tweede dag Ronde van Zuid-Limburg 2004 Terug naar het overzicht van de Ronde van Zuid-Limburg 2004 Terug naar het overzicht van driedaagsen en vierdaagsen op de homepage van Henri Floor Terug naar de homepage van Henri Floor 61e Ronde van Zuid-Limburg (2004)
Dit is een oud wapen van Valkenburg.
Dit wapen is te vinden 
op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de 
Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Op de derde wandeldag op maandag 17 mei 2004 was het verzamelpunt op NS-station Heerlen. We moesten om 8.15 uur op het station zijn, want de trein vertrok om 8.18 uur. Door de grote toeloop van wandelaars dit jaar waren dit jaar 2 treinen gecharterd. De eerste vertrok om 7.53 uur en was een sneltrein naar Valkenburg. Onze trein van 8.18 was een stoptrein. De trein van 7.53 uur was afgeladen vol en er moesten zelfs wandelaars uit de trein gestuurd worden omdat deze anders te vol dreigde te geraken. Ook reden er één of meerdere bussen naar Valkenburg. Na ongeveer 20 minuten arriveerden we op station Valkenburg. Alle wandelaars die de trein van 8.18 uur hadden genomen, konden zitten. Het was deze dag een prachtige zonnige dag met een maximum temperatuur van 23°. Daardoor waren veel wandelaars in de korte broek gestart. We liepen door het centrum van Valkenburg en passeerden onder andere het Grendelplein. Bij de Lourdesgrot aangekomen, deze ligt halverwege de beklimming van de Cauberg, besloten we de grot te bekijken en wij deden hier ook de korte broek aan.
De Lourdesgrot is een waarheidsgetrouwe kopie van de grot van Lourdes. Aan het begin van de twintigste eeuw maakten de zielzorgers in Valkenburg zich grote zorgen over de invloed van vreemdelingen (lees: niet-katholieken) als gevolg van het opkomende toerisme. Bevordering van de devotie tot Maria werd als een probaat middel tegen deze invloeden beschouwd.
Dit is het wapen van Valkenburg aan de Geul.
Dit wapen is te vinden 
op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de 
Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Schuin tegenover de Lourdesgrot liepen we langs een oude begraafplaats.
De oude katholieke begraafplaats van Valkenburg in Zuid-Limburg is een bijzondere begraafplaats vanwege een aantal bijzondere funeraire kwaliteiten. De begraafplaats, waarvan het oudste gedeelte in september 1836 werd ingewijd, is nu in beheer bij de gemeente Valkenburg aan de Geul. Naast het katholieke deel vinden we hier vandaag de dag ook een joodse begraafplaats, een algemeen deel en een grafveld voor een kloosterorde. De funeraire kwaliteiten van de begraafplaats zijn vooral te danken aan de geografische omstandigheden ter plekke.
Ligt het oude deel van de begraafplaats nog redelijk vlak, de nieuwere delen liggen allemaal hoger op en in de hellingen van de Cauberg. Die hellingen maakten het mogelijk om galerijgraven aan te leggen, terrasvormig tegen de helling op. Op het oude deel nog heel voorzichtig maar even verderop is de hele heuvel inmiddels veranderd in een terrassenbegraafplaats met een hoogteverschil van bijna 30 meter.
Andere bijzonderheden zijn de kapel, toegewijd aan het Heilig Kruis van Jezus Christus, en de vier familiegrafkelders op het oude gedeelte, uitgehakt in de mergel van de Cauberg. De mergel duikt hier op tot aan de oppervlakte. Dit deel van de begraafplaats was voordien waardeloos, totdat men begon met het aanleggen van de grafkelders. Vooral opvallend is de kelder van de familie Habets-Willems, met name door de grafkapel die boven de kelder werd gebouwd. De kapel is goed zichtbaar vanaf de weg en valt op voor eenieder die de Cauberg op of af gaat.
We bestegen de Cauberg en zetten vervolgens koers naar Thermae 2000 en het casinogebouw. We hadden hier een fraai panorama op Valkenburg en omgeving. Door het Polferbos zetten we koers naar de Koningswinkelhof. Dit familiebedrijf bestaat al sinds 1926 en is gelegen in een voormalige boerderij aan de rand van het bos, vlakbij de Geul. Vervolgens gingen we op een kruising bij café Tivoli rechtdoor en bleven een tijdlang de Geul volgen. We betraden een afgerasterd gebied en opeens zagen we in de Geul een zwart rund met veel haar staan.
Verderop sloegen we af en liepen nu door natuurgebied Ingedael dat om kasteel St. Gerlach ligt. Verderop liepen we vlak voor het kasteel, dat een 5-sterenhotel is, langs. In de tuin stonden diverse beeldhouwwerken. Vlak naast het kasteel lag de gelijknamige kerk.
