|
|
|
|
Het voorlopen van de WS78 wandeltocht vanuit Veenendaal-West.
|
Op zaterdag 7 juli 1990 werd het WS78 parkoers van Veenendaal-West door het
voltallige WS78-bestuur voorgelopen tezamen met de parkoers architecten
(ondergetekenden). Op 9 februari 1991 is de officiële tocht. Rond 9 uur
vertrokken we aan de tocht, want enige bestuursleden kwamen met de trein. Al
enige honderden meters na de start was het parkoers volledig overhoop gehaald.
Wegens stadsuitbreiding waren brede gleuven in de grond uitgegraven voor de
aanleg van riolering. We moesten zo'n gleuf in de grond kruisen. Even verderop
liepen we langs zo'n gleuf, waarnaast het zand opgehoogd was. Met wat
verbeelding leek dit wel een beetje op een smal pad langs een afgrond in de
bergen. We kregen nu vaste grond
onder onze voeten.
Op 2½ km bereikten we de Prattenburgse bossen. Aan de rand van de
Prattenburgse bossen staat een kasteel. Voordat dit kasteel er stond
lag op deze plaats een versterkte
boerderij. Nu doet het verhaal de
ronde dat van deze versterkte boerderij een (vlucht-)gang loopt onder
de berg (de Prattenburgse bossen
liggen op een berg)
naar de Rijn. Deze gang is
echter nooit gevonden. Verder zou
hier in de 80 jarige oorlog Spanjaarden gelegerd zijn die er een goudschat
zouden hebben verstopt. Hoewel enige losse Spaanse munten in de loop der tijden
er zijn gevonden, is de goudschat nog niet gevonden.
Nu is het echter ook niet
aanbevelingswaardig om met detectoren naar de goudschat te gaan zoeken. In de
tweede wereldoorlog heeft het Duitse leger bezit genomen van de Prattenburgse
bossen. Ze hebben er een weg aangelegd en veel munitie hebben ze er verstopt.
Aan het eind van de tweede wereldoor log hebben ook Canadezen hier munitie
verstopt. Bij zoekacties door "gouddelvers" is derhalve vaak op munitie
gestoten.
Verder staat er in de Prattenburgse bossen één huis. Dit huis is in
1840 gebouwd. Naar dit huis lopen wegen waarvan is vastgesteld dat deze al voor
1840 bestonden. Daaruit wordt afgeleid dat op deze plaats in het verleden een
groot of bijzonder gebouw moet hebben gestaan. Daarbij gaan de gedachten uit
naar de Cunera-legende. De Cunera-legende herinnert aan Cunera, een lieftallige
Schotse prinses, die met 11.000 maagden ter bedevaart naar Rome trok onder
leiding van haar vriendin de Heilige Ursula. Op de terugweg werden alle maagden
bij Keulen door de Hunnen vermoord, op Cunera na. Zij werd gered door de
Frankische "koning" Haymo, die haar meenam naar zijn hoeve bij Rhenen, waar zij
door haar goedheid zeer geliefd werd bij de bevolking. Maar Haymo's vrouw
ontstak in giftige jaloezie, wurgde Cunera met een halsdoek en begroef haar in
een stal. De paarden wilden 's avonds de stal niet meer in en er verscheen een
teken van twee gekruiste fakkels boven de plaats waar zij begraven was. Zo werd
het lichaam gevonden en plechtig her begraven op de Cuneraheuvel, die door een
kapel werd gekroond. Al gauw gingen verhalen rond, dat aanraking van de bij het
altaar hangende halsdoek genezing bracht. Pelgrims stroomden toe uit het hele
land en er kwam zoveel geld binnen, dat een kerk kon worden gebouwd met een
fantastisch mooie toren ter herinnering aan de als een heilige ver eerde Cunera.
Genoemde hoeve van de Frankische 'koning' Haymo of de genoemde kapel zou de
plaats kunnen zijn geweest op de plaats waar nu dat huis uit 1840 staat.
Genoemde fantastisch mooie toren zou de huidige Cunera toren te Rhenen zijn.
We staken de verkeersweg Veenendaal - Elst over ter hoogte van Het Koetshuis en
vervolgden ons parkoers door het vrij opengestelde gedeelte van de Prattenburgse
bossen. Voor het eerste deel zijn toegangskaarten verplicht. Weldra bereikten we
een prachtig uitzicht bij een zandgroeve. We waren hier gestegen tot 50 meter
boven N.A.P. en hadden uitzicht op Veenendaal. Bij helder weer heb je ook
uitzicht op (hoge flatgebouwen van) Wageningen. Door het zwaarbewolkte weer op
deze dag konden we van deze en volgende uitzichtpunten niet optimaal genieten.
