Naar het middelpunt van Nederland, Harskamp-Lunteren (17 km)
Het was een zondag. De eerste bus naar Harskamp vanaf station Ede- Wageningen
vertrok om 12.15 uur. Dat vonden we natuurlijk veel te laat en we besloten
derhalve met de auto naar het startpunt te gaan. Het werd tevens ook de kortste
dagafstand van deze wandelvakantie. Namelijk 17 km.
In 1893 werd het infanterieschietkamp te Harskamp gevestigd.
Over boeren-erven
We volgden nu enige tijd verharde en onverharde landelijke wegen. Enige malen
voerde het pad daarbij over een boerenerf. Weliswaar liepen we daarbij langs
bordjes met daarop "Eigen Weg". Maar dat is nog geen verboden toegang.
Verschillende malen zagen we mensen voorbij komen met bolhoedjes op.
Vermoedelijk op weg naar de kerk.
Acht meter steile randwal en woeste stuifzandbanen
We bereikten het Wekeroms Zand. In de parkoersbeschrijving stond, dat als je
geen lid bent van het Geldersch Landschap je dan een toegangskaartje moest kopen
bij de boswachterwoning, 400 meter verderop. Hier werd echter niet opengedaan.
Weer bij het Wekeroms Zand aangekomen zagen we echter geen borden waarop stond
dat je toegangskaarten nodig had. Dit Wekeroms Zand was een echte belevenis.
Behalve bij de ingang zagen we het daaropvolgend uur niemand. Eerst volgden we
door de bossen een smal pad over de kam van een steile randwal, een ongeveer
acht meter hoge stuifzandrug beplant met voornamelijk eiken om de Wekeromse eng
te beschermen tegen overstuiving. Aan het eind daarvan liepen we steil een
zandheuvel op. Bij drie passen naar boven zakten we er twee terug. Bovenop
aangekomen hadden we een waar panorama over een stuifzand gebied omzoomd met bossen.
We dwaalden wat over stuifzandbanen.
Haarpodzol
We liepen langs een heuveltje waar onder het gele zand de bodem grijs over donkerbruin is.
Dat is de
oorspronkelijke haarpodzol, de bodem die voorkwam onder de heide voor dat het
hier begon te stuiven.
Podzol is een Russisch woord en slaat op de grijze asachtige kleur.
Haar betekent zandige heuvel. De haarpodzol is een typisch zandige
bodem ontstaan onder invloed van heidehumus, die met regenwater door de bodem
heen sijpelt en de ijzerhuidjes om de zandkorrels verwijdert. Daardoor ontstaat
de grijze uitgeloogde kleur. Daaronder slaat de amorfe humus op ongeveer 50 cm
diepte neer en vormt een donkerbruine enigszins verharde laag.
Acht etage-bekermos
We zagen hier ook veel mossen. Het Wekeroms zand is vooral bekend om z'n grote
rijkdom aan korstmossen, zo'n 27 verschillende soorten mossen, waaronder
sommige zeer zeldzaam. Heel bijzonder is het etagebekermos, waarbij
verschillende bekertjes boven elkaar voorkomen, vroeger zelfs tot wel acht
toe.
Dwalen door het Wekeroms Zand
In zo'n gebied is een parkoersbeschrijving erg moeilijk. Dat ondervonden we
aan den lijve. Twee vennetje waar we langs moesten komen hebben we totaal niet
gezien. Aan de hand van de zon konden we bepalen welke richting we in ieder
geval op moesten blijven lopen. Het was wel zwaar lopen want vele wegen
bestonden uit mul zand, mede door de aanhoudende droogte. Uiteindelijk kwamen we
op een grasheide en zagen in de verte witte ruiterpaaltjes, een markeringteken
uit de parkoersbeschrijving.
Radioactieve C14-methode
Nadat we het Wekeroms zand aan de Lunterse zijde hadden verlaten, dwaalden we
door bossen en akkerland met vele maïsvelden. In één van die maïsvelden lag een
Germaanse put. Behalve de kuil, die ook nu nog zichtbaar is, was er vroeger in
het diepste gedeelte een waterput bekleed met een houten schacht. Met behulp van
de radioactieve C14-methode is het hout van de schacht gedateerd op de derde
eeuw vóór Christus.
Het middelpunt van Nederland
Daarna zetten we koers naar het middelpunt van Nederland. Op de Lindenboomberg
duidde een grote zwerfkei aan dat we ons op het geografisch middelpunt van
Nederland bevonden.
Door studenten van de landbouwuniversiteit te Wageningen is
de steen eens geroofd en op de markt van Wageningen geplaatst. Doch dat lieten
de Lunterenaren niet op zich zitten. De steen is dan nu ook stevig vastgeketend.
Eens stonden hier drie grote zwerfstenen zodanig opgesteld dat de prehistorische
Veluwenaren er via de zonnestand mee konden bepalen wanneer het de kortste en de
langste dag van het jaar was.
Hessenwegen soms 500 meter breed
Een eind verderop bij de
Hessenhut, die door padvinders was gemaakt, hadden we
nog fraaie vergezichten. Deze Hessenhut stond naast de
voormalige Hessenweg, nu verhard maar vroeger een enorm
brede zandweg. Als het karrenspoor niet meer te berijden was, ging men er gewoon
naast rijden zodat de weg
soms wel een halve km breed werd. Dit natuurlijk tot grote ergernis van de
boeren, wier akkers men zodoende vaak vernielde. Een eind verderop liepen we
langs een gebied waar volgens geologen in het midden van het Pleistoceen de Maas
moet hebben gelopen. Ze ontdekten, dat door te letten op de samenstelling van
het grind dat duidelijk overeenkomt met dat van de Maas. Net toen we de bossen
uitliepen en langs een paar huizen liepen, kwamen we bij het station van
Lunteren aan. We zochten tevergeefs naar een kaartjesloket. In het voormalige
stationsgebouw bevindt zich tegenwoordig de kunstgalerie "Aan de Kippenlaan".
Dit was het eindpunt van een zesdaagse wandelvakantie die wij liepen van 20 t/m
25 augustus 1991.