De geschiedenis van Chateau St.Gerlach en het omliggende landgoed gaat terug tot het jaar 1201. In een schriftelijke vermelding uit 1772 schrijft proost Friedrich Keetz dat in 1202 Gosewijn IV van Valkenburg het besluit heeft genomen om een klooster te stichten bij het graf van de rond 1165 overleden kluizenaar Gerlachus. Het graf van deze man trok vele pelgrims en Gozewijn wilde een goed onderkomen voor hen verzorgen. In de decennia erna gebeurde er een heleboel met de kloostergebouwen, ze gingen letterlijk van hand tot hand, tot in 1808. Dit jaar werd het klooster en de bij behorende kerk gekocht door notaris Schoenmaeckers uit Raar. De voormalige kloostergoederen werden verpacht en het proostgebouw werd tot adellijk woonhuis omgebouwd. De kerk werd aan de gemeente Houthem geschonken. Het kasteel St. Gerlach werd eerst bewoond door de familie Corneli en later door de adellijke familie De Selys de Fanson. In 1979 schenkt de laatste bewonder van het kasteel, Robert De Selys de Fanson, het kasteel en bijgebouwen aan het kerkbestuur van Houthem. Sedertdien stond het pand leeg. Met als gevolg dat een aantal bijgebouwen in ernstig vervallen staat kwamen te verkeren.
In juli 1988 werd de Stichting Behoud St. Gerlach opgericht. Deze stelde zich onder andere tot doel het landgoed van de ondergang te redden door het vinden van betrouwbare investeerders en exploitanten en door het aanvragen van subsidies. Het vinden van een passende bestemming zou een zware opgave zijn. Het kloostercomplex lag er toen troosteloos bij. De jaren van verwaarlozing hadden hun tol geëist: muren waren verzakt, houtwerk aangetast of verrot, vloeren en plafonds ingestort en de tuin geheel verwaarloosd.
De Stichting kwam, naast andere gegadigden die later al snel afvielen, in contact met de Houthemmer Camille Oostwegel. Deze bleek reeds in 1979, vlak na het overlijden van Baron Rober De Selys de Fanson, zijn ideeën voor een luxe Hotel-Restaurant bij het toenmalige Kerkbestuur te hebben gedeponeerd. In 1986 zocht hij opnieuw contact en formuleerde toen in grote lijnen het plan zoals het nu is uitgevoerd. De bijbehorende grond werd door C. Oostwegel verkocht aan het Ministerie van Landbouw met als bestemming natuurontwikkelingsproject. Inmiddels zijn de gronden in beheer bij het Limburgs Landschap en Stichting Ark. Er leven Konikspaarden en Schotse Hooglanders en het gebied heeft de naam Ingendael gekregen. Het gebied is openbaar toegankelijk.
Voor hij het verkocht stelde Camille een aantal eisen aan de bestemming van de grond. Het mocht gekocht worden onder de voorwaarde dat het terug gebracht zou worden in oude staat, met flora en fauna van dien.
De tuinen bij het Landgoed zijn nog wel eigendom van Camille Oostwegel. Meerdere malen per jaar vraagt hij een tuinarchitect en een bomendokter langs te komen op het landgoed om met hem te bekijken wat gezond en wat niet gezond is. Minimaal eens per jaar krijgt hij de behoefte om jonge boompjes te planten, hij zoekt uit welke bomen er op termijn (van soms wel 20 jaar!) gaan sneuvelen en stippelt een plan uit zodat er een volgroeide boom staat als de oude ter ziele stort. Als ze in de goede tijd komen laat Camille ook bekende Nederlanders bomen planten in zijn tuin. Hij kent de bomen van naam en weet van de meeste hoe oud ze zijn. Er staan zelfs bomen die hij samen met de laatste baron heeft geplaatst.
Dit is het wapen van Houthem.
Dit wapen is te vinden 
op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de 
Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag We bereikten nu buurstschap St. Gerlach (Houthem) en op een 3-sprong stond een fraaie kapel. We liepen verder naar de sportvelden van Vroenhof-Houthem. Hier werden we opgeschrikt door een zeer opvallend schort dat een jongen van de verzorgingsploeg aanhad. Het toonde de afbeelding van een gedeeltelijke naakte man. Later, bij een volgende verzorgingspost, had de jongeman zijn schort niet meer om. Toen ik ernaar vroeg zei een man naast hem dat er klachten over het schort waren binnengekomen. Verder zei hij dat er in het zuiden veel katholieken wonen, die zich aan zoiets sneller kunnen storen.
