Op zaterdag 17 januari 2004 organiseerde WS78 een 40 km wandeltocht
vanuit Haarlem. De start was vanuit de kantine van Sportvereniging
TYBB. Normaal start WS78 vanuit een lokatie die op korte afstand van
een NS-station is. Nu moesten we van NS Haarlem eerst nog een eind met
de bus. Deze rit duurde 10 minuten. Vervolgens moesten we nog 10
minuten lopen. De route naar de start was gepijld. Daarbij liepen we
zelfs een klein stukje over een smal bospaadje.
Haarlem komt rond 900-950 voor het eerst als nederzetting in de bronnen
voor. Er is dan sprake van drie boerderijen in 'Haralem'. De naam
Haarlem betekent vermoedelijk huis op hoge, met bossen begroeide
zandgrond. De graven van Holland hadden er een versterkte woning, van
waaruit ze hun grondbezit lieten beheren. In 1245 kreeg Haarlem
stadsrecht
Waarom worden Haarlemmers muggen genoemd?
Zwolle is de stad van de 'blauwvingers', Groningen die van de
'mollebonen', en Tilburg staat bekend als de stad van de
'kruikezeikers'. En Haarlemmers worden muggen genoemd. Zo zijn er
meer dorpen, gehuchten en steden in Nederland die een scheld- of
bijnaam hebben.
Tot op de dag van vandaag is er nog niemand geweest die dit mysterie
heeft kunnen oplossen. Bekend is alleen dat het scheldwoord al in de
14e en 15e eeuw werd gebruikt. Het vermoeden ligt voor de hand, dat er
verband gezocht moet worden met het feit dat er vroeger veel muggen in
Haarlem waren. Dat was begrijpelijk, want in het noorden was er het IJ
en in het zuiden het Haarlemmermeer. Bovendien waren er in de stad toen
veel meer grachten dan tegenwoordig.
Blijkbaar schold men een Haarlemmer voor mug uit om daarmee te zeggen
dat men hem of haar kleingeestig, stekelig of kleinzielig vond. Ook kan
muggenzifterij, vitten op kleinigheden, er mee in verband staan. Een
feit is wel, dat de scheldnaam muggen in vergelijking met vroeger bijna
niet meer gebruikt wordt. Althans in negatieve zin. Nu zie je de naam
vaak terug in namen van gebeurtenissen (de Haarlemse Muggenronde, een
wielerronde voor de jeugd) en in een heuse internetsite.
En als in het zuiden van het land het carnaval losbarst, dan wordt door
sommige inwoners de Spaarnestad tijdelijk omgedoopt in Muggendonk.
Toen wij rond kwart over negen vertrokken was er even een intensieve
regenbui die snel overging in reguliere regen. Een paar honderd meter
na de start bereikten we de rivier de Spaarne, hier Zuider Buiten
Spaarne geheten. Verderop sloegen we van de asfaltweg af en volgden een
asfaltpad langs de Spaarne. Met een ruime bocht staken we de Spaarne
over en volgden aan de andere zijde de rivier verder.
Geen mens zou het nu nog in zijn hoofd halen om water uit het Spaarne
te gebruiken bij het brouwen van bier. Toch kon de bierbrouwerij in
Haarlem ooit een florerende industrietak worden dankzij de aanwezigheid
van schoon Spaarnewater. Een overvloedige voorraad schoon en helder
water is noodzakelijk in verschillende stadia van het brouwproces. Het
uitgeschonken gerstenat, met zijn soms in bloemrijke taal geprezen
schuimkraag, bestaat voor wel 90% uit water. Maar niet alleen als
leverancier van schoon water hielp het Spaarne de bierbrouwerij. Ook
als vaarwater voor de aan- en afvoer van grondstoffen en eindproducten
speelde die rivier een rol van niet te onderschatten betekenis.
Daarop bereikten we Heemstede.
Daarbij liepen we door het centrum. Een
voordeel van het hondenweer was nu dat het lekker rustig was. Alleen de
fanatieke mensen die beslist boodschappen wilden doen, troffen we hier
aan. Op de hoek van de Raadhuislaan met de Provincienlaan was een
garage gelegen met hele oude auto s uit de jaren 30 en 40 van de vorige
eeuw. De auto s waren wel te koop. Maar voor de vraagprijs kochten we
toch liever een nieuwe auto. Bij een groot en hoog oorlogsmonument
bereikten we landgoed Groenendaal.
