Met de Keistampers vanuit Boxtel op zaterdag 23 april 2005 Terug naar de homepage van Henri Floor Met De Keistampers in het Groene Woud.

Dit is het wapen van Boxtel.
Dit wapen is te vinden 
op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de 
Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Op zaterdag 23 april 2005 organiseerde de wandelvereniging De Keistampers de Kampina wandeltocht. De start was vanuit het Jacob Roelands Lyceum te Boxtel. Na de start staken we de Dommel over en liepen door een park dat behoort tot klooster kasteel Stapelen. Het klinkt wat raar “klooster kasteel”, maar het kasteel Stapelen is in gebruik als klooster.
Het Kasteel Stapelen wordt in de geschiedschrijving over Boxtel in 1293 beschreven als Willem van Cuyk, heer van Boxtel met de heerlijkheid Stapelen wordt beleend. Bij restauratiewerkzaamheden rond 1970 werden resten van een stenen fundering aangetroffen van een vermoedelijk vroegmiddeleeuwse houten burcht, hetgeen zou betekenen dat de geschiedenis van Stapelen nog enkele eeuwen eerder dan 1293 begint. De bewoners van Stapelen waren in de loop der tijden verschillende adellijke geslachten. Het kasteel werd in 1818 gerechtelijk verkocht en kwam in burgerhanden. Sinds 1915 wordt het kasteel bewoond door de Paters Assumptionisten.
Via een tunnel liepen we onder de spoorlijn Boxtel- Best door. Op de zijwanden van de tunnel waren afbeeldingen van koeien in Delfsblauw. Op de glasplaten voor de verlichting in de tunnel waren teksten geschreven die allen over koeien gingen.
Na wat straten door industriegebied bereikten we het plaatsje Lennisheuvel.
Lennisheuvel is van oorsprong een boerendorp. Minder dan een eeuw geleden was het feitelijk niet meer dan een gehucht. Pas na de oorlog heeft Lennisheuvel zich geleidelijk ontwikkeld. Toch is Lennisheuvel nog in veel opzichten een agrarische gemeenschap. Veel dorpelingen hebben familie in het boerenbedrijf of ze zijn zelf boer geweest. De boeren die in de omgeving van Lennisheuvel nog een agrarisch bedrijf uitoefenen zijn meestal varkenshouder of veehouder. Daarnaast zijn er enkele boomkwekerijen en een biologisch tuinbouwbedrijf.
Al die bedrijven hebben het moeilijk. De regelzucht van de overheid is letterlijk moordend. Het ziet er naar uit dat steeds meer boeren het loodje leggen. Dat vraag is wat ervoor in de plaats komt. Als dat industrie is bedanken wij voor de eer. Laten ze van Lennisheuvel maar een toeristisch centrum maken. Al hoeft het niet zó heftig als in Oisterwijk.
Lennisheuvel ligt midden in Dommeltuin, het groene hart van Brabant. De grootste rijkdom van Lennisheuvel is het prachtige buitengebied. Lennisheuvel ligt rondom in het groen. Een paar stappen buiten het dorp loop je meteen tussen de koeien. En als je even doorloopt ben je zo in de bossen. Ook op de fiets kun je in de omgeving van Lennisheuvel je hart ophalen. Er zijn schitterende fietstochten uitgezet door de Kampina, de Mortelen en Velder. Jammer dat het dorp Lennisheuvel zelf daar zo weinig van profiteert.
Buiten Lennisheuvel staken we via een brug het Smalwater over. Daarop werd bosgebied De Weert van natuurreservaat Kampina bereikt. We kwamen langs huize Kampina.
Op weg naar Lennisheuvel Kampina is een fraai heidelandschap dat omringd wordt door bossen en wordt doorsneden door enkele beken. Opmerkelijk zijn de vele blauwe bosbessen in juli, de paarse heide in augustus. Het noordelijk deel is vrij droog met veel struikheide, in tegenstelling tot het zuidelijk deel dat vochtiger is. Op Kampina groeien klokjesgentiaan en verschillende zeggesoorten. Zomers vliegt de boomvalk boven het gebied, op zoek naar libellen. Ook de wulp, tureluur en roodborsttapuit komen veel in het gebied voor. Met een beetje geluk ziet u zomers een levendbarende hagedis of het doortrekken van kraanvogels in november en maart.
