Herfstdagtocht van de LAT vanuit Berg en Dal


Op zaterdag 14 oktober 2000 organiseerde sportvereniging De LAT de herfstdagtocht vanuit Berg en Dal (gemeente Groesbeek). Deze plaats heet terecht Berg en Dal, want er zijn flinke hoogteverschillen. Voor zover wij konden nagaan is het hoogstgelegen punt van Berg en Dal weliswaar 95 meter, maar met 83 meter lag deze start ook vrij hoog. Officieel was de start van de 40 en 60 km vanaf 7.30 uur. Toen wij met de trein in Nijmegen aankwamen stond bij de uitgang iemand van de organisatie om een wandelaar op te halen. Wij maakten van de situatie gebruik en konden ook naar de start meerijden.
Even na halfnegen vertrokken wij. Het pad voerde vrijwel meteen door bosgebied Heerlijkheid Beek van het Geldersch Landschap. Dit is een sterk geaccidenteerd terrein. We kwamen daarbij langs de Stollenberg, de Boterberg en de Ravenberg. Er zaten hier in het begin ook flink wat trapjes in het parkoers. Bij huize Kalorama kregen we even wat stevige en vlakke ondergrond onder de voeten. Verderop kwamen we langs een Forellenhof met verschillende vijvers.
Bij Beek liepen we even in een buitenwijk en hadden daarbij uitzicht op de St. Bartholomeüskerk. De naam van deze kerk vroegen we aan een man die zijn hond uitliet. De kerk dateert uit de 15e eeuw en het bouwwerk had iets weg van een oud kasteel. Even verderop kwamen we langs restaurant De Sterrenberg. Opnieuw moesten we over wat in de parkoersbeschrijving een trap heette afdalen. Maar de afstand tussen sommige treden was wel een halve meter. Even later kwamen we op een plek wat tot voor kort een witte handwijzer stond, die naar 4 verschillende richtingen wees. De vier richtingen waarheen verwezen werd, waren "Nederland", "Duitsland", "Wat Vriendschap Helen" en “Wat Grenzen Delen".
We zagen hier wit-rode markeringen van het Pieterpad. Hier liep ook de E8 langs, een europees lange afstandspad. Later zouden we in Kranenburg hier ook markeringen van zien. Over de flanken van de 76 meter hoge Duivelsberg kwamen we bij het gelijknamige restaurant. We zagen hier in de bossen van de Duivelsberg verschillende malen oude pijlen die in de bomen vergroeid waren.
De omgeving van Nijmegen geldt botanisch als één van Nederlands rijkste gebieden. In een straal van 15 km rondom de stad vindt men tweederde van al onze hogere plantensoorten. Alleen al op de Duivelsberg heeft men 444 plantensoorten geteld, waaronder de zeldzame reuzenpaardenstaart, het paarbladig goudveil, de rapunzel, de gele dovenetel, de mispel en het muskuskruid.

Ook hier bij de Duivelsberg waren weer steile hellingen met smalle beekjes ertussen. We zagen op de grond veel tamme kastjes liggen. Deze boomsoort, de tamme kastanje is, indertijd ingevoerd door de Romeinen. We zagen vrij regelmatig boomstronken waar tientallen paddestoelen op groeiden. Soms telden we er wel een kleine honderd. Ook varens zagen we hier veel. We kwamen vlak langs landgoed De Holdeurn.

In de Romeinse tijd is hier een groot militair steen- en pottenbakkersbedrijf geweest. De industriële activiteit begon er bij het verblijf van het Tiende Legioen (=Romeinse legerafdeling van 3-6 duizend man) en werd tot het eind van de 2e eeuw voortgezet. Eerst is er naast bakstenen en dakpannen ‘fijn Nijmeegs aardewerk’ voor eigen gebruik vervaardigd. Later in de 2e eeuw verminderde de kwaliteit en werd De Holdeurn vooral de centrale steenfabriek van het leger in Neder-Germanië. Er was een heiligdom bij, waarop altaren offers werden gebracht aan oppergod Jupiter (de god van de donder en bliksem), Vesta (de godin van het haardvuur) en de lokale godin Hludana, wier naam nog doorklinkt in de huidige naam van het landgoed!

