|
|
|
|
eerste dag van de 37e Apeldoornse Vierdaagse, dinsdag 10 juli 1990
|
Op de eerste wandeldag, dinsdag 10 juli 1990, werd de binnenstad van Apeldoorn verlaten in zuid-
zuidoostelijke richting. Aan de rand van Apeldoorn, vlak voorbij de snelweg A1 was al de eerste
verzorgingspost op 6 km.
Ook was inmiddels al de eerste regenbui gevallen en hadden nu, op deze
verzorgingspost, gelegenheid om onze regenkleding uit te trekken. Wat betreft de regenkleding was
het deze dag wel een jojo dag. Zeker wel 6 keer trokken we deze dag de regenkleding aan en ook weer
uit. Buiten de bebouwde kom van Apeldoorn liepen we eerst door het plaatsje Lieren en even later
door buurtschap Oosterhuizen en staken de snelweg A50 onderdoor. Even voor het Apeldoorns-
Dierenskanaal sloegen we af en zetten koers naar Loenen. In de bossen verscholen, liepen we langs
kasteel Ter Horst. Dit kasteel, dat niet te bezichtigen is, werd in 1557 gebouwd door Wynand van
Hackford, maar in 1791-1792 verbouwd.
In HCR Den Eikelboom te Loenen hadden we onze eerste grote
rust op 18 km. Nu betraden we de Loenermark. De Loenermark bleef tot 1932 gemeenschappelijk
eigendom van de boeren van Loenen en is daarmee de langst in stand gehouden mark van Nederland. In
1932 kocht de gemeente Apeldoorn de markgenoten uit voor een bedrag van ƒ 34,75 per persoon. Hier in
de Loenermark werden we weer door een bui verwelkomd. Afwisselend voerde het parkoers over heide en
door bossen. De bospaden waren veelal moeilijk te begaan. Door de regen hadden zich vele plassen
gevormd en je zakte regelmatig weg in de blubber. Vooral de lus van de 50 km was erg mooi en erg
rustig. Eenmaal was aan een pijl geknoeid en wees een andere kant op. Verschillende wandelaars
hebben blind op de pijlen vertrouwd. Wij volgden het parkoers mee op de parkoersbeschrijving en
volgden de goede weg. Verschillende malen liepen we langs sprengen.
Sprengen zijn beken die gegraven zijn ten behoeve van de energievoorziening door stromend water. Ze
behoren typisch tot het stuwwallandschap van de Veluwe met zijn grote hoogteverschillen. De eerste
sprengen zijn reeds in de 11e eeuw gegraven voor olie- of graanmolens, maar het merendeel is
aangelegd in de 16e en 17e eeuw toen de papierindustrie belangrijk begon te worden. Toen rond 1900
vele papiermolens het loodje legden vanwege de opkomst van andere energiebronnen, werden ze vaak
omgebouwd tot wasserij. Op de tweede wandeldag kwamen we bijvoorbeeld langs zo'n wasserij te
Vaassen. De meeste sprengen zijn gegraven in bestaande erosiedalen gevormd in de laatste ijstijd.
Men maakte handig gebruik van de hoge grondwaterstand in deze dalen aan de rand van de stuwwallen.
De sprengkop en de bovenloop van de spreng werden zo diep in de bodem uitgegraven dat er grondwater
naartoe stroomde. Benedenstrooms werden aan weerszijden van de spreng dijkjes aangelegd, zodat de
spreng hoger kwam te liggen dan het omringende land. De bodem van de spreng werd vaak met
ondoorlatende leem afgedekt om verlies van water door infiltratie te voorkomen. Door deze wijze van
aanleg zijn sprengen erg kwetsbaar. Behalve van grote cultuurhistorische en recreatieve waarde zijn
ze ook biologisch belangrijk omdat ze zeldzame planten en dieren herbergen. Onder andere de varen
dubbelloof, verschillende soorten mossen, de ijsvogel, gele kwikstaart en waterspreeuw.
Vlak voor
een verzorgingspost op 34 km op de parkeerplaats Loenense Waterval liepen we langs de Kleine
Waterval. Alleen de 30 km wandelaars liepen langs de Grote Waterval.
De Grote Waterval is de grootste waterval van Nederland met een hoogte van 15 meter. Deze ligt aan
de Vrijenberg spreng en staat onder speciale controle van Rijkswaterstaat, omdat deze een
belangrijke toevoerstroom is voor het Apeldoorns-Dierenskanaal. Bij de Vrijenbergspreng heeft menig
verliefd paartje heerlijke uren beleefd bij het ruisen van de sprengen en de watervallen. Toch is
dit niet de reden waarom deze plaats zo heet. Daarvoor moeten we terug naar het jaar 1354, naar de
strijd tussen de Heekerens en de Bronkhorsten. Hertog Reinald II, die openlijk de zijde van de
Heekerens koos, had om de gunst van de plattelandsbevolking te winnen de horige boeren van de
Veluwe plotseling vrij verklaard. Zijn jongere broer Eduard, die het voor de Bronhorsten opnam, kon
dit niet dulden en kwam op voor de gevestigde orde. Op een hoogte tussen Beekbergen en Loenen kwam
het tot een bloedig treffen. De vrije boeren verzetten zich tot het uiterste, maar moesten het
tegen de veel beter geoefende en bewapende leger van Eduard afleggen. Sindsdien heet die plaats de Vrijenberg.
We staken de snelweg A50 over en zette koers naar Beekbergen. Vlak voor de finish liepen we langs
het Duivensportcentrum. Normaal had ons dat niets gezegd. Maar de eerst volgende WS 78 wandeltocht
heeft hier vandaan op 6 oktober 1990 zijn start. Naast een zestal buien en wat lichte regen was de
temperatuur tot ± 16° gestegen. Door de hoge vochtigheidsgraad voelde het warmer aan. De totale
afstand bedroeg 49,6 km.
|
Henri Floor & Coos Verburg
|