In het noorden van dit uitgestrekte heidegebeid liggen diverse vennen, die door regenwater worden aangevuld. Hierdoor zijn ze voedselarm en groeien er bijzondere planten als zonnedauw, lavendelheide, en veenbes. Aan de oostrand van de heuvel bij de Zandbergvennen bevindt zich onder de gedenksteen een urn met de stoffelijke resten van mr. dr. P.G. van Tienhoven, één van de oprichters van Natuurmonumenten.
In het zuidoosten van het gebied stroomt de Beerze. In het stroomdal vindt u elzenbos met hop en bitterzoet, vochtige heide met gagel en beenbreek. Rondom de Beerze zijn drie natuurontwikkelingsprojecten uitgevoerd.
In het Beerzedal, zo’n 80 tot 90 hectare groot, treedt het water ’s winters buiten de oevers. Het water dat binnen de dijken blijft is een weelde voor water- en trekvogels, zoals steltlopers, ganzen en eenden.
De Beerze gaat over in de Kleine Aa en het weer meanderende Smalwater, die in het noordelijk deel van het gebied stroomt. In de omgeving heeft Natuurmonumenten grond verworven. Runderen van het runderras blonde d’Aquitaine grazen hier.
Ook loopt de Beerze door het 80 tot 90 hectare grote Banisveld. Hier groeit moerashertshooi en de lisdodde. Vogels als het blauwborstje, de kleine plevier en de heggemus komen hier volop voor.
Daarna werd bosgebied Vossenbos gepasseerd. Toen lag een groot heideveld voor ons open met flinke vergezichten. We moesten op een supersmal pad afslaan, hetgeen tot gevolg had, dat flink wat wandelaars dit smalle pad niet als een officieel wandelpad aanzagen en er voorbij liepen.
We passeerden achtereenvolgens de Zandbergvennen, de Kromvennen en het Brandven. Daarna liepen we door bosgebied Belversche Bergen. Hier was op 10,4 km een verzorgingspost, We verbaasden ons over de grote aantallen muggen die nu al aktief waren. We zagen er op dat moment dan ook van af om de korte broek aan te doen. We dwaalden verder over de Kampina overgaand in het bosgebied Oisterwijkse bossen en vennen. Op 15 km was de eerste Café rust in boscafé De Waterput te Oisterwijk. Dit is het wapen van Oisterwijk.
Dit wapen is te vinden 
op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de 
Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag
Bijna alle wandelaars zaten hier buiten op het terras, want het was een stralende zonnige lentedag met maximum temperaturen van 18 graden. Hier besloten we alsnog in het kort te gaan.
We waren één van de laatsten die aan de lus van de 40 km begonnen. We konden met het openbaar vervoer niet voor 8.45 uur arriveren en dan kost het inschrijven en verder klaar maken ook nog tijd alvorens je kan vertrekken.
Het parkoers voerde verder door bosgebied Logtsche Heide en verder naar Oisterwijkse vennen.
Oisterwijkse Bossen en Vennen
In dit uitgestrekte gebied liggen tientallen vennen uit de laatste ijstijd. Vier daarvan zijn uitgebaggerd om de oorspronkelijke vegetatie weer een kans te geven. De Oisterwijkse Bossen en Vennen vormen een waardevol natuurgebied, waar in de winters veel eenden zoals de tafeleend, de kuifeend en de wintertaling verblijven. Ook de dodaar, een Rode Lijst-vogel, heeft hier zijn thuis gevonden.
De vennen zijn gevormd door wind. Daarom heeft Natuurmonumenten een aantal enigszins boomvrij gemaakt. Dit is te zien aan de langgerekte vorm en de omringende heuvels. De wind sleet de laagtes uit, waarna het zand tot grote hopen eromheen waaide. Later vulden de kommen zich met regenwater. Het Kolkven daarentegen is uitgeslepen door het kolkende water van een oude rivier. In dit diepe ven zitten veel watervogels, zoals de fuut en de aalscholver, die zijn te bekijken vanachter een vogelkijkscherm. Op een informatiepaneel staat meer informatie over de vogels.
