|
|
|
|
Salzsteig-Weitwanderweg 09
|
datum |
vrijdag 27 en zaterdag 28 augustus 1993
|
traject |
Bad Leonfelden - Sternstein(1122) - Guglwald
|
afstand |
16 km.
|
hoogten |
hoogste punt 1122 meter
|
wandeltijd |
5½ uur.
|
temperatuur |
8° - 15°
|
overnachtingadres |
trein Donauwalzer
|
uitgaven |
koffie Linz station Osch. 44, bus Linz Osch. 116, telefoonkaart Osch. 48, Waldschenke Osch. 88, diner Guglwaldhof Osch. 320.
|
Nadat ik op 27 augustus 1993 nog de hele dag had gewerkt, vertrokken we van
huis na eerst nog het 8 uur journaal te hebben gezien. We namen van station
Driebergen/Zeist de trein van 20.58 uur. Het was een dubbeldekker en we zaten
bovenin. In Arnhem stapten we over en hadden een overstaptijd van drie
kwartier. Hier stapten we in de Donauwalzer. Deze trein is iets duurder, maar
het heeft het voordeel dat je niet hoeft over te stappen. Bij binnenkomst
kreeg je nog een flesje mineraalwater. In onze treincoupé zaten twee mensen
uit Den Haag die in Utrecht waren ingestapt. Toen het onderwerp over het NIVON
ging, bleken ze daar bij te werken en werd er het een en ander over verteld.
Even na 11 uur gingen we slapen. We namen alvast afscheid van onze
medepassagiers, omdat zij om 6 uur in Regensburg moesten uitstappen.
Rond kwart voor zeven stonden we op zaterdag 28 augustus 1993
op in de trein. Het was regenachtig weer
en we waren nog in Duitsland. Rond kwart over zeven vroegen we naar ons ontbijt.
Daarop werd gezegd dat als we tot acht uur zouden wachten we verse broodjes
zouden krijgen. Daar waren we natuurlijk wel voor in. Met een vertraging van een
kwartier kwamen we in Linz aan. Eerst kochten we een buskaartje. Daarna dronken
we koffie. Bij het postkantoor kochten we een telefoonkaart en belden naar mijn
moeder. Voordat de bus vertrok nam ik nog een foto van de bus met Coos bij de
instapdeur. Om tien minuten over tien vertrok de bus die om kwart over
elf aankwam in Bad Leonfelden. In Bad Leonfelden maakte ik een foto van de
Hauptmarkt met gemeentehuis en kerk.
Over de Norwaldkammweg verlieten we Bad Leonfelden. Het was een wat
druilerig weer met over het algemeen lichte regen. Even voorbij buurtschap
Unterlaimbach maakten we een overzichtsfoto van Bad Leonfelden. In
buurtschap Oberstern lazen we in een kapelletje de eerste bladzijde van ons
vakantiebijbelleesrooster. Even later aten en dronken we wat in Waldschenke am
Sternstein (960m).
Het regende nog steeds af en toe. We liepen nu verder naar het hoogste punt van
die dag, de Sternstein op een hoogte van 1122 meter. Bovenop stond een
uitkijktoren die ook geopend was. Maar de mist nodigde niet uit om de toren te
beklimmen. Wel aten we hier, droog en beschut, maar wel koud, een boterhammetje.
Ons pad liep deze dag veelal door bossen over steenachtige wegen en paden.
Gelukkig liepen we weinig over asfaltwegen. We volgden deze dag de
Nordwaldkammweg, in tegengestelde richting als we in 1989 liepen. Dit was echter
ook een variant van onze Salzsteig Weitwanderweg 09.
Na de Sternstein volgde ons pad vrij dicht langs de grens met Tjechië.
Regelmatig zagen we borden met de tekst "Achtung Staatzgrenze". Vlakbij het
kruispunt "Holzerner Herrgott" had Coos last van een steentje in haar schoen en
liepen we een paar honderd meter terug naar een bankje. Op een kruispunt op een
hoogte van 939 meter stond een hutje met wat bankjes buiten. Een km verderop
vroegen we ons af waarom we niet bij dat bankje een rustpauze hadden genomen.
Verderop kwamen we bij een kruising opnieuw bij een hutje. De deur stond
uitnodigend open waarop we om de tafel in de hut wat aten en dronken. Bij
Sternhäusl (852 meter) was even geen bos en hadden we uitzicht op Tjechië.
Opnieuw door bossen bereikten we Guglwald. Hier was een grensovergang
en haalden een stempel van zowel de Oostenrijkse grensplaats Guglwald als de
Tjechiesche grensplaats Pijedni Vyton. Vlak daarna liepen we het Guglwaldhof
binnen. Alles was bezet (het was zaterdagavond) maar de hoteleigenaar verwees
ons naar een Privatzimmer. Toen we daar aankwamen rustten we eerst een uur. Na
het douchen aten we warm in het Guglwaldhof. Op de achtergrond hoorden we
levende muziek van een man die op een harmonica speelde. Bij onze maaltijd
dronken we ons eerste glas Blaufränkirscher rotwein, een rode wijn uit het
Burgenland dat wij het voorgaande jaar veel hadden gedronken toen we daar op
vakantie waren.
|
Henri Floor & Coos Verburg |