder de spoorlijn en snelweg door. Daarbij kwamen we langs een standbeeld van een spoorwerker. Dit naar aanleiding van het ontstaan van Maarn in 1924.
Daarop liepen we naar de voetbal- en korfbalkantine van SVMM (Sport Vereniging Maarn Maarsbergen). We staken de Maarnse Grindweg over en bevonden ons daarop in de Kaapse bossen – Doornse berg. We kwamen langs een bankje bij een heideveld. Op het bankje stond de tekst “de stilte der natuur heeft vele geluiden”. Deze tekst was afkomstig van Henriëtte Roland Holst. We staken de Sandenburgerlaan over en kwamen daarop langs een voormalige stortplaats. Deze was met hekwerk afgezet, maar leek voor de rest op een natuurterrein. Na een begroeide asfaltweg ging ons pad over in een smal graspad. Het begin was vrijwel niet te zien door hoog gras van wel een halve meter hoogte. Even verderop moesten we zelfs onze blote armen in de lucht steken vanwege hoge brandnetels en braamstruiken. We waren hier blij dat we de lange broek aanhadden.
Daarna betraden we landgoed Maarsbergen. Net voor een splitsing was een weg met wit/rood lint afgezet. Het bleek hier te gaan om een nog te houden paardenrit met hindernissen. We bereikten uiteindelijk de N226 (Leersum-Maarsbergen). Bij een pikniktafel, die voor het huis De Velschuur van Staatsbosbeheer stond, hielden we een rust. Dit is het gemeentewapen van Leersum. 
Dit wapen is te vinden 
op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de 
Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag
Vervolgens betraden we landgoed Breeveen. We volgden hier al enige tijd het parkoers van de WS78 wandeltocht vanuit Maarn van 19 maart 2005. Eerst volgden we de bos- en heide rand. Daarna staken we het heideveld over en passeerden een meertje waarin het water heel laag stond. Op weg naar de Utrechtse Baan zagen we wit/rode markeringen van het Trekvogelpad. Na de Utrechtse Baan volgden we geel/blauwe markeringen van de Stichtse Dorpentocht. De routebeschrijving van de Stichtse Dorpentocht is kortgeleden verschenen in een derde druk en is nu 53 km lang en loopt van NS-Driebergen naar NS-Rhenen.
Bij een bosrand aan de noordoostkant van Leersum zetten we koers naar een supermarkt die zegt op de kleintjes te letten. We kochten onder andere een liter melk met een lekker smaakje. Verder vulden we onze limonadevoorraad weer aan. Nu zetten we koers naar kasteel Zuylenstein. Na het kasteel liepen de markeringen van de Stichtse Dorpentocht en het Trekvogelpad tezamen. Over een grintpad met uitzicht op de Rijndijk bereikten we Amerongen. Dit is het wapen van Amerongen. 
Dit wapen is te vinden 
op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de 
Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Bij het kasteel verlieten we Amerongen weer en volgden toen de bosrand langs de Amerongse Bovenpolder.
Buiten Amerongen staken we de N225 over en door een bosgebied liepen we naar de noordkant van Elst. Hier liepen we langs de bosrand over een zandweg. Aan de rechterzijde van de zandweg waren velen struiken weggehaald. Daardoor hadden we nu een schitterend uitzicht op Elst. Bij een korenveld uitgekomen sloegen we links af en even later betraden we bosgebied Prattenburg. Bij de jeugdherberg van Elst staken we de N416 (Veenendaal-Elst) over.
Langs bosgebied Remmerdense Heide kwamen we op een asfaltweg uit waar wandelaars liepen van de Wageningse tweedaagse. Spoedig verlieten we de asfaltweg weer en volgden een zandweg naar Kwintelooyen.
Op zaterdag 11 oktober 2003 werd door minister Veerman (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) op Kwintelooyen het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug officieel geopend. Kwintelooyen is een voormalige zandafgraving.
Aan de bosrand verlieten we even onze geplande route om een paar honderd meter om te lopen en daardoor van een bank met rugleuning te kunnen genieten. Daarbij passeerden we een paaltje met daarop de vermelding van de opening van het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. We aten en dronken hier wat. De klok was inmiddels 12 uur gepasseerd en vanaf dat moment konden we tegenliggers begroeten met goedemiddag.
