|
|
Stichtse Dorpenpad, Driebergen - Rhenen
|
Op zaterdag 26 augustus 1995 begonnen wij aan het 45,7 lange Stichtse
Dorpenpad. Aangezien wij ongeveer een km van het pad afwonen besloten wij het
pad op 2,6 km bij Huize Sparrendaal op te pakken. Daardoor konden we ook vroeg
starten. Huize Sparrendaal is een deftige buitenplaats uit 1745, waar vele
vorstelijke personen hebben vertoeft. Na de aankoop door de gemeente in 1969
werd dit huis als gemeentehuis in gebruik genomen. Na de nieuwbouw van het
huidige gemeentehuis wordt huize Sparrendaal nu o.a. gebruikt als trouwzaal.
De gemeente Driebergen bestond tot 1967 uit de dorpen Driebergen en
Rijsenburg. Aan de Hoofdstraat is bezienswaardig het halfronde dorpsplein, dat
doet denken aan de 17e eeuwse halfcirkelvormige zuilengang voor de St.
Pieterskerk in Rome. Vlakbij staat de St. Petrus Banden kerk uit 1810. Deze
kerk is gebouwd in neoclassicistische stijl. Ook dicht hierbij staan het
fraaie voormalige gemeentehuis van Rijsenburg aan de Diederichslaan.
We zaten nog maar net op het parkoers of het begon al licht te regenen.
Gelukkig hadden we een paraplu meegenomen. Deze eerste regenbui stelde
gelukkig niet zoveel voor. Want net toen we de paraplu wilden pakken hield het
op met regenen. We verlieten Driebergen over rustige asfaltwegen en kwamen uit
op de Gooyerdijk. Bij buurtschap De Hondspol volgden we een zandpad tussen
weilanden door en kwamen opnieuw op de Gooyerdijk uit, nu als grens tussen de
gemeente Driebergen en Doorn.
Bij Buitenplaats Leeuwenburgh verlieten we de rustige asfaltweg en dwaalden nu
door de bossen rond kasteel Moersbergen. Van het kasteel zelf vingen we ook
even een blik op. Spoedig daarop kwamen we in het park van het kasteel Huis
Doorn. We liepen dicht langs het witgeschilderde huis Doorn en ook langs een
paar standbeelden. In Huize Doorn woonde van 1920 - 1941 ex-keizer Wilhelm II
van Duitsland. Na een blik op het mausoleum (waar de rustplaats is van keizer
Wilhelm II) liepen we naar de ijzeren uitgangspoort. Over het Raadhuisplein
van Doorn kwamen we op het kerkplein uit met de monumentale dorpspomp. Deze
pomp werd in 1869 gemaakt door IJzergieterij De Prins van Oranje in 's-
Gravenhage.
Buiten de bebouwde kom van Doorn verlieten we de verharde wegen. Vlak voordat
de verharde Postweg overging in een half verharde weg, kwamen van links zeven
ruiters aan. Ook zij volgden de Postweg en we lieten hen maar voorgaan. De
zandweg volgde hier de meest zuidelijk rand van de Kaapse Bossen. De schrijver
Simon Vestdijk vereeuwigde dit gebied in zijn roman De Zwarte Ridder. Bij een
bordje Stiltegebied verlieten we deze Kaapse Bossen en kwamen langs een huis
met een uithangbord De Kleine Bunt.
Nu ging het wisselend door bossen en langs weilanden. Weldra bereikten we de
bossen rond buurtschap Darthuizen. We kwamen uit voor een breed toegangshek
van kasteel Broekhuizen. Vlak achter het hek staat een groot infobord en geeft
aan dat er drie wandelingen door de tuin van kasteel Broekhuizen gemaakt
kunnen worden. Tot voor kort was de tuin niet voor publiek toegankelijk.
Kasteel Broekhuizen dateert uit 1650. Slechts 80 meter volgen we de brede
geasfalteerde Broekhuizerlaan met een nog bredere berm en sloegen een oud pad
omzoomd door bouwland in.
