|
|
|
|
|
Burgenländischer Mariazellerweg, Eisenstadt - Mariazell
|
datum |
donderdag 25 augustus 1994
|
traject |
Eisenstadt - Großhöflein - Pöttschingerwald - Wiesen - Burg Forchtenstein.
|
hoogten |
180-500 meter
|
wandeltijd |
7¾ uur
|
weer |
Bewolkt met af en toe lichte (mot)regen. Na aankomst in Forchtenstein enige tijd hardere regen.
|
temperatuur |
18°
|
overnachtingadres |
Hotel Café Restaurant Forchtensteinerhof, Reserig 1, 7212 Forchtenstein,
(
02626-8219
|
Overnachtingprijs |
2 x 250
|
Adres diner |
Hotel Café Restaurant Forchtensteinerhof, Reserig 1, 7212 Forchtenstein,
(
02626-8219
|
uitgaven |
Eisenstadt: broodjes (16), Spar (45), overnachting (500), warme maaltijd (280),
ansichtkaart (10), sticker Forchtenstein (21)
|
Het was wel een grappige overnachting geweest. De eigenaar sliep niet in
hetzelfde huis. Waar wij sliepen waren zowel beneden als boven vier kamers met
op iedere verdieping één ruime eethoek/keuken, waar we eventueel zelf konden
koken, koffie zetten en 's-ochtends ontbijten. Wel moesten we eerst zelf
broodjes kopen. Om het huis binnen te komen moest je eerst door een deur om op
het erf te komen. Daarna het huis zelf in en vervolgens op de eerste
verdieping de eigen kamer. We besloten vroeg op te staan, want dat hadden we
nu vrij in de hand.
We liepen door Eisenstadt en kwamen eerst langs Slot
Esterhazy . Bij de Haydberg Kirche, dat was in de buurt van een Spar,
nog in Eisenstadt, maakten we een foto van het wandelbord met de tekst:
officieel begin van de Mariazellerweg . Net buiten Eisenstadt zagen
we nog een mooie grenssteen . Daarna liepen we naar de wijk Klein
Höflein. Vanaf Klein Höflein dwaalden we door wijngaarden. De druiven zagen er
hier niet al te mooi uit en ook de wijngaarden zagen er niet zo verzorgd uit.
We moesten goed oppassen waar we liepen, want de regen had voor veel modder
gezorgd. We kwamen volgens de kaart langs de ruïne van het Jagdschloß
Esterhazy, maar de ruïne zelf zagen we niet. Langs een uitgestrekt
afvalverwerkingsbedrijf zagen we nog wandelbordjes op een paal zitten . Daarna werd het parkoers weer echt mooi. Nu dwaalden we lange tijd over
veldwegen. In het Pürstlingwald, tussen Krendorf en Pöttsching moesten we voor
de eerste keer een weg banen door hoge grassen en struiken. Vlak voor een
asfaltweg zagen we een ree grommend weglopen met sierlijke sprongen.
Net na
een asfaltweg was een manege en hier stond een bankje waar we op konden
uitrusten. Opnieuw zagen we een vrij grote ree. Het leek ons toe of deze ree
ons niet opmerkte. Dat kwam vermoedelijk door het lawaai van het ruisen van
een beek. Opnieuw was ons pad dichtgegroeid en nog veel meer dan de eerste
keer. Toen we dit pad hadden gehad, zei Coos triomfantelijk: "wat een mooi pad
was dat". Toen ik zei dat we zoiets nog eens konden krijgen temperde haar
enthousiasme. In de buurt van Wiesen zagen we een vreemde grote tent staan met
lange witte punten. Later hoorden we dat hier het jaarlijkse Reggea festival
werd gehouden. We verlieten de plaats Wiesen over een weg die niet gemarkeerd
was, maar later troffen we de markeringen weer. We zagen een paar keer pruimen
hangen.
In Forchtenstein overnachtten we bij het slot. 's Avonds na het eten kwam de verwachte bus bij het hotel aan. De
bus bleek uit Nederland te komen. De bus bevatte mensen voor het voornoemde
reggea festival. Het waren voornamelijk mensen van Surinaamse afkomst.
Daarnaast reisde ook een groep Afrikanen mee die een reggae groep vormden. We
spraken eerst enige woorden met de Nederlandse organisator en later ook met de
Nederlandse buschauffeur.
|
Henri Floor & Coos Verburg |