|
|
10e De 75 van Hengelo
|
Op zaterdag 8 mei 1999 organiseerde de Hengelose Wandel Unie voor de 10e maal
De 75 van Hengelo. Bij deze afstand van 75 km vindt ook een tijdwaarneming
plaats. Voorgaande jaren werd iedere deelnemer apart weggeschoten, met een
tussentijd van ongeveer 15 seconden. Dit jaar vertrokken we voor het eerst
gezamenlijk. Wij startten voorin.
De eerste bui viel al na 5 minuten
Bij de start om 6 uur was het zwaarbewolkt, maar droog. Er was een maximum
temperatuur van 17° voorspeld. Dit had tot gevolg dat meer dan de helft van de
wandelaars gekleed was in korte broek. Bij de start behoorden wij in deze tot
de minderheid. We waren nog geen 5 minuten onderweg of de eerste bui ontlaadde
zich. Vanwege het relatieve warme weer hadden wij geen regenkleding
meegenomen, maar wel een paraplu. En die deed goede dienst. Al met al bleef
het zo’ 45 minuten regenen. Verder bleef het de hele dag droog.
We kregen een routebeschrijving mee en daarop stonden ook alle zijstraten
vermeld. Ook die zijstraten waar geen straatnaambordje bijstond. We konden
daardoor toch vrij goed volgen of we goed liepen. Maar bovenal was de tocht
gepijld. Op elke afslag stond een pijl. De pijlen stonden laag bij de grond,
omdat hier gebruik wordt gemaakt van ijzeren pijlen met staanders , die in de
grond worden geslagen. Verder werd om de 5 km melding gemaakt dat weer 5 km
was afgelegd. Bovendien werd ook melding gemaakt, wanneer de helft van de
tocht was afgelegd.
Het parkoers liep het eerste deel veel door bossen, ook nogal eens onverharde
wegen. We dwaalden eerst door het bosgebied rond Drienerbraken. We staken de
gemeentegrens van Hengelo over en dwaalden enige tijd door de gemeente
Enschede. Hier dwaalden we door het bosgebied Haverriet en het 50 ha grote
Leuttink.
Grote tak van boom valt op het parkoers
Op ongeveer 9 km hoorden we opeens een hoog gefluit, dat vrijwel meteen werd
gevolgd door een klap. Ongeveer 200 meter voor ons was een grote tak van een
boom afgeknapt en lag over de volle breedte van de zandweg en het
naastliggende fietspad. Als op dat punt een wandelaar had gelopen, dan had
deze zich best kunnen verwonden. Gelukkig was dit niet het geval.
Op 10 km was de eerste verzorgingspost. We moesten ons nummer duidelijk laten
zien, zeker door mensen zoals wij die het nummer niet op de kleding hadden
bevestigd. Na de verzorgingspost stonden nog een aantal afvalbakken langs de
kant. Verderop kwamen we langs het Lonnekermeer. Hier was de overgang van de
gemeente Enschede naar Weerselo. Nu dwaalden we achtereenvolgens door het
Oosterveld, het Snijderveld en het Schaddenveld. Daarbij liepen we tevens met
een wijde boog om Luchthaven Twente. Op dit vroege uur was nog geen vliegtuig
te bekennen.
Op 20 km was de tweede wagenrust. Hier deden we ons tegoed aan melk, karnemelk
besmeerde boterhammen en plakjes komkommer en dergelijke. Onder Oldenzaal
liepen we door het 144 ha grote bosgebied Boerskotten. In dit gebied
ontspringt de Snoeyingsbeek. Oldenzaal is de oudste stad van Twente. Omstreeks
945 werd er de Plechelmus-basiliek gebouwd. En in 1249 werden de stadsrechten
verleend. In die tijd was de stad het religieuze, economische en culturele
middelpunt van Twente. Maar vanaf 1492 hebben een reeks volkeren de orde en
rust in Oldenzaal verstoord. Door de branden in de 15e en 16e eeuw is er veel
verwoest. Maar het ronde stratenplan in de kern herinnert nog duidelijk aan de
vroegere omwalling. Er zijn nog enkele aardige hoekjes. Maar de trots van
Oldenzaal is toch wel bovengenoemde basiliek.
Coos voor het laatst gezien (tijdens deze tocht)
Op 26,8 km was de eerste grote rust in hotel restaurant Het Grote Zwaantje te
De Lutte. Hier kwam Coos er achter dat ze een plastic tas met reservespullen
vergeten was mee te nemen. Later bleek dat ook uit haar eindtijd. Toch was
Coos eerder op deze rust aangekomen. Derhalve verliet ze deze ook als eerste.
Pas bij de finish trof ik haar weer.
Eerst liepen we langs de Paasberg. Daarna kwamen we door het 240 ha grote
landgoed Egheria. Bij boerderij "De Tichelaar" sloegen we af en liepen daarna
naar de verkeersweg Oldenzaal-Denekamp en volgden we een tijdlang, over de
parallelweg langs de verkeersweg Denekamperstraat. Daarbij hadden we aan onze
linkerhand uitzicht op het 87 ha grote Rodelerveld en werd ook de 3e
verzorgingspost op 30 km gepasseerd.
