Op zaterdag 15 november 2003 organiseerde de FLAL de Fries Drenths grensgebied
wandeltocht over de afstanden van 25 en 40 km vanuit Veenhuizen.
Veenhuizen heeft een aparte ontwikkeling doorgemaakt. Oorspronkelijk was het een
oude nederzetting van aanvankelijk drie, later zes huizen.
Armoede in Nederland deed in 1818 generaal Johannes van den Bosch, later
Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië, de Maatschappij van Weldadigheid
oprichten. Zijn doel was aan de massale armoede, met name in de grote steden,
een eind te maken en woeste grond te ontginnen voor produktie. Van den Bosch
richtte zich op twee categorieën: aan de ene kant bedelaars en landlopers, aan
de andere kant wezen en vondelingen. Hiertoe stichtte hij Frederiksoord,
Willemsoord en Wilhelminaoord. In 1822 verwierf hij de buurtschap Veenhuizen.
Het ging hem niet om liefdadigheid, maar juist om mensen te brengen tot het
leveren van nuttige arbeid en daarin het ontwikkelen van een stuk eigen
verantwoordelijkheid om zich zo beter in het leven te kunnen handhaven. Drie
gestichten werden er in Veenhuizen gebouwd. Ze leken veel op kazernes en er was
een strikte scheiding doorgevoerd van mannen en vrouwen, volwassenen en
kinderen. Door grachten waren ze van de buitenwereld afgesloten. In 1825
verwierf hij een veld ten oosten van Veenhuizen. In 1875 kreeg het Ministerie
van Justitie het beheer over de kolonie. Met de invoering van het Wetboek van
Strafrecht in 1886 werd Veenhuizen aangewezen als strafgesticht en
rijkswerkinrichting.
De voor Veenhuizen zo karakteristieke architectuur werd omstreeks 1900 in snel
tempo voltooid. Er kwamen woningen voor het personeel, er werd een kerk met
pastorie gebouwd en ook een hospitaal. Veel van de huizen zijn voorzien van een
stichtelijke spreuk. Op de gevels staan in zwarte letters op een witte
ondergrond teksten als 'Werk en Bid', 'Orde', 'Humaniteit', 'Helpt elkander',
'Orde en tucht' of 'Toewijding' te
lezen. De apotheek is voorzien van het opschrift 'Bitter en Zoet' in dezelfde
statige zwarte letters.
De gemeente Noordenveld is op 1 januari 1998 ontstaan uit de voormalige
gemeenten Roden, Norg en Peize. En Veenhuizen viel onder de voormalige gemeente
Norg
Wij kozen het 40 km parkoers. Wij waren op vrijdagavond naar Assen gereisd. Hier
overnachtten we vrij dicht bij het station. Met de 2e bus op zaterdag reden we
naar Veenhuizen. De buschauffeur stopte niet bij de bushalte zelf in Veenhuizen,
maar stopte pal voor het Verenigingsgebouw. Hier was de start. Toen wij om 8.50
uur uitstapten, waren de wandelaars net gestart. Waarschijnlijk vanwege de
drukte liet men de wandelaars eerder dan 9.00 uur vertrekken.
Toen wij in het startlokaal kwamen, was het hier nog een drukte van belang. Bij
de inschrijftafels stonden nog lange rijen wandelaars en talrijke wandelaars
arriveerden nog. Rond 9.15 uur waren wij klaar voor vertrek. Al na 20 meter
liepen we verkeerd. Want bij de start was al meteen de splitsing van de 2
afstanden. En de wandelaars die op dat moment startten waren allen 25 km lopers.
Van de 566 wandelaars waren er deze dag slechts 135 die het 40 km parkoers
liepen. Er waren veel lopers, die normaal 40 km lopen, overgestapt naar de 25
km. Dit had te maken met de voetbalwedstrijd Schotland-Nederland die 's-middags
rechtstreeks op TV werd uitgezonden en door Nederland met 1-0 werd verloren. En
door de 25 km te nemen kwamen ze eerder bij de finish en waren daardoor op tijd
thuis.
Na de start liepen we langs de plaatselijke kerk en over de Kerklaan verlieten
we Veenhuizen. We kwamen op de Hoofdweg uit en hier troffen we van rechts de 25
km lopers. Maar meteen begonnen we aan de tweede lus van de in totaal 4 lussen
die de 40 km lopers meer liepen dan de 25 km lopers. We liepen langs de
Kolonievaart en passeerden Norgerhaven, een gevangeniscomplex. We staken de
Kolonievaart over en even daarna nog een kanaaltje over een ophaalbrug. Nu
volgden we de Kolonievaart tegengesteld. Even verder kwamen we bij een
afgerasterd terrein waar Briser runderen graasden.
In 1811 had Veenhuizen 47 zielen en lag aan de rand van een groot heide en
veengebied, de Smildeger Venen. Deze venen waren al in ontginning en t.b.v. de
afwatering en de afvoer van turf was in 1780 de Drentse Hoofdvaart al gegraven
tot Assen. Voor de bereikbaarheid van Veenhuizen was het gewenst een
vaarverbinding te hebben met de Drentse Hoofdvaart. In 1823 is begonnen met het
graven van de Kolonievaart, welke ter plaatse van de toenmalige turfweg van
Zuidvelde afbuigt naar het zuiden en verder gaat als de Norgervaart Dit kanaal
kwam in 1825 gereed.
