Vorig WS78 verslag volgend WS78 verslag Terug naar de overzicht van alle WS78 wandeltochten Terug naar de homepage van Henri Floor Lekker uitwaaien met WS78 op je verjaardag

embleem WS78 Dit is het wapen van Purmerend. 
Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de 
Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Op vrijdag 9 maart 1990, op de verjaardag van Coos, besloten we om de WS78 wandeltocht vanuit Purmerend na te lopen. Toen de tocht officieel werd georganiseerd, zaterdag 9 december 1989, kon Coos niet wandelen vanwege verrekte enkelbanden. Ik zelf was me aan het voorbereiden op een tentamen. De weersvooruitzichten voor deze dag waren: overwegend droog met kans op zonnige perioden met een windvoorspelling tot windkracht 8.
Nadat we met de trein naar Purmerend waren gereisd en het startpunt De Doele aan de Koemarkt hadden bereikt, vertrokken we daar rond half negen. Nadat we de binnenstad hadden verlaten, liepen we over enige lange wegen naar het plaatsje Neck. We kwamen het plaatsje Neck binnen over een weg langs een vaart, die aan één kant vol lag met woonboten. Terwijl ik mijn fototoestel opzocht, bemerkte ik niet dat ik mijn routebeschrijving verloor. Nadat de foto gemaakt was, met daarop uiteraard ook de jarige, ontdekte ik het verlies van de parkoersbeschrijving. Ik liep een paar honderd meter terug en zag de parkoersbeschrijving langs de kant van de vaart liggen, half op het droge en een kleine beetje in het water. Doordat we de routebeschrijving om een kartonnetje in een plastikje hadden zitten, was de routebeschrijving bijna niet nat geworden.
Toen we Jisp binnen liepen werden we getroffen door de schoonheid van het raadhuis, een sierlijk monument van architect Leeghwater met drie trapgevels, daterend uit 1650. Even verderop zagen we het meer De Zwet, dat ik nog wel kende van een van mijn schaatstochten in de tachtiger jaren. We hadden inmiddels 9 km afgelegd en bij een plaatselijke supermarkt hadden we een korte rust. Voorbij het centrum van Wormer liepen we door een natuurgebied over bruggetjes langs het meer De Poel. Op onze weg langs de Zaan in de richting van Oost-Knollendam was het water van de Zaan door de stormachtige wind zo woest geworden, dat golven tegen de kant op beukten. De golven zorgden ervoor dat ze af en toe over onze weg schoven. We hadden echter al geruime tijd de regenkleding aan, omdat deze ook goede beschutting gaf tegen de wind.
In OostKnollendam constateerden we, dat veel bomen langs de kant van de weg waren omgekapt. Bij de pont over de Knollerdammer Vaart aangekomen, bleek dat de autopont gesloten was vanwege de harde wind. Daarop werden we met een roeiboot overgezet tegen betaling van ƒ 0,50 per persoon. Aan de overkant van de Knollerdammer Vaart hadden we een korte pauze in een wachthokje dat ons tegen de harde wind beschermde. Net toen we de brug over de Zaan waren overgestoken constateerden we dat we verkeerd liepen. Toen we omkeken zagen we de brugwachter wijzen, welke kant we moesten oplopen. We liepen terug en de brugwachter kwam naar buiten. Hij vroeg of we "die wandeling" naliepen en zei verder dat hij de wandelaars aan de andere kant van de brug door het struikgewas verder had zien lopen. Hij voegde er tegen ons aan toe er voor op te passen om niet in het water te waaien.
Regelmatig constateerden we dat het water in de sloten bijna tot aan de rand stond. De reden hiervan is dat dit een kwestie van bemalen is. In veenpolders houdt men het slootpeil bewust hoog om te zorgen dat de veengrond naast de sloten tot zo dicht mogelijk onder het oppervlak nat blijft. Deze veengrond heeft namelijk de eigenschap om bij uitdrogen te verbranden. De zuurstof kan dan bij het veen komen en deze zuurstof oxideert de organische plantenresten waaruit het veen bestaat. Het veen verdwijnt dan onder andere in de vorm van koolzuur in de atmosfeer. In vroegere eeuwen had men niet zo door dat het veen deze eigenschap heeft en zo zijn dan ook door ontwatering in sommige gebieden wel enkele meters veengrond verdwenen.
