|
|
100 km Euraudax te Andenne, België
|
Van 1 op 2 mei 1998 werd in Andenne te België een 100 km Euraudax wandeltocht georganiseerd. Andenne ligt tussen
Namen en Luik. Met de auto reden we via Eindhoven, Maastricht en Luik naar Andenne in ongeveer 3 uur (260 km).
De start was vanuit het Squash, Snooker en Freetime complex. Op de bijbehorende parkeerplaats was plaats voor 10
auto’s. Omdat wij zeer vroeg aanwezig waren (2 ¾ uur voor tijd) hadden wij een goed plaatsje. Bij de inschrijving
kregen alle vrouwelijke deelnemers een Lelietje van Dalen aangeboden. Ongeveer 20% van de deelnemers was vrouw.
Het aantal deelnemers van 47 viel tegen. Dat kwam waarschijnlijk door concurrentie van andere tochten. Op 2 en 3
mei werd de bekende tweedaagse van Blankenberge georganiseerd. We hoorden dat op Euraudax tochten in België
veelal 10 to 15 deelnemers uit Nederland komen. En dat waren er nu maar vier. In Nederland bestond de concurrentie
uit: de Koninginnenmars van de RWV van 29 op 30 april, de Mergellandroute van 2 op 3 mei en tenslotte was 1 mei
in Nederland geen vrije dag.
Voor diegene die een beetje bekend zijn in de omgeving geef ik een opsomming van de plaatsen of streken, waar we
langs of doorheen kwamen: Andenne (start en finish), Andenelle, Flisme, Bousalle, Beh-Ahin, Solière, Goesnes, Baya,
Filée, Jallet, Kasteel Houdoumont, Libois, Evelette, La Vyle, Flostoy, La Béole, Emeville, Bormenville, Fointaine des
Botteresses, Hamois, Achet, Monin, Biron, Distrigaz, Ciney, Jet, Croix, Sovet, Sevenne, Spontin, Dorinne, Purnode,
Evrahaille, Yvoir, Gaiolle, Bauche, Crupet, Maillen, Courrière, Fays, Faulx, Goyet, Haltinne, Strud, Bonneville en
Groyine.
De start van deze 100 km tocht was ‘s-middags om 14.00 uur. Na 1½ uur lopen was de eerste verzorgingspost op 9,0
km. Hier kregen we een Luikse wafel. Verder konden we zoveel bekertjes limonade drinken als we wilden. We
vervolgden onze tocht. Deze voerde in zijn geheel door de provincie Namur (Namen). Het was hier erg heuvelachtig.
We hadden deze tocht zodanig uitgekozen dat de tocht goed in onze overige wandel-aktiviteiten pasten. Bovendien
wilden we, dat de tocht tijdens een relatieve korte nacht plaatsvind. En niet zoals veelal in Nederland, waar tochten in
november met hele lange nachten worden georganiseerd. De eerste grote rust (van 20 minuten) was op 20,3 km. Deze
was in een grote tent, die tegen een sportcentrumpje aan stond en aan één zijde open was. Hier kregen we een stuk
stokbrood belegd met leverpastei. Een ober kwam de drankjes opnemen, voor zover je die niet zelf ophaalde. We
liepen weer verder naar de tweede verzorgingspost. Deze lag op 27,1 km en hier kregen we een stuk verpakte
chocolade. Opnieuw konden we weer zoveel limonade drinken als we wilden. Gezien de beperkte tijd (5 - 10 minuten)
bleef het aantal bekertje limonade beperkt tot ongeveer 4.
Op 32,6 km was de 3 verzorgingspost. Toen ik mijn bekertje “rode limonade” had gepakt vroeg Coos of ik wist wat er
in zat. Het bleek dat het rode wijn was. Om te eten kregen we een stukje Camembert kaas. Er was een wandelaar die
de kaas kennelijk niet lustte en mij spontaan de kaas gaf. Deze verzorgingspost lag bij een boerderij waar om de tuin
als afscheiding allemaal lage paaltje stonden. Hier werd door de wandelaars volop gebruik gemaakt om op te zitten.
Ook aan deze rustpost kwam een einde en liepen we weer verder. We kwamen regelmatig langs weilanden waar
koeien in graasden. Koeien zijn erg nieuwsgierig en velen renden naar ons toe, voorzover ze konden door
afrasteringen. Koeien kunnen af en toe flinke bokkesprongen maken. En als je dan al die vleesmassa ziet meebewegen,
dan kom je tot de conclusie dat koeien best sterk zijn. Rond half negen begon het te schemeren.
Op 40,8 km hadden we de 2e grote rust. De tassen stonden op een marktplein (te Ciney) en we konden zelf een cafeetje
uitkiezen. In het café wist men waarschijnlijk niet van onze komst, want de barjuf stond er alleen voor. Daardoor
duurde het even voor de bestelling gedaan was. Na deze rust was het echt donker geworden. Het was inmiddels 21.40
uur geworden. De wandelaars hadden nu massaal hun reflecktievest aangedaan. Slecht een enkeling had er geen om.