Rond het Middelste Kolkven heeft Natuurmonumenten de natuur haar gang laten gaan. Het resultaat is een bijna onbegaanbaar moerasbos met omgewaaide berken, jonge boompjes en waterloopjes. Ook in de weilanden rond het Achterste Ven krijgt de natuur de vrije hand, waardoor zich een afwisselend bos ontwikkelt.
Op enkele plaatsen is voedselarm water aanwezig, waardoor er bijzondere planten groeien als moerashertshooi, biesvaren en oeverkruid. In het schone water groeien zeldzame sieralgen en langs de oevers liggen hier en daar grote veenmostapijten. Op sommige plaatsen staan bankjes, waar vanaf een mooi uitzicht is op de vennen.
De bossen rond de vennen zijn vanaf de 19e eeuw aangeplant op heide. Er staan voornamelijk grove dennen en enkele verwilderde robinia’s. De robinia’s kunt u herkennen aan de diepgegroefde stam. Eén van de vogels in het dennenbos is het goudhaantje, de kleinste vogel van Europa.
We hebben de vennen maar niet geteld waar we langskwamen, want het waren er ontzettend veel. Enkele vennen met naam waren het Kolkven en het Voorste Goorven.
Het Goorven is een van de vele Oisterwijkse vennen. 'Goor' betekent moeras. Het ven heeft een fraaie, grillige oeverlijn. Op sommige plaatsen rijzen de beboste zandheuvels steil uit het water op. Water en land gaan vaak ongemerkt in elkaar over via een dicht met struikgewas begroeide zone of een kussen van vochtige mossen. De meeste vennen hier zijn na de laatste ijstijd ontstaan door verstuiving.
Natuurreservaat Kampina We bereikten boshuis Venkraai. Buiten op het terras zaten talloze recreanten te genieten van hun natje en droogje.
Verderop werd de kapel Maria in de Bossen bereikt. We zetten hier een kaarsje, naast de 15 andere kaarsen die er al brandden. Daarna kwamen we op korte afstand langs restaurant De Blauwe Kei. Opnieuw werd boscafe De Waterput bereikt. De afgelegde afstand bedroeg nu 25,1 km. We hadden tijdens de hele lus van de 40 km geen wandelaars gezien, maar hier zaten er nog enigen. Het was inmiddels kwart over twee en we moesten officieel om 5 uur binnen zijn. We konden dus maar kort rusten.
Na de rust liepen we langs het Staalbergven en het Wolfsputven. Daarop werd landgoed Nemelaer bereikt. Het kasteel Nemelaer lag ten noorden van de spoorlijn, waar wij echter niet kwamen. Daarop kwamen we bij het Beeldven en een bankje lonkte ons erg. Maar toen er 2 mannen met 2 jonge kinderen en 2 grote loslopende herdershonden aankwamen was de rust weer verstoord en liepen we snel verder.
Kasteel Nemelaer in Haaren
In de 13de eeuw stond hier al een (heel ander) kasteel. De hertogen van Brabant zouden er een jachtslot gehad hebben. De naam is afgeleid van het riviertje de Nemer, dat oorspronkelijk achter het kasteel langs stroomde, en van ‘laar’ dat zowel bos als open plek in een bos betekent.
Sinds 1865 wordt het landgoed doorsneden door het spoorwegtraject Tilburg-Boxtel. Ten zuiden ervan ligt bos, heide en moeras. Het noordelijke deel draagt nog een duidelijk landgoedkarakter, met als opvallendste element het kasteel. In 1831 werd landgoed Nemelaer gekocht door de pas benoemde gouverneur van Noord-Brabant, baron Van den Bogaerde van Terbrugge. Hij liet het na aan zijn zoon Donatus (1829-1895). Die liet het omstreeks 1880 ingrijpend verbouwen in neo-renaissance-stijl.
