Vorig WS78 verslag volgend WS78 verslag Terug naar de overzicht van alle WS78 wandeltochten Terug naar de homepage van Henri Floor Met WS78 in het Noord Hollands Duin Reservaat

embleem WS78 Dit is het wapen van Castricum. Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  Deze site is mogelijk gemaakt door de Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Op zaterdag 4 januari 2003 organiseerde WS78 een wandeltocht van 40 km vanuit Castricum.
Op 1 januari 2001 fuseerden de plaatsen Bergen, Egmond en Schoorl tot de nieuwe gemeente Bergen.
Met betrekking tot de naam Castricum is niets met zekerheid bekend. Vroeger werd de naam ook verschillend geschreven. Soms als Castrichem en Kastrikum. Geschiedschrijvers menen dat de naam van Romeinse oorsprong is. Maar toen in het midden van de vorige eeuw de Gouverneur van Noord-Holland hieromtrent bij de Raad informeerde, kon ook de Burgemeester van Castricum geen duidelijkheid verschaffen.
De geschiedenis van Castricum Onderzoekingen hebben aangetoond dat al vanaf de derde eeuw voor Christus in het duingebied mensen hebben gewoond in eenvoudige hutten van leem en twijgen. Ook uit de Romeinse tijd zijn bewoningssporen in de Castricumse bodem aangetroffen. Rond de vierde eeuw trekt de bevolking weg door overstromingen als gevolg van de stijging van de zeespiegel. Pas in de zesde, zevende eeuw worden de omstandigheden weer geschikt voor een terugkeer van de bevolking.
In de middeleeuwen groeit het oude Castricum, dat ter hoogte van de tegenwoordige Zeeweg werd begrensd door het dorp Baccum, nauwelijks. In deze periode (12e eeuw) wordt de oude Nederlands Hervormde Kerk, vroeger Sint Pancratiuskerk, gebouwd op de plaats waar reeds eerder een houten kapel heeft gestaan.
Tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten en later tijdens de Tachtigjarige Oorlog ontkomt ook Castricum niet aan vernieling en plundering. In 1519 wordt de oude kerk vergroot en reeds in 1584 is er sprake van een schoolmeester in Castricum.
In 1799 staat Castricum even in de schijnwerpers van de wereldgeschiedenis. De Engelsen en de Russen hebben grote bezwaren tegen de machtsuitbreiding van Frankrijk na de bezetting van de Bataafse Republiek door de Franse legers. Op 27 augustus landt bij Callantsoog een Engelse troepenmacht, aangevoerd door Sir Ralph Abercrombie. Ook de Russen zetten voet aan wal in Noord-Holland onder aanvoering van Hermann en Jeropsoff. Na een aantal schermutselingen ten noorden van Castricum, vindt de beslissende slag op 6 oktober 1799 plaats op Castricums grondgebied. De slag duurt tot acht uur ´s avonds, want dan is het Engels-Russische leger door de Franse en Bataafse troepen aangevoerd door Brune en Daendels, verslagen.

Het was voor de 250ste keer dat WS78 een wandeltocht van 40 km organiseerde. Ter gelegenheid hiervan bestond het infobulletin uit 4 bladzijden. Dat zijn dus 2 bladzijden meer als normaal. En deze twee bladzijden werden gevuld met vooral statistisch materiaal. Er stond een foto in van de wandelaar, die alle tochten heeft gelopen. Verder stond er een toptienlijst in van de 12 wandelaars die de meeste tochten hebben gelopen. Op een gedeelde 10e plaats stonden 3 namen vermeld, waaronder mijn naam. Er was een aparte toptienlijst van de vrouwen gemaakt. Hier stond Coos op de tweede plaats. Verder troffen we een overzicht van parkoersarchitecten die 10 of meer tochten hebben gemaakt. Ook daar stonden onze namen bij met 11 parkoersen. De start van de wandeling was vanuit dorpshuis De Kern. Door de Dorpsstraat en langs het NS-station verlieten we de bebouwde kom van Castricum. Bij een begraafplaats bereikten we de rand van het Noord Hollands Duin Reservaat (NHDR). Deze rand volgden we even, waarbij we vergezichten op Castricum hadden. Daarbij moesten we wel enige moeite voor doen, omdat de zon hier recht in ons gezicht scheen. Het had de voorgaande dagen flink geregend, zodat we weer even aan dit natuurverschijnsel moesten wennen. Verderop betraden we het NHDR en dwaalden nu lange tijd over boswegen en -paden. Het eerste duin van formaat was de 26 meter hoge Kruisberg. Verderop liepen we over het Watervlak en langs het zweefvliegveld.
Op 11 km was de soeppost bij een scouting groep te Castricum. Er waren hier talrijke jonge kinderen aan het spelen. Toen wij hier kwamen waren ze juist verstoppertje aan het spelen. Een van de begeleiders kwam zijn beklag doen over plassende wandelaars. We lieten ons de erwtensoep met stukjes worst goed smaken en namen nog een tweede bekertje soep. Verderop voerde ons pad naar bezoekerscentrum De Hoep. Opvallend aan dit gebouw was het dak, dat schuin liep in de vorm van een skihelling en begroeid was met gras en mos. Het gebouw had een aparte bouwstijl. We bezichtigden het gebouw van binnen even. Maar het temperatuursverschil dreef ons spoedig weer naar buiten. De (buiten-)temperatuur lag namelijk rond het vriespunt. Bij Café Restaurant Johanna's Hof staken we de Zeeweg, die naar Castricum aan Zee liep, over en dwaalden nu over camping Bakkum. Daarbij kwamen we langs het weitje van Gert en de wei van Brasser.