Daarna dwaalden we door weilanden naar de eerste verzorgingspost op 11½ km. Hier deden we ons tegoed aan koffie, fris, koek, fruit en boterhammen. De verzorgingspost was gelegen in een grote schuur van een boerderij. Daarna zetten we koers naar de Duitse grens. Bij een tankstation op de grens met Duitsland was de splitsing met de 60 km. Wij bleven nu in de onmiddellijke nabijheid van de grens lopen tot aan buurtschap De Horst. Hier sloegen we af. Bij buurtschap Hettsteeg staken we de grens met Duitsland over. Weldra bereikten we de plaats Kranenburg. Op 19½ km waren hier drie rustmogelijkheden. We zagen hier opnieuw markeringen van de al eerder genoemde E8. We verlieten het centrum door de Wanderstraße, een zeer toepasselijke naam bij een wandeltocht. Via de Mühlenturm (molentoren) kwamen we bij het stationsgebouw uit. Dit gebouw was nog net niet ingestort. Er stond een hek om het bouwwerk en een aannemer was bezig met een renovatie. Via buurtschap Galgensteeg, gemeente Kranenburg bereikten we het Reichswald. Hier stonden met twee borden (in het Nederlands en het Duits) aangegeven dat dit de boswachterij van het Reichswald was. We volgden een asfaltweg tussen de 90 meter hoge Brandenberg en de 75 meter hoge Drültenberg. Daarna volgde weer een sterk geaccidenteerd parkoers over de 62 meter hoge Freudenberg naar het Duitse buurtschap Grafwegen.

Grafwegen herinnert aan de tijd dat 100 jaar geleden de Graaf van Kleef in de gemeente Nergena-Süd ging jagen. Toen bestond er ook nog een jachtslot. De weg daarheen werd daarom de Grafenweg genoemd. Op dit moment wonen er in Grafwegen onder 90 mensen. Door de gunstige ligging is Grafwegen als woonplaats ook voor Nederlanders interessant geworden. Kortgeleden is deze plaats op het Nederlandse gasnet aangesloten.

Nu liepen we naar Bredeweg toe. In Café De Corner was op 30 km de tweede grote rust. Vlak voordat we Groesbeek zouden betreden sloegen we af, de bossen in. Over de flanken van de 78 meter hoge Wolfsberg liepen we naar de Heumensebaan, een oude spoorlijn tussen Nijmegen en Kranenburg/Kleef. We werden ingehaald door een markeerden van de 60 km. Over de Hooge Hoenderberg en de Muntberg liepen we naar de laatste verzorgingspost. Nu hadden we 36½ km afgelegd. We deden ons weer tegoed aan drankjes en hapjes. Het laatste stuk kwamen we op afstand langs een schietbaan en dat vinden we nooit zo prettig lopen. Bij de Meerwijkselaan sloegen we af en volgden verderop het hekwerk langs het bosgebied van de Heilige Land Stichting. Rond 16.10 uur arriveerden we bij de finish. We kregen een fraai diploma op naam met een afbeelding in kleur er op en een wandelplaatje voor het wandelboekje. Het was een heel mooi parkoers geweest.
De parkoersbeschrijving was over het algemeen goed. Doordat het parkoers bovendien ook gemarkeerde was, gaf dit, indien je de parkoersbeschrijving ook goed volgde, nergens problemen. Er werd bij deze tocht niet gepijld, maar gemarkeerd met rode(=r.a.), witte (=r.d.) en gele(=l.a.) vierkant gekleurde papiertjes. En vooral de rode papiertjes waren lang niet altijd (duidelijk) zichtbaar. Beter zou het zijn als de rode papiertjes op een witte achtergrond geplakt waren, opdat ze beter zouden opvallen. Bij andere punten waren markeringen verdwenen. Het viel ons op dat de parkoersbeschrijving van een aantal jaren tevoren werd gebruikt. Na punt 30 ontbrak de aanduiding “l.aanhouden op Y-splitsing”. Dat ontbrak twee jaar tevoren ook al. Het weer viel tegen. Weliswaar was het de hele dag droog gebleven. Maar de beloofde zon kwam pas na afloop van de tocht. En ook voor slechts een kwartier. Veel 60 km lopers waren in het kort gestart. De maximum temperatuur bleef echter op 13 graden steken terwijl 16 graden voorspeld was.

Henri Floor