Houthem is een kerkdorp dat tot de gemeente Valkenburg aan de Geul behoort en schilderachtig gelegen is aan de Geul. De plaats dankt haar naam aan haar ligging: Houthem is een heem, een woonoord in het hout oftewel in het bos. Bekendheid heeft Houthem gekregen door de kluizenaar Gerlach die er in de 12e eeuw in een holle eik leefde en in 1165 in een geur van heiligheid overleed. De Gerlachuskerk, gebouwd in de jaren 1720 -1725, is in laat-barokstijl opgetrokken en maakte oorspronkelijk deel uit van een klooster van adellijke zusters. Verschillende oude boerderijen en fraaie landhuizen getuigen van bet rijke verleden van Houthem dat eertijds een pelgrimsoord was en nu zeer geliefd is bij natuurliefhebbers.
We zagen hier op de verzorgingspost een aantal dames die zichzelf of door hun wandelpartner/echtgenoot zich nog eens extra lieten insmeren met zonecreme, want de zon brandde er volop los. We zetten weer koers naar de Geul en staken deze over. Bij de Geulhemmermolen volgden we de Geulhemmerweg bergopwaarts. Daarna sloegen we af in de richting van natuurgebied Bergse Heide. Opnieuw kwamen we zwarte harige runderen tegen. Nu stonden of lagen ze vlak langs ons pad. Een dame, die dicht achter mij liep, werd door haar wandelpartner gerustgesteld dat deze dieren echt niets deden en waarvoor je niet bang behoefde te zijn.
Na zo’n 14 km lopen bereikten we het centrum van Valkenburg aan de Geul weer, nadat we nog langs de plaatselijke brouwerij waren gekomen. In een oud kerkje was nu het Griekse restaurant Eglesia gevestigd. We kwamen weer op het grendelplein uit, maar nu liepen we onder de Grendelpoort door en vervolgens in de richting van het Streekmuseum.
Streekmuseum Het Land van Valkenburg heeft sedert 1969 een onderkomen heeft gekregen in het voormalige stadhuis van de Geulstad. Aan de gevel van het streekmuseum hangt een plaquette. Deze plaquette is ter herdenking aan honderden vermeende Bokkenrijders, die in de achttiende eeuw door gerechtelijke dwalingen als leden van een geheime misdadigersbende terechtgesteld werden. Het fantastische maar verkeerde verhaal rondom de Bokkenrijders is bij velen wel bekend: een geheim genootschap van misdadigers dat zich verzekerde van een pact met de duivel om op getemde bokken door het luchtruim te kunnen scheren.
Nu hadden gedurende de achttiende eeuw wel degelijk inbraken, diefstallen en berovingen in Zuid-Limburg plaats. Dat al die misdrijven bijgeschreven kunnen worden op het conto van een in het geheim opererende groep, is echter nooit vast komen te staan. Sterker nog: er is in de voorbije twee eeuwen niet één aanwijzing boven water gekomen die inderdaad wijst op het bestaan van een bende. Laat staan dat er ooit bewijs is geleverd voor een diabolische (duivelse) samenzwering of bokken met een vliegbrevet.
Vast staat daarentegen wel dat in de tweede helft van de achttiende eeuw honderden mensen zijn gemarteld en ter dood werden veroordeeld, omdat de rechterlijke macht dácht dat zij Bokkenrijders waren. Verdachten van inbraken en diefstallen werden op de pijnbank doelbewust tot bekentenissen gedwongen om voeding te geven aan deze mythe. Anders gezegd: juist door het toepassen van tortuur (foltering) tijdens verhoren werd de Bokkerijdersbende leven ingeblazen. Terwijl het in werkelijkheid ging om los van elkaar opererende kruimeldieven, inbrekers en struikrovers die op de dag van vandaag veelal met dienstverlening of een korte celstraf bij de rechter vandaan worden gestuurd.
linker van de drie beeldjes bij Valkenburg aan de Geul de drie beeldjes bij Valkenburg aan de Geul rechter van de drie beeldjes bij Valkenburg aan de Geul Bij het Walrampplein verlieten we de route even voor een rustpost. Er was geen officiële rust. Je kon zelf een gelegenheid uitkiezen. Daarna zetten we koers naar de kasteeltuin van Kasteel Oost. Daarna volgden we de Geul verder tot voorbij de Drie Beeldjes. Vlak voor de Drie Beeldjes hadden we nog uitzicht op kasteel Schaloen.
De Drie Beeldjes stellen een zogeheten Calvariegroep voor : Christus aan het kruis geflankeerd door zijn moeder Maria en zijn lievelingsleerling Johannes de Evangelist. In het nisje aan de voet van het kruis staat een klein beeldje van Sint Rochus, de heilige die werd aangeroepen tegen de pest. Volgens de legende werd de groep hier geplaatst in opdracht van de heer van kasteel Schaloen, die last had van een boze geest. Deze verhinderde hem steeds met zijn paard de Geul over te steken. Na plaatsing van de beeldjes had hij geen last meer van de geest.
