Terug naar de homepage van Henri Floor Herfstdagtocht Berg en Dal

historische richtingaanwijzer, 
die verwijst naar Duitsland aan de ene kant 
en Nederland aan de andere. 
Op de twee armen staat de oproep: 
Laat vriendschap helen wat grenzen delen. 
Langs dit pad liep 
tot aan de grenscorrectie van 1949 
de rijksgrens. 
De landsgrens ligt nu 
anderhalve kilometer oostelijker. Op zaterdag 10 oktober 1998 organiseerde sportvereniging De LAT de herfstdagtocht vanuit Berg en Dal (gemeente Groesbeek). Deze plaats heet terecht Berg en Dal, want er zijn flinke hoogteverschillen. Voor zover wij konden nagaan is het hoogstgelegen punt van Berg en Dal weliswaar 95 meter, maar met 83 meter lag deze start ook vrij hoog. Officieel was de start van de 40 en 60 km vanaf 7.30 uur. Toen was het echter nog vrij donker en de lantaarnpalen waren nog aan.
Rond 7.55 uur vertrokken wij en het eerste stuk vonden we toch nog vrij donker. Het pad voerde vrijwel me teen door de bossen van het sterk geaccidenteerde Berg en Dal. We kwamen daarbij langs de Stollenberg, de Boterberg en de Ravenberg. Vanaf de flanken van de Boterberg hadden we uitzicht op Persingen. Persingen heet het kleinste dorp van Nederland te zijn en ligt in een uiterwaardenlandschap. Het ligt iets hoger dan het omringende landschap, omdat het op een rivierduin, een donk, gebouwd is. Persingen vormt tezamen met Ooy, Beek en Ubbergen de gemeente Ubbergen.
We haalden hier een blinde wandelaar in. Zijn begeleider had er deze dag een hele kluif aan. Er zaten hier in het begin ook flink wat trapjes in het parkoers. Bij huize Kalorama kregen we even wat stevige en vlakke ondergrond onder de voeten. Verderop kwamen we langs restaurant De Elzenbeek, een Forellenhof met verschillende vijvers. Even verderop kwamen we langs restaurant De Sterrenberg. Vanuit de hal van dit restaurant kon een uitzichttoren worden beklommen. Maar op dit vroege uur was dit restaurant nog niet open. Opnieuw moesten we over wat in de parkoersbeschrijving een trap heette afdalen. Maar de afstand tussen sommige treden was wel een halve meter. Even later kwamen we bij een witte handwijzer, die naar 4 verschillende richtingen wees. De vier richtingen waarheen verwezen werd, waren "Nederland", "Duitsland", "Wat Vriendschap Helen" en “Wat Grenzen Delen". Daarna liepen we door het fraaie Filosofendal.
We volgden trajecten van het Pieterpad
We zagen hier wit-rode markeringen van het Pieterpad. We kwamen opnieuw bij een houten handwijzer. Hierop werd onder andere de twee richtingen van het Pieterpad aangegeven. Op die handwijzer stond ook, dat het over de E8, een Europees lange afstandspad, 1803 km naar Wenen was. Over de flanken van de 76 meter hoge Duivelsberg kwamen we bij het gelijknamige restaurant. Hier troffen we enige tamme kastanje zoekers. Want het stikte hier van de tamme kastanjes. We zagen hier in de bossen van de Duivelsberg verschillende malen oude pijlen die in de bomen vergroeid waren.
De omgeving van Nijmegen geldt botanisch als één van Nederlands rijkste gebieden. In een straal van 15 km rondom de stad vindt men tweederde van al onze hogere plantensoorten. Alleen al op de Duivelsberg heeft men 444 plantensoorten geteld, waaronder de zeldzame reuzenpaardenstaart, het paarbladig goudveil, de rapunzel, de gele dovenetel, de mispel en het muskuskruid. Ook hier waren weer steile hellingen met smalle beekjes er tussen. We zagen hier opnieuw groepjes mensen die tamme kastanjes zochten. Deze boomsoort, de tamme kastanje is, indertijd ingevoerd door de Romeinen. We zagen vrij regelmatig boomstronken waar tientallen paddestoelen op groeiden. Soms tel den we er wel een kleine honderd. Ook varens zagen we hier veel.
