Op de rand van de stuwwal, Lunteren-Wageningen (26 km)
Op zaterdag 28 september 1991 begonnen we aan de laatste etappe.
De weersvoorspelling voor deze
dag luidde: vrijwel de gehele dag regen en wind. Daardoor zou deze dag erg herfstachtig
aanvoelen. Weinig van dit alles. Weliswaar fris bij de start, namelijk zo'n 10°. Maar
tot 12 uur een stralende zon. Daarna licht tot halfbewolkt, maar droog. Rond kwart voor
acht zette de trein ons af op station Lunteren.
1500 verschillende bomen in Pinetum
Na een paar straten zaten we al weer in de bossen. Het was op een gegeven
ogenblik dat in de routebeschrijving stond r.a. smal pad langs hek dat we dit
pad namen. Anders hadden we zeker gedacht dat het privé was. We liepen langs het
omrasterde Pinetum. In het Pinetum staan meer dan 1500 verschillende naaldbomen uit vrijwel
alle delen van de wereld. Tegenover het stille Restaurant De
Lunterse Boer sloegen we een pad omhoog in.
De Galgenberg
Weldra bereikten we op de top van de Galgenberg De Koepel.
De bossen rondom de
Galgenberg waren 100 jaar geleden gemeenschappelijk heidegebied van de Lunterse
boeren. Met de komst van de kunstmest verloor de heide z'n betekenis omdat de
schapen niet meer nodig waren voor de mest. Deze buurt- of markegronden werden
daarom ten gevolge van de Markenwet van 1886 verplicht strooksgewijs verdeeld
onder de 316 rechthebbende boeren. Deze hadden echter meer behoefte aan geld
dan aan een stuk schrale heidegrond. Notaris van den Ham en zijn opvolger
notaris Dinger maakten daar handig gebruik van en wisten zo een aaneengesloten
grondgebied van 130 ha te kopen, waarop ze bos planten. Toen van den Ham in
1912 overleed, schonk hij zijn bos aan de Lunterse bevolking, waartoe de stichting het
Lunterse Buurtbos in het leven werd geroepen. Boven op de Galgenberg,
waar vroeger de misdadigers werden terechtgesteld, bouwde men de uitzichttoren
de Koepel.
Boven de toegangsdeur stond de naam van Den Ham in de muur gebeiteld.
Maar de toegangsdeur was nog op slot.
Vliegveld Doesburgerheide
Langs een oude waterpomp daalden we de Galgenberg af en bereikten het gebied De
Doesburger Heide. Op 29 juli 1910 maakte Hilgers hier de eerste vlucht met een
vliegtuigje (een Blériot met 25 pk motor) boven Nederlands grondgebied. Het
vliegtuigje bereikte een hoogte van 4 meter en ongeveer 30 meter ver. Daardoor
werd de Doesburgerheide alom bekend als vliegveld. Nu is dit gebied vrijwel
bebost.
Na wat weilanden en een fraai graspad bereikten we de Doesburgermolen. Dit is de oudste
standerdmolen van ons land, daterend uit het begin van de 16e eeuw. Weldra bereikten we
landgoed Kernhem. We liepen ook nog vlak langs het fraaie huis Kernhem. De heer van Kernhem
legde in 1770 een doolhof aan in het Edese bos. De Doolhoflaan loopt er naar toe. Deze laan
is een natuurreservaat want er huist in de oude beuken een kolonie rosse vleermuizen.
Bloedstroom uit een zwerfkei
We liepen langs een grote zwerfkei.
Deze kei werd door het landijs eens uit
Scandinavië naar Nederland getransporteerd. Deze kei staat bekend als de
bloedkei. Wie er bij volle maan met een speld in prikt ziet er bloed uit komen,
zo vertelt een oud verhaal.
Via de Doolhoflaan bereikten we de spoorlijn van Ede
naar Amersfoort. Dit is maar enkel sporig. Dit bevorderde het oversteken van de
onbewaakte overweg.
Verzorgingspost van Euraudax
We staken de weg van Ede naar Otterloo over en
op de daaropvolgende Koeweg zagen we zo'n 40
dampende trimmers staan. Onwillekeurig waren
onze eerste gedachte, dat daar een verzorgingspost van Euraudax stond. In het eerste weekend
van april 1992 wordt een 200 km wandeltocht georganiseerd. Wij waren er van op de hoogte
dat het parkoers ook over deze Koeweg zou komen. Maar of hier ook een verzorgingspost zou
komen, dat wisten we niet. We liepen de trimmers voorbij om even later, gedeeltelijk, weer
door hen ingehaald te worden.
Graaf Bentinck Heer van Kernhem
Door weer een bos bereikten we de Bentinckbank.