Opnieuw kwamen we op het 25 km parkoers uit. Nu dwaalden we een tijdlang door
het Bankenbosch. Opvallend hier waren de talloze witte bruggetjes. En dat
terwijl grote delen van het Bankenbosch verboden toegang was. Buiten het
Bankenbosch dwaalden we door het Hoogveenreservaat overgaand in het
Fochteloërveen. Bij het betreden van het Fochtelooërveen kwamen we ook in de
provincie Friesland. We kwamen nog langs een schuur van Natuurmonumenten en
vervolgden ons pad door het Fochteloërveen.
Op de grens van Friesland en Drenthe vindt men het uitgestrekte Fochtelooerveen.
Het eerste dat opvalt in het Fochtelooërveen is de verlatenheid en
uitgestrektheid. Een eindeloze vlakte waar geen bouwwerk en bijna geen boom
bovenuit steekt. Onder het gras gaat een zachte, kletsnatte laag schuil: het
hoogveen. Fochtelooërveen is een van de allerlaatste stukken hoogveen van
Nederland. Een gedeelte is nog levend hoogveen, d.w.z. hier vindt nog steeds
hoogveen vorming plaats. Tot 1980 werd er nog turf gegraven voor de fabricage
van turfstrooisel.
Later kwamen we nog langs een glazen gedenkplaat van het concentratiekamp
Ybenhaer. Daarna kwamen we bij een gasstation uit bij een oude vuilstortplaats.
De vuilstortplaats was nu geheel toegedekt en ons pad voerde over de voormalige
vuilstortplaats heen. Tegenwoordig is dit de hoogste berg van Friesland. We
hadden hier vandaan prachtige vergezichten. Door het regenachtige weer waren de
vergezichten niet fraai genoeg voor een foto.
We kwamen uit in buurtschap Nieuw Weper. Hier was een wagenrust in een niet
geheel lekvrije schuur bij een boerderij. Er waren hier een 15-tal zitplaatsen.
Doordat wij zover achterin zaten, konden we ons heerlijk neervlijen in een
tuinstoel. We konden naar keuze thee of koffie krijgen. In de schuur zagen we
nog twee spierwitte geiten.
We vervolgden ons pad in de richting van Oosterwolde. In het Tiesingabos was
opnieuw een splitsing met het 25 km parkoers. Wij zetten nu koers naar
buurtschap Weper. Daarna liepen we veelal langs en tussen weilanden door. Bij
buurtschap Jardinga sloegen we af. Veelal over schelpen paden liepen we nu naar
Haule. Daarbij staken we het riviertje Boven Tjonger over. In Haule was de grote
rust in dorpshuis De Mande. We hadden hier 28 km afgelegd.
Haule is een van de vroegere Drentse kerspelen. Reeds in 1313 (of 1343) werd het
genoemd in een oorkonde van het klooster Mariengaarde bij Hallum. Haule is een
dorp met voornamelijk lintbebouwing. Het ligt in een natuurlijke omgeving.
Nu kwam de 4e en laatste lus van het 40 km parkoers. Over een leuk smal pad
langs het ijsbaancomplex verlieten we Haule weer. Tussen 14.30 en 15.15 uur
vingen we muzikale klanken uit de omgeving op. We realiseerden ons dat
Sinterklaas deze dag weer vaste voet in Nederland zou zetten. Nu dwaalden we een
tijdlang door het Blauwe bos, ook wel Haulerveld genoemd. Voordat we het Blauwe
bos betraden zagen we op een weiland enige jagers met hun geweer lopen.
In de driehoek Haule-Waskemeer-Haulerwijk vindt u het Blauwe Bos. Dit complex
heeft zijn naam te danken aan de blauwachtige sparren die in het meest
oostelijke deel van het gebied voorkomen. Het zijn geen blauwsparren zoals men
die in veel tuinen aantreft, maar het zijn met name douglas en de sitkaspar die
deze blauwe gloed hebben. Opvallend aan het Blauwe Bos is de variatie in
terreintypen: naaldbos, loofbos, heide, water en grasland. Deze variatie is
vooral van belang voor randbewoners in de natuur: reeën, randvogels, amfibieën
en dergelijk. Door het bos loopt een aantal ruiter- en wandelpaden. Een
wandeling in het Blauwe Bos is extra aangenaam doordat er veel zonlicht naar
binnen valt. Het gehele boscomplex is vrij toegankelijk en ook goed per auto
bereikbaar.
Na de laatste samenvoeging met het 25 km parkoers kwamen we in Veenhuizen langs
de penitentiaire inrichting Esserheem. Het zag hier erg somber uit. Naast de
oude gebouwen, stonden daaromheen dubbele hoge prikkeldraadhekken.
De penitentiaire inrichtingen werden oorspronkelijk opgezet als
werkinrichtingen. Het was de bedoeling om minder zwaargestraften onder te
brengen in een landelijke omgeving waar zij te werk gesteld werden in de bosbouw
en landbouw. Op dit moment worden ook langgestraften in de Veenhuizer
inrichtingen gehuisvest.
Rond kwart voor vijf werd de finish na 7½ uur lopen bereikt. We aten en dronken
nog wat. We hadden de tijd omdat onze uurbus pas om 17.41 uur vertrok naar
Assen.
Het was een geslaagde wandeltocht geworden.
Hoewel het overwegend nat was geweest, waren onze broeken
slechts tweemaal flink nat geworden door de regen. Maar deze droogde later ook
weer op.