Door het Remmersteinse bos bereikten we eerst de Paasheuvel. Even later
passeerden we Leemkuil. Het vennetje zagen we net niet omdat we de Leemkuil
passeerden door een er vlak langs lopende "holleweg". Over de 48m hoge heuvel
"Lijster" bereikten we een maïsveld. De eigenaar had het ernaast liggende pad
meegezaaid, waardoor we nu tussen de hoge maïsplanten doorliepen. Het leek of
ons parkoers dood liep als we niet onze parkoersbeschrijving hadden gepakt dat
vermeld de "r.a. einde bosweg, smal zeer onopvallend stijgend bospad".
Even
later bereikten we op 11 km de geplande soeppost, even voor Rhenen, aan de
bosrand. Langs de zuidkant van de Utrechtse Heuvelrug vervolg den we onze tocht.
Regelmatig hadden we nu vergezichten op de Rijn en de Betuwe. Even kwamen we
weer in de bewoonde wereld. Langs de rand van Elst betraden we weer de bossen op
weg naar de ± 45m hoge Galgen berg. Van achteren hoorden we op een gegeven
moment "dit kan beslist niet". Dat sloeg op een smal pad waarbij je met de
handen takken
moest wegduwen. Nu was het nog
een kilometer naar de grote rust
't Berghuis.
Vlak voor het Berghuis kwamen we
langs een stenen kolom. Dit monument was oorspronkelijk opgericht door Gravinne
Douarière
van Athlone. Ter nagedachtenis
van de overwinning behaald over
Bonaparte en de Fransche Armée
door den Kroonprins van Oranje
en de gecombineerde Armeen onder
bevel van den hertog van Wellington en Prins Blücher te
Quatre Bras en in de velden van
Waterloo, den 18 juni 1813. In
1846 is dit monument hernieuwd
ter vereering van onze dierbare
moeder A.E.C. Gravinne Douarière
van Athlone door haar laatst o vergebleven kinderen M.W. en C.R. Gravinnen van
Reede Ginkel. In het 150ste herdenkingsjaar is door samenwerking van de inwoners
van Amerongen dit monument heropgericht en door de erven Graaf G.J.G.C. van
Aldenburg Bentinck aan de gemeente overgedragen op 3 augustus 1963.
Na de grote rust bestegen we de 68,9 meter hoge Amerongense berg. Nu begaven we
ons op weg naar de noordflank van de 62m hoge Elsterberg. Bij helder weer heb je
van dit uitzichtspunt zicht op de Lange Jan, een kerktoren te Amersfoort. Ook de
kerktoren van Scherpenzeel is dan zichtbaar. Verschillende malen waren nu onze
paden geblokkeerd door omgewaaide bomen door de voorjaarsstormen van 1990. Na
eerst tot 12 meter afgedaald te zijn ging het parkoers weer langzaam omhoog naar
de ruim 60m hoge Vlakke berg. We kruisten een verkeersweg met de toepasselijke
naam "Bergweg" en kwamen langs een hondenkennel.
Nadat we een tijd wat bredere
boswegen hadden gevolgd was het nu weer de beurt aan enige smalle bospaden. De
paden werden steeds nauwer en even dachten we dat ze doodliepen. Maar bij een
parkeerplaats pakten we weer bredere boswegen op. Op 32 km hadden we de
noordrand van de Utrechtse heuvelrug bereikt. Bij een boerderij met weilanden
was hier de koffiepost in de gemeente Leersum. Lang konden we niet van deze
"wijde blik" genieten want we werden weer het bos ingestuurd door onze
parkoersbeschrijving.
Na weer een grasparkoers waar de bosbessenstruiken langs
en zelfs op het pad groeiden bereikten we een afgezet gebied waar Schotse
hooglanders, een bepaalde koeiensoort, graasden. We zagen deze dieren echter
niet. Op 37 km bereikten we de geplande fruitpost op een soort boerderijcamping.
Bij het naderen van de finish van een wandelparkoers gaat het parkoers in het
algemeen langzaam over in verharde wegen. Maar dat gebeurde hier pas op het
aller laatste moment. Evenals vlak na de start kwamen we ook nu weer door het
gebied waar de nieuwe riolering werd aangelegd. Rond half zes waren we bij de
finish. Hoewel het in de loop van de dag regenachtig was geworden, was de
regenintensiteit niet van grote omvang geworden. Bij een temperatuur van rond de 16°
en een hoge vochtigheidsgraad had het niet koud aangevoeld.
|
Henri Floor & Coos Verburg
|