Het Tiende Legioen
We kwamen vlak langs landgoed De Holdeurn. In de Romeinse tijd is hier een groot militair steen- en pottenbakkersbedrijf geweest. De industriële activiteit begon er bij het verblijf van het Tiende Legioen (=Romeinse legerafdeling van 3- 6 duizend man) en werd tot het eind van de 2e eeuw voortgezet. Eerst is er naast bakstenen en dakpannen ‘fijn Nijmeegs aardewerk’ voor eigen gebruik vervaardigd. Later in de 2e eeuw verminderde de kwaliteit en werd De Holdeurn vooral de centrale steenfabriek van het leger in Neder-Germanië. Er was een heiligdom bij, waar op altaren offers werden gebracht aan oppergod Jupiter (de god van de donder en bliksem), Vesta (de godin van het haardvuur) en de lokale godin Hludana, wier naam nog doorklinkt in de huidige naam van het landgoed!
Nadat we het bosgebied rond de Duivelsberg hadden verlaten, dwaalden we door weilanden naar de eerste verzorgingspost op 11½ km. Hier deden we ons tegoed aan koffie, fris, koek, fruit en boterhammen. De verzorgingspost was gelegen in een grote schuur van een boerderij. Daarna zetten we koers naar de Duitse grens.
Bij Wyler staken we de grens met Duitsland over
Bij een tankstation op de grens met Duitsland was de splitsing met de 40 km. Wij liepen verder door het plaatsje Wyler omdat wij de 60 km liepen. Verderop staken we een verkeersweg, die om het dorp liep, over en volgden nu asfaltwegen door natuurgebied de Kranenburger Bruch(=broekland). Bij boerderij Germerseel waren van een aantal grote balen stro twee grote menselijke figuren gemaakt, die samen een bruidstel voorstelde. Vermoedelijk was er een trouwerij aanstaande. Na de boerderijen Kleyen en Scheffenthum liepen we in de richting van de tweede verzorgingspost. We volgden een 2.775 meter lange rustige asfaltweg. In de parkoersbeschrijving stond aangegeven dat de 2e verzorgingspost na 1.130 meter zou worden bereikt. Dat bleek echter pas na 2.400 meter te zijn. Eén van de verzorgers liet aan een Parijs-Amsterdam ganger foto’s van die tocht zien. We konden hier weer van alles krijgen, wat je op een verzorgingspost kan en mag verwachten.
We kregen uitzicht op een molen en het plaatsje Mehr. Maar even voor het dorp sloegen we af. Bij Kranenburg liepen we langs het uitgebrande zwembad naar het centrum van Kranenburg. Hier waren op 26 km meerdere rust mogelijkheden. Wij kozen het Eiscafé Dolimiti. Hier troffen we meerder wandelaars. Via de Mühlenturm (molentoren) kwamen we bij het stationsgebouw uit. Dit gebouw was vervallen en tussen de spoorrails groeide veel onkruid.
We bereikten het Reichswald
Via buurtschap Galgensteeg, gemeente Kranenburg bereikten we het Reichswald. Hier stonden met twee borden (in het Nederlands en het Duits) aangegeven dat dit de boswachterij van het Reichswald was. We volgden een zandweg tussen de 90 meter hoge Brandenberg en de 75 meter hoge Drültenberg. Daarna volgde weer een sterk geaccidenteerd parkoers over de 62 meter hoge Freudenberg naar het Duitse buurtschap Grafwegen. In dit bosgebied was het regelmatig vrij modderig. Er kwam een jongen van een jaar of 12 aangelopen. Hij zei tegen ons dat we de goede richting opliepen. Hij had al veel wandelaars voorbij zien komen. Toen hij hoorde dat wij 60 km liepen vroeg hij hoeveel dagen we onderweg waren.
Bij de grens stond een bord met de tekst dat de grensovergang alleen was voor inwoners uit Duitsland of de Benelux was en dan nog onder bepaalde voorwaarde. Omdat we ondertussen doorliepen konden we die voorwaarden niet meer lezen. Nu liepen we naar Bredeweg toe. In Café De Corner was op 37 km de tweede grote rust. Even buiten Bredeweg was bij boerderij Klein America een oorlogsmonument ter nagedachtenis aan 1944 toen hier 10.000 soldaten gelegerd waren tijdens operatie Market Garden. En even later passeerden we ook nog een zuivelboerderij.