In 1888 werd graaf Bentinck Heer
van Kernhem en eigenaar van het Edese Bos. Hij heeft er een juweel van een bos
van gemaakt. Z'n zoon heeft het werk van zijn vader op waardige wijze
voortgezet. De Edenaren hebben hem daarom in 1952 bij z'n veertigjarig jubileum
de Bentinckbank aangeboden.
Hier stonden twee gewone banken met daarachter van
steen een monument opgericht. Spoedig daarop bereikten we de Ginkelse heide.
Over af en toe leuke smalle paadjes hadden we flinke vergezichten, mede door
de zonneschijn. Bij de Drieberg liepen we nog langs en over grafheuvels.
Deze 5
grafheuvels dateren van ongeveer 1400 v. Chr. en behoren tot de
klokbekercultuur.
Dreigende aanval van bokser
Even verderop liepen twee mannen. Toen wij naderden deed één van de twee mannen
de riem van zijn hond los. Het was het bokser ras. Even later rende het dier op
ons af. Aangezien ik niet zo dol op honden ben, maakte ik mijn heuptasje los om
het zonodig al ronddraaiend als wapen te kunnen gebruiken. De eigenaar riep
dat de hond nog nooit iemand iets had gedaan. Maar die uitroep klonk ons bekend
in de oren. Spoedig daarop kwam de eigenaar er aan en deed de hond alsnog aan de
lijn. We staken een verkeersweg over.
Kapot gereden wegen op de Ginkelse heide
In het nu volgende gedeelte van de Ginkelseheide waren de wegen kapot gereden.
Door de week gebeurt dat door militaire voertuigen en in de weekenden gebeurt
dat door (cross)motoren. Nu dwaalden we door het bosgebied De Sijsselt.
Oorspronkelijk maakte De Sijsselt deel uit van het Middeleeuwse Moftbos, dat
zich uitstrekte van de Rijn bij Wageningen tot aan Ede. De hertog van Gelre gaf
de Sijsselt in leen uit aan de Heer van Kernhem.
Randolf de Jeger ontving het Hoekelumse bos te leen
Na de spoorlijn Utrecht-Arnhem te hebben overgestoken dwaalden we door het
Hoekelums bos.
Ook het Hoekelumse bos maakte vroeger deel uit van het
Middeleeuwse Moftbos. In 1357 ontving Randolf de Jeger het landgoed als leen van
de hertog van Gelre.
Langs een droge spreng kwamen we bij een gerestaureerde houten
theekoepel. Hier zagen we nog eekhoorntjes. Na een uitzicht op Kasteel Hoekelum
liepen we even later door een tunnel onder de snelweg A12 door. We kwamen bij
een smal pad door een heide gebied omzoomd met berken. We moesten hier goed
oppassen, want we volgden enige malen zeer smalle paadjes die makkelijk over
het hoofd waren te zien . Door enige maïsvelden bereikten we wederom een bos.
Ditmaal de Oostereng, ten oosten van Bennekom.
Het eindpunt, Hotel Nol in 't Bosch
Uiteindelijk kwamen we weer in het dal van de Renkumse beek. Aan het eind hiervan ongeveer
lag Hotel-Restaurant Nol in 't Bosch. Dit was tevens het eindpunt van deze wandeling. Dit
is weliswaar ruim 5 km van het beginpunt, namelijk het busstation te Wageningen, maar
Nol in 't Bosch ligt ook in Wageningen en de uitzetter vond dit een mooi eindpunt. Aangezien
onze (schoon-) moeder hier niet zo ver vandaar woont, liepen we meteen maar door en
brachten haar een bezoekje.
Nabeschouwing
Het is beslist de moeite waard om deze tocht ook geheel of gedeeltelijk te lopen. Het is
echter wel wenselijk dat je, naast de beschreven route, ook de ingetekende route kunt
interpreteren. Bovendien is het
aanbevelenswaardig om van de desbetreffende gebieden 1:50.000 kaarten bij je te
hebben voor het geval een pad afgesloten of verboden is en een omweg dient te
worden genomen. Wacht daar dan niet al te lang mee want in de loop der tijd
worden wegen verlegd of afgesloten. Ik sprak een verkoper in de kaartenwinkel
Pied à Terre te Amsterdam en zei naar wie ik nu onjuistheden uit het boekje kan
opsturen. Daarop hij zei, o dat hoeft niet want er komt waarschijnlijk toch geen
herdruk van. Voor diegene die de twee boekjes van deze tocht willen kopen: het
heet respectievelijk "13 wandelingen rond de Veluwe Zuid en Oost" en "13
wandelingen rond de Veluwe Noord en West" uit de serie "Voetwijzer voor
Nederland" de delen 6 en 7. De uitgever Terra Zutphen en het ISBN nummer is 90
6255 382 6.