Nu kwamen we in het Dinkelland, het land waar de rivier de Dinkel doorheen
stroomt. Veel van de schoonheid van het landschap is te danken aan het
riviertje de Dinkel, dat zich in talrijke lussen vanaf Glane naar Lattrop een
weg baant door deze streek. De oevers zijn begroeid met een rijke vegetatie
waarin vele vogelsoorten huizen. Op 35 km was de 4e verzorgingspost, vlak
naast de brug over de Dinkel. Er kwamen hier een paar jonge wandelaars
aangelopen. Het bleek dat zij, samen met hun ouders een gedeelte van de LAW
Twentepad liepen.
Kasteel Singraven en omgeving een publiekstrekker
We kruisten een oude Kasteellaan die naar kasteel Singraven liep. Kasteel
Singraven was oorspronkelijk een havezate uit 1381. Hier vlakbij lag ook een
waterradmolen met een gezellig restaurant. Deze dubbele houtzaag- en
korenmolen uit 1448 is één van de mooiste molens van Twente. Het was hier wel
druk met toeristen en de twee waterraderen draaiden volop. Hier bij kasteel
Singrave verwisselden we de gemeente Losser met die van Denekamp. Op 40 km was
de 5e wagenrust.
Door het Voltherbroek bereikten we het natuurgebied Rossumermeden. Op 45 km
was de 6e wagenrust. Hier stonden stoelen waarop dekens lagen. Wandelaars die
luchtig gekleed waren konden zich hier zonodig wat verwarmen tijdens het
zitten. Even voorbij deze verzorgingspost kwamen we langs een grasveld, dat
als klootschietbaan wordt gebruikt. Klootschieten is een balwerpspel van met
lood verzwaarde ballen. Bij dit spel kunnen vele kilometers worden afgelegd.
Karakteristieke Saksische boerderijen
We zagen regelmatig karakteristieke Saksische boerderijen, die kenmerkend zijn
voor de oude bouwstijl in Overijssel. Dit boerderijtype is opgebouwd uit een
netwerk van houten balken waar tussen metselwerk wordt aangebracht. Daarnaast
zijn ze herkenbaar aan de hoge puntdaken en houten wit omlijste topgevels,
vaak gesierd door een gevelteken met een oeroud motief, dat zijn oorsprong
vindt in een oud volksgeloof. De deuren van deze boerderijen bestaan uit vier
delen, die in het midden verstevigd zijn met een balk (stiepel). Het deed ons
wat denken aan de vakwerkhuizen in Zuid-Limburg.
Nog voor het centrum van Weerselo werd de 50 km verzorgingspost gepasseerd.
Daarop bereikten we 't Stift te Weerselo. De gemeente Weerselo bestaat uit de
kerkdorpen Weerselo, Deurningen, Saasveld en Het Stift. Het Stift met
Stiftskerkje en bijgebouwen zijn overblijfselen van een in 1150 gestichte
Benedictijnenabdij. Nadat het dienst had gedaan als nonnenklooster is het in
gebruik genomen door de "Stiftsjuffers", godsdienstige dochters uit adellijke
families. De vervallen bijgebouwen zijn in 1975 gerestaureerd. Het
Stiftskerkje uit de 14e eeuw verkeert nog in originele staat. Naast het kerkje
staat "De Stiftsschuur" in Saksische bouwstijl. De kerkdeur stond uitnodigend
open.
Binnen in de kerk zagen we langs de muren rechtopstaande grafstenen
staan. De ramen waren (spaarzaam) voorzien met glas-in-lood ramen met wapens
en namen van oude families. Achter in de kerk stonden aan de muur alle
dominees vermeld, die daar hadden gestaan. Toen ik de kerk inliep, riep een
jongetje van een jaar of 10 naar mij toe: “Je mag niet op de preekstoel komen
hoor”. Vermoedelijk had zijn vader dit eerder tegen hem gezegd.
De tweede grote rust was op 55 km bij camping Erve Holtkamp te Saasveld. Hier
verwisselden we wat kleding, die vochtig was geraakt door transpiratie. We
verlieten Saasveld langs de fraaie Saasveldermolen. Dit is een windkorenmolen
uit 1870 met ronde bovenkruier en gelegen op een heuvel. Verderop dwaalden we
langs het 42 ha grote bosgebied 't Molenven.
Feiten en nabespreking
Daarna waren er nog verzorgingposten op 60 km, 67 km en 71 km en kwamen
daarbij nog door Borne. De totale afstand bedroeg uiteraard 75 km. Het IVV
stempelnummer was 11371. De eindtijd van Coos was 12.34. Mijn tijd was 13.16.
De snelste deelnemer, een RWVer, klokte een tijd van 8.22. De minst snelle
boekte een tijd van14.35. Er hadden zich 91 deelnemers aangemeld. 6 kwamen
niet opdagen en er waren 4 uitvallers. Er waren 20 wandelaars die een snellere
tijd realiseerden. Het was een prima georganiseerde tocht. Voor het jaar 2000
is deze tocht vastgesteld op 13 mei. Tijdens de tocht reed geregeld iemand van
de organisatie met de auto langs. In de tweede helft van de tocht zagen we ook
regelmatig een rood bestelbusje met daarin leden van het Rode kruis.
| Henri Floor & Coos Verburg |