|
|
|
|
vierde wandeldag Apeldoornse Vierdaagse, vrijdag 12 juli 1996
|
De laatste dag konden we een half uur eerder starten. Het was de eerste keer dat
we niet met de eersten mee konden. Weliswaar kregen we klokslag 6 uur ons knipje
omdat we toen kwamen aanlopen, maar de wandelaars waren al iets eerder gestart.
In Engeland staan we er om bekend dat we een aparte manier hebben om een druk
kruispunt over te steken en dat wordt Dutch crossing genoemd. De officiële
manier is natuurlijk om de zijwegen van een kruispunt haaks over te steken. Maar
op het normaal drukke kruispunt bij het gebouw van Centraal Beheer werd het
grote kruispunt diagonaal overgestoken. De enkele automobilisten, die er op dat
moment (ca. 6.10 uur) waren, bleven braaf voor het stoplicht staan wachten.
Verderop kwamen we nog door de Methusalemweg om verder door het voormalige
zelfstandige dorp Ugchelen verder te lopen. Eerst kwamen we nog door een
bosgebied afgezet met hekwerk. Daarna verlieten we de "bewoonde wereld"
definitief. Over een pad tussen weilanden overgaand in bosgebied bereikten we
een verzorgingswagen op 7 km.
Daarna dwaalden door de prachtige bossen. Het ging
heuveltje op en heuveltje af. Dan weer eens langs een vennetje of een paadje
over een heideveld. Alras kwam de eerste splitsing. Hier ging de 20 km er af. Na
zo'n 4 km, nadat we langs een aantal rustgebieden voor het edelhert waren
gelopen, sloegen de 30 km lopers af. Nu dwaalden we verder naar een grote rust
in vakantieoord Lierderholt. Het vorige jaar was er geen bepijling geweest,
doordat de pijlers problemen met het zware omweer hadden gehad. Nu zagen we dan
hoe we hadden moeten lopen.
Na een korte rust vervolgden we ons pad. Door bos en
over hei kwamen we weer op het 30 km parkoers uit. Dat volgden we gezamenlijk
naar Hoenderloo. Traditiegetrouw kochten we voorgaande jaren in het eerste
winkeltje dat we in Hoenderloo zagen melk of karnemelk. Maar toen we binnen
waren keken we verbaasd in het rond. Het was nu een tijdschriftenzaak geworden.
Gelukkig was er, naast de officiële rustpost in Dorpshuus Hoenderloo en
verschillende café restaurants ook nog een supermarkt.
We hoorden een toerist
nog informeren waar de 20 km lopers vandaan kwamen. Die bleken echter in
Hoenderloo helemaal niet te komen. Dat is te ver weg voor een 20 km parkoers. Na
opnieuw een niet al te lange rust spoedden we ons weer verder, want de lus van
de 50 km moest nog komen. Bovendien moesten we wat te drinken meenemen, omdat er
16 km lang geen (officiële) verzorgingspost was.
We verlieten Hoenderloo langs
het kerkje op de bult. Voor deze witte kerk zat een man achter een tafel. Hij
was druk bezig stempels van de kerk op witte briefjes te zetten om aan de
wandelaars te geven. Er stonden flink wat wandelaars om de tafel en de man zei
ook nog dat hij wandelboekjes wilde stempelen. Eén van de wandelaars vroeg hoe
de man op het idee van stempelen was gekomen. Daarop antwoordde de man, dat hij
vroeger wel trektochten maakte van jeugdherberg naar jeugdherberg. En dat het
toen een rage werd om zoveel mogelijk stempels te bemachtigen. Wij konden ons
dat heel goed voorstellen. Als wij tijdens onze grote vakantie trektochten
maken, dan maken we zelf aparte stempelkaarten en verzamelen zo ook flink wat
stempels.
Verder lag op de
tafel nog een blaadje over de kerk en nadere informatie over Hoenderloo.
Zo zijn
er in Hoenderloo twee witte kerkjes. Eén hervormde- en één gereformeerde kerk.
Om nu onderscheid te maken tussen de twee kerken wordt het gereformeerde kerkje
het witte kerkje genoemd. Het hervormde kerkje wordt de kerk op de bult genoemd.
Na nog een blik binnen in de kerk geworpen te hebben, vervolgden we ons pad.
Nadat we aan de lus van de 50 km begonnen, zagen we drie kwartier lang totaal
niemand. Door vermoeidheid keken we uit naar een geschikte rustplaats. Dat werd
een stapel op elkaar gelegde boomstammen. Vijf minuten later kwam pas de
eerstvolgende wandelaar langs. Ook zagen we hier nog een ruiter, die we later
nog enige malen zagen. De samenkomst met de 30 en 40 km lopers was in een
buitenwijk van Hoenderloo.
Na een aantal lange asfaltwegen kwamen we weer over
de inmiddels vertrouwde bospaden. Op weg naar de volgende verzorgingswagen
voerde het pad weer fraai door de bossen. Op een viersprong was een pijl r.d.
verdwenen. Vlak voordat we een heideveld zouden betreden was nog een steile
helling met een trap. Boven gekomen konden we de verleiding van twee bankjes
niet weerstaan. We kozen het bankje in de schaduw. Hier vandaan hadden we een
fraai uitzicht over de Leesterhei. Toen we bij de verzorgingspost aankwamen, was
men al druk bezig met opruimen.
Er stonden al flink wat stoelen opgestapeld. Nu
volgde verderop een fraai pad langs een spreng met glashelder stromend water.
Nadat we onder de A1-snelweg waren doorgelopen, sloegen we dit keer eens niet
links, maar rechts af. Zo namen we nog een weiland annex bosparkoers mee. Deze
variant was waarschijnlijk nodig om de 20 km lopers nog een grote rust aan te
kunnen bieden. Bij de Europaweg, een 4-baans weg was zelfs politie aanwezig om
de wandelaars een veilige "overtocht" te geven.
Bij het oversteken riep de agent
naar zijn collega verderop: "Hans, die wandelaar daar loopt de verkeerde kant
op". Daarop werd door Hans teruggeantwoord: "Hij zegt dat hij er niet bij
hoort". Verder was de route zoals voorgaande jaren over de Ordermolenweg, door
het Sprengenpark (hier regende het trouwens nog kort) en de Sprengenweg naar de
finish. De afgelegde afstand bedroeg 47,3 km. Een paar honderd meter voor de
finish werd ons door bekenden een bloemetje aangeboden. Voor mij was het de 13e
keer dat ik de Apeldoornse 4-daagse liep en het 50 km parkoers voor de 11e keer.
|
Henri Floor & Coos Verburg
|