Tweede wandeldag, zaterdag 2 augustus 2003.
We verlieten de start via een iets andere route als de eerste dag, maar wel in
dezelfde richting. Spoedig staken we de gemeentegrens met Mierlo over. We kwamen
weer uit op het hekwerk dat staat om camping 't Wolfsven. In het gedeelte waar
we nu langs liepen hadden we echter geen uitzicht op tenten of caravans.
We bereikten het bosgebied Molenheide en staken de verkeersweg van Geldrop naar
Mierlo over. Het parkoers voerde af en toe over smalle bospaadjes. Vlak na de
kruising met de A67-snelweg was op 6,5 km de verzorgingspost.
We liepen weer terug de gemeente Geldrop in en dwaalden nu over de Braakhuizense
heide met talrijke vennen. Op een gegeven moment zagen we zeven ruiters, allen
amazones, ons pad oversteken.
We kwamen bij een grote manege uit. Hier was een mogelijkheid van een rust. Dit
was bij punt 176 van de routebeschrijving. Van een wandelaar hoorden we al bij
de start van deze rustpost. Hij vertrouwde ons toe, dat je er ook koffie en
limonade kon drinken.
We staken de A76-snelweg opnieuw over. Nu dwaalden we door bosgebied langs de
Kleine Dommel. Ook na het bosgebied bleven we langs de Kleine Dommel lopen. Op
een gegeven moment zagen we in de schaduw op het water wel 100 ganzen. We zagen
een man voor ons een foto maken van de ganzen. Op de voorgrond wilde hij zijn
vrouw op de foto hebben. Toen zij naar de kant van het water liep, dachten de
ganzen dat zij gevoederd zouden worden en zetten zich in beweging naar haar.
Spoedig bereikten we het centrum van Geldrop. Het parkoers liep langs het
kasteel van Geldrop. We besloten nog een extra lus om kasteel Geldrop te maken,
niet wetende dat dit de volgende dag in het parkoers zat. Bij de finish moest ik
toch op Coos wachten, omdat zij een grotere afstand liep. Het 25 km parkoers was
officieel 27,080 km en het 15 km parkoers was 14,780 km. Het IVV-stempelnummer
was 16852.
Ik behoorde tot één van de eersten die een IVV-stempel kreeg. Het blijkt, dat
het IVV-stempelen bij de OLAT slecht wordt voorbereid. Op de eerste wandeldag
was het IVV-nummer al op zijn kop gezet. Nu was er een wandelaar voor mij. Toen
het stempel met nummer 16851 gezet werd, bleek dit hetzelfde te zijn als de
vorige dag. De dame achter de finishtafel vond een andere stempel met nummer
16850. Toen dacht men, dat de voorgaande dag een verkeerd nummer was gezet en
dat de eerste wandeldag het IVV-nummer 16850 had moeten worden neergezet. Daarop
werd op de kaart van de wandelaar het nummer van het eerste stempeltje het
nummer 16851 handmatig gewijzigd in 16850. Vlak daarop kwam er een man van de
organisatie aan met twee IVV stempelnummers, te weten 16852 en 16853. Het bleek
namelijk dat nummer 16850 alleen bestemd was voor degene die de 80 of 110 km
hadden gelopen. Nummer 16852 was voor de tweede wandeldag en nummer 16853 was
voor de derde wandeldag. De wandelaar voor mij waarbij het stempelnummer
gewijzigd was van 16851 naar 16850 besloot daarop om dit nummer op zijn IVV
kaart door te strepen. Dit is op zich een lelijk gezicht en had bij een goede
voorbereiding door OLAT niet hoeven plaats te vinden. Op de derde wandeldag werd
het IVV-stempelnummer bij Coos op haar IVV-kaart scheef neergezet en
gedeeltelijk over het vorige nummer heen.
Naast de Kempische wandeldagen werd voorafgaande aan de eerste wandeldag ook nog
de Kempenlandtocht georganiseerd over de afstanden van 80 en 110 km. De 80 km
lopers hadden in de nacht 55 km gelopen en de 110 km-lopers hadden 75 km
afgelegd. De 110 km lopers liepen het 35 km parkoers van de eerste wandeldag van
de Kempische 3-daagse en de 80 km lopers liepen het 25 km parkoers.
Als de 110 km-lopers niet 35 km maar 25 of 15 km hadden gelopen dan zouden ze
een afstand van 100 of 90 km hebben afgelegd.
Als de 80 km-lopers niet 25 km maar 35 of 15 km hadden gelopen dan zouden ze een
afstand van 90 of 70 km hebben afgelegd.
Op deze manier waren er naast de officiële afstanden van 15, 25, 35, 80 en 110
km ook de afstanden te lopen van 55, 70, 75, 90 of 100 km.
Van tenminste één wandelaar weten we dat hij 90 km heeft gelopen.