Tegenwoordig is men erg zuinig op de vruchtbare grond en houdt men de waterstand dan ook kunstmatig hoog. Gevolg is wel dat het enige mogelijke bodemgebruik veeteelt is, want graswortels kunnen als enige tegen een zo hoge waterstand. En dan weet u meteen waarom in het veengebied geen akkers en alleen maar weiden zijn.
Af en toe leunden we voorwaarts tegen de wind. Opeens moest ik denken aan de omschrijving van wandelen, die ik kort geleden gelezen had. Namelijk dat wandelen is je voorover laten vallen en zonodig een been moeten uitsteken.
We liepen langs het plaatsje Marken-Binnen (gemeente Uitgeest) en bereikten het plaatsje De Woude. De pont lag klaar. Toen de pontbaas zag dat we de pont niet wilden gebruiken voer hij naar de overkant. We gingen een telefooncel binnen om even uit de harde wind op adem te komen. We staken het Noord-Hollands kanaal over aan de Noord-Oost kant van het Alkmaardermeer. Eindelijk, na ruim 20 km, kregen we wind in onze rug. Over een grasdijk bereikten we West-Graftdijk. Langs een smal sluizen complex bereikten we café restaurant Vislust waar we een grote rust creëerden.
Na de rust was het opgehouden met regenen, die zo'n uur had geduurd. Ook de wind was afgezwakt tot windkracht 6 à 7. Door de nauwe hoofdstraat van Oost-Graftdijk vervolgden we onze weg langs het Noord-Hollands kanaal. Door een weidegebied bereikten we het plaatsje De Rijp. Bij de plaatselijke grote kerk smulde Coos van een heerlijk Volendamse haring met uitjes. Voornoemde kerk is een laat-gotische kruiskerk uit 1529. De kerk is wijd en zijd beroemd om z'n 24 gebrandschilderde ramen, allen uit 1655. Hoewel de kerk vrij te bezichtigen was, lazen we deze bijzonderheid pas na afloop van de wandeltocht. Iets verder kwamen we bij het Rijper raadhuis. Dit is een sierlijk gebouwtje met drie topgevels. Ook dit raadhuis is een ontwerp van Leeghwater en draagt het jaartal 1630. Een forse schaduw van een belendend pand zorgde ervoor dat een foto op dat moment minder tot zijn recht kwam.
Nu begaven we ons op weg naar Midden Beemster. Als je op een wegenkaart kijkt, zul je zien dat de Beemster in mooie vierkante blokken is verdeeld door rechte wegen met zijden van 1800m lang. Dit is gebeurd onder invloed van de Renaissance, naar Romeins voorbeeld, waar in de stedenbouw dezelfde vierkante vorm is terug te vinden. Middenbeemster ligt midden in één van de mooiste polders op de kruising van twee polderwegen. Het waren ondernemende Amsterdamse kooplieden, die in 1612 het Beemstermeer lieten bedijken en door 41 molens lieten droogmalen. Jan Adriaanszoon Leeghwater was hierbij landmeter en molenbouwer. Na de drooglegging werden er fraaie heren- en boerenhofsteden gebouwd, meestal eigendom van rijke stedelingen. De eigenaar kwam alleen voor de jacht of zomerverblijf.
Met onze wandeltocht kwamen we onder andere langs de prachtige stolpboerderijen De Bijenkorf en De Eenhoorn. Aan de gevel hingen fraaie familiewapens. Na nog een paar lange wegen bereikten we Purmerend weer. De totale afstand bedroeg 39,705 km. Hoewel het grootste gedeelte over asfaltwegen voerde (je kon ook bijna niet anders) was dit toch best een aardige tocht geweest. De harde wind, de 12e storm van 1990, met uitschieters tot windkracht 10 hadden voor ons een belangrijke stempel op deze tocht gedrukt.
naar de top van deze pagina

Henri Floor & Coos Verburg