Vorig verslag van de intensieve verkenning van de Veluwe Volgend verslag van de intensieve verkenning van de Veluwe terug naar het overzicht van verslag van de intensieve verkenning van de Veluwe Terug naar het overzicht van de LAW's, streek- en NWBpaden op de homepage van Henri Floor Terug naar de homepage van Henri Floor Een intensieve verkenning van de Veluwe (6)
datum dinsdag 20 augustus 1991
traject Heerde - Wezep
afstand 41 km
Tussen zandhazen, kleiklonten en broekmannechies, Heerde-Wapenveld 19 km
Nadat we met de trein en de bus Heerde hadden bereikt begaven we ons weer op pad. Huize Bonenburg Spoedig kwamen we bij de Bonenburg. Normaliter is dit een fraai huis. Maar wegens renovatiewerkzaamheden was het voor een groot deel "ingepakt". Vlak ervoor stond nog wel charmant het theekoepeltje. Het zandpad langs de gracht aan de oostkant van het huis Bonenburg maakte vroeger deel uit van de verkeersweg van Apeldoorn naar Zwolle. Door het Bonenburgerbos liepen we verder langs de Grift en verder naar het Apeldoorns kanaal. We mochten maar heel even proeven van een buitenwijk van Heerde. We sloegen een park in en kwamen uit bij kasteel Vosbergen. Dit kasteeltje uit de 15e of 16e eeuw is heel mooi bewaard gebleven in z'n oorspronkelijke renaissancestijl. Bij Hoorn (gemeente Heerde) staken we het Apeldoorns kanaal over.
De heide, de enken, het broekland en de oeverwallen
De gemeente Heerde kan ruwweg verdeeld worden in vier, van noord naar zuid lopende, langgerekte landschappelijke zones: de heide, de enken, het broekland en de oeverwallen met uiterwaarden langs de IJssel. Door de inwoners van Heerde worden de boeren van de oeverwallen kleiklonten genoemd. De bewoners van de enkgronden worden zandhazen genoemd terwijl de boeren uit de broeklanden broekmannechies worden genoemd.
Na Hoorn kwamen we meer in een weidegebied. Nadat we de Groote Wetering hadden overgestoken volgde nu tot aan Veessen een vrijliggende fietspad. Over de IJsseldijk liepen we Veessen binnen en lesten onze dorst bij een plaatselijke slagerij. Naarmate de plaatsen kleiner worden is er meer bij een slagerij te krijgen.
Peerders
Veessen ligt prachtig aan een grote meander van de IJssel. Deze meander was vroeger voor de zeilschepen die stroomopwaarts voeren een lastig traject. Vaak konden de schepen de bocht niet op eigen gelegenheid passeren en moesten ze getrokken worden door paarden. Dit bedrijf heette het peerden en verscheidene Veessenaren vonden een goede bijverdienste als peerdeboeren of peerders. Voor de schippers was die bocht in de IJssel maar lastig, vooral bij westenwind. De meander kreeg dan ook de toepasselijke naam "Ongemak".
Een andere belangrijke bestaansbron voor Veessen was de prachtige natuurlijke haven De Hank, een afgesneden rivierbocht. Vooral gedurende de schippersvakantie, van Kerstmis tot Lichtmis (2 februari) was dit een geliefkoosde plek, omdat het bij ijsgang de enige veilige haven was tussen Kampen en Deventer. Geen wonder dan ook dat de vijf herbergen van het dorp Veessen in die tijd floreerden. Nu is het vooral gedurende de zomermaanden dat de Hank een belangrijke rol speelt, namelijk als recreatiehaven.
Over asfaltwegen liepen we naar Vorchten en vandaar weer terug naar de Groote Wetering. Vlak voor deze vaart moesten we na een bruggetje over een sloot rechtsaf. Er was hier wel ruimte voor een pad, maar een echt pad was er niet. Wel had er iemand voor ons gelopen. Als "paarden" liepen we dit kleine officiële traject toch maar. Het gras was nog nat en we wilden niet al te nat worden. Over een fietspad langs de Groote Wetering bereikten we Wapenveld. Vlak over het Apeldoorns kanaal lag Café Restaurant Het Zwarte paard waar we wat gebruikten.