We kwamen uit op een grote grintparkeerplaats van restaurant Darthuizen. Het
restaurant ging echter pas om 4 of 5 uur 's-middags open. Op een bankje van
een bushokje hielden we een rust omdat het land nat was van de af en toe
lichte regen. De volgende bezienswaardigheid waar we langs kwamen, was het
mausoleum op de Donderberg. De schatrijke bewoner van de buitenplaats
Broekhuizen, Mr. Cornelis Jan van Nellesteyn liet in 1818 een
familiegraftempel oprichten op de Donderberg. De toen vermaarde architect B.
Ziesenis bouwde een antieke tempel, die als voorbeeld van Frans-Italiaanse
empirestijl uniek is in ons land. Op een vierkant onderstuk staat de wit en
geel gepleisterde Dorische tempel, die tevens als uitkijktoren dienst deed.
Aan de voet is in de heuvel een kelder uitgegraven, waarin de van Nellesteyn
zijn bijgezet. De laatste afstammeling die in 1905 stierf, liet al zijn
goederen aan de gemeente Leersum na op voorwaarde dat het grafmonument
regelmatig zou worden onderhouden.
Hierna werd het parkoers zwaarder door het erg heuvelachtige terrein van de
bossen van Lombok. Even volgden we het asfaltfietspad langs zandweg de
Utrechtse Baan. Spoedig verlieten we deze weer en kwamen nu op heideterrein
Hoog Leersum uit. We staken een asfaltweg over en volgden nu een zandweg die
langs enige grafheuvels voerden. Na een routepaal van de Grafheuvelroute
verlieten we de zand/grintweg en dwaalden verder door het Zuilensteinsche bos
tot aan het poortgebouw van het voormalige kasteel Zuylenstein. Inmiddels
liepen we langs de provinciale verkeersweg N225.
Bij Amerongen sloegen we van de verkeersweg af en liepen over een (rustige)
hoofdstraat het dorp binnen. In het centrum hielden we een rust bij een
supermarkt en haalden hier een stempeltje voor onze stempelkaarten. Langs een
herberg verlieten we Amerongen vooralsnog en liepen over een asfaltweg in de
richting van het pontveer over de Rijn. Maar aan onze linkerhand liepen we ook
langs kasteel Amerongen met een gracht er om heen. Bij de eerste mogelijkheid
sloegen we af en liepen over een zandpad om kasteel Amerongen heen.
We kwamen opnieuw in het centrum van Amerongen uit. Via een waterpomp uit 1845
bereikten we een dorpspomp die voor de grote Sint Andrieskerk stond. Tussen de
kerk en het politiebureau bereikten we door een parkje het historische museum.
Bij een antieke wegwijzer volgden we de richting naar Bibliotheek. Buiten
Amerongen kwamen we al spoedig weer in de bossen, ditmaal het Amerongse bos.
We liepen langs een paar droogschuren uit de tijd van de hier uitgeoefende
tabaksteelt.
Verderop liepen we langs een Waterloo-monument dat oorspronkelijk in 1815 was
opgericht. Ook hier was het parkoers erg heuvelachtig. Op het hoogste punt
waar we met deze wandeling kwamen was een 58 meter hoog punt alwaar op een
kruispunt van boswegen een vrijstaande boom stond. Voorgaande jaren stond om
deze boom in de zomerperiode rondom een bank. Maar die troffen we nu niet aan.
Hier stond ook weer een groot informatiebord met een fraaie luchtfoto van de
omgeving. Over een lange onverharde weg, de Hooiweg, bereikten we het
Egelmeer.
De rust hier werd aanzienlijk verstoord door talrijke vrachtwagenchauffeurs
die we in de verte luid hoorden toeteren. Wellicht was dit ter gelegenheid van
gehandicapte kinderen die een rondrit van chauffeurs op hun trucks werden
aangeboden. In dit Egelmeer stond echter geen water en in de directe omgeving
was een heideveld, bepaald geen plantensoort voor vlakbij een meer. We kwamen
uit op een asfaltweg die ons langs een aantal zeer fraaie huizen leidde.
Tenslotte kwamen we ook nog langs kasteel Prattenburg. De asfaltweg kwam uit
op een drukke verkeersweg bij Veenendaal. Dit gedeelte vonden we het minst
mooie gedeelte van de gehele tocht. We sloegen een asfaltweg in die rustiger
was. Maar deze liep langs een vakantieterrein dat toch ook veel mensen en dus
auto's trok.