We volgden nog even de bosrand langs Kwintelooyen. Daarop sloegen we af en volgden nu even een traject van de Stichtse Dorpentocht. We liepen nu door het Remmersteinse Bos. We passeerden een huisje waarbij politiehonden vaak worden getraind. Nu waren ze er gelukkig niet. We staken een asfaltweg over met de naam Autoweg en zagen hier weer wandelaars van de Wageningse Tweedaagse. We bereikten een bosrand en kregen uitzicht op Rhenen. Dit is het wapen van Rhenen.
Dit wapen is te vinden 
op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de 
Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag We liepen naar het centrum van Rhenen en brachten wederom bezoek aan een supermarkt met dezelfde naam als in Leersum. Opnieuw kochten we een liter melk met een lekker smaakje. Ook de limonade voorraad werd aangevuld en we kochten nog een banaan.
Tegenover de supermarkt nuttigden we de melk op een bankje. Hier stond een standbeeld dat aangeboden was aan Rhenen ter gelegenheid van de heropening van de plaatselijke steenfabriek in 1989. Toen we later in de tocht bij het terrein van die steenfabriek kwamen, bleek dat de steenfabriek met de grond gelijk gemaakt was.
Daarop liepen we naar de Cuneratoren met kerk. De kerk was open en we bezichtigden deze. Toen we de kerk binnenstapten, stond heel enthousiast een man achter een stalletje op en bood ons op papier een korte rondleiding van de kerk aan. Het was goed dat we het even wat rustiger aandeden en deze rondleiding kwam eigenlijk wel goed uit. Toen we de kerk verlieten hoorden we dat de man die de kerk bemande dit jaar voor de vijfde kerk met de Nijmeegse vierdaagse zou meedoen.
De Cunera legende
Cunera (een prinses uit het huis van Tudor) en haar nicht Ursula gaan met (11.000) "maagden" op bedevaart naar Rome. Op de terugreis via de Rijn worden ze bij Keulen overvallen door woeste Hunnen, onder leiding van Atilla. Alleen Cunera overleeft de overval, omdat ze gered wordt door een Frankische koning (een rijke boer). Deze neemt haar mee naar Rhenen, waar hij zijn hoeve heeft. Cunera wordt als dienstmeisje in de huishouding opgenomen en gaat naast haar taken ook armen en zieken verzorgen en begint met de kerstening van de heidense Franken. Zij wordt alom geliefd en de koning vert:rouwt haar zelfs de sleutels van de voorraadschuren toe, welke een symbool zijn van de huiselijke macht van de echtgenote. De vrouw van de koning wordt dan ook jaloers en wurgt Cunera. De moord komt echter uit door een wonder in de paardenstal. De koningin wordt verbannen, laat zich van de Grebbeberg vallen en breekt haar nek. De koning bekeert zich tot het christendom.
Dit is het wapen van Wageningen. 
Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag We liepen naar de zuidkant van Rhenen en vervolgden onze tocht langs de uiterwaarden. We hadden hier ook uitzicht op de diverse attrakties van de plaatselijke kermis. Verderop liepen we onder de Rijnbrug door. Daar bleken wandelaars van de Wageningse Tweedaagse dezelfde kant op te lopen. We liepen hier onder de Grebbeberg langs en langs natuurgebied De Blauwe Kamer. Na de Grebbeberg liepen we verder over de winterdijk in de richting van Wageningen. Na een halve kilometer sloegen we af en volgden verder een rustige weg naar Wageningen. Op deze rustige weg, de Wageningse Afweg, haalden we een wandelaar in die op zijn hoedje talrijke badges van de Nijmeegse vierdaagse had zitten. Toen we hem inhaalden zei hij: "Goh, ik dacht dat ik de laatste was".
Bij een bushalte hielden we weer een rust op een bankje. Na een rust van een kwartier bedachten we dat het voor vandaag mooi was geweest. We waren 10 uur onderweg geweest. En omdat we toch bij een bushalte zaten, konden we de bus huiswaarts nemen. Deze reed ons in ongeveer 50 minuten naar Driebergen.
naar de top van deze pagina

Henri Floor