Na het ontbijt en na de inkopen vertrokken we rond 9 uur. Eerst bekeken we nog
de kerk van Peilstein en zette er een kaarsje. Net buiten Peilstein liepen we
even verkeerd. Maar we werden meteen gecorrigeerd door iemand die ons toeriep
dat we een grasweg moesten nemen. Hij was juist die grasweg af komen lopen.
Boven aan de grasweg, in Berging, vroeg een man uit Wenen de weg naar de
Biotoop. Dat wisten we natuurlijk niet, maar we kwamen er later wel langs. Het
tempo lag door de hitte niet erg hoog. De route was hier ook nieuw, doordat we
op de heenweg een andere route hadden genomen, toen vanwege vermoeidheid en de
lange tijd die we toen al onderweg waren. Het was nog flink klimmen door de
bossen. We klommen van een hoogte van 600 m naar 800 meter.
In Eschernhof volgden we even een asfaltweg. We zagen erg veel
mensen die deze dag op het land werkten. De rust werd af en toe verstoord door
de motoren van de tractoren. Vanaf Eschernhof hadden we het traject ook al
heen gelopen tot aan Niederranna.
Via Lengau kwamen we in Schröck. Even hier
voorbij hadden we een rust bij een rotspunt. Er stond een bordje bij met een
legende. Het verhaal gaat, dat vroeger op deze rotspunt de duivel zat. Als
kerkgangers hier langs kwamen joeg de duivel hen schrik aan door heel hard te
gaan schreeuwen. Hiernaar zou het buurtschap Schröck genoemd zijn omdat deze
naam wat lijkt op het Duitstalige woord schrikken.
Bij Feldness besloten we een oude markering te volgen. Aanvankelijk ging dat
goed, maar het pad werd steeds smaller. Toen het haast niet meer ging hoorden
we een stem, die vroeg of we problemen hadden. Het was een man uit de buurt,
die met hakhout bezig was. Hij was gekleed in korte broek en T-shirt. Hij bood
ons aan om ons op het goede spoor te zetten, dwz. naar Gatterl. Dat aanvaarden
we dankbaar. Over een brede grintweg liepen we nu een tijdlang door de bossen.
Coos vroeg mij nog wat ik gedaan zou hebben als wij de man niet getroffen
hadden. Daarop zei ik, dat als het helemaal niet meer ging, dat we dan de
markeringen terug hadden gevolgd tot het punt waar we de route ook op de
heenweg hadden gevolgd.
Na een klein stukje asfaltweg kwam de besteiging van de Ameisberg. Hier
dronken we Almdudler en bestegen de uitzichttoren. Daarna daalden we via Haltschlag en Vatersreith af naar
Oberkappel. Foto 73 en ansichtkaart 11 is even voor Oberkappel.
Eerst
probeerden we een Privat Zimmer, maar het werd Sporthotel Fischer. Vlakbij was
een zwembad, dat we uitprobeerden. Het water zou volgens opgave 26 graden
zijn, maar volgens mij leek het hooguit 20 graden. Of misschien waren we wel
zo oververhit. Hoewel we hier nog geen uur in verbleven, was Coos na afloop
toch wat verbrand. De felle zon scheen op het water, die voor een flinke
reflectie zorgden. Ik vond het er voor mijn ogen onbehaaglijk. De
avondmaaltijd bestond uit Fritattensuppe, Forel, Lasanja en beiden ook sla.
Een liter Burgenländische rotwein complimenteerde het geheel.