Het huidige wandelbos Groenendaal bestaat uit een aantal landgoederen,
waar rijke kooplieden zich sinds de 17e eeuw vestigden, buitenhuizen
bouwden en parken lieten aanleggen. Na het overlijden van de laatste
particuliere eigenaar, jonkheer J.B. van Merlen, hebben de erfgenamen
in 1913 het landgoed te koop aangeboden. Omdat er in die periode veel
vraag was naar nieuw bollenland, kwamen hier een paar rijke
bollenboeren op af. Deze wilden het bos kappen, het zandpakket
verwijderen en het land egaliseren om er bollenland van te maken. De
gemeente Heemstede heeft hierop besloten het bos zelf te kopen en het
open te stellen voor de bewoners van Heemstede en omgeving. In de
Tweede Wereldoorlog zijn veel bomen gekapt; eerst door de Duitsers en
later, in de winter van 1944-1945, ook door particulieren. Na de oorlog
is men zo snel mogelijk weer gaan herplanten. In 1948 heeft de gemeente
een gedeelte van het landgoed Meer en Berg gekocht, zodat een groter
wandelbos ontstond. Dit gebied (met oorspronkelijke inrichtingen van de
beroemde landschapsarchitecten Dani l Marot en J.D. Zocher) is qua
opzet en inrichting aangepast aan de rest van Groenendaal, waardoor het
bos echt n geheel werd. De totale oppervlakte van het bos is ongeveer
80 hectare.
Groenendaal is drie keer het middelpunt geweest van de internationale
Floratentoonstelling. Deze vonden plaats in de jaren 1925, 1935 en
1953. De Floratentoonstellingen waren de voorlopers van de Floriade die
het laatst in 2002 in de Haarlemmermeer werd gehouden.
We liepen hier onder andere langs de Van Merlenvaart. Bij een heuvel,
de uitkijkheuvel waarop vroeger de Belv d re stond, sloegen we af.
Nadat we landgoed Groenendaal hadden verlaten, staken we even later de
Leidse Trekvaart over. We liepen hier langs een oud gebouw van de
Amsterdamse Waterleidingmaatschappij.
In 1853 werd in het duingebied een kanaal gegraven met een lengte van
3500 meter, een breedte van 13 meter en een diepte van 3,5 meter. Het
daarin opwellend duinwater stroomde naar een zes meter diepe kom die we
nu kennen als de Oranjekom . Aan de Leidsevaart verrees een
waterzuiveringsbedrijf met drie zandfilters en een pompstation met
moderne stoommachines. Het gebouw van de Amsterdamse
Waterleidingmaatschappij is nu in gebruik als laboratorium. Het water
werd door een 23 kilometer lang buizenstelsel van 12-duims gietijzeren
pijpen naar Amsterdam gepompt. Het werk stond onder leiding van de
bekwame Engelse ingenieur John Aird. Op 12 december 1853 konden de
Amsterdammers voor het eerst, bij de Willemspoort aan het
Haarlemmerplein, een emmertje water kopen raison van 1 (gulden)cent
per emmer.
Nu betraden we het Leyduin, dat onderdeel is van natuurgebied Leyduin,
Vinkenduinen en Oud Woestduin. We staken een onbewaakte spoorweg over.
Hier stond iemand van de organisatie om de wandelaars veilig de
spoorlijn te laten oversteken. Ons pad steeg en boven op een steile
heuvel stond een ru ne waarvoor we afsloegen. We dwaalden verder door
bosgebied Leyduin en liepen hier langs enige sloten. Door de regen op
deze dag en van voorgaande dagen was het flink modderig. Het slechte
weer had zich ook vertaald in de matige opkomst op deze wandeltocht met
306 deelnemers.
Op 8 km was de koffiepost te Vogelenzang. Later zou blijken dat hier
ook de koffiepost was. Er waren hier 2 ruimtes bij de soeppost. In de
ene ruimte was de verzorgingspost gevestigd en in de andere ruimte
konden de wandelaars zitten. Dat kwam nu goed uit vanwege de nog steeds
neervallende regen.
Na de soeppost betraden we bij uitspanning De Oase het Amsterdams
waterleidingduingebied.
De Amsterdamse Waterleiding Duinen is n van Nederlands grootste
duingebieden en wordt grotendeels gebruikt als waterwingebied voor de
regio Amsterdam. Het kent een grote landschappelijke variatie (van zeer
open tot zeer dicht) en een rijke flora en fauna.
