Vorig WS78 verslag Volgend WS78 verslag Terug naar de homepage van Henri Floor Terug naar de overzicht van alle WS78 wandeltochten Op verkenning in het Westerwoud

Zwitserse brug in het Rijsenburgse bos te Driebergen-RijsenburgZwitserse brug in het Rijsenburgse bos te Driebergen-Rijsenburg

Op zaterdag 17 maart 1990 organiseerde WS78 zijn laatste wandeltocht uit de winterserie 1989/1990. Zoals u wel weet hebben deze tochten geen enkele keer de naam winterserie eer aangedaan. Traditiegetrouw werd deze laatste tocht georganiseerd vanuit het dorpshuis te Maarn. De weersvooruitzichten waren zeer goed. Oplopende temperaturen tot tegen de 20°. Er waren enige tientallen wandelaars die in korte broek van start gingen. Vanuit Alkmaar en uit Amsterdam waren er twee opmerkelijke deelnemers aan deze wandeltocht, namelijk twee blinden. Toen zij in de trein zaten hoorden zij al veel wandelaars om hen heen. Toen de twee blinden vertelden dat zij ook die 40 km gingen wandelen was de verbazing kompleet. Zij vertelden echter dat ze hun drie begeleiders bij de start zouden treffen. Rond half negen moest het sein voor "parkeerplaats vol" worden gegeven. Bij de start en vlak voor de start hing er een aparte sfeer onder de wandelaars. Vele wandelaars zien elkaar in het zomerseizoen maar sporadisch of wellicht op één van de vier vierdaagse. Maar in oktober treffen ze elkaar weer op een nieuwe WS78 tocht van het volgende winterseizoen.
602 wandelaars melden zich in totaal voor deze tocht. Hoewel traditiegetrouw de grote rust weer in de kantine van het KNVB-centrum was en aan het begin van het seizoen ook al een tocht vanuit Maarn werd georganiseerd, werden toch weer nieuwe gebieden verkend. Opvallend daarbij was voor ons dat wij bossen ontdekten in de gemeente ..... Driebergen, onze woonplaats. Een groot gedeelte van de tocht voerde door het voormalige Westerwoud.
In de periode 1130 t/m 1170 werden grote stukken woud gerooid om plaats te maken voor weideveldjes, waardoor meer veeteelt mogelijk werd. De compactheid van het woud werd hierdoor sterk aangetast, zodat wervelwinden meer gelegenheid kregen tot op het maaiveld te kolken. Rond 1170 trof een grote natuurramp de Utrechtse Heuvelrug. Een cycloonachtige storm teisterde deze streek. Mogelijk zijn er wel enige typische stormjaren achtereen geweest met het gevolg, dat een groot deel van het Westerwoud werd vernield. Grote woudreuzen zijn afgeknapt of, in z'n geheel -met wortel en al- geveld. Een schier onontwarbare chaos moet zijn overgebleven. Mede door de hedendaagse recreatie is men dit te weten gekomen. Bij de bouw van huizen en bungalows, en de aanleg van campings stuit men in bijna het hele gebied even onder het oppervlak op geweldige zware boomstronken, die allemaal in dezelfde richting op hun kant liggen.
Wij kunnen ons van die storm wel een beetje een voorstelling maken na de storm van 25 januari 1990. Maar om bij het begin te beginnen, verlieten we Maarn langs de Maarnse zandafgraving. Nadat we in deze zandafgraving waren afgedaald over een trap met slechts 76 treden, hadden we een trap met 269 treden nodig om er weer uit te komen. Op 10 km was de soeppost op een voor ons zeer bekend adres, namelijk bij onze (schoon-)ouders. Daarna doorkruisten we het Driebergse Bos dat in het verleden geschonken werd door de heer P.A. Diedrichs.
Heidetuin te DriebergenHeidetuin te Driebergen

De zoon van de heer P.A. Diedrichs, de heer G. Diedrichs liet dit bosgebied verfraaien. Daarbij dacht hij zelfs aan het beschermen van de eerbaarheid. In het bos is namelijk een meertje, waarin vroeger jongens graag verfrissing zochten. Het aan en uitkleden gebeurde op de oever. Dit "voor de dames vreeselijk aangezicht" kon niet worden getolereerd. De boswachter kreeg opdracht dit baden streng tegen te gaan. Het hielp weinig, want als de man kwam opdagen bleven de jongens in het water of ze vluchtten eruit, juist aan de overkant van de plek, waar de boswachter zich op dat moment bevond. Dit maakte de zaak nog erger, want ze bleven uit de buurt van het meertje totdat de boswachter onverricht terzake was vertrokken. Zo ontstonden dan de klachten " dat kwajongens, bijna of geheel naakt door de bossen liepen". Dit maakte de populariteit van het Rijsenburgse Bos, zoals dit deel heet, niet best. Dames en families met kinderen gingen het bos mijden vanwege de " onveilige en zedeloze toestanden ". Nadat was gebleken dat het zelfs niet hielp als de boswachter de bij het meertje liggende kleren zonder pardon in 't water smeet, besloot de bosbezitter bij dit vijvertje een houten huisje te laten bouwen, waarin de jongens (meisjes baadden toen nog niet op zo'n plek!) zich konden verkleden. Als "'t Zwemhuisje" is het lang een bezienswaardigheid geweest.
Even verderop kwamen we door de prachtige in bloei staande heidetuin. Na een schietterreintje in de bossen, waar druk geoefend werd, betraden we het natuurreservaat Groot Heidestein. Dat natuurreservaat was ontstaan door ontginning van heide en stuifzanden. Er werden vijvers gecreëerd verbonden door een kanaal. Een maal liepen we door een tunneltje met een bocht er in. Hierdoor moest je even heel voorzichtig lopen, zo donker als het was. Midden in dit landgoed is een stuk geschoond dat kaal wordt gehouden door Drentse schapen. We zagen ook een verwijzing naar een schaapskooi.
Na de grote rust kregen we vele variaties van bostypen. Op landgoed Wallenburg troffen we nog twee oude putten. Eén ervan was recentelijk gerestaureerd. Van de tweede put kon ik de bodem niet zien. Coos zag, met haar scherpe ogen een blikje op de bodem liggen. Even verderop was een schuur ingericht van oudheidkundige vondsten van de omgeving. Op 30 km was de koffiepost op een boerderij in de gemeente Maarn, maar van de dorpskern was nog niets te merken. Bij de fruitpost op 36 km te Woudenberg was alle drank op. Naast een feestelijke banaan was hier alleen nog water te krijgen.
Henschotermeer te Maarn/WoudenbergHenschotermeer te Maarn/Woudenberg

We maakten nog een bezoek aan de recreatieplas het Henschotermeer. Hoewel het inmiddels al half vijf was geweest lagen en zaten er nog verscheidene zonaanbidders. De totale afstand bedroeg 40,500 km. De twee blinden kwamen met hun drie begeleiders even na 6 uur binnen. Zij waren echter nog niet de laatste, want daarna kwam nog een groep van zes wandelaars. Daaronder waren nog wandelaars die de volgende dag in Sint Oedenrode zouden wandelen.
naar de top van deze pagina

Henri Floor & Coos Verburg