Het grondgebied van Bakkum, dat in 1613 van de Graaf van Egmond is overgegaan op de heer Johan van Oldenbarneveldt werd een Vrije Heerlijkheid genoemd. In 1749 koopt Nicolaas Geelvinck, ambachtsheer van Castricum, de Heerlijkheid Bakkum. Deze aankoop luidt een tijdperk in, waarin Bakkum steeds meer met Castricum wordt verbonden om tenslotte op 1 januari 1812 bij decreet van Napoleon bij Castricum te worden gevoegd.

Nu zetten we koers naar het uitzichtsduin De Hoge Toren. Op een plaquette stonden verwijzingen naar de verschillende plaatsen in de buurt. Coos was hier op het moment dat de vorige voorzitter van WS78 hier ook was. Hij belde naar een ziek WS78- bestuurslid op en zei door zijn mobieltje, dat als je op jouw dak van je huis gaat staan, dan zie je Coos en mij op uitzichtsduin De Hoge Toren. Nu volgden we enige, meer dan een km lange duinwegen en -paden. Daarbij was een pad, dat fraai over een nieuw aangelegd zeer smal duinpad liep. We bereikten het strand en volgden dit 2 km in noordelijke richting. Met enige moeite verlieten we daarna het strand over een steile duinopgang. Spoedig daarop werd het centrum van Egmond aan Zee bereikt. Hier was in café restaurant De Klok op 22 km de grote rust. De uitbater had de kerstversiering nog laten hangen, waardoor het binnen sfeervol was. café restaurant De Klok te Egmond aan Zee vuurtoren te Egmond aan Zee
.

Het dorpsetablissement "De Klok" ontstond lang geleden toen in de duinen nog de geur hing van gedroogde en gerookte vis. De tijd toen de heerlijke baklucht opsteeg uit de achterhuisjes van de kleine visserswoningen aan de Noord-Hollandse zeekust.
In dit oude vissersdorp stond sinds 1904 de dorpsuitspanning "De Blauwe knoop". Er werd koffie, thee en melk met anijs geschonken. Deze uitspanning ging enkele jaren later "De Kroon" heten. De volksmond doopte deze uitspanning in de loop der jaren om tot "De Klok".
De toenmalige eigenaar Nicolaas Kager maakte in zijn vrije tijd een grote metalen buitenklok en hing deze als extra service boven de deur van zijn zaak "De Kroon". Omdat in die tijd niet iedereen een klok thuis had leefde heel derp (bijnaam voor Egmond aan Zee) op de klok van "De Kroon". Vandaar "De Klok".
In dit oer Egmonds bedrijf: bekend om z'n knusse interieur met rotan stoelen, perzische kleedjes, open haard, oud hollandse spreuken, oude straatnaambordjes en wandklokken aan de muur ontmoeten de Egmonders elkaar hier het hele jaar.
De toeristen ontmoeten elkaar in de zomermaanden op het terras of gezellig binnen.