Eerst liepen we over het Vinkenveld. Bij het Kromboomsveld liepen we
langs het Nieuw-kanaal. Daarna liepen we over duinen van het Ruigeveld,
Kippendellen genaamd. Bij het Witteveld liepen we langs het Rechte
Schuster kanaal. Aan het eind hiervan kwamen we nog langs het Kromme
Schuster kanaal, Over de flanken van de 24 meter hoge Marelberg konden
we bij mooi weer een fraai uitzicht op Zandvoort hebben. Maar door de
regen was dit nu niet het geval.
Uiteindelijk kwamen we op het strand
uit. Dit volgden we zo n 2,5 km in zuidelijke richting. We troffen het
dat het op dat moment vrijwel droog was. Er was op het strand ruim
voldoende plek om droogvoets te lopen. We hoorden later sommige
wandelaars zeggen, dat ze hier natte voeten hebben opgelopen, maar dat
leek ons onwaarschijnlijk. We zagen hier verschillende keren, dat
stukken duin waren weggeslagen door de zee. Na de beklimming van
duinopgang nummer 27 bereikten we op 20 km de grote rust Deze was
gelegen in Bar- Restaurant de Oase aan de Langevelderslag (Gemeente
Noordwijk).
Wat de bediening betreft leek het er op dat men niet op de komst van de
wandelaars had gerekend. Maar de erwtensoep smaakte er prima. Na een
rust van zo n 20 minuten vervolgden we ons pad. Na een paar honderd
meter kreeg ik last van nawee n van mijn dubbele longonsteking. Ik
besloot het zekere voor het onzekere te nemen. Samen liepen we weer
terug naar de grote rust. Hier wenste ik Coos veel sterkte met de
tweede helft van de wandeling. Met de auto van de EHBO reed ik, via een
bezoek aan de koffiepost, terug naar de finish.
Coos vervolgde de tocht. Nu kwam het mooiste deel van de tocht. Maar
het was ook het zwaarste deel.
Over een duinpad kwamen we weer terug in het gebied van de Amsterdamse
Waterleidingduinen. We volgden ongeveer 1 km een pad parallel aan de
zee door de duinen. Daarna sloegen we af en kruisten het voormalige Van
Limburg Stirumkanaal.
Toen wij in dit gebied in 1995 liepen tijdens de Keukenhofwandeltocht
troffen wij een opgehangen plakkaat dat van het volgende melding maakte.
Vanaf 9 januari 1995 wordt het Van Limburg Stirum kanaal gedempt en
wordt het gebied in zijn oorspronkelijke staat teruggebracht,
te weten een zandverstuiving.
Indien de werkzaamheden niet voor 1 april 1995 zijn afgerond
(begin van het broedseizoen),
dan zal in augustus de werkzaamheden worden voortgezet.
We passeerden nu achtereenvolgens het Wolfsveld,
de Westhoek, Schrama, het Vogelenveld, het Palmveld, het Zegveld en het
Panneland.
Bij de Westhoek kwamen we op korte afstand langs
zweefvliegveld Langeveld. Bij droog weer en zeker bij zonnig weer
zouden we hier zweefvliegtuigen heben gezien.
De koffiepost was,
evenals de soeppost te Vogelenzang op dezelfde lokatie. De afgelegde
afstand bedroeg hier 32 km. Opnieuw betraden we het Leyduin en opnieuw
kwamen we in het Groenendaalse bos. Nu echter in het gedeelte dat
begraasd werd door Schotse Hooglanders. We zagen deze runderen echter
niet. Tenslotte bereikten we de fruitpost. Deze was ondergebracht in
een kinderboerderij. Vlak hierna kwamen we nog langs een molen.
Bij het toegangshek aan de Herfstlaan staat een bijzondere windmolen.
Deze molen met twee omlopen is omstreeks 1780 gebouwd in opdracht van
John Hope, de toenmalige eigenaar van het landgoed Groenendaal. De
molen had als functie de bevloeiing van het park op de droge zandgrond.
In 1781 liet de heer Hope naast de molen, die te weinig water opvoerde,
een stoommachine bouwen. Deze stoommachine zorgde wel voor voldoende
aan- en afvoer van water voor de vijvers, fonteinen, cascaden en andere
vernuftige waterwerken in het park. Het was de n van de eerste
stoommachines in Nederland.
Het laatste deel van het parkoers bestond uit een aantal wegen door
Heemstede, o.a. langs de oude watertoren en over de hoge brug over het
Heemsteedskanaal, om te eindigen met het Jaagpad langs het Spaarne. De
offici le afstand bedroeg 40,825 km. En de finish was in kantine van de
Sportvereniging The Yellow Black Boys, genoemd naar hun geel/zwarte
kleding. Het IVV-nummer was 11254.