tweede dag van de 4e Heuvelland wandel4daagse 1991 vierde dag van de 4e Heuvelland wandel4daagse 1991 overzicht van de Heuvelland wandel4daagsen Terug naar het overzicht van driedaagsen en vierdaagsen op de homepage van Henri Floor Terug naar de homepage van Henri Floor 4e Heuvelland vierdaagse van 8 t/m 11 augustus 1991
Vierdaagse Heuvellandwandelingen Krijtzee
Op zaterdagochtend 10 augustus 1991 was het zwaar bewolkt weer. De temperatuur zou echter nog tot 27° stijgen. Deze dag liepen we door het Zuidlimburgse Mergelland. Vele miljoenen jaren geleden overspoelde de zgn. Krijtzee grote delen van West-Europa. Het huidige Zuid-Limburg was toen kustgebied. Veel schelpen en andere kalkresten van vooral kleine zeedieren spoelden aan en vormden op de bodem dikke kalklagen. Later werd het land langzaam omhooggedrukt. Het Mergelland is dus eigenlijk een ca. 100 meter dikke omhooggeschoven oude zeebodem. In de gelige kalksteen wemelt het van de fossiele resten van allerlei zeedieren die zo'n 65 tot 80 miljoen jaar geleden de Krijtzee hebben bevolkt.
In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, is het Plateau van Margraten geen vlak gebied. Het wordt doorsneden door een achttal droogdalen en een aantal "holle wegen". Eigenlijk is Zuid-Limburg geen heuvelland maar een dalenland. Dit gebied is duizenden jaren lang ingekerfd door rivieren en beken, waarvan de loop steeds veranderde. Het grillige gedrag van onder meer de Maas en de snelstromende beken de Gulp en de Geul deden het huidige profiel van Zuid- Limburg ontstaan. De dalen van nu zijn de oude stroombeddingen en de heuvels de restanten van het vroegere plateau.
Vanuit de start liepen we eerst een eind langs de verkeersweg tot Berg. Daarna daalden we eerst af en liepen over veldwegen langs koren-en maïsvelden. In buurtschap Wolfshuis liepen we langs de Tienhovenmolen. Dit is een ronde bovenkruier uit 1855. Via Klein Welsden bereikten we Cadier enKeer. Hier was de eerste rustpost. We liepen deze dag erg veel door de bossen in heuvelachtig gebied. Enige trajekten gingen over asfalt, maar diev ielen nu in het niet. De tweede rustpost was in Eckelrade.
Cadier en Keer Vuursteenmijnen
Daarna kwam het parkoers door het Savelse bos. Dit bos bestaat uit hellingbossen met een afwisselende bosvegetatie, waaronder zeldzame bomen en planten, en wordt doorsneden door grubben (droogdalen) met een rijke krijtflora. Archeologisch heeft het Savelsbos een wereldnaam door de aanwezigheid van prehistorische vuursteenmijnen met werkplaatsen, ook wel "ateliers" genoemd. De vuursteenwinning moet eens zijn begonnen in de hellingen van de Schone Grub, een smal diep dal waar de vuursteen aan de oppervlakte kwam. Hier maakte de "oermens" reeds zijn vuistbijlen. Toen men omstreeks 4000 voor Christus had geleerd vuurstenen tot bijlen te slijpen, nam de vraag naar vuursteen sterk toe. We kwamen op korte afstand langs een grotwoning. Het vorig jaar stond hierheen nog een extra verwijzing. Nu niet. Maar omdat we het herkenden maakten we de kleine omweg.
Verboden toegang, instortingsgevaar
Vlak daarop volgde een bos-trappad met 62 treden. In Rijckholt was weer een grote rust. Hier bezochten we nog de plaatselijke kerk die naast de rustpost lag. Verder dwaalden we langs maïsvelden en mergelrotsen. Af en toe stond er bij een zijpad een bordje "Verboden toegang, instortingsgevaar". In Eckelrade was weer een rustpost en tenslotte ook nog één in Cadier en Keer. We wisten dat vlak bij de stempel/cafépost een supermarkt was. We wilden eens wat anders drinken als limonades en dronken nu melk en karnemelk. We kwamen langs het Afrika museum en zagen hier verschillende kruisjes, eigenlijk een soort kappeltje, staan. Wat verderop zagen we nog een spelonk en daarachter nog een kleine begraafplaats. Op deze begraafplaats waren alleen zustertjes begraven. Ook hadden we hier vandaan vergezichten op onder andere Maastricht. Over een waar panoramapad kwamen we in Bemelen.
De Mosasaurus
Bemelen dankt zijn faam aan het feit dat hier in 1954 in de mergelgrotten de resten van een mammoethagedis (de Mosasaurus) werden gevonden. Dit bijna 18 meter lange dier zwom destijds in de Krijtzee rond. De vrijwel komplete schedel werd in 1780 gevonden in de Sint-Pietersberg. De deur van de kerk van Bemelen stond wijd open, maar een ijzeren hek hield ons daarop tegen. Wel zagen we fraaie glas-in-lood ramen en we hoorden het orgel spelen. In Bemelen was nog een extra waterpost ingericht. Spoedig daarna bereikten we de finish.
naar de top van deze pagina

Henri Floor & Coos Verburg