Langs de IJssel naar een 'Pieckfijn" stadje, Wapenveld-Hattem (10 km)
Wederom liepen we maar een klein stukje bebouwing of we stonden weer in het bos. Ditmaal voerde ons pad over een voormalige spoorlijndijk (Apeldoorn-Zwolle). We liepen daarbij langs molen De Vlijt. Nadat deze in 1980 was afgebrand is deze weer prachtig opgebouwd.
Littekens
Na wat oude fabrieken kwamen we in het kloosterbos. In dit bos troffen we een "oude bekende", namelijk de Veluwsche banddijk (zie deel 4). Na deze een eind gevolgd te hebben kwamen we bij de Boschkolk, de Zwarte kolk en de Kromme Kolk. Dit als "littekens" die achterbleven na de vele dijkdoorbraken. Nu volgde weer een weidegebied. Eerst kwamen we bij het Sluisje van Evergeune dat uit 1894 dateerde.
Een probleempje
Het nu volgende traject werd gedomineerd door de vijf hoge schoorstenen van de elektriciteitscentrale van Zwolle. We doorkruisten een camping langs de IJssel. Maar toen kwam er een probleempje. Voor ons lag een weidegebied waarin koeien en paarden grazen. Nu voel ik mezelf niet zo op mijn gemak in een weiland waar paarden grazen. Maar de overredingskracht van Coos deed wonderen. Er voor ik het wist, hadden we het weiland doorkruist. Bij een volgend weiland konden we om de koeien en paarden heen lopen door in een ander weiland te wandelen. Nadat we de Veluwsche Wetering hadden overgestoken, bereikten we het Apeldoorns kanaal weer. Nu volgde een leuk jaagpad. Eerst was er een redelijk belopen graspad totdat we een bruggetje bereikten bij de samenkomst van de Veluwsche Wetering met het Apeldoorns kanaal. Nu volgden we een graspad dat bijna niet belopen was.
De oude binnenstad van Hattem
Het jaagpad kwam vlak bij het oude centrum van Hattem uit. Door de heemtuin liepen we eerst langs de oude stadsmuur. Door het Daendelspoortje betraden we de binnenstad van het oude Hattem.
De Dijkpoort te Hattem Zo'n 200 jaar geleden werd Hendrik Willem Daendels, een bekend patriot, uitgerekend verliefd op de dochter van de vurig Oranjegezinde Kolonel van Vlierden. U begrijpt: dat gaf de nodige problemen. Men zegt dat Daendels toen (in 1787) z'n geliefde geschaakt heeft en haar via dit poortje buiten de stad heeft gebracht. Hattem (van Hattheim) ontstond op de kruising tussen de handelsroute van Duitsland naar Utrecht en de IJssel. In 891 werd het voor het eerst genoemd. En in 1299 kreeg Hattem stadsrechten. Langs het pand der Liefde uit 1682 werd de Nederrijnse gotische kerk bereikt. Via het Daendelhuis, het geboortehuis van de patriot Daendels, kwamen we bij het Bakkerijmuseum. Daarna liepen we door de Dijkpoort, een binnenpoort uit ± 1400. Door het Voermankoepeltje kwamen we langs korenmolen "de Fortuin" uit 1852. Via de stadspomp uit 1733 kwamen we bij het Anton Pieckmuseum. Hattem is een romantisch plaatsje, met nauwe steegjes, oude stadspompen en leuke geveltjes. Je vindt er van die plekjes zoals Anton Pieck die getekend heeft in z'n prachtige illustraties. Het is dan ook zeer terecht dat juist deze stad sinds 1984 het Anton Pieckmuseum herbergt.
Via de markt met de VVV en het stadhuis werd de binnenstad van Hattem verlaten.

Spijkers en een oude watermolen, Hattem-Wezep (12 km)
De Spaanse Graven

Nadat we Hattem hadden verlaten kwamen we op landgoed Molecaten in de bossen bij de Olde Spijker.
Het Spijker was oorspronkelijk een opslag plaats voor koren. Daar werden de "tienden", een belasting bestaande uit een tiende deel van de oogst, opgeslagen en geadministreerd. Ook diende het wel tot verblijfplaats van de landheer, wanneer deze zijn landerijen inspecteerde. We namen een kijkje achter de Olde Spijker waar de zogenaamde Spaanse Graven liggen. Dit was een verdedigingsschans met wal en gracht er omheen, die tijdens de 80 jarige oorlog werd gebruikt.
Watermolen te Molecaten Daarna kwamen we langs herberg Molecaten met vlak daarachter een oude watermolen. Dit was de op één na oudste papiermolen van de Veluwe.
Galgenberg
Vlak voorbij de papiermolen lag het statige Huis Molecaten, een zogenaamde Havezate.
Dit is een riddermatig goed, waarop "heerlijke rechten" rusten, zoals jachtrecht, tiendrecht en maalrecht.
Langs sprengen kwamen we bij de Trijsberg (Ter IJsselenberg). Dit was vroeger de galgenberg van Hattem, waarop alle terechtstellingen plaats vonden. De Hessenweg liep er vlak langs en de galgenberg had dus een afschrikwekkende werking. Nu staat er een uitkijktoren op. maar de trap van de tweede naar de derde verdieping ontbreekt waardoor je alleen maar bomen ziet.
De snelwegen
Nadat we de snelweg A50 en de spoorlijn Amersfoort- Zwolle hadden overgestoken, kwamen we in een heel nieuw landschap, de lage vlakte van de voormalige Zuiderzeekust. Coos zag hier een ree lopen. In Hattemerbroek staken we de verkeersweg over en volgden de Oude weg, die tot 1830 de belangrijkste weg door Hattemerbroek was. Wederom staken we een snelweg over en wel de A28. Na een paar asfaltwegen kwamen we op een mooi recht zandpad omzoomd met bomen, de lange laan van de Duivendansweg. Tenslotte bereikten we landgoed IJsselvliedt. Bij een fraaie duiventil beëindigden we deze dag ons pad. De dagafstand bedroeg ± 41 km.
naar de top van deze pagina

Henri Floor & Coos Verburg