Omdat ikzelf in het donker minder goed zie, wilde ik me in het donker alleen op de weg concentreren en niet ook nog
op al die benen voor mij. Dat resulteerde dan in het feit, dat ik meestal in de achterhoede te vinden was of vlak achter
de grote groep. De zaklamp ging ook regelmatig aan. Problemen heb ik vooral bij grote licht-contrasten. Zoals bij het
passeren van een auto. Ook gebeurde het een keer dat we in een donker bos liepen, waarbij de weg vrij stijl omlaag
liep en aan de smalle kant was.
Er waren twee baankapiteins, één voorin en één achterin, die veel indruk op ons maakten. Beiden bewogen ‘s-nachts
hun lampen heen en weer als er een auto met veelal groot licht naderden. En iedere keer, hoe hard de auto’s ook aan
kwamen rijden, reden met een slakkegangetje de wandelgroep voorbij. De voorste baankapitein deed overdag ook zijn
uiterste best om auto’s langs de wandelgroep te loodsen. De achterste baankapitein kenden we van Euraudax Stein.
Op 51,7 km was een grote rust van 60 minuten van half twaalf tot half één ‘s-nachts. Hier was de warme maaltijd. Al
tijdens het zoeken van een geschikte zitplaats werd de eerste gang, soep, opgediend. De hoofdmaaltijd bestond uit een
stuk vlees met zeer veel vette jus. Daardoor smaakte de bijliggend sla en de frites niet zo lekker. Als nagerecht kregen
we eerst een ijsje. Het geheel werd afgesloten met koffie. Daarnaast kon men zelf nog drankjes bestellen. In de zaal
hing om een lamp nog een ventilator. Nadat wandelaars de eigenaar van het café-restaurant hadden geattendeerd dat
die ventilator ook aan kon, werd deze aangezet. Met het draaien van de ventilator ging deze, naar onze mening
gevaarlijk heen en weer. Aangezien wij eronder zaten, voelden we ons niet behaaglijk. We zaten hier aan een tafeltje
voor 4 personen. De andere twee kwamen uit Duitsland. Ze woonden tussen Bremen en Hamburg. Zij hadden een
reisafstand van 540km naar Andenne gemaakt. Na afloop van de tocht reisden ze door naar Blankenberge om nog 2 x
25 km te kunnen wandelen. Voor de 40 km of de marathon kwamen ze te laat.
Op 59,6 km was de 4e verzorgingspost. We bleven vaak langs weilanden lopen. En het bleek dat koeien ‘s-nachts niet
rustten. Want ook ‘s-nachts bleven koeien in hun weilanden en voorzover ze konden stukken met ons meelopen. Het
was eens een keer zo donker en we hoorden een vreemd geluid, dat we tenslotte toeschreven aan koeien die door het
natte gras liepen en ons eerder hadden gezien, dan wij hen. Het bleef ook vrij heuvelachtig. Soms bleven we wel een
half uur lang stijgen. Het aantal steile hellingen dat we afdaalden lag in de meerderheid evenals het aantal lange,
minder steile stijgingen. Op 68,8 km was de vijfde wagenrust en de zesde wagenrust was op 75,4 km. Hier kregen we
naast limonade een hard gekookt ei met stukjes stokbrood. De laatste twee rustposten waren grote rusten.
Op 82,5 km was het ontbijt tussen 6 uur en kwart voor zeven. Door de vermoeidheid konden we amper brood door
onze keel krijgen. Er waren verschillende wandelaars die hier hun hoofd op de armen legden en probeerden te slapen.
Anderen kleedden zich om om hun door zweet nat geworden kleren voor drogere te verwisselen. De laatste grote rust
van 20 minuten lag op 93,4 km. Deze lag in de kantine van een voetbalvereniging. Hier kregen we nog een soort
puddinkje. We dronken hier ook nog koffie en een glas jus d’orange. Er was een deelnemer, die tijdens de tocht al veel
aandacht naar zich had toegetrokken, door bij elke gelegenheid die er was zijn stem te verheffen. Hier liep hij op het
voetbalveld een stuk hard, afgewisseld met snelwandelen. Met zijn rugzakje op was dat een komisch gezicht. En alle
wandelaars hadden er goed uitzicht op zodat velen erom konden lachen. De totale afstand bedroeg 100,4 km. Na
afloop van de tocht werd, zoals gebruikelijk is bij lange tochten, handen geschud om elkaar te feliciteren met het
volbrengen van de tocht.. Het weer had zich tijdens de tocht vrij goed gehouden. Het had weliswaar enige uren
geregend, maar dat kon worden volstaan met een paraplu. Ook was het enige uren vochtig geweest door laaghangende
bewolking/nevel/mist. Bij de finish stond de marsleider om een ieder te feliciteren. Het was een mooie tocht geworden,
die wel erg zwaar was. Voor ons was dit de eerste 100 km die we samen liepen.
|
Henri Floor & Coos Verburg
|