Het ontbijt was deze dag pas vanaf acht uur. Na het ontbijt weer het gebruikelijke tafereel. Melk
kopen en veldflessen vullen. Daarna begaven we ons echt op weg. Over een asfaltweg verlieten we
Siegendorf im Burgenland en liepen we eerst tot Zagersdorf. Daarbij kwamen we langs een
suikerfabriek. We hadden weer fraaie vergezichten op koren- en zonnebloemvelden
. Vlak
voor Zagersdorf gingen we van de straatweg af en liepen boven langs het dorp Zagersdorf.
Na Zagersdorf liepen we weer echt door de velden. We staken nog een spoorlijn over. We liepen om het plaatsje Draßburg heen. Daarna konden we onze route weer volgen op onze eigen meegebrachte
fotokopieën. Van het voorgaande stuk ontbrak zo'n kaart. Van dat gebied hadden we al eerder een
kaart met schaal 1 op 50.000 gekocht. Over de Braßburger Kogel en door het Draßburgerwald kwamen we
op de 388 meter hoge Marzerkogel. Hier hadden we weer een schitterend uitzicht
. Daarop
besloten we hier te lunchen.
Toen we weer verder liepen kwamen we op een gegeven moment uit op een
punt waar we al eerder geweest waren. We hadden ons dus wat verlopen. We waren weliswaar de
markering verloren, maar we wisten wel welke richting we uit moesten lopen. Vanaf de Marzerkogel
hadden we namelijk het eerstvolgende verdere verloop van de tocht "verkend" met de verrekijker.
Door de open velden bereikten Rohrbach bei Mattersburg.
Op het plaatselijke station wilden we
informatie halen, maar er was geen loket. Door de warmte sleepten we ons verder naar een
plaatselijke Gasthaus, Café und Schank Gerti Pusitz, en dronken ieder twee maal een flesje
Almdudler. Na Rohrbach begon ons pad te stijgen. Het eerste stuk was zwaar, vanwege de hitte. In
bijna elk schaduwplekje werd een rust gecreëerd. Daarna zaten er af en toe flinke steile stukken
in. We kwamen langs een bordje met tekst waarboven stond "GEBET DES WALDES". Door de vele vliegen
en muggen besloten we er een foto van te maken en thuis maar te kijken wat er precies op stond
. Wel, er stond het volgende op:
GEBET DES WALDES
Mensch!
Ich bin dir Wärme deines Heimes
im Kalten Winternächten
der schirmende Schatten
wenn des Sommers Sonne brennt
ich bin die Stätte des Quells
der dich laßt
ich bin die Hand, die dich schützt
gegen die gewalt des Sturmes
der Lawine und des Sturzbrüches
ich bin der Dachstuhl deines Hauses
das Brett deines Tisches
ich bin das Bett, in den du schläfst,
und das Holz, aus dem du Schiffe bauest
ich bin der Stehl deiner Habe
die Tür deiner Hütte
ich bin der Holz deiner Wiege
und deines Sarges
erhöre meine Bitte
zerstöre mich nicht!
Het hoogste punt was de 551 meter hoge Herrentisch. Dit was een grenspunt met Hongarije. We waren
verbaasd, dat we hier op de grens helemaal geen militairen van de douane zagen. Wel zagen we een
grenshutje, maar dat was niet bemand. Er stond hier een nieuwe houten grenspaal als gedenkteken
. Er stond onder andere op Vriendschapstrefpunkt, 8.10.1991. Op weg naar Sieggraben
verloren we de officiële markering, mede doordat we de route anders ingetekend hadden. We kwamen
echter goed uit.
In het centrum van Sieggraben gingen we eerst bij een supermarkt onze dorst
lessen. We deden dat op een stoep recht tegenover Gasthaus Erna Friedl. We informeerden daar, maar
we konden er niet overnachten. Ons werd aanbevolen naar Mattersburg te gaan met de bus. Later
liepen we het Gasthaus nogmaals binnen en vroegen of er overnachtingsmogelijkheid in Kobersdorf
was, omdat daarheen ons pad voerde. Zij waren er van overtuigd dat daar in ieder geval
overnachtingsmogelijkheid was. Daarop liepen we in zo'n twee uur naar Kobersdorf toe. Daarbij
liepen we over en vlak langs een snelweg die nog niet op onze kaart was ingetekend.
Over de Römerweg kwamen we in Kobersdorf. Hier liepen we eerst naar Waldhof, een hotel restaurant, toe.
Maar na een km lopen bleek, dat ze op dinsdag rustdag hadden. Daarop liepen we weer terug naar het
centrum. Uiteindelijk kwamen we bij Gasthaus Maria Filz en daar werden we doorverwezen naar een
dame die bemiddelde in overnachtingadressen. Van dat Gasthaus naar die bemiddelingsdame werden we
vergezeld van een man die dat wel voor ons wilde doen. De man had een spraakgebrek en hij had last
van evenwichtsstoornissen.
Uiteindelijk was er plaats in Oberpetersdorf, een half uur lopen, maar
ook zij hadden rustdag. Maar daar konden we wel terecht. Ons werd medegedeeld waar het
overnachtingadres was. Aangezien de eigenaren 's avonds weggingen zouden we via de Hof van het
Gasthof, een binnenplaats, naar een openstaande deur moeten lopen. Dan zou er een gang zijn en in
kamer 4 zou dan een sleutel zitten. We moesten eerst nog eten. Daarop gingen we eerst terug naar
Gasthaus Maria Filz. Het was al zo'n acht uur en bestelden hier Zigeunerschnitzel (Coos) en Gordon
Bleu (Henri).
Na de maaltijd liepen we naar Oberpetersdorf. Het was al donker aan het worden. Op
die plaatsen waar geen stoep langs de verkeersweg was, liepen we zo mogelijk links van de weg.
Echter, als er een bocht naar links was, dan liepen we aan de rechterzijde opdat de automobilisten
ons sneller en beter konden zien. We hadden een klein zaklampje als nood bij ons, dat we hier goed
konden gebruiken. Vlak na de kerk in Oberpetersdorf was het Gasthof. En in de Hof stond inderdaad
een deur open, waarop we onze kamer betraden. We douchten ons en ik begon met het verslag. Maar
door vermoeidheid overmand gingen we slapen en besloten de volgende ochtend het verslag af te
maken.