Na de grote rust liepen we weer in de richting van het strand. We liepen om de vuurtoren heen naar de Boulevard. Hier viel een vrijstaand geel gekleurd huis op tussen woonflats. We betraden weer duingebied. We bevonden ons nu in het duingebied dat tot voor enige jaren privé-bezit was van jonkheer Six van Wimmenum. Tegenwoordig behoort dit gebied echter ook tot het eerder genoemde NHDR. Het laatste hoge duin dat we beklommen was 27 meter hoog en lag bij de Euroase Camping. Hier hadden we vergezichten op Egmond aan de Hoef en bollen- en tuinbouwgebied. We kwamen bij een omrasterd natuurgebied. Bij het klaphekje stond "betreden op eigen risico". We zagen hier enige zwarte runderen. Verderop zagen we ook nog vier loslopende paarden. Ze stonden weliswaar muisstil, maar er was verder geen afrastering tussen ons in.

De abdij heeft een zeer grote invloed gehad op de ontwikkeling van Egmond. Het Middeleeuwse dorp Hallum kreeg in 1350 de gezamenlijke naam Egmonde. Hiermee werd het huidige Egmond- Binnen bedoeld. Het riddergeslacht van Egmond vestigde zich op een hoeve ten noorden van de abdij. Hieruit groeide het huidige Egmond aan den Hoef. In het jaar 977 ontstond achter de duinen het dorp Egmond aan Zee, bestuurd door de abdij en haar beschermheer. Later werd het dorp zelfstandig en kreeg een zelfstandig bestuur. In 1978 zijn deze drie Egmonden samengegaan en vormden de voormalige gemeente Egmond. Voormalige, want op 1 januari 2002 fuseerden de gemeenten Akersloot, Castricum en Limmen tot de nieuwe gemeente Castricum.
We verlieten het NHDR op weg naar de koffiepost. Daarbij kwamen we langs de St. Adelbertus begraafplaats met kapel.
Een prediker die in de 8e eeuw in Noord Holland rondreisde, was de monnik Alderbertus. Hij hielp Willibrordus bij het bekeringswerk. Hij stichtte het kerkje van Egmond, waarin hij na zijn dood in 741 werd begraven. Tijdens zijn leven was hij een geliefd man. Dit bleek uit het feit dat na zijn overlijden zijn graf een bedevaartplaats werd. Vele mensen stroomden naar zijn laatste rustplaats omdat het verhaal ging dat hier wonderbaarlijke dingen gebeurde. Blinden konden weer zien, lammen konden weer lopen, zieken werden beter. Adelbertus werd daarom een paar eeuwen later heilig verklaard. Rond 900 wilde de abdij zijn beenderen in een schrijn (een kist) bijzetten. De abdij was in die tijd het voornaamste Christelijke centrum van Noord Holland en had de kerk van Heiloo in macht overtroffen. Kerkelijke zaken werden toen al in Egmond geregeld, niet meer in Heiloo. Toen men het skelet van Adelbertus uit het graf had opgegraven ontsprong volgens de legende spontaan een bron. De kuil die men gegraven had om de botten van de heilige naar de oppervlakte te brengen, stond vol met water. De put staat er nog steeds en is bekend onder de naam "ST. Adelbertus put van Egmond Binnen."
logo van Castricum Op de koffiepost, die op 30 km te Egmond Binnen was, zagen we de wandelaar, die alle voorgaande 249 tochten van WS78 tot nog toe had gelopen. We vroegen hem of hij verwachtte, dat hij deze 250e tocht zou volbrengen. Deze vraag werd met volmondig ja beantwoord. Opnieuw kwamen we weer in een natuurgebied. Na een klaphekje bleek ons pad onder water te staan. Er lagen hier twee grote plassen, waarop zich een dun laagje ijs bevond. De twee plassen waren met elkaar verbonden door een strook die ook onder water stond. Grote mensen zoals ik of mensen die ver kunnen springen hadden hier geen moeite mee. Coos stapte echter wel in het water met één voet, maar haar voet bleef toch droog (goede schoenen). Op 36½ km was nog een fruitpost te Bakkum. We kregen dit keer een mandarijn. Langs de spoorlijn bereikten we het NS-station van Castricum en even later de finish. De totale officiële afstand bedroeg 39,800 km.
Het was een hele mooie tocht geworden. Na een langdurige perioden met veel regen was het deze dag de hele dag droog gebleven met in de ochtend een uurtje zon en in de middag was het half bewolkt met geregeld zon. Het IVV-nummer was 16601.
naar de top van deze pagina

Henri Floor & Coos Verburg