Nu zetten we koers naar het bosgebied St. Jansberg. Dit was een uitermate mooi bosgebied dat gelegen is ten noorden van het plaatsje Plasmolen, bekend van de Nijmeegse vierdaagse. Ook dit was een sterk geaccidenteerd terrein met heuvels, dalen, meertjes en zelfs een leuk beekje. En ook hier waren vele modderpaden. Hier was het vaak niet mogelijk om om de blubber heen te lopen. Aan de ene kant was een prikkeldraadhek en aan de andere kant was de heuvel te steil. Hier was ook op 44 km de derde wagenrust. Langs de Mookerheide (bekend van de Slag op de Mookerheide in 1574) en over de Zevendalse Baan liepen we nu naar Café Restaurant 't Zwaantje. Over de flanken van de 78 meter hoge Wolfsberg en evenwijdig met de Biesseltse Baan liepen we naar de Heumensebaan, een oude spoorlijn tussen Nijmegen en Kranenburg/Kleef. Over de Hooge Hoenderberg en de Muntberg liepen we verder.
De vierde en laatste verzorgingspost
Vlak na de internaten Werkenrode en Kemnade werd de laatste verzorgingspost bereikt op 56 km. We deden ons weer tegoed aan drankjes en hapjes. We konden nog extra brood meenemen omdat de verzorging nog veel brood over had. Door de slechte weersvoorspelling met veel regen waren er veel minder wandelaars als waarop gehoopt was. Toch deden er in totaal 120 wandelaars mee op de 40 en 60 km. Het laatste stuk kwamen we op afstand langs een schietbaan en dat vinden we nooit zo prettig lopen. Twee weken later werd het schieten op de schietbaan gestopt. In de directe omgeving ligt namelijk Heumensoord. Hier werden tentenkampen ingericht. Niet voor de Nijmeegse vierdaagse, maar voor vluchtelingen uit oorlogsgebied. En het is natuurlijk niet goed om die vluchtelingen, die op de vlucht zijn voor het oorlogsgeweld weer met schieten te confronteren.
Bij de Meerwijkselaan sloegen we af en volgden het hekwerk langs het bosgebied van de Heilige Land Stichting. Het was inmiddels eigenlijk al weer te donker voor een steil bosgebied over trappetjes. Daardoor ging het tempo weer snel omlaag. Rond 19.00 uur arriveerden we bij de finish. We kregen een fraai kleuren diploma op naam met een herfstplaatje en een wandelplaatje voor het wandelboekje. Het was een heel mooi parkoers geweest.
De parkoersbeschrijving
De parkoersbeschrijving was over het algemeen goed. Doordat het parkoers bovendien ook gemarkeerde was, gaf dit, indien je de parkoersbeschrijving ook goed volgde, nergens problemen. Er werd bij deze tocht niet gepijld, maar gemarkeerd met rode(=r.a.), witte (=r.d.) en gele(=l.a.) vierkant gekleurde papiertje. En vooral de rode papiertje waren lang niet altijd (duidelijk) zichtbaar. Beter zou het zijn als de rode papiertjes op een witte achtergrond geplakt waren, opdat ze beter zouden opvallen. Bij andere punten waren markeringen verdwenen. Soms was een markering geplaatst bij 2 dicht bij elkaar lopende paden. En als wandelaars dan geen parkoersbeschrijving raadpleegden, wilden ze wel eens een verkeerd pad inslaan.
Om 6 uur 's-ochtends waren twee markeerders op pad gegaan. Zij hadden de eerste 2 uren in het donker veel moeite om het verschil te zien tussen de gele en witte papiertje. Het weer zat ook goed mee voor de wandelaars. Het had slechts een paar uur af en toe wat licht geregend. Na 14.30 uur deed de zon nog een paar verwoede pogingen. De maximum temperatuur bedroeg ongeveer 14 graden.
naar de top van deze pagina

Henri Floor & Coos Verburg