We staken een beekje over en bereikten daarop de spoorlijn Boxtel – Oisterwijk. We staken de spoorlijn echter niet over. We bereikten boerderij De Schaapskooi. We herkenden deze lokatie van een verzorgingspost met WS78 vanuit Oisterwijk. Verderop staken we het beekje Rosep over.
De Rosep was vroeger een meanderend riviertje. In de vijftiger jaren is het gekanaliseerd, maar gelukkig nog niet helemaal rechtgetrokken. Het dal van de Rozep wordt nog steeds gezien als een van de meest waardevolle beekdalen in de omgeving. Het bestaat uit moerasbos en vochtige heideveldjes.
We zagen hier een verwijzing van het wandelpad Esschestroom. Daarna kwamen we nog langs de vennen Palingven, Bosven, Meeuwenven en Flesven. Na bosgebied de Witte bergen werd de tweede en laatste verzorgingspost bereikt op 36,2 km. Vlak hiervoor was trouwens nog een verzetsmonument.
Het gehucht Roond speelde een rol in operatie Market Garden. Bij toeval landden hier op 17 september 1944 geallieerde zweefvliegtuigen. De troepen kwamen terecht in het oostelijk deel van de Kampina, waren uit koers geraakt en hadden in Son moeten landen. In totaal werd in de Kampina 106 Amerikaanse en Britse luchtmachtmilitairen verborgen gehouden voor de Duitse bezetter. In mei 2003 werd ter herinnering aan deze gebeurtenis het Verzetsmonument Kampina onthuld, vlakbij het punt waar de zandwegen Huisvennen en Nianadreef samenkomen op de Roond. Het is een stalen silhouet van een fietsende boer met tussen zijn benen een melkbus en op de achtergrond een boom. Het symboliseert de hulpverleners van toen. 'Alles is vergeefs als we vergeten' luidt het opschrift van de sokkel en op een plaquette staan de namen van de Boxtelse verzetsstrijders gegraveerd.
Na deze verzorgingspost, die officieel om 16.15 uur sloot en waar wij om 16.25 uur arriveerden, liepen we naar het plaatsje Roond. Voor de plaats sloegen we af en liepen naar de Kleine Aa. Hierlangs vervolgden we ons pad door een weiland langs de sterk meanderende Kleine Aa. Bij een brug annex stuw staken we de Kleine Aa over en bereikten even later van finish. De totale afstand bedroeg 40,4 km. We arriveerden hier om 17.15 uur.
Het was een hele mooie tocht geworden. Deze tocht zullen beslist toevoegen aan wandeltochten die we jaarlijks willen gaan lopen. Het blijft natuurlijk wel afhankelijk welke andere tochten op die datum dan worden georganiseerd.
Nog meer informatie over Boxtel en omgeving:
Het riviertje De Dommel neemt in de geschiedenis van Boxtel een belangrijke plaats in. Zoals het vele eeuwen steeds ging, werd een nederzetting gesticht op de plaats die in geografisch opzicht de bewoners wat te bieden had. Maar ook het doorgaande verkeer zocht de weg van de "minste weerstand" en de historie van Boxtel gaat dan ook terug tot vóór het jaar 800, toen de bewoners niet alleen een gunstige woonomgeving ontdekten, maar ook een doorwaadbare plaats in De Dommel.
Vroeger werd de naam geschreven als Bocstelle, Boecstele, Boucstele, Bouxtele, Bucstel en Boecstele en misschien is het woord Becoloth wel een nog vroegere benaming van Boxtel. In een Echternachse akte uit 1100-1110 wordt Boxtel voor het eerst genoemd als Buochestelle, wat duidt op een plaats met een Romeins verleden.
Tot het einde van de achttiende eeuw werd de Heerlijkheid Boxtel bestuurd door adellijke families. De eerste, rond 1200, bekende Heren van Boxtel zijn Gerard en Willem van Boxtel, vervolgens de Heren van Cuyk. Door huwelijken ging Boxtel vanaf ca. 1350 achtereenvolgens over naar andere geslachten, zoals Van Herlaer, Van Merheym, Van Ranst, van Horne en Van Salm-Kirburg.
