Even na zeven uur hadden we ons ontbijt. Het was een overvloedig ontbijt. We hadden een ruime kamer gehad met douche. Echt goedkoop kan het dan ook niet worden. We betaalden 175 shilling per persoon. Maar vlak voordat we afscheid namen vroegen we naar een persoon in Retz die schoenen repareert. Dit omdat stiksel van de bergschoenen van Coos los had gelaten dat dringend gerepareerd diende te worden. Het bleek zelfs dat iemand dat in Hardegg kon doen. Er werd verteld dat er, ook in Oostenrijk, nog maar weinig van dit soort mensen waren die dat werk nog deden. Daarna bezochten we de bakker van de kleinste stad van Oostenrijk om drank te kopen en een ansichtkaart. Daarna begaven we ons in Hardegg naar de Thayabrücke
. Hier was de douanepost met Tsjecho-Slowakije. Bij deze douane post haalden we nog een stempeltje. We mochten hier trouwens niet de
brug over en de grens overschrijden. Duitsers en Oostenrijkers mochten hier wel gewoon oversteken.
Maar wij, Hollanders, moesten hiervoor een visum hebben.
Daarna begaven we ons om kwart over negen
op pad. Eerst liepen we vlak langs de rivier de Thaya. Op een waarschuwingsbord stond: Pas op,
halverwege de rivier, dus in het midden van de rivier, is de grens. Het was een prachtig pad. Het
was wel smal en vol met stenen. Op een punt waar de beek een zeer ruime bocht maakte was een
afkorting. Hiertoe moesten we eerst steil omhoog. Boven hadden we even een rustpauze alvorens weer
af te dalen. We volgden nog even de Thaya. We zagen een man in het water staan vissen.
We sloegen
af en volgden nu de Kajabach tot aan de ruïne Kaja
. De toegang was gesloten. Alleen op
zon- en feestdagen was deze geopend. Nu dwaalden we weer een tijd door de bossen. De verwijzing
naar Schloß Karlslust hebben we helemaal niet gezien We kwamen uiteindelijk bij een asfaltweg ten
oosten van Niederfladnitz. Hier stond een soort overdekte pikniktafel. Hier aten we wat broodjes
met kaas. Net toen we weer verder waren gelopen hoorden we het onweren en zagen we een grote
donkere wolk. We versnelden onze pas. Even later begon het te regenen. We trokken de
trainingspakken aan en zetten de paraplu op. Eerst druppelde het licht, maar later begon het harder
te regenen.
Vlak voor Hofern, aan de bosrand bij een asfaltweg, bereikten we een bushalte hokje.
Hier doken we in. De regen kletterde nog zo'n 15 minuten in volle hevigheid neer. Na een half uur
vervolgden we ons pad met lichte regen. Het bleef ook nog af en toe in de verte onweren. Maar nadat
de regen weer was weggetrokken werd het weer zo heet dat de trainingspakken uitgingen.
Vanaf de
Parapluieberg
hadden we een fraai uitzicht op de naaste omgeving, met z'n vele
wijngaarden en later ook Retz met zijn molen
. Deze middeleeuwse Altstadt met
ommuring is nog nagenoeg geheel intact gebleven. De wijnkelders lopen als Romeinse catacomben soms
in meerdere etages onder het gehele stadsgebied. Retz is hierdoor ondergronds groter dan boven de
aarde.
De ruime Haupplatz is een juweel. In het midden het renaissance stadhuis dat in 1569
ontstond uit een verbouwing van de 14e eeuwse Marienkapelle. Op de kapel werd toen de raadszaal
gebouwd. Het plein werd verder beheerst door het indrukwekkende Verderberhaus met doorrijpoort. Op de renaissance gevel de spreuk: "Alles mit der Zeit". Aan de overzijde het uit 1576 stammende
Sgrafittohaus met Griekse en bijbelse motieven. De sgraffito-versieringen worden als volgt gemaakt.
Er worden twee lagen kalk van verschillende kleur op de muur gesmeerd en daarna worden er gedeelten
van weggestoken of gekrast (het Italiaanse sgraffiare = krassen), zodat de gewenste versiering
ontstaat, gewoonlijk in zwarte, grijze of bruine kleuren. Op het plein een Pestsäule en een
Dreifaltigkeitssäule.
In Retz
was het even zoeken naar een geschikt
overnachtingadres. Bij de VVV kochten we de Thayatalspeld voor 60 shilling en kregen we nog een
stempeltje met de tekst "Osterr. gröszte historische Weinkeller in Retz". Daarna werden we door
verwezen naar een Privatzimmer.
Toen we ons in de Privatzimmer hadden gedouched en Coos de was had
gedaan begaven we ons naar de stad. Bij de Spar kochten we Yogiedrink en vruchtennectar. In het
Schloßgasthaus van Elisabeth Brand aten we warm. Coos at Kalbsbraten en ik koos Wiener Schnitzel.
Vooraf aten we nog dagsoep en tijdens de maaltijd dronken we een halve liter wijn. We aten op een
terrasje buiten omdat het nog zulk lekker weer was.