Het riviertje de Geul ontspringt in het waterrijke gebied van het Belgische dorpje Eynatten, dicht tegen de Belgisch-Duitse grens, in het zogeheten Staatswald, een op Belgisch grondgebied gelegen uitloper van het Aachener Wald. In het gehucht Lichtenbusch, behorend tot de gemeente Raeren, ligt de boerderij 'Het Todtleger', waar in één van de kelders zich de bron bevindt, die men algemeen als de oorsprong van de Geul beschouwt. Even verderop voegen zich vier andere bronnen bij het kleine beekje en dan wordt het al gauw een snel stromend riviertje. Dan begint de Geul aan haar 58 kilometer naar de Maas: 20 Belgische en 38 Nederlandse Geulkilometers.
Het gebied tussen Epen en Valkenburg geldt als het Geuldal bij uitstek. Hier trekt de natuur alle registers van lieflijkheid, bekoorlijkheid en indrukwekkendheid open. Gevoed door talrijke beekjes is de rivier in dit gebied al aanmerkelijk breder. Na een tocht door de valleien rondom Valkenburg gaat ze achter Meersen langzamer, bezadigder stromen. Het verval is daar duidelijk minder en uiteindelijk wordt de in haar eerste kilometers zo woeste Geul als een onopvallende rivier bij het gehucht Voelwammes onder Bitteren opgenomen in de Maas. Ze is dan in die 58 kilometer ongeveer 250 meter gedaald.
Dit is het oude gemeentewapen van Klimmen. 
Dit wapen is te vinden 
op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de 
Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag We verlieten de Geul en klommen naar de spoorlijn toe. We staken deze over en kwamen nu langs de mergelgrotten Dolkensberg. Via buurtschap Walem bereikten we buurtschap Koulen. Hier stond op een kruising bij een weg naar rechts een bordje met de tekst “deze weg is zeer moeilijk berijdbaar”. Daarna werd in buurtschap Ter Maar werd op 21,1 km de 2e verzorgingspost bereikt. Alle zitplaatsen op de 2e verzorgingspost waren in de zon. Na een paar bekers limonade (de melk was al op) liepen we weer verder.
Verder liepen we naar Craubeek en passeerden weer eens een kapelletje. We staken bij Barrier de heringerichte verkeersweg over. Voorgaande jaren stonden hier leden van de organisatie om de wandelaars te helpen bij het oversteken. Deze waren en nu niet, waarschijnlijk vanwege de heringerichte weg die nu veel overzichtelijker was geworden, waarbij bovendien de snelheid voor de automobilisten was teruggebracht tot maximaal 80 km. Op weg naar Hoenshuis volgden we nog fraai een oud karrenspoor, dat nu vrijwel was dichtgegroeid. De vele wandelaars die al voor ons dit pad hadden gevolgd, hadden er voor ons een mooi platgetrapt graspad van gemaakt.
Vlak voor kasteel Haeren liepen we langs een verwijsbordje naar de eussenstal. Eén van de grachten van kasteel Haeren was dichtgegooid en was omgetoverd tot een grastuin. In een naburig weiland zagen we een veulen bij een merrie. Heerlen Kasteel Haeren
Via het Cortenbacherbos werd kasteel Cortenbach bereikt. In Voerendaal liepen we eerst langs een paar vijvers en later door een nieuw aangelegd winkelcentrum. We brachten hier nog een bezoek aan een supermarkt om onze dorst te lessen
Voerendaal meet in totaal 3142 hectaren en ligt in het groene landschap tussen Heerlen, Simpelveld, Wittem, Gulpen, Valkenburg en Nuth De gemeente met zijn 5 Kerkdorpen (Voerendaal, Klimmen, Kunrade, Ubachsberg, Ransdaal) heeft een lange geschiedenis. Reeds in de Romeinse tijd was Voerendaal bewoond.
Heerlen kasteel Ter Worm Daarna kwamen we nog langs kasteel Ter Worm alvorens de finish te bereiken op 28,7 km. Deze 30 km tocht was 28,7 km lang. Je moet echter niet denken dat het een makkie was. Want in dit parkoers zaten talrijke steile hellingen, die we zowel omhoog als omlaag moesten nemen. Voor wat betreft de zwaarte zou deze tocht vergeleken kunnen worden met een vlakke tocht van 35 km. Wij liepen over deze tocht 6½ uur.
Bij de finish bedankten we de organisatie voor de prachtige tocht en beloofden het volgend jaar weer terug te komen.
naar de top van deze pagina

Henri Floor & Coos Verburg