Napoleon maakte in 1794 een einde aan bewind van de Heren en er werd een burgemeester, de heer Van der Voort, aangesteld. Het Hertogdorp Liempde werd in 1391 door Hertogin Joanna van Brabant geschonken aan de Baron van Boxtel, als dank voor bewezen diensten. Liempde was echter een zelfstandige bestuurlijke eenheid en bleef dat ook met een eigen Schepencollege en raadkamer. Wel waren de drossaard, secretaris en gerechtsdienaar dezelfde als in Boxtel en Liempde maakte dus deel uit van de Baronie van Boxtel. Liempde zou zijn naam hebben ontleend aan de klei- en leemachtige bodem waarop het is ontstaan.
Na de gemeentelijke herindeling in 1996 is uit Boxtel en Liempde de nieuwe gemeente Boxtel ontstaan, ruim 29.000 inwoners en 6500 ha groot.
De gemeentelijke eenheid Boxtel bestaat sinds januari 1996 uit de kernen Boxtel, Liempde en Lennisheuvel. Daarvan kan het oude Boxtel worden getypeerd als een stedelijke kern, Lennisheuvel aan de zuidkant van Boxtel als een kerkdorp met een agrarisch karakter en Liempde als een mooi geconserveerd, authentiek Brabants dorp. Aan alle zijden is Boxtel fraai omgeven door het groen van bossen, velden en landgoederen.
Wie Boxtel zegt, zegt "natuur". Boxtel is wat natuur betreft ook uniek gelegen. Op loopafstand kan men in de Kampina uren terecht voor wandelingen of fietstochten in een landschappelijk waardevol en zeer afwisselend bos- en heidegebied. U hoeft echt niet vreemd op te kijken als er plotseling tientallen IJslandse paarden opduiken, die in dit 1000 ha grote natuurgebied vrij rondlopen om op deze wijze al grazend de heidevelden in de originele staat te houden. De toegang tot het gehele gebied is voorbehouden aan de leden van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten. U kunt u als lid daarvoor aanmelden bij de boswachters. De doorgaande wandel- en fietspaden zijn echter vrij toegankelijk.
Momenteel is men druk doende om te komen tot een aaneengesloten groen gebied in de stedendriehoek Tilburg, 's-Hertogenbosch en Eindhoven, waardoor de natuur rondom Boxtel nog zeer versterkt wordt en binnen enkele jaren als het "Groene Woud" op de kaart zal staan.
Over Het Groene Woud
Midden in het hart van de stedendriehoek Tilburg – Eindhoven - ’s-Hertogenbosch, ontwikkelt zich Het Groene Woud. Een ambitieus ‘groenproject’ van in totaal 7.500 ha, bestaande uit bossen, moerassen, hei en agrarisch cultuurlandschap. Het Groene Woud verbindt omliggende gebieden aan de natuur.
In Het Groene Woud liggen bestaande natuurgebieden zoals De Kampina, De Oisterwijkse Bossen en Vennen, De Mortelen, De Geelders, het Dommeldal en De Scheeken. Ook verschillende beken wateren door het gebied. De Dommel en de Beerze-Reusel bijvoorbeeld.
Met de ontwikkeling van Het Groene Woud willen de partners onder andere voorkomen dat het gebied tussen de drie grote steden dicht groeit. Door de combinatie van natuurontwikkeling, duurzame landbouw en groene recreatie in een waardevol cultuurhistorisch landschap. Met als uiteindelijk resultaat, een bijzonder natuurgebied met internationale allure.
Het Groene Woud is een initiatief van de Provincie Noord Brabant in samenwerking met Brabants Landschap, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Inmiddels hebben zich ook andere partijen (gemeenten, het waterschap en diverse particuliere partijen) aangesloten bij het project. Al dan niet gezamenlijk met deze partijen worden diverse deelprojecten ten uitvoer gebracht.
naar de top van deze pagina

Henri Floor & Coos Verburg