Uiteindelijk sloegen we bij de voormalige zandafgraving af. Van boven op de
voormalige zandafgraving hadden we een prachtig vergezicht door het heldere
weer. Ook de zon had zich al geruime tijd laten zien en de trainingspakken
waren ook al verwisseld voor de korte broek. We zagen duidelijk de hoge
flatgebouwen in Wageningen en de plaats Veenendaal liggen. Verder dwaalden we
door het Remmersteinsche Bosch met zijn Paasheuvel en het grote landhuis
Remmerstein. Langs camping De Thijmse Berg bereikten we de Leemkuil met een
vijver en even verderop dwaalden we door de Lijster Eng naar Rhenen.
Op een pad in een maïsveld kwam ons een echtpaar tegemoet die de Stichtse
Dorpenpad in tegengestelde richting liep. Via de Koerheuvel bereikten we
Rhenen. Op het hoogste punt in Rhenen (51 m) staat de oude watertoren 'De
Koerheuvel'. Aan de voet dan deze toren bevinden zich nog restanten van de
door het 15e Regiment Artillerie gebruikte stellingen in de meidagen van 1948.
We staken de hoofdstraat door Rhenen aan de rand van Rhenen over. Bij de Rijn
aangekomen volgden we een fietspad over de zomerdijk tot voorbij de brug over
de Rijn en hadden daarbij een fraai uitzicht op de Cunera-toren. Er gaat een
legende dat Cunera één van de 11.000 maagden is geweest die in 337 een
pelgrimstocht naar Rome hadden gemaakt. Op de terugreis kwamen allen in Keulen
om het leven, behalve Cunera die door een heidense koning gered en meegenomen
werd naar Rhenen. De koningin, jaloers geworden, wurgde de vrouw die alom zo
veel goed deed. Goed 700 werd Cunera door bisschop Willebrord tot heilige
maagd verklaard. Men bleef in Rhenen haar nagedachtenis eren en slaagde er in
de 15e eeuw haar 'graf' tot bedevaartoord te verheffen. De tallozen die
jaarlijks tussen 12 en 19 juni de stad bezochten, brachten zo veel geld in de
lade dat de Cuneratoren gebouwd kon worden (1492-1531).
Want toen kwamen we aan de voet van de 50,2 meter hoge Grebbeberg. En daar om
heen hoeft natuurlijk geen zomerdijk te liggen. We bestegen de Grebbeberg over
een trap van 253 treden. Na de Koningstafel bereikten we een fraai
uitzichtpunt. Van hier hadden we een fraai wijds uitzicht, onder andere op de
kernenergie-centrale Dodewaard. Daarna volgden we de bergrand en kruisten een
paar ondiepe erosiedalen. Verderop zagen we een diep erosiedal en we hadden
ook enige malen zicht op zeer steile hellingen. De rust werd hier opnieuw
verstoord. Het geluid leek op het voorlezen van de prijsuitreiking van een
loterij. Wellicht was dit het slot van een feest voor gehandicapten die een
reisje met vrachtwagenchauffeurs maakten. Ook kregen we hier een fraai
uitzicht op het rivieroeverreservaat De Blauwe Kamer.
We passeerden het Militair Ereveld Grebbeberg. Van 11 t/m 13 mei 1940 vonden
hier zeer zware Duitse gevechten plaats. Door de bossen achter Ouwe Hands
Dierenpark bereikten we de Laarschenberg met fraaie vergezichten op het
plaatsje Achterberg. Meteen na Café Restaurant 't Viaduct daalden we over
trappen af naar station Rhenen. Na een (gedwongen) rust van 20 minuten in
voornoemd café en nog eens 25 minuten in de trein naar Driebergen vervolgden
we ons pad in Driebergen.
Na het Willinkspark kwamen we even later door de Heidetuin en even later was
bij Huize Sparrendaal voor ons het einde van deze mooie wandeltocht. Deze
beroemde heidetuin is één van de grootste heidetuinen van Europa.
Oorspronkelijk stonden hier 150 verschillende heidesoorten maar na een hevige
storm is het aantal teruggebracht tot 80 winterharde heidesoorten. Met dank
aan Gerard Achterberg en Henk Veenendaal voor het uitzetten van deze tocht en
de bewegwijzering met 150 paaltjes. De gehele tocht is gemarkeerd met geel
blauwe bordjes.